Garage van Heeswijk

Josephus Albertus van Heeswijk (1880 - 1946)

Josephus Albertus (Jos of te wel Sjef) van Heeswijk werd geboren te Schijndel op 13 januari 1880, zoon van Jan van Heeswijk geboren in Schijndel (1848 - 1915) en Megchelina Maria van Heeswijk geboren in Wijchen (1848 - 1912). Sjef, van beroep garagehouder, overleed te Schijndel op 6 januari 1946.

Sjef trouwde op 4 mei 1909 in Nuenen, Gerwen en Nederwetten met Wilhelmina Dorothea de Rooij.

Wilhelmina Dorothea (Mina) de Rooij werd geboren te Nuenen, Gerwen en Nederwetten op 10 augustus 1877, dochter van Antonius de Rooij en Dorothea van den Broek. Mina overleed op 31 juli 1955 te 's-Hertogenbosch.

Rond 1920 had Sjef een zaak waar je goud, zilver, klokken, motorrijwielen, rijwielen en naaimachines kon kopen en auto's kon huren.
Zijn kleinzoon Merijn van Heeswijk heeft in 1987 een boekje uitgegeven met als titel "Sjef, aangenaam Humoristische verhalen" over Sjef, zijn echtgenote en zijn clientèle. Het boekje telt 148 bladzijden en is zeer lezenswaardig.
"De garage: in de twintiger jaren toen de sporen van de eerste wereldoorlog waren uitgewist, scheen de tijd emotieloos te verlopen. Sommige tijdgenoten legden alle beschouwingen naast zich neer en zagen iedere dag, waar zij vroeg of laat aan begonnen, als een uitdaging om hun humor te testen, hun grappen en streken te lanceren, om in ieder geval een aanslag te plegen op de lachspieren, dan wel op het inkasseringsvermogen van hun omstaanders. Eén van hen, de koploper van deze "poel van jolijt" was Jos of te wel Sjef van Heeswijk, bijgenaamd het Fordje.
In deze periode was het hem gelukt, zonder verlies van enige energie, want dat was hem totaal vreemd, een garage te stichten. Deze bestond uit een zaakwaarnemer, een monteur, een taxichauffeur, een benzinepompbediende en een boekhouder, maar dan al deze figuren tesamengepakt in het korpulente lijf van Sjef.
Vooral toen het bedrijf, naar eer en geweten "Garage van Heeswijk" genaamd (Hoofdstraat 86), de beschikking kreeg over een aan de muur bevestigde telefoon, kon Sjef zijn intensieve geest laten gelden door zijn imitatietalent aan te spreken, om zo de buitenstaander te laten denken, dat men met een uiterst geoliede en puik georganiseerde firma onderhandelde.
Zo'n type was Sjef. Een wat te veel in de breedte gegroeide veertiger, klein van gestalte, met een opvallend bol kopje met daarin twee glinsteroogjes die altijd twinkelden en slechts een wat treurige indruk achterlieten als het hem langer dan twee uur aan een alcoholische opkikker ontbrak, hetgeen vanzelfsprekend zelden of nooit voorkwam."
De zaak werd met ingang van 1 september 1952 opgeheven. De registratie hiervan in het handelsregister van de kamer van koophandel en fabrieken vond plaats op 16 oktober 1952. De eerste inschrijving vond plaats op 16 juni 1921.

Bronnen, noten en/of referenties