Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 9 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Molen Catharina

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Molen Catharina (1837 – heden)

Een ronde stenen bergkorenmolen, gebouwd aan de Hoofdstraat in 1837, door C. van Ooyen uit het grote rivierengebied en J. Schoonwater uit Uden en voor een combinatie van gedeeltelijk uitwonende participanten. Dat gebeurde voor de helft van de kosten voor rekening van Hendrik Thooft te Zaltbommel en Jacob Thooft te Zutphen; de Gemertse Hendrik Rutman betaalde een-zestiende deel, terwijl de Schijndelse Maria van Will, Egidius van Will en Meghelina van Will borg stonden voor de overige zeven-zestiende. Boven de deuren van de inrijpoort bevindt zich een steen met het opschrift: “De eerste steen gelegd I.C. ’t Hooft 1837”.

Het eerste contract van verhuur van deze nieuwe molen, welke de vernielde standerdmolen verving, dateert van 30 april 1838, vastgelegd in een onderhandse akte te Zaltbommel.

Later werd door vererving en uitkoop Gijsbert van der Kant eigenaar; deze was gehuwd met Maria van Will. Nadien werd de molen overgedaan aan Jan Nefkens, geboren te Berlicum op 14 mei 1878. Op 8 januari 1964 stierf Nefkens en liet hij de molen na aan P.A. Smits, die de huidige eigenaar is. Vroeger had de molen jaloezie-zelfzwichting gecombineerd met Oud-Hollandse voorzomen, waarvan nu nog de bedieningskrans, achter de askop, met enige tuimelaars resteert. Dit jaloezie-systeem is bij een latere restauratie vervangen door Oud-Hollands hekwerk.

Tegenwoordig is de molen voorzien van een fokwieken-stroomlijn-systeem met remkleppen van Ir. Fauël, in combinatie met Oud-Hollands hekwerk en heeft een vlucht van 27 meter. De gietijzeren as, met een lengte van 5.25 meter is een fabricaat van F.J. Penn & Comp. Te Dordrecht. Het kruiwerk bestaat uit rollen van gietijzer, gevat in houten wagens.

De molen heeft een Vlaamse- of blokvang en is uitgerust met een vangtrommel. Verder is in de molen maar liefst een drietal koppel stenen aanwezig, te weten een koppel 17-der blauwe stenen en twee koppel 17-der kunststenen. De overbrenging van het bovenwiel op de koningsspil geschiedt middels een bonkelaar.

In 1977-1978 werd een uitvoerige restauratie uitgevoerd aan de molen, waarvan de totale kosten f. 168.645,44 bedroegen, met als doel de molen voor de toekomst te behouden. De restauratie werd uitgevoerd door de firma Adriaens te Weert. Het was een omvangrijke restauratie, waardoor de molen weer geheel maalvaardig werd. De kap was voor het grootste deel versleten en moest vervangen worden, waarbij een nieuwe windpeluw, korte spruit en achterkeuvels aangebracht werden. De roeden (wieken) werden hersteld, waarbij Oud-Hollands hekwerk plaats maakte voor Oud-Hollands in combinatie met het stroomlijn-systeem volgens Fauël. De staartbalk werd vernieuwd en een deel van de berg werd met zand aangevuld. Het maalgedeelte van de molen, bestaande uit drie koppel stenen werd weer geoptimaliseerd.

Na deze omvangrijke restauratie is er echter niet meer met de molen gewerkt op de manier waarvoor deze bestemd was, namelijk het malen van graan, waarbij ook het jaarlijks onderhoud veelal werd overgeslagen. Tien jaar later resulteerde dit dan ook in een opnieuw in deplorabele staat verkerende molen. Eind 1988 is door de firma Adriaens voor nog eens f. 10.962,44 aan de molen verspijkerd om hem alsnog in goede staat te krijgen.

In 2011-2012 is de molen weer uitgebreid gerestaureerd. Sinds 2014 wordt er weer regelmatig op zaterdagen met de molen gedraaid.