U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Bewerken van De Zusters van Liefde van Schijndel
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 13: | Regel 13: | ||
=== '''Pastoor Antonius van Erp een gedreven man met visie.''' === | === '''Pastoor Antonius van Erp een gedreven man met visie.''' === | ||
Een van de lokale pastoors in Brabant die de oproep van monseigneur Zwijsen volgt is de Schijndelse pastoor [[Antonius van Erp (1797 – 1861)]]. Hij manifesteert zich tijdens zijn pastoraat als een zorgzame vader, met een uitdrukkelijke voorliefde voor het wel en wee van de jeugd, met name de vrouwelijke jeugd. Zijn basisregel in deze is…. ‟worden de meisjes godsdienstig opgevoed, dan zal de gansche maatschappij goed en godsdienstig zijn. Dezen immers worden later huismoeders en brengen als van zelf den goeden geest van vroomheid op hare gezinnen over‟. | Een van de lokale pastoors in Brabant die de oproep van monseigneur Zwijsen volgt is de Schijndelse pastoor [[Antonius van Erp (1797 – 1861)]]. Hij manifesteert zich tijdens zijn pastoraat als een zorgzame vader, met een uitdrukkelijke voorliefde voor het wel en wee van de jeugd, met name de vrouwelijke jeugd. Zijn basisregel in deze is…. ‟worden de meisjes godsdienstig opgevoed, dan zal de gansche maatschappij goed en godsdienstig zijn. Dezen immers worden later huismoeders en brengen als van zelf den goeden geest van vroomheid op hare gezinnen over‟. | ||
Op dat moment kent Schijndel slechts een openbare school onder leiding van de ijverige protestantse | Op dat moment kent Schijndel slechts een openbare school onder leiding van de ijverige protestantse meester Kaub, bedoeld voor zowel de mannelijke als de vrouwelijke jeugd. Het is een uitvloeisel van het Franse bewind, waaronder in 1806 een schoolwet wordt aangenomen. <br> | ||
Men omschrijft de onderwijsdoelstelling van die dagen als „opvoeding tot maatschappelijke en christelijke deugden‟. Vanwege de bestaande geloofsverdeeldheid in ons land acht men het van het grootste belang dat het onderwijs neutraal blijft. Godsdienstonderricht op scholen is te enen male verboden. In 1833 wordt het oude schoolgebouw op het parochiekerkhof verkocht aan pastoor van Erp, die het laat afbreken. Inmiddels heeft de gemeente al een nieuwe school gebouwd aan de [[Hoofdstraat]] of Grote Straat. Van bijzonder onderwijs voor de katholieke jeugd is dus op dat moment in Nederland formeel nog geen sprake, iets wat pastoor Van Erp nu juist op het oog heeft. Hij zint daarom op mogelijkheden om met name meer grip te kunnen krijgen op de vrouwelijke jeugd. Dat is hem veel waard. Nu is er wel in die dagen een mogelijkheid om onder bepaalde voorwaarden een bijzondere school op te richten, maar die wordt dan niet door het rijk gesubsidieerd. Pastoor van Erp laat zich, in al zijn gedrevenheid en onverwoestbaar streven naar katholiek onderwijs, die kans niet ontnemen en begint actie te voeren om op een of andere manier de vrouwelijke jeugd een eigen vorm van onderwijs aan te kunnen bieden.<br> | Men omschrijft de onderwijsdoelstelling van die dagen als „opvoeding tot maatschappelijke en christelijke deugden‟. Vanwege de bestaande geloofsverdeeldheid in ons land acht men het van het grootste belang dat het onderwijs neutraal blijft. Godsdienstonderricht op scholen is te enen male verboden. In 1833 wordt het oude schoolgebouw op het parochiekerkhof verkocht aan pastoor van Erp, die het laat afbreken. Inmiddels heeft de gemeente al een nieuwe school gebouwd aan de [[Hoofdstraat]] of Grote Straat. Van bijzonder onderwijs voor de katholieke jeugd is dus op dat moment in Nederland formeel nog geen sprake, iets wat pastoor Van Erp nu juist op het oog heeft. Hij zint daarom op mogelijkheden om met name meer grip te kunnen krijgen op de vrouwelijke jeugd. Dat is hem veel waard. Nu is er wel in die dagen een mogelijkheid om onder bepaalde voorwaarden een bijzondere school op te richten, maar die wordt dan niet door het rijk gesubsidieerd. Pastoor van Erp laat zich, in al zijn gedrevenheid en onverwoestbaar streven naar katholiek onderwijs, die kans niet ontnemen en begint actie te voeren om op een of andere manier de vrouwelijke jeugd een eigen vorm van onderwijs aan te kunnen bieden.<br> | ||