U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Bewerken van Sint Barbaraklooster I
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 99: | Regel 99: | ||
=== '''Het oude kloosterkerkhof.''' === | === '''Het oude kloosterkerkhof.''' === | ||
[[Bestand:Barbara I 09.jpg|400px|thumb|Een beeld van de uiterst sobere wijze waarop de zusters destijds werden begraven, een praktijk die inmiddels is aangepast aan de huidige omstandigheden. | [[Bestand:Barbara I 09.jpg|400px|thumb|Een beeld van de uiterst sobere wijze waarop de zusters destijds werden begraven, een praktijk die inmiddels is aangepast aan de huidige omstandigheden.]] | ||
In de „Bijzondere Regelen‟ uit 1928 wordt in artikel 47 helder omschreven, dat het lichaam van een overleden zuster gelegd zal worden in een platte doodskist van gewoon hout, die men dan, alvorens het op het kloosterkerkhof ter aarde te bestellen, plaatst in de kapel of de bidplaats en er zal slechts één gewijde kaars bij branden. Er kunnen overigens omstandigheden zijn dat men dit niet raadzaam acht. In de succursaalhuizen of „dochterstichtingen‟ zal men, indien mogelijk, de begrafenispraktijken volgen van het moederhuis. Zo ook in Wijbosch. Het kloosterkerkhof aldaar is door pastoor Van Vroonhoven ingezegend op 4 december 1894. Het heeft bestaan tot najaar 1944. Na de verwoesting van het oude Sint-Barbaraklooster is besloten tot nieuwbouw aan de overzijde van de Eerdsebaan, inclusief de aanleg van een nieuwe begraafplaats. Op 30 juli 1951 krijgt het hoofdbestuur van het bisdom 's-Hertogenbosch en van de gemeente Schijndel officieel verlof om de stoffelijke resten van de overleden zusters op de oude klooster-begraafplaats op te graven en onmiddellijk daarna opnieuw ter aarde te bestellen op het nieuwe kerkhof. Het oude kerkhof wordt hierbij opgeheven en verliest daarmee zijn gewijde functie en bepaald wordt dat, nadat alle lijken zijn overgebracht, deze plaats voor profane doch niet onwaardige doeleinden gebruikt mag worden. Vrij kort daarop is aan de heer Hamers verlof gegeven te beginnen met het opgraven van het kerkhof. De [[Firma Gebr. Schellekens en G. Schellekens|firma Schellekens]] heeft destijds een prijsopgaaf ingestuurd voor het overgraven van de oude begraafplaats en die te ontdoen van de aanwezige resten tot op een diepte van 1.50 meter onder het maaiveld. Op het oude kerkhof lagen achtereenvolgens begraven: drie priesters te weten de rectoren L. Jongen († 26.3.1903), L.L. Wollaert († 16.8.1904) en P.H. Schellen († 8.9.1923), de moeder van rector Schellen († 5.2.1922) als enige leek en vanaf 30 maart 1922 bewoonster van het Sint Barbaraklooster en naast deze vier nog 217 zusters. <br> | In de „Bijzondere Regelen‟ uit 1928 wordt in artikel 47 helder omschreven, dat het lichaam van een overleden zuster gelegd zal worden in een platte doodskist van gewoon hout, die men dan, alvorens het op het kloosterkerkhof ter aarde te bestellen, plaatst in de kapel of de bidplaats en er zal slechts één gewijde kaars bij branden. Er kunnen overigens omstandigheden zijn dat men dit niet raadzaam acht. In de succursaalhuizen of „dochterstichtingen‟ zal men, indien mogelijk, de begrafenispraktijken volgen van het moederhuis. Zo ook in Wijbosch. Het kloosterkerkhof aldaar is door pastoor Van Vroonhoven ingezegend op 4 december 1894. Het heeft bestaan tot najaar 1944. Na de verwoesting van het oude Sint-Barbaraklooster is besloten tot nieuwbouw aan de overzijde van de Eerdsebaan, inclusief de aanleg van een nieuwe begraafplaats. Op 30 juli 1951 krijgt het hoofdbestuur van het bisdom 's-Hertogenbosch en van de gemeente Schijndel officieel verlof om de stoffelijke resten van de overleden zusters op de oude klooster-begraafplaats op te graven en onmiddellijk daarna opnieuw ter aarde te bestellen op het nieuwe kerkhof. Het oude kerkhof wordt hierbij opgeheven en verliest daarmee zijn gewijde functie en bepaald wordt dat, nadat alle lijken zijn overgebracht, deze plaats voor profane doch niet onwaardige doeleinden gebruikt mag worden. Vrij kort daarop is aan de heer Hamers verlof gegeven te beginnen met het opgraven van het kerkhof. De [[Firma Gebr. Schellekens en G. Schellekens|firma Schellekens]] heeft destijds een prijsopgaaf ingestuurd voor het overgraven van de oude begraafplaats en die te ontdoen van de aanwezige resten tot op een diepte van 1.50 meter onder het maaiveld. Op het oude kerkhof lagen achtereenvolgens begraven: drie priesters te weten de rectoren L. Jongen († 26.3.1903), L.L. Wollaert († 16.8.1904) en P.H. Schellen († 8.9.1923), de moeder van rector Schellen († 5.2.1922) als enige leek en vanaf 30 maart 1922 bewoonster van het Sint Barbaraklooster en naast deze vier nog 217 zusters. <br> | ||