U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 9 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Put boerderij Kerkendijk
Op 14 februari 1987 is bij een boerderij aan de Kerkendijk een waterput onderzocht. De put kon niet geheel worden ontgraven; slechts het bovenste deel (naar schatting ⅕ deel van de totale diepte) is blootgelegd.
De put werd bij toeval ontdekt doordat een ontsnapte koe door de tuin liep en daar een gat in de grond trapte. Daardoor kwam de put voor de dag die voor zover mogelijk onderzocht is door de archeologische werkgroep.
De bovenkant van de put, die 58 centimeter onder het maaiveld werd aangetroffen, heeft een buitendiameter van 60 cm. De diepte van de put, gemeten vanaf de bovenrand tot op de bodem was 2,6 meter en er stond nog 2,40 meter water in de put. Het bovenste stuk van de put is opgetrokken uit rode baksteen. De bovenste lagen baksteen zijn in vernauwende cirkels aangebracht (zie schets en foto).
De overgebleven opening is afgedekt met enkele houten balken waarop nog enkele scherven lagen die mogelijk bedoeld zijn om het water in de put te vrijwaren voor het invallen van zand tussen de balken door. De geringe diameter is ongebruikelijk. Het moet bijna onmogelijk zijn geweest om met een gewone emmer water uit de put te halen.
Nauwe drinkwaterputten zijn bij archeologisch onderzoek wel eerder aangetroffen die dan van hoge ouderdom zijn. In 1979-1980 is in Escharen een put gevonden die bestond uit een vierkant van houten balken waarbinnen de eigenlijke put geplaatst was. Die put was een uitgeholde boomstam met een diameter van 55 centimeter. Deze put dateerde uit de tweede eeuw na Christus. In Bergeijk werden in 1986-1987 twee waterputten uit de twaalfde eeuw gevonden die ook gemaakt zijn van uitgeholde boomstammen met een diameter van respectievelijk 65 en 58 centimeter.
In Velsen (Noord-Holland) werd in 1977 een Romeinse waterput opgegraven die bestond uit twee boven elkaar geplaatste wijnfusten met een diameter van 65 centimeter. Ook in Oss-Ussen is in 1980 een put blootgelegd waarvan de beschoeiing uit een oud wijnfust bestond. In een van de duigen werd een inscriptie gevonden die later door Prof.Dr.J.Bogaers uit Nijmegen is ontcijferd en verklaard.
Een beperking bij het maken van boomstamputten was de dikte van de beschikbare bomen. Ook de doorsnede van een wijnfust is beperkt. Oude waterputten met een grotere diameter zijn o.a. gevonden in Bergeijk en Tilburg. In Bergeijk werden in 1982 vijf waterputten ontgraven die dateren uit de 14e tot 16e eeuw. Onderin een van de putten werd een houtconstructie gevonden bestaande uit vier palen waartussen planken waren vastgezet. Op die houtconstructie was een plaggenhut gebouwd. In twee andere van de vijf putten werden op de bodem de resten van een wagenwiel gevonden. In Tilburg werd in 1980 een plaggenhut opgegraven die gebouwd bleek te zijn op een uit zes delen bestaande houten velg; de diameter van de put was inwendig 1,10 meter. Bij een opgraving aan de Markt in St. Oedenrode is in de afgelopen zomer eveneens een plaggenhut blootgelegd. Op hetzelfde terrein werd ook een veel jongere bakstenen put gevonden. De buitendiameter daarvan was 1,70 meter.(Leden van de Schijndelse werkgroep voor archeologie hebben aan dat onderzoek meegewerkt; het opgravingsverslag is nog niet gereed).
Oude waterputten zouden altijd goed kunnen zijn voor nieuwe vondsten in de bodem. De ouderdom van deze Schijndelse put is (nog) niet bekend. Maar een bakstenen put met zo'n geringe diameter roept wel vragen op aangezien bakstenen putten van jongere datum wijder zijn.
A.H.J.van den Braak.
Noten. 1. W.J.H.Vervvers en G.A.C.Beex: Archeologische Kroniek van Noord Brabant, 1979-'80, 37 e.v. 2. A.Verhoeven en F.Theuws: Kempenproject 3, 157-160. 3. Westerheem jg. 1979, 109 e.v. 4. J.Slofstra e.a.: Kempenproject 2, 63-64. 5. H.Stoepker: Graven naar het Kasteel van Tilburg, 135-138.