U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Bewerken van Charter 1309
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 7: | Regel 7: | ||
=== '''De grenspalen van het Schijndels grondgebied''' === | === '''De grenspalen van het Schijndels grondgebied''' === | ||
Een interessant detail is dat hij precies aangeeft waar al die gronden gelegen zijn, waarbij exact de grenspunten worden beschreven. Dat vind je trouwens in veel van die brieven terug. Dat begrip 'grenspunten' moet men zien in die tijd en dan blijkt dat er diverse methoden waren om grenzen aan te geven. Soms was het niet meer dan een opvallende boom, een al of niet geverfde kei, een zandheuvel, een rechtop staande steen zoals bv. een stuk van een oude grafzerk en meer van dergelijke markeringsmogelijkheden. In de uitgiftebrief laat de hertog de bepaling der grenzen beginnen bij de brug van Middelrode, ter hoogte van de huidige hoeve aan het Gewat, dus de brug over de [[Aa]] bij het oude slotje Seldensate, van daaruit linea recta over de openbare weg, in dit geval de [[Molendijk]], tot in Schijndel. Eenmaal daar liep de begrenzing verder langs de [[Servatiuskerk]] en door de akkers aldaar. De akkers dat zijn de dorpsakkercomplexen zoals o.a. de Papentiend die ligt tussen [[Markt]] en de [[Nederlands Hervormde Kerk]] en het complex langs de [[Sint Servatiusstraat]], vroeger bekend als 'de Lange Heg'. Van daaruit liep de begrenzing naar een soort scheidingssloot bekend onder de naam de Truweestergraaf, die lag aan deze kant van de windmolen op de heide bij Eerde de zgn. [[Koeveringse molen]]. Van daaruit weer terug naar Eerde tot aan de grensplaats in de volksmond bekend als “d'Audebeke'. Vanaf die plaats bereikte men dan de volgende grenspaal die lag bij de Kilsdonkse molen en van daaruit weer terug naar het eerste grenspunt bij het Gewat. Volgens [[Bernardus Antonius (Bernard) Heesters (1914 - 1996)|Pater | Een interessant detail is dat hij precies aangeeft waar al die gronden gelegen zijn, waarbij exact de grenspunten worden beschreven. Dat vind je trouwens in veel van die brieven terug. Dat begrip 'grenspunten' moet men zien in die tijd en dan blijkt dat er diverse methoden waren om grenzen aan te geven. Soms was het niet meer dan een opvallende boom, een al of niet geverfde kei, een zandheuvel, een rechtop staande steen zoals bv. een stuk van een oude grafzerk en meer van dergelijke markeringsmogelijkheden. In de uitgiftebrief laat de hertog de bepaling der grenzen beginnen bij de brug van Middelrode, ter hoogte van de huidige hoeve aan het Gewat, dus de brug over de [[Aa]] bij het oude slotje Seldensate, van daaruit linea recta over de openbare weg, in dit geval de [[Molendijk]], tot in Schijndel. Eenmaal daar liep de begrenzing verder langs de [[Servatiuskerk]] en door de akkers aldaar. De akkers dat zijn de dorpsakkercomplexen zoals o.a. de Papentiend die ligt tussen [[Markt]] en de [[Nederlands Hervormde Kerk]] en het complex langs de [[Sint Servatiusstraat]], vroeger bekend als 'de Lange Heg'. Van daaruit liep de begrenzing naar een soort scheidingssloot bekend onder de naam de Truweestergraaf, die lag aan deze kant van de windmolen op de heide bij Eerde de zgn. [[Koeveringse molen]]. Van daaruit weer terug naar Eerde tot aan de grensplaats in de volksmond bekend als “d'Audebeke'. Vanaf die plaats bereikte men dan de volgende grenspaal die lag bij de Kilsdonkse molen en van daaruit weer terug naar het eerste grenspunt bij het Gewat. Volgens [[Bernardus Antonius (Bernard) Heesters (1914 - 1996)|Pater Jezuiet Wiro Heesters]] zou het hier gaan om de oostelijke helft van Schijndel. In 1314 wordt de westelijke helft met o.a. de [[Bodem van Elde]] uitgegeven. Destijds is er een schetskaartje van getekend met ook de namen van de vijf grote gehuchten of hertgangen [[Elschot]], [[Borne]], [[Elde]], [[Lutteleind]] en [[Wijbosch]]. Bij de beschrijving staat bovendien de Veerdonkskolk aangegeven. Daarover is in 1448 tussen Schijndel en Veghel een proces gevoerd n.a.v. twee gegraven putten, die volgens Veghel niet op Schijndels, maar op hun grondgebied uitgestoken zouden zijn. | ||
==='''De nederzetting Schijndel''' === | ==='''De nederzetting Schijndel''' === |