U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 9 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Johannes Theodorus van Alebeek (1904 - 1971)
Slachtoffers in de 2e Wereldoorlog binnen het gezin van Jan van Alebeek.
Schijndel, 12 oktober 1944: op de Boschweg is het gezin van Jan van Alebeek, de vrachtrijder, zijn vrouw en het jongste kind dodelijk getroffen, terwijl de man en een kind respectievelijk een arm en een been missen.
Johannes Theodorus van Alebeek x 1e echtgenote
geboren 2-7-1904 Adriana Johanna van den Broek
te Schijndel geboren 22-10-1908 te Schijndel
Roepnaam: Jaan
Roepnaam: Jan overleden op 12-10-1944, 35 jaar oud
gehuwd met Adriana (oorlogsslachtoffer)
op 15-5-1930 te Schijndel
gehuwd met Arnoldina op 14-8-1948 x 2e echtgenote
te Schijndel Arnoldina Pieters
Jan is overleden roepnaam: Dina
op 19-7-1971 Geboren 23-1-1916 te ’s-Bosch
te ’s-Hertogenbosch., Overleden op 13-12-1995 te Schijndel
67 jaar oud. 79 jaar oud.
Kinderen van Jan en Adriana:
Truus, geboren in 1930, overleden op 27-11-2002
Jo, geboren in 1932, overleden op 20-11-1994
Tiny, geboren in 1934, woont in Schijndel
Sien, geboren in 1938, overleden op 31-1-2009
Hanny, geboren op 27-12-1943, overleden op 12-10-1944, 9 maanden oud (oorlogsslachtoffer).
Kinderen van Jan en Dina:
Hanny, geboren in 1949, woont in Schijndel
Bert, geboren in 1950, woont in Schijndel
Henkie, geboren op 22-6-1955, overleden op 2-12-1958, 3 ½ jaar oud
Granaatweken
Vooral tijdens de bevrijding van Schijndel van half september tot eind oktober 1944 was het heel gevaarlijk om in Schijndel te wonen, deze tijd wordt ook wel aangeduid als de granaatweken.
De inwoners van Schijndel zitten zwaar in de problemen, de Duitsers hebben zich in de kom van het dorp genesteld, daar stellen ze hun verrijdbare geschut steeds op andere plekken op. De geallieerden worden (door de Duitsers) beschoten vanuit het centrum van Schijndel, dus de geallieerden schieten terug op de bebouwde kom van Schijndel, vooral de mensen die in het centrum wonen worden van alle kanten beschoten.
Een ooggetuige (Harrie Bolsius) meldt over donderdag 12 oktober 1944:
“De artillerie-activiteit is groter dan de vorige dagen. Op de Boschweg is het gezin van Alebeek, de vrachtrijder, zijn vrouw en een kind werden dodelijk getroffen, terwijl de man en een kind respectievelijk een arm en een been missen”.
Henri – Harrie – Bolsius, directeur van de kaarsenfabriek, woonde op Huize Nieuwegaard, naast het huis van zijn chauffeur Chrisje Jansen, dat op de hoek van de Hoofdstraat/Groeneweg stond. Beide huizen zijn al lang geleden afgebroken.
Er staat nu een groot complex, onder een grote supermarkt, winkels en een bank, met appartementen erboven.
Harrie hield in de oorlog een dagboek bij, wat hij zag en meemaakte daar deed hij verslag van in z’n dagboek, bovenstaande passage komt uit z’n dagboek.
Een andere reactie, van de familie Thieu van Oorschot uit Berlicum die intussen naar ’s-Hertogenbosch gelopen waren, het hele dorp Berlicum werd ontruimd, ook over donderdag 12 oktober 1944:
“In de loop van de middag horen wij dat Middelrode vannacht met de grond gelijk gemaakt is (Middelrode was geheel ontruimd). ………… Ook vernemen wij dat de familie van Alebeek op de Boschweg een voltreffer kreeg toen zij aan tafel zaten; moeder en kind dood; Vader, bij wie een arm was afgerukt, lag kreunend op de grond en smeekte zijn dochtertje om hulp, maar het arme meisje had een been verloren en lag daar even hulpeloos”.
“Het verhaal gaat dat vader van Alebeek door hulpverleners op een kar voor dood naar het kerkhof werd gebracht. Daar aangekomen bleek hij nog te bewegen en is hij naar het ziekenhuis in Den Bosch gebracht. Hij heeft zijn verwondingen overleefd!”
Tiny van Alebeek,
zoon van Jan van Alebeek en Jaan van Alebeek- van de Broek.
Tiny intussen bijna 85 jaar oud, leeft anno 2019 nog. Zijn broer en zussen uit het huwelijk van vader Jan en moeder Jaan, zijn intussen overleden. Hij was 10 jaar oud toen de woning van het gezin aan de Boschweg in Schijndel getroffen werd door een granaat. Het gezin woonde destijds op huisnummer 28. Dit huis staat er nu (uiteraard wel een aantal keren verbouwd) nog steeds.
De granaat viel op een onbewaakt en onverwacht moment. Het gezin was uit de schuilkelder gekomen omdat vader Jan bij de gaarkeuken van Slagerij Geerkens in het centrum van Schijndel een emmer eten (stamp) had gehaald. Ook leek er een pauze tussen de beschietingen te zitten. Maar plotseling viel er toch een granaat door het dak van de keuken, waar het gehele gezin aan tafel zat. Het was een Engelse granaat afgeschoten vanuit de richting Sint-Oedenrode op Schijndel (om de Duitse bezetters te verdrijven). Op Tiny na, werden alle gezinsleden getroffen door granaatscherven. Deze scherven kwamen van de granaat, die ontplofte toen hij de vloer van de keuken raakte. Jo, de oudste zoon, had niet minder dan 61 granaatsplinters in zijn lichaam. Volgens Tiny zag hij er de eerste weken in het ziekenhuis uit als een soort mummie. Hij was bijna geheel met verband bedekt, hij overleefde zijn vele verwondingen overigens wel. Zijn moeder Jaan en jongste zus Hanny werden onmiddellijk gedood door dezelfde granaatscherf. Het kind werd letterlijk gehalveerd, moeder in haar hart getroffen. Vader Jan miste een arm en z’n oudste zus een been.
Zus Truus werd door de Duitsers naar het ziekenhuis in Den Bosch gebracht, haar been hing toen nog aan haar lichaam en ze had vier grote gaten in haar lichaam, veroorzaakt door granaatscherven. Het been werd in het ziekenhuis (noodgedwongen) afgezet. Vader Jan werd, betrekkelijk snel na de granaatinslag, samen met zijn overleden vrouw en het overleden jongste kind (in lakens gewikkeld) op een handkar naar het kerkhof gebracht.
Henk Hermes vertelde onlangs in een interview over een granaatinslag op 8 oktober in een huis aan de Hoofdstraat 14, dat het dodelijke slachtoffer, ook vrij snel daarna in een gordijn gewikkeld en op een handkar naar het kerkhof werd gereden en daar (in een noodgraf) werd begraven.
Er was geen hout beschikbaar voor een kist, dus men gebruikte wat wel voorhanden was. Vader Jan lag ook op de handkar, omdat de veronderstelling was, dat hij dood was. Toen iemand, op het kerkhof, merkte dat hij toch nog bewoog en ademde, is hij snel en alsnog naar het ziekenhuis in Den Bosch gebracht (ook door de Duitsers). Zus Sien en broer Jo werden naar het Sint Liduina ziekenhuis hier in Schijndel gebracht, met name om de (vele) granaatsplinters te verwijderen.
Tiny werd de tijd, dat z’n vader, broer en zussen in het ziekenhuis lagen, opgevangen door een broer van vader, kapper Theo van Alebeek aan de Boschweg. Daar verbleef hij de rest van de granaatweken hoofdzakelijk in de (schuil)kelder van dat huis.
Het zwaar getroffen gezin van Jan van Alebeek, werd later uit elkaar gerukt. Vader Jan moest, met een arm, z’n kost verdienen, dat lukte overigens goed. Alleen het was onmogelijk tegelijk op z’n kinderen te passen en te werken.
Zijn kinderen werden in weeshuizen opgevangen, zo goed en kwaad als dat mogelijk was, in die zware tijd na de Tweede Wereldoorlog. Er was een tekort aan van alles, ook in weeshuizen.
Tiny weet er alles van, ook nu nog na bijna 75 jaar. Hij is tevens de laatst overgeblevene van dit gezin die hierover kan vertellen. Zijn relaas:
“Ik heb de granaataanval overleefd, doordat mijn vader voor mij viel, hij schermde met z’n grote lichaam mij geheel af. Ik was ook de enige van het gezin die niet getroffen was en dus geen letsel had en die hulp kon halen. Dat heb ik ook gedaan. Ik liep naar de overburen. Janus d’n Diets, de waard van het toenmalige café aan d’n Boschweg (nu feestlocatie Amusant) heb ik als eerste gewaarschuwd.
Toen ik iets later toch weer in de keuken kwam, voelden de grote scherven van de ontplofte granaat, die in de vloer en de muren staken, nog heet aan.
(Jan van Rooij uit Schijndel, die de bijnamen in Schijndel in kaart heeft gebracht, geeft aan: D’n Diets = uitbater van café d’n hoge Steenweg, later Formosa en nu Amusant).
Janus en de andere, gewaarschuwde buren konden het huis niet in, ik had onbedoeld de voordeur achter mij dicht gegooid, toen ik hulp ging zoeken. Er moest een ruitje ingetikt worden om binnen te komen. Er waren die dag meerdere inslagen van granaten in het centrum van Schijndel, daardoor kwam de hulpverlening moeilijk op gang. Opvallend was dat de Duitse militairen goed meehielpen.
Ik werd direct daarop meegenomen door mijn oom, kapper Theo van Alebeek, en direct in zijn schuilkelder geplaatst. Mijn vader en zus lagen in het ziekenhuis in Den Bosch, mijn zussen in het ziekenhuis hier aan d’n Boschweg. Later zijn mijn vader en zus ook weer overgebracht naar het ziekenhuis in Schijndel.
Ik herinner mij daarvan, dat ik op een dag, niet alleen naar m’n broer en zus in het Lidwina ziekenhuis mocht. Ik zwaar overstuur, er werd ook niet bij verteld waarom, ik er opeens niet meer naar toe mocht. Later werd een en ander meer duidelijk, intussen waren mijn vader en zus ook overgeplaatst naar het Sint Liduina ziekenhuis, de een zonder arm en de ander zonder been, kennelijk moest ik daar op voorbereid worden. Alleen de manier waarop, veroorzaakte meer leed voor een jonge jongen, dan de waarheid meteen vertellen. Ik kon jaren later niet meer door de gangen van het Sint Liduina ziekenhuis lopen, waar mijn vader, broer en zussen toen lagen. Vooral de grijs-bruine tegels in die (kelder)gang herinnerden mij aan die bijzonder zware tijd. Ze lagen in de gangen, door plaatsgebrek in het ziekenhuis. Heel het ziekenhuis (kamers, gangen, kelders) lag vol oorlogsslachtoffers.
De gewonde gezinsleden overleefden hun verwondingen. Maar vooral m’n zus Sien heeft de rest van haar leven, flink last blijven houden van de zware tijd in die laatste oorlogsdagen en de jaren daarna. Terwijl zus Truus, die haar verdere leven, toch gehandicapt was, met één been, vrolijk doorleefde en betrekkelijk weinig last ondervond van haar handicap. Hetzelfde geldt voor vader Jan, zie ook, het verhaal van Theo Jansen.
Heel apart was ook dat toen de familie na de granaatinslag en het wegbrengen van de doden en gewonden in het huis gingen kijken, het gehele huis helemaal leeg was. Alles wat niet vast zat aan de muren was weg, de huisraad, de kleren, ook van baby Hanny. Verdwenen!”
De moeilijke jaren die de kinderen van dit gezin in weeshuizen doorbrachten, vormen een ander verhaal. De jongens (Jo en Tiny) verbleven in het jongensweeshuis in Tilburg. Dit weeshuis was van de fraters van Tilburg en lag aan de Gasthuisring.
Zijn zus Truus ging naar het (meisjes)weeshuis van de zusters van Veghel en zijn jongste zus Sien naar het (meisjes)weeshuis hier in Schijndel, dat gerund werd door de zusters uit Schijndel.
Vader Jan hertrouwde drie jaar na de oorlog, toen konden Jo en Tiny weer naar huis (natuurlijk ook de meisjes). Tiny heeft die periode alleen maar overleefd, dankzij de hulp van zijn twee jaar oudere broer Jo. Jo was zelf ook nog betrekkelijk jong, maar worstelde zich met opmerkelijk gemak door die moeilijke periode.
Tiny probeerde in 1948, terug in Schijndel, zijn leven weer op te pakken. Dat viel nog niet zo mee, de Mulo was geen gelukkige keuze, later werd hij op de ambachtsschool in Veghel opgeleid als loodgieter/monteur. Dit werk deed hij vakbekwaam en met veel plezier 20 jaar lang. Toen zijn toenmalige baas failliet ging, kon hij als conciërge aan de slag bij de Sint-Jansschool in Schijndel. Daar werkte hij met nog meer plezier en voldoening tussen de opgroeiende kinderen. Over en weer klikte het meer dan goed. Na twintig dienstjaren kon hij met pensioen én daar geniet hij nu (voorjaar 2019) nog van.
Hij is overigens nog dagelijks actief als veel gevraagde en zeer gewaardeerde vrijwilliger bij sportverenigingen en zorgcentra in Schijndel.
Theo Jansen over chauffeur Jan van Alebeek
Een verhaal van heel lang na de oorlog, dat door Theo Jansen is verteld in 2014 (aan Adrie van Grinsven). Theo toen 92 jaar oud, was de zoon van de chef van het spoorwegstation in Schijndel. Theo had een geweldig geheugen en heeft diverse verhalen over de oorlog, het station en het vliegveld geschreven (en uitgegeven). Theo was in z’n werkzaam leven medewerker bij een drukker/uitgever. Hij werkte in die tijd bij Malmberg in ’s-Hertogenbosch. Theo vertelde dat hij (in de moeilijke jaren precies na de 2e Wereldoorlog) met spoed naar de Noordoost polder moest om daar boeken op een zo juist geopende school af te leveren. Het was destijds een hele reis over wegen die in die tijd nog matig tot slecht van kwaliteit waren.
Hij klopte bij Jan van Alebeek aan, de expediteur/chauffeur die op de Boschweg woonde. Jan reed destijds (met één arm dus) een grote, zwarte Amerikaanse auto, een automaat, een Dodge volgens Theo. Het leek wel een oude lijkauto, zegt Theo in 2014, maar wel prima want al de af te leveren boeken konden allemaal en zonder moeite in de grote auto vervoerd worden.
In de Noordoost polder aangekomen waren de wegen bedekt met klei, erg glad en gevaarlijk. Maar Jan reed precies midden op de wegen, dat kon in die dagen, er was nog nauwelijks (auto)verkeer. Plotseling begon de auto te slingeren, Jan van Alebeek kon de auto maar met moeite op de weg houden. Er bleek een band lek te zijn.
Theo keek met bewondering naar wat er toen gebeurde, Jan bleek in staat te zijn om met die ene arm de grote band te wisselen van die zware auto op die gladde weg.
Hij was ongelofelijk handig en sterk met die ene arm, zegt Theo, hij behoefde ook niet te helpen. Dat was maar goed ook, zegt Theo, ik was en ben nu (anno 2014) ook nog niet handig met mijn (twee) armen en zeker niet sterk. Ik heb de kost nooit met fysieke arbeid behoeven te verdienen en dat is maar goed ook.
Literatuur en bronnen:
- Boek “Granaatweken” van Ben Peters en Louis van Dijk, editie 2014.
- Dagboek “Zesendertig angstige dagen” van 17 september 1944 tot 23 oktober 1944, Thjeu van Oorschot, Schijndel.
- Informatie verkregen van het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) te ’s-Hertogenbosch.
- Fotocollectie van de Heemkundekring Schijndel.
- Verkregen informatie uit gevoerde gesprekken in het voorjaar van 2019 met Tiny van Alebeek.
- Fotoalbum van de familie van Alebeek.
- Familiestamboom familie van Alebeek, AvG, 2015.
- Diverse krantenartikelen over de 2e Wereld Oorlog