Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Bewerken van De Schijndelsche spoorwegzaak

Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Waarschuwing: U bent niet aangemeld. Uw IP-adres zal voor iedereen zichtbaar zijn als u wijzigingen op deze pagina maakt. Wanneer u zich aanmeldt of een account aanmaakt, dan worden uw bewerkingen aan uw gebruikersnaam toegeschreven. Daarnaast zijn er andere voordelen.

Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.

Huidige versie Uw tekst
Regel 2: Regel 2:




== '''De Schijndelsche spoorwegzaak<ref> Heemblad Rond die Cluse 2013-1, jaargang 20, bladzijden 4 tot en met 24</ref>''' ==
== '''De Schijndelsche spoorwegzaak''' ==


'''Aanslag op Internationale Trein'''
'''Aanslag op Internationale Trein'''
Regel 12: Regel 12:
=== '''Krantenartikelen''' ===
=== '''Krantenartikelen''' ===


Schijndel, 22 oktober 1894. Een ongehoorde baldadigheid, welke verscheidene reizigers het leven had kunnen kosten, is hier gisteravond gepleegd. Eenige onverlaten hadden namelijk eenigen tijd voordat de sneltrein van  21.30 uur hier voorbij komt, een boomstam plusminus 0.75 meter in omtrek in schuinse richting nog wel, over de rails gelegd en dezen met een ijzerdraad aan de spoorstaven vast gebonden. Gelukkig heeft de sneltrein met zijn baanvegers den stam opzij gesmeten met verlies evenwel van een zijner scheppers en verwringing van den anderen. De politie doet ijverig onderzoek. Moge het haar gelukken de bedrijvers van zoo’n laag gruwelstuk spoedig op te sporen.<ref>de Provinciale Noordbrabantsche ’s-Hertogenbossche Courant van 24 oktober 1894</ref>
Schijndel, 22 oktober 1894. Een ongehoorde baldadigheid, welke verscheidene reizigers het leven had kunnen kosten, is hier gisteravond gepleegd. Eenige onverlaten hadden namelijk eenigen tijd voordat de sneltrein van  21.30 uur hier voorbij komt, een boomstam plusminus 0.75 meter in omtrek in schuinse richting nog wel, over de rails gelegd en dezen met een ijzerdraad aan de spoorstaven vast gebonden. Gelukkig heeft de sneltrein met zijn baanvegers den stam opzij gesmeten met verlies evenwel van een zijner scheppers en verwringing van den anderen. De politie doet ijverig onderzoek. Moge het haar gelukken de bedrijvers van zoo’n laag gruwelstuk spoedig op te sporen.
Bron: de Provinciale Noordbrabantsche ’s-Hertogenbossche Courant van 24 oktober 1894.


Dezer dagen zag men hier de heer luitenant der maréchaussée uit ’s-Hertogenbosch om persoonlijk een onderzoek in te stellen naar de plegers van den aanslag op den sneltrein. Evenmin als de ijverige pogingen onzer politie leidde dit onderzoek alsnog tot eenig resultaat. Wel bleek dat er minstens een drietal onverlaten de hand in dit gruwelstuk moesten gehad hebben, daar de boomstam, die op nagenoeg 300 meter van de spoorbaan lag en eene aanzienlijke zwaarte had, die krachten eischtte om vervoerd te worden.  
Dezer dagen zag men hier de heer luitenant der maréchaussée uit ’s-Hertogenbosch om persoonlijk een onderzoek in te stellen naar de plegers van den aanslag op den sneltrein. Evenmin als de ijverige pogingen onzer politie leidde dit onderzoek alsnog tot eenig resultaat. Wel bleek dat er minstens een drietal onverlaten de hand in dit gruwelstuk moesten gehad hebben, daar de boomstam, die op nagenoeg 300 meter van de spoorbaan lag en eene aanzienlijke zwaarte had, die krachten eischtte om vervoerd te worden.  
Ook werden dienzelfden avond een viertal ruiten bij den spoorwachter Verhagen verbrijzeld. Wel vermoedt men, dat de bedrijvers van deze baldadigheid van de aanslag dezelfde zijn, doch zekerheid heeft men niet. Wij hopen, met onze politie, dat de daders hunne gerechte straf niet ontsnappen zullen.<ref>de Provinciale Noordbrabantsche ’s-Hertogenbossche Courant van 30 oktober 1894</ref>
Ook werden dienzelfden avond een viertal ruiten bij den spoorwachter Verhagen verbrijzeld. Wel vermoedt men, dat de bedrijvers van deze baldadigheid van de aanslag dezelfde zijn, doch zekerheid heeft men niet. Wij hopen, met onze politie, dat de daders hunne gerechte straf niet ontsnappen zullen.
Bron: de Provinciale Noordbrabantsche ’s-Hertogenbossche Courant van 30 oktober 1894.


De spoorwegwachter P.P. Verhagen in de nabijheid van diens woning de aanslag op den sneltrein plaats had, is verplaatst naar Boxtel.<ref>de Provinciale Noordbrabantsche ’s-Hertogenbossche Courant van 3 november 1894</ref>
De spoorwegwachter P.P. Verhagen in de nabijheid van diens woning de aanslag op den sneltrein plaats had, is verplaatst naar Boxtel.
Bron: de Provinciale Noordbrabantsche ’s-Hertogenbossche Courant van 3 november 1894.


Schijndel, 4 november. Inzake van de poging tot het doen ontsporen van een trein zijn reeds verscheidene personen aan een scherp verhoor onderworpen, tengevolge van een gezegde, door zeker persoon op den avond van het voornoemde feit geuit: “Dat men morgenochtend iets zoude vernemen, wat nog nooit in Schijndel voorgevallen was”. Ondanks die woorden is men er evenwel vooralsnog niet in geslaagd achter de waarheid te komen. De hoop om de daders te ontdekken, is evenwel daarmede nog niet opgegeven.<ref>de Provinciale Noordbrabantsche ’s-Hertogenbossche Courant van 6 november 1894</ref>
Schijndel, 4 november. Inzake van de poging tot het doen ontsporen van een trein zijn reeds verscheidene personen aan een scherp verhoor onderworpen, tengevolge van een gezegde, door zeker persoon op den avond van het voornoemde feit geuit: “Dat men morgenochtend iets zoude vernemen, wat nog nooit in Schijndel voorgevallen was”. Ondanks die woorden is men er evenwel vooralsnog niet in geslaagd achter de waarheid te komen. De hoop om de daders te ontdekken, is evenwel daarmede nog niet opgegeven.
Bron: de Provinciale Noordbrabantsche ’s-Hertogenbossche Courant van 6 november 1894.


Voor de ontdekking van de onverlaten, die Zondagavond te Schijndel een boomstam op de spoorweglijn hebben gebonden, is door de directie van den Noordbrabansche.-Duitschen Spoorweg f. 100 uitgeloofd.<ref>Rotterdamsch Nieuwsblad van zaterdag 27 oktober 1894</ref>
Voor de ontdekking van de onverlaten, die Zondagavond te Schijndel een boomstam op de spoorweglijn hebben gebonden, is door de directie van den Noordbrabansche.-Duitschen Spoorweg f. 100 uitgeloofd.
Bron: Rotterdamsch Nieuwsblad van zaterdag 27 oktober 1894.


Men vermoedt in F.v.d.A en J.V., beiden te Schijndel woonachtig, de personen in handen te hebben, die door het leggen van een zwaren boomstam over den spoorweg nabij Schijndel, pogingen hebben aangewend om het verkeer te belemmeren en gevaar voor groote ongelukken te doen ontstaan. Beiden zijn in voorlopige hechtenis gesteld.<ref>Rotterdamsch Nieuwsblad van woensdag 21 november 1894</ref>
Men vermoedt in F.v.d.A en J.V., beiden te Schijndel woonachtig, de personen in handen te hebben, die door het leggen van een zwaren boomstam over den spoorweg nabij Schijndel, pogingen hebben aangewend om het verkeer te belemmeren en gevaar voor groote ongelukken te doen ontstaan. Beiden zijn in voorlopige hechtenis gesteld.
Bron: Rotterdamsch Nieuwsblad van woensdag 21 november 1894.


Na deze selectie van krantenberichten over de zaak volgt nu het onverkorte vonnis van de arrondissementsrechtbank van 23 april 1895:
Na deze selectie van krantenberichten over de zaak volgt nu het onverkorte vonnis van de arrondissementsrechtbank van 23 april 1895:
Regel 154: Regel 160:
Naar ’s pleiters meening eischt het maatschappelijk belang, dat de rechter bij de bepaling der straf rekening houdt met de omstandigheid, dat een beklaagde een bekentenis heeft afgelegd. Immers, steeds wordt den beklaagden voorgehouden, dat een eerlijke bekentenis hun in hun straf zal ten goede komen en nu dient dit ook hier het geval te zijn, anders zal geen rechterlijk ambtenaar meer in gemoede een beklaagde tot bekentenis kunnen aansporen zonder die belofte. Doch ook het publiek rechtsgevoel verlangt, dat een beklaagde, die een rouwmoedige vrijwillige bekentenis doet, minder hard zal worden gestraft dan hij, die steeds hardnekkig blijft ontkennen.
Naar ’s pleiters meening eischt het maatschappelijk belang, dat de rechter bij de bepaling der straf rekening houdt met de omstandigheid, dat een beklaagde een bekentenis heeft afgelegd. Immers, steeds wordt den beklaagden voorgehouden, dat een eerlijke bekentenis hun in hun straf zal ten goede komen en nu dient dit ook hier het geval te zijn, anders zal geen rechterlijk ambtenaar meer in gemoede een beklaagde tot bekentenis kunnen aansporen zonder die belofte. Doch ook het publiek rechtsgevoel verlangt, dat een beklaagde, die een rouwmoedige vrijwillige bekentenis doet, minder hard zal worden gestraft dan hij, die steeds hardnekkig blijft ontkennen.
Als het Hof, wanneer het straks in raadkamer het vonnis over ’s pleiters client zal vellen, dit in aanmerking neemt en zich wil herinneren, hoe het de door de Rechtbank opgelegde straf aan een Antoon van Berkum, die een mensch mede had vermoord en bij wien nooit van eenige bekentenis, van eenig berouw is spraak geweest, met vijf jaren verminderde – dan, zegt pleiter, ziet hij met gerustheid de uitspraak voor den 2en beklaagde tegemoet.
Als het Hof, wanneer het straks in raadkamer het vonnis over ’s pleiters client zal vellen, dit in aanmerking neemt en zich wil herinneren, hoe het de door de Rechtbank opgelegde straf aan een Antoon van Berkum, die een mensch mede had vermoord en bij wien nooit van eenige bekentenis, van eenig berouw is spraak geweest, met vijf jaren verminderde – dan, zegt pleiter, ziet hij met gerustheid de uitspraak voor den 2en beklaagde tegemoet.
De president verklaarde hierna het onderzoek der zaak gesloten en bepaalde de uitspraak op Donderdag 27 dezer.<ref>de Provinciale Noordbrabantsche ’s-Hertogenbossche Courant van zaterdag 22 juni 1895, no. 142</ref>
De president verklaarde hierna het onderzoek der zaak gesloten en bepaalde de uitspraak op Donderdag 27 dezer.
Bron: Provinciale Noordbrabantsche ’s-Hertogenbossche Courant van zaterdag 22 juni 1895, no. 142.


=== '''De uitspraak van het Gerechtshof''' ===
=== '''De uitspraak van het Gerechtshof''' ===
Regel 198: Regel 205:
Beveelt de teruggave der stukken van overtuiging zooals die is gelast bij het vonnis a quo, na verloop van acht dagen nadat dit arrest is gegaan in kracht van gewijsde.
Beveelt de teruggave der stukken van overtuiging zooals die is gelast bij het vonnis a quo, na verloop van acht dagen nadat dit arrest is gegaan in kracht van gewijsde.


En veroordeelt de beklaagden hoofdelijk in de kosten van het rechtsgeding verhaalbaar te ramen met die waarin zij in eersten aanleg zijn verwezen bij lijfsdwang voor niet langer dan den bij het vonnis a quo bepaalden dezer van één dag voor ieder hunne.<ref>BHIC 22/135 Hof en Arrondissementsrechtbanken 1838 - 1930 jaar 1895</ref>         
En veroordeelt de beklaagden hoofdelijk in de kosten van het rechtsgeding verhaalbaar te ramen met die waarin zij in eersten aanleg zijn verwezen bij lijfsdwang voor niet langer dan den bij het vonnis a quo bepaalden dezer van één dag voor ieder hunne.
Bron: BHIC 22/135 Hof en Arrondissementsrechtbanken 1838 - 1930 jaar 1895.           


Door den Hoogen Raad werd gisteren verworpen het cassatieberoep van den arbeider te Schijndel, die met een medebeklaagde tot 12 jaar gevangenisstraf is veroordeeld wegens het leggen en vastbinden van een boomstam op de rails van den Noordbrabantsch-Duitschen Spoorweg, waardoor gevaar ontstond voor een sneltrein.<ref>Algemeen Handelsblad 18 augustus 1895</ref>
Door den Hoogen Raad werd gisteren verworpen het cassatieberoep van den arbeider te Schijndel, die met een medebeklaagde tot 12 jaar gevangenisstraf is veroordeeld wegens het leggen en vastbinden van een boomstam op de rails van den Noordbrabantsch-Duitschen Spoorweg, waardoor gevaar ontstond voor een sneltrein.
Bron: Algemeen Handelsblad 18 augustus 1895.


* Er zijn ook andere lezingen van (het waarom van) de aanslag:
* Er zijn ook andere lezingen van (het waarom van) de aanslag:
Regel 228: Regel 237:
In het boek “De Noord-Brabantsch-Duitsche Spoorweg-Maatschappij, de Vlissinger Postroute van Vincent Freriks en Hans Schlieper (2008) staat op de bladzijden 100 en 101 een samenvatting van de rechtszaak. Hierin is onder andere sprake van de 67- jarige weduwe Johanna Van Lint die wachtpost 10 bewoonde.  Deze had een dochter van achttien jaar waar Jan van de Vorstenbosch een oogje op had, maar de weduwe gaf hem voordien onomwonden te kennen hem niet over de vloer te willen hebben.
In het boek “De Noord-Brabantsch-Duitsche Spoorweg-Maatschappij, de Vlissinger Postroute van Vincent Freriks en Hans Schlieper (2008) staat op de bladzijden 100 en 101 een samenvatting van de rechtszaak. Hierin is onder andere sprake van de 67- jarige weduwe Johanna Van Lint die wachtpost 10 bewoonde.  Deze had een dochter van achttien jaar waar Jan van de Vorstenbosch een oogje op had, maar de weduwe gaf hem voordien onomwonden te kennen hem niet over de vloer te willen hebben.


** Johanna Maria van Leent, gehuwd met Martinus Verhagen <ref>www.wvandeven.nl</ref>
** Johanna Maria van Leent, gehuwd met Martinus Verhagen(bron: www.wvandeven.nl)


[[Categorie:Rechtbank]]
[[Categorie:Rechtbank]]
{{appendix}}
Al uw bijdragen aan Schijndelwiki kunnen bewerkt, gewijzigd of verwijderd worden door andere gebruikers. Als u niet wilt dat uw teksten rigoureus aangepast worden door anderen, plaats ze hier dan niet.
U belooft ook dat u de oorspronkelijke auteur bent van dit materiaal of dat u het hebt gekopieerd uit een bron in het publieke domein of een soortgelijke vrije bron (zie Schijndelwiki:Auteursrechten voor details). Gebruik geen materiaal dat beschermd wordt door auteursrecht, tenzij u daarvoor toestemming hebt!

Om de wiki te beschermen tegen geautomatiseerde bewerkingsspam vragen wij u vriendelijk de volgende CAPTCHA op te lossen:

Annuleren Hulp bij bewerken (opent in een nieuw venster)

Op deze pagina gebruikte sjablonen: