U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Bewerken van Begijnen
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 8: | Regel 8: | ||
== '''Generaliteitsperiode''' == | == '''Generaliteitsperiode''' == | ||
Vooral tijdens de generaliteitsperiode in de | Vooral tijdens de generaliteitsperiode in de 17e en 18e eeuw, toen het kloosterleven onmogelijk was door alle mogelijke verbodsbepalingen, kwam deze vorm van religieus leven vrij veel voor en hebben zij veel goeds gedaan. In die periode werden hen allerlei beperkingen opgelegd. Zo mochten zij niet met meer dan 3 in een zelfde huis wonen, dit omdat men bang was voor kloostervorming. Ook mochten ze geen godsdienstonderwijs geven. | ||
Veel weduwen, die niet meer het huwelijk in wilden, zochten hun toevlucht bij de begijnen. Deze vrouwen brachten vaak bezittingen met zich mee uit hun huwelijk en zo komt het dat veel begijnen en begijnhoven welgesteld waren. | Veel weduwen, die niet meer het huwelijk in wilden, zochten hun toevlucht bij de begijnen. Deze vrouwen brachten vaak bezittingen met zich mee uit hun huwelijk en zo komt het dat veel begijnen en begijnhoven welgesteld waren. | ||
Veel herinnert ons nog aan de begijnen, zoals straatnamen en de begijnhoven zelf. In dorpen kwamen zij niet zo vaak voor, en zeker niet als groep. Ook in Schijndel kwamen zij voor. Hier werden zij over het algemeen “klopjes genoemd”. Maria Wouda en Catherina van Rooy waren bekende Schijndelse begijnen. Of de weduwe Elisabeth Wijnant Scheevers een begijn was, is niet zeker. Zij was gehuwd geweest met Jan van Heerthum. In een erfdeling en in een vestbrief (d.d. 19 | Veel herinnert ons nog aan de begijnen, zoals straatnamen en de begijnhoven zelf. In dorpen kwamen zij niet zo vaak voor, en zeker niet als groep. Ook in Schijndel kwamen zij voor. Hier werden zij over het algemeen “klopjes genoemd”. Maria Wouda en Catherina van Rooy waren bekende Schijndelse begijnen. Of de weduwe Elisabeth Wijnant Scheevers een begijn was, is niet zeker. Zij was gehuwd geweest met Jan van Heerthum. In een erfdeling en in een vestbrief (d.d. 19-04-1771) wordt zij “moetje” genoemd. Zou zij een begijn geweest zijn? De twijfel zit hem in het woord "moetje". Een andere uitleg voor het woord "moetje" is tante. | ||
De naam Begijn zou zijn afgeleid van: | De naam Begijn zou zijn afgeleid van: |