U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Bewerken van Van Helmontstraat
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
| Huidige versie | Uw tekst | ||
| Regel 8: | Regel 8: | ||
Op 7 december 1612 “vergunnen” Albert en Isabella hertog en hertogin van Brabant enz. aan de ingezetenen van Schijndel om de “hooge, middele en leege heerlicheyt” van Schijndel, in 1559 aan Jan, graaf van Oostfriesland, voor 2350 gld. verpand, af te lossen, -met toestemming dat de heerlijkheid zal gevoegd worden bij de domeinen en nimmermeer verpacht, verpand, daarvan gescheiden of “gedemembreert” zal worden. (van elkaar scheuren, verbrokkelen) Door dit privilegie kregen de ingezetenen van Schijndel de toestemming om de rechten welke in 1559 aan Jan, graaf van Oostfriesland, als heer van de heerlijkheid Schijndel, waren verleend, af te kopen. Tot de hier bedoelde rechten behoorde ongetwijfeld de macht tot aanstelling van een schout in Schijndel. De schout was de vertegenwoordiger van den Heer van het dorp. Zoals reeds vermeld werd Schijndel in 1612 als heerlijkheid afgelost en weder gevoegd bij de domeinen van den hertog van Brabant. Het dorp werd in plaats van een heerlijkheid weder een Hertogsdorp. De bevoegdheid om een schout voor het dorp aan te stellen kwam wederom aan den hertog van Brabant of aan zijn ambtenaren. In het privilegie tot aflossing van de heerlijkheid werd goedgevonden dat – Aert Jans van Helmont, schout, voor zijn leven wordt aangesteld en geen rekening behoeft af te leggen voor civiele doch enkel voor crimineele amenden en breuken, en dat hij den vorster zal continueeren in zijn offitie zijn leven lang. | Op 7 december 1612 “vergunnen” Albert en Isabella hertog en hertogin van Brabant enz. aan de ingezetenen van Schijndel om de “hooge, middele en leege heerlicheyt” van Schijndel, in 1559 aan Jan, graaf van Oostfriesland, voor 2350 gld. verpand, af te lossen, -met toestemming dat de heerlijkheid zal gevoegd worden bij de domeinen en nimmermeer verpacht, verpand, daarvan gescheiden of “gedemembreert” zal worden. (van elkaar scheuren, verbrokkelen) Door dit privilegie kregen de ingezetenen van Schijndel de toestemming om de rechten welke in 1559 aan Jan, graaf van Oostfriesland, als heer van de heerlijkheid Schijndel, waren verleend, af te kopen. Tot de hier bedoelde rechten behoorde ongetwijfeld de macht tot aanstelling van een schout in Schijndel. De schout was de vertegenwoordiger van den Heer van het dorp. Zoals reeds vermeld werd Schijndel in 1612 als heerlijkheid afgelost en weder gevoegd bij de domeinen van den hertog van Brabant. Het dorp werd in plaats van een heerlijkheid weder een Hertogsdorp. De bevoegdheid om een schout voor het dorp aan te stellen kwam wederom aan den hertog van Brabant of aan zijn ambtenaren. In het privilegie tot aflossing van de heerlijkheid werd goedgevonden dat – Aert Jans van Helmont, schout, voor zijn leven wordt aangesteld en geen rekening behoeft af te leggen voor civiele doch enkel voor crimineele amenden en breuken, en dat hij den vorster zal continueeren in zijn offitie zijn leven lang. | ||
Dit moet worden gezien als een voorrecht ten aanzien van den toenmaals fungerende schout. Omdat deze toestemming in het privilegie werd gegeven mag worden aangenomen dat dit uitdrukkelijk was gevraagd. Wellicht was dit van de zijde der ingezetenen verzocht. Aert Jans van Helmont was dus blijkbaar een gezien man. Wij ([[A.J.L. van Bokhoven]]) kunnen nog mededelen dat Aert Jans van Helmont geboren, evenals haar moeder Anna genaamd. Deze dochter trad in het huwelijk met Hendrik van Amstel. Uit dit huwelijk is geboren [[Jan van Amstel]], Schijndel’s Zeeheld, die dus een achterneef was van Aert Janszoon van Helmont. Wie na Aert Janszoon van Helmont het schoutambt hebben bekleed is thans niet bekend. Wel weten wij dat op het einde der | Dit moet worden gezien als een voorrecht ten aanzien van den toenmaals fungerende schout. Omdat deze toestemming in het privilegie werd gegeven mag worden aangenomen dat dit uitdrukkelijk was gevraagd. Wellicht was dit van de zijde der ingezetenen verzocht. Aert Jans van Helmont was dus blijkbaar een gezien man. Wij ([[A.J.L. van Bokhoven]]) kunnen nog mededelen dat Aert Jans van Helmont geboren, evenals haar moeder Anna genaamd. Deze dochter trad in het huwelijk met Hendrik van Amstel. Uit dit huwelijk is geboren [[Jan van Amstel]], Schijndel’s Zeeheld, die dus een achterneef was van Aert Janszoon van Helmont. Wie na Aert Janszoon van Helmont het schoutambt hebben bekleed is thans niet bekend. Wel weten wij dat op het einde der 17e en in de 18e eeuw geen afzonderlijke schouten meer in functie waren. Dit ambt werd toen bekleed door de kwartierschouten van Peelland, residerende te St. Oedenrode. Deze kwartierschouten oefenden naast deze functie veelal het schoutambt uit over meerdere statendorpen. | ||
=== '''Raadsbesluit 15 februari 1990.''' === | === '''Raadsbesluit 15 februari 1990.''' === | ||