U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 9 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Brand van 29 november 1866
Brand van 29 november 1866[1][bewerken | brontekst bewerken]
Eergister avond is er ten huize van de drie gebroeders van den Heuvel, op Doetelaar, onder de gemeente Schijndel, een hevige brand uitgebroken, welke binnen korten tijd huis met den geheelen inboedel en schuur, benevens koe, kalf, geit en varken vernielde. Een der gebroeders, welke men zegt van zijne zinnen beroofd te zijn en zich alleen te huis en wel te bed bevond, is met veel moeite de vlammen ontkomen. De oorzaak is onbekend.
Zekere 22-jarige jonge dochter, Johanna van Kessel genaamd, was vroeger in dienst bij den landbouwer X, te Schijndel. [2]
Wegens diefstal werd zij ontslagen. Over dat ontslag wilde zij wraak nemen, en besloot het huis in brand te steken. Den daarop volgenden nacht zwierf zij om het huis rond en stak hij het aanbreken van den dag een lucifer aan; het vuur deelde zich mede aan de schuur, welke spoedig daarop met het huis en den stal in volle vlam stond, zoodat een en ander, alsmede huisraad en vee, is vernield. De bewoners, waaronder een krankzinnige, die op den zolder sliep, waren nog in diepe rust en zijn met levensgevaar gered, en wel zóó, dat, toen men den krankzinnige van zijn bed verwijderd had, onmiddellijk daarna zijne slaapstede nederstortte. Deze dienstmaagd stond ll. vrijdag voor die misdaad teregt voor het Provinciaal Geregtshof van Noordbrabant, en bekende volledig hare schuld, onder opgave dat zij dit gedaan had, opdat men gelooven zou dat zij tengevolge van den brand uit hare dienst was ontslagen. Het O. M. heeft de doodstraf voor haar geëischt, uit te voeren binnen de gemeente 's Hertogenbosch; haar verdediger, ex officio, concludeerde evenwel tot vrijspraak.
Het Hof zal den 4 dezer hierin uitspraak doen.
| Bronnen, noten en/of referenties |