U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Aan de oever van de snelle vliet
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Aan de oever van een snelle vliet (Het weesmeisje)[1][bewerken | brontekst bewerken]
- Aan den oever van een snelle vliet een treurig meisje zat,
- zij weende en schreide van verdriet 2x
- in het gras van tranen nat.
- Aan den oever van een snelle vliet een treurig meisje zat,
- zij wierp de bloempjes die zij zag
- mistroostig in de stroom,
- zij riep, ach, lieve vader, ach 2x
- ach, lieve broeder koom.
- zij wierp de bloempjes die zij zag
- een rijk man wandelt langs de vliet
- bespeurt haar bittere smart,
- daar hij het meisje wenen ziet 2x
- breekt zijn meedogend hart.
- een rijk man wandelt langs de vliet
- hij zei tot haar, wel,
- lieve meid spreek op en wees niet schuw,
- zeg mij waarom gij kermt en schreit 2x
- kan ”t zijn, zo help ik u.
- hij zei tot haar, wel,
- zij zucht” en zag hem troosteloos aan
- en sprak, ach, brave man,
- een arme wees ziet gij hier staan 2x
- die God slechts helpen kan.
- zij zucht” en zag hem troosteloos aan
- ziet gij dat groene bergje niet
- daar is mijn moeders graf,
- en aan de oever van deez” vliet 2x
- daar viel mijn vader af.
- ziet gij dat groene bergje niet
- de snelle stroom verwon hem dra
- hij worstelde, ach, hij zonk,
- mijn broeder sprong hem achterna 2x
- helaas, ook hij verdronk.
- de snelle stroom verwon hem dra
- nu vlucht ik ras het weeshuis uit
- waar niets dan jammer is,
- en zo sprak zij hare klachten uit 2x
- met ”t hart vol droefenis.
- nu vlucht ik ras het weeshuis uit
- de heer die zei, o, klaag niet kind
- uw hart verdient geen pijn,
- ik wil uw broeder en uw vriend 2x
- en ook uw vader zijn.
- de heer die zei, o, klaag niet kind
- hij nam haar minzaam bij de hand
- en noemde haar zijn bruid,
- en deed daar aan de waterkant 2x
- haar slechte kleren uit.
- hij nam haar minzaam bij de hand
- zij heeft nu spijs en lekkere drank
- al waar haar hart naar tracht,
- deez” rijke man verdient wel dank 2x
- dat hij zo edel dacht.
- zij heeft nu spijs en lekkere drank
- en zij was trouw, zij was het waard
- zij was hem steeds tot vreugd,
- zo zegent God reeds hier op aard 2x
- de liefde tot de deugd.
- en zij was trouw, zij was het waard
Het is oorspronkelijk een Duits lied: "Der gute Reiche". De tekst werd voor de eerste maal gedrukt te Leipzig in 1781 en is van de hand van Kaspar Friedrich Lossius (1753-1817), geboren te Erfurt (D.D.R.). De melodie komt waarschijnlijk uit Italië en wel uit een opera/operette van Paisiello, "la Molinara" uit 1788. Het lied is verspreid geraakt door o.a. een vliegend blaadje dat gedrukt werd te Antwerpen tussen 1825 en 1854. De beginregel was: "Aen den oever van een snelle vliet" met als melodieaanduiding: "op een moeye wijze". De titel op dat losse liedblad was "Het Hollandsch Meysje".
Bronnen, noten en/of referenties
|