Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Aagje Dekenstraat: verschil tussen versies

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 12: Regel 12:
}}
}}
== '''Aagje Dekenstraat''' ==
== '''Aagje Dekenstraat''' ==
=== '''Raadsbesluit 9 januari 1992.''' ===
[[Bestand:Aagje Dekenstraat 02.jpg|400px|thumb|Aagje Dekenstraat.]]
[[Bestand:Aagje Dekenstraat 02.jpg|400px|thumb|Aagje Dekenstraat.]]
=== '''Raadsbesluit 9 januari 1992.''' ===
Bekend als Aagje (1741 – 1804), Nederlands schrijfster; gaf met Maria Bosch stichtelijke gedichten uit. Later werd zij de hartsvriendin en medewerkster van E. Wolff – Bekker.<br>
Bekend als Aagje (1741 – 1804), Nederlands schrijfster; gaf met Maria Bosch stichtelijke gedichten uit. Later werd zij de hartsvriendin en medewerkster van E. Wolff – Bekker.<br>
<br>
<br>

Versie van 3 nov 2020 17:37

[[Gps::{{#geocode:Aagje Dekenstraat schijndel}}|]]

Aagje Dekenstraat
{{#display_map: Aagje Dekenstraat Schijndel| zoom = 16 }}
Naam Aagje Dekenstraat
Wijk De Beemd
Aanleg 1992

Aagje Dekenstraat

Raadsbesluit 9 januari 1992.

Aagje Dekenstraat.

Bekend als Aagje (1741 – 1804), Nederlands schrijfster; gaf met Maria Bosch stichtelijke gedichten uit. Later werd zij de hartsvriendin en medewerkster van E. Wolff – Bekker.

Aanvullende informatie

Het is bijna een twee-eenheid in de Nederlandse literatuur: Aagje Deken en Betje Wolff. Geen wonder dat beide schrijfsters dicht bij elkaar een plek hebben gekregen hebben in de fraaie "witte" wijk die in de jaren tachtig is aangelegd in de Beemd, aan het einde van de Mgr. Bekkersstraat, tussen de beemdgracht en de Structuurweg. Nederlandse schrijfsters hebben hier een luxe behuizing gekregen. Aagje Deken heeft hier haar plek tussen Renate Rubinstein en Ina Boudier Bakker. Aagje Deken (1741 - 1804) en Betje Wolff (1738 - 1804) verwierven zich roem met "De Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart", een roman in brieven die verscheen in 1782.
Aagje verloor al op vierjarige leeftijd haar beide ouders en verbleef tot 1767 in het weeshuis. Bijna tien jaar later, Aagje had inmiddels verschillende dienstbetrekkingen gehad en zelfs een winkeltje gedreven, ontmoette zij Betje Wolff. Nadat in 1777 de man van Betje, dominee Wolff, was overleden, gingen de twee dames in De Rijp wonen waar zij hun eerste gezamenlijke werk publiceerden: "Brieven". Een flinke erfenis die Aagje in 1781 kreeg, stelde de dames in staat het buiten Lommerlust in Beverwijk te betrekken. Daar zag "Saartje Burgerhart" het licht, een roman die zelfs in het Frans vertaald werd. Aagje en Betje kregen steeds meer politieke interesses. Zij sympathiseerden met het patriottisch gedachtegoed dat inging tegen het absolutisme van de Nederlandse stadhouders. Toen er een burgeroorlog dreigde, besloten zij in 1778 te verhuizen naar Frankrijk. In de roerige tijd van de Franse revolutie schreven zij er hun "Historie van Mejuffrouw Clara Wildschut", een roman in zes delen. Financiële problemen noodzaakten Aagje en Betje in 1797 terug te keren naar de Bataafse Republiek. Zij verdienden vooral de kost met het maken van vertalingen omdat hun eigen geschriften nauwelijks nog geld in het laatje brachten. Op 5 november 1804 stierf Betje aan darmkanker, Aagje overleed negen dagen later. Zij liggen beide begraven in hetzelfde graf in Schevingen.