U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Bewerken van Zouaven
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 25: | Regel 25: | ||
'''Waarom gingen zij?'''<br> | '''Waarom gingen zij?'''<br> | ||
Na eeuwen van knechting vond de zelfbewustwording en emancipatie van het katholieke zuiden na 1800 bij jongeren veel weerklank. Dat is waarschijnlijk de achtergrond van de zouavenbeweging. Ook de zucht naar avontuur, drang om er uit te breken, hunkering naar eigenwaarde en idealisme deed veel jongeren voor 2 jaar tekenen. Dat de zucht naar avontuur aanwezig was, blijkt uit het feit dat ook jongens van protestantse huize dit avontuur zochten. Zo vertrok uit Schijndel Karel Brummen, lid van de Ned. Hervormde Kerk. Ook veel pastoors deden een duit in het zakje en deden hun best om veel jongens over te halen. Zeker toen de Amsterdamse augustijn Cornelis de Kruijf, die op bedevaart in Rome was geweest, aan alle pastoors die hij kende een brief schreef en hen vroeg hun best te doen voor de "Heilige Zaak". Hij stelde zich borg voor de reiskosten. Hij zorgde er zo voor dat Oudenbosch de grootste verzamelplaats werd voor de aspirant-zouaven. Later werden ook Maastricht en Tilburg verzamel- en vertrekpunten. Slechts een enkeling werd op het gemeentehuis gewaarschuwd om de koning om toestemming te vragen, omdat zij anders hun Nederlanderschap zouden verliezen door in vreemde krijgsdienst te gaan. Als zij al gewaarschuwd werden, begreep men het niet: "De paus een vreemde?, maar man, hij is mijn vader!". Pas in 1947, na de dood van de laatste zouaaf, verleent de overheid aan allen postuum het Nederlanderschap. | Na eeuwen van knechting vond de zelfbewustwording en emancipatie van het katholieke zuiden na 1800 bij jongeren veel weerklank. Dat is waarschijnlijk de achtergrond van de zouavenbeweging. Ook de zucht naar avontuur, drang om er uit te breken, hunkering naar eigenwaarde en idealisme deed veel jongeren voor 2 jaar tekenen. Dat de zucht naar avontuur aanwezig was, blijkt uit het feit dat ook jongens van protestantse huize dit avontuur zochten. Zo vertrok uit Schijndel [[Karel Brummen]], lid van de Ned. Hervormde Kerk. Ook veel pastoors deden een duit in het zakje en deden hun best om veel jongens over te halen. Zeker toen de Amsterdamse augustijn Cornelis de Kruijf, die op bedevaart in Rome was geweest, aan alle pastoors die hij kende een brief schreef en hen vroeg hun best te doen voor de "Heilige Zaak". Hij stelde zich borg voor de reiskosten. Hij zorgde er zo voor dat Oudenbosch de grootste verzamelplaats werd voor de aspirant-zouaven. Later werden ook Maastricht en Tilburg verzamel- en vertrekpunten. Slechts een enkeling werd op het gemeentehuis gewaarschuwd om de koning om toestemming te vragen, omdat zij anders hun Nederlanderschap zouden verliezen door in vreemde krijgsdienst te gaan. Als zij al gewaarschuwd werden, begreep men het niet: "De paus een vreemde?, maar man, hij is mijn vader!". Pas in 1947, na de dood van de laatste zouaaf, verleent de overheid aan allen postuum het Nederlanderschap. | ||
'''Hoe vertrokken zij?'''<br> | '''Hoe vertrokken zij?'''<br> |