U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Bewerken van Hoepelmaker
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 1: | Regel 1: | ||
== '''“Ripsnejers” | == '''“Ripsnejers”''' == | ||
Een tak van houtbewerking waar Schijndel om bekend stond was de hoepelmakerij, oftewel de reepmakerij. De griendgronden die hier ruimschoots voorhanden waren zorgden voor de grondstof, de wilgenteen. Daarbij moet niet aan knotwilgen gedacht worden. Het kweken van wilgenteen gebeurde door stekken van het griendhout in de grond te steken, waarna die spoedig wortel schoten en uitliepen. Met name de katwilg werd gebruikt. Op vele plaatsen werd deze houtsoort, die na twee jaar '''katrijp''' was, aangeplant. De gekapte wilgenstokken werden op maat gekort, “geblekt” ( is het verwijderen van de bast, dit werd overigens alleen gedaan voor het maken van witte hoepels) en in de zon gebleekt. Daarna werden de wilgenstokken in de lengte doormidden gesneden tot repen. Vandaar de naam “ripsnejers”. Uiteindelijk moest het “riphout”tot een hoepel gebogen worden. Behalve witte hoepels, waren er ook grauwe. De herfst en de wintermaanden werden door de hoepelmaker gebruikt om het benodigde hout te kappen, waarna in het voorjaar met het maken van de hoepels werd begonnen.<br> | |||
Een tak van houtbewerking waar Schijndel om bekend stond was de hoepelmakerij, oftewel de reepmakerij. De griendgronden die hier ruimschoots voorhanden waren zorgden voor de grondstof, de wilgenteen. Daarbij moet niet aan knotwilgen gedacht worden. Het kweken van wilgenteen gebeurde door stekken van het griendhout in de grond te steken, waarna die spoedig wortel schoten en uitliepen. Met name de katwilg werd gebruikt. Op vele plaatsen werd deze houtsoort, die na twee jaar '''katrijp''' was, aangeplant. De gekapte wilgenstokken werden op maat gekort, “geblekt” ( is het verwijderen van de bast, dit werd overigens alleen gedaan voor het maken van witte hoepels) en in de zon gebleekt. Daarna werden de wilgenstokken in de lengte doormidden gesneden tot repen. Vandaar de naam “ripsnejers”. Uiteindelijk moest het | |||
== '''Afzetgebied hoepels''' == | == '''Afzetgebied hoepels''' == | ||
Regel 8: | Regel 7: | ||
== '''Aantal hoepelmakerijen''' == | == '''Aantal hoepelmakerijen''' == | ||
Het aantal mensen in Schijndel dat met hoepelmaken aan de kost kwam was erg groot. Vooral omstreeks het midden van de jaren twintig zat er een sterke groei in de bedrijfstak. In 1924 waren er 33 | Het aantal mensen in Schijndel dat met hoepelmaken aan de kost kwam was erg groot. Vooral omstreeks het midden van de jaren twintig zat er een sterke groei in de bedrijfstak. In 1924 waren er 33 hoepelmakererijen met 80 knechten en 1 kind ( tussen 12 en 16 jaar) in dienst, twee jaar later was het aantal bedrijven en het personeel verdubbeld: 67 bedrijven met 154 knechten en 15 kinderen in dienst.<br> | ||
== '''Het verdwijnen van de hoepelmakerij''' == | == '''Het verdwijnen van de hoepelmakerij''' == | ||
In de jaren dertig ging het met de hoepelmakerij een stuk achteruit. Enerzijds had dit te maken met de wereldwijde crisis die toen heerste. Een heel grote afnemer was bijvoorbeeld de boterindustrie, die de hoepels gebruikte voor de botervaten. Ten gevolge van de crisis ging het buitenland er niet alleen toe over om hoge invoerrechten op boter te heffen, er werden ook allerlei maatregelen genomen om het zelf gaan produceren te stimuleren. De vraag naar hoepels hield vanzelfsprekend daarmee | In de jaren dertig ging het met de hoepelmakerij een stuk achteruit. Enerzijds had dit te maken met de wereldwijde crisis die toen heerste. Een heel grote afnemer was bijvoorbeeld de boterindustrie, die de hoepels gebruikte voor de botervaten. Ten gevolge van de crisis ging het buitenland er niet alleen toe over om hoge invoerrechten op boter te heffen, er werden ook allerlei maatregelen genomen om het zelf gaan produceren te stimuleren. De vraag naar hoepels hield vanzelfsprekend daarmee gelijk tred. Anderzijds werd voor steeds meer kuipwerk bandijzer gebruikt in plaats van houten hoepels. | ||
[[Categorie:Hoepelmakerij]] | [[Categorie:Hoepelmakerij]] | ||
[[Categorie:Cultuur]] | [[Categorie:Cultuur]] |