Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Bewerken van Sint Barbaraklooster I

Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Waarschuwing: U bent niet aangemeld. Uw IP-adres zal voor iedereen zichtbaar zijn als u wijzigingen op deze pagina maakt. Wanneer u zich aanmeldt of een account aanmaakt, dan worden uw bewerkingen aan uw gebruikersnaam toegeschreven. Daarnaast zijn er andere voordelen.

Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.

Huidige versie Uw tekst
Regel 184: Regel 184:
'''donderdag 28 september'''<br>
'''donderdag 28 september'''<br>
::Weer gaat een groep doodzieke zusters op weg met de aangesloten vluchtelingen. Het wordt weer zo'n barre tocht als gisteren. Wie zieken moet vervoeren heeft het erg zwaar. Overal moet weer geschuild worden, sommigen schieten zelfs de pastorie binnen. Best gevaarlijk, want ieder moment kan de toren instorten. In haar doodsangst heeft men één zieke even in de steek gelaten. Meester van den Brink heeft ze snel bij Wouters binnengebracht. Pastoor [[H.C.M. Franken]] durft ook al niet meer te blijven en gaat met „Ons Heer‟ naar de Schijndelse pastorie. Rector Sliepen is tenslotte de allerlaatste die het Sint-Barbaraklooster verlaat. Onze hoogkar is bespannen met een jong paard. Aan de kar heeft men het rijtuig gekoppeld en er nog een klein karretje aan vastgebonden. Zuster Waltruda heeft de teugels in handen en vervoert op deze manier enige zware zieken in erbarmelijke kleding. Volgens de kroniek, in nachtgewaad met dekens en spreien om, bevend en schreiend. Plots staat het paard stokstijf stil, maar knecht Bert slaagt er uiteindelijk in om het met de nodige lieve woordjes, geholpen door een kort stevig tikje door Jan van Erp, weer op gang te krijgen. Tenslotte belandt men op de harde weg. Diep ontroerd zegt onze schrijfster aan het „lieve tehuis‟ een welgemeend vaarwel, dat al aan een gruwelijke verwoesting ten prooi is gevallen. Het rijtuig wordt keurig in bedwang gehouden door de huisknecht. Willem Bert van Erp, het hoofd van de boerderij, leidt het paard, maar hij ziet lijkbleek en houdt een vlag in zijn linkerhand. Door de rondvliegende granaatscherven raakt hij niet uit het lood. Zuster Amadea zit op de bok van het rijtuig. Ze vertrouwt kalm op de goede God die ons allen uiteindelijk veilig in het moederhuis brengt. Enige zusters gaan overigens door naar huize Lidwina. nl. de zusters Jacomina, Johanna Damascena, Johanna Dei, Serena, Artenia, Alphonsinia, Paula, Beda en Nazaria. Zuster Johanna Dei liep in de stoet wat achter de anderen. Er wordt ineens hevig gevuurd en ze verstopt zich pijlsnel achter bomen en duikt in een van de sloten. In die sloot liggend meent ze dat haar laatste uur serieus is aangebroken, drukt haar handen tegen haar gezicht en begint hardop te bidden. Ze denkt bovendien aan alle doden die her en der langs de weg liggen, Duitse soldaten, een moeder met haar kindje en diverse anderen. Vreselijk! <br>
::Weer gaat een groep doodzieke zusters op weg met de aangesloten vluchtelingen. Het wordt weer zo'n barre tocht als gisteren. Wie zieken moet vervoeren heeft het erg zwaar. Overal moet weer geschuild worden, sommigen schieten zelfs de pastorie binnen. Best gevaarlijk, want ieder moment kan de toren instorten. In haar doodsangst heeft men één zieke even in de steek gelaten. Meester van den Brink heeft ze snel bij Wouters binnengebracht. Pastoor [[H.C.M. Franken]] durft ook al niet meer te blijven en gaat met „Ons Heer‟ naar de Schijndelse pastorie. Rector Sliepen is tenslotte de allerlaatste die het Sint-Barbaraklooster verlaat. Onze hoogkar is bespannen met een jong paard. Aan de kar heeft men het rijtuig gekoppeld en er nog een klein karretje aan vastgebonden. Zuster Waltruda heeft de teugels in handen en vervoert op deze manier enige zware zieken in erbarmelijke kleding. Volgens de kroniek, in nachtgewaad met dekens en spreien om, bevend en schreiend. Plots staat het paard stokstijf stil, maar knecht Bert slaagt er uiteindelijk in om het met de nodige lieve woordjes, geholpen door een kort stevig tikje door Jan van Erp, weer op gang te krijgen. Tenslotte belandt men op de harde weg. Diep ontroerd zegt onze schrijfster aan het „lieve tehuis‟ een welgemeend vaarwel, dat al aan een gruwelijke verwoesting ten prooi is gevallen. Het rijtuig wordt keurig in bedwang gehouden door de huisknecht. Willem Bert van Erp, het hoofd van de boerderij, leidt het paard, maar hij ziet lijkbleek en houdt een vlag in zijn linkerhand. Door de rondvliegende granaatscherven raakt hij niet uit het lood. Zuster Amadea zit op de bok van het rijtuig. Ze vertrouwt kalm op de goede God die ons allen uiteindelijk veilig in het moederhuis brengt. Enige zusters gaan overigens door naar huize Lidwina. nl. de zusters Jacomina, Johanna Damascena, Johanna Dei, Serena, Artenia, Alphonsinia, Paula, Beda en Nazaria. Zuster Johanna Dei liep in de stoet wat achter de anderen. Er wordt ineens hevig gevuurd en ze verstopt zich pijlsnel achter bomen en duikt in een van de sloten. In die sloot liggend meent ze dat haar laatste uur serieus is aangebroken, drukt haar handen tegen haar gezicht en begint hardop te bidden. Ze denkt bovendien aan alle doden die her en der langs de weg liggen, Duitse soldaten, een moeder met haar kindje en diverse anderen. Vreselijk! <br>
::Het staat allemaal scherp op haar netvlies. Plotseling hoort ze gefluister en wordt gewaar dat ze warempel tussen een groep vijanden in ligt, die uit alle macht aan het vuren zijn. Een van hen zegt tot haar: “Blijf maar kalm”. Ze haast zich echter om op handen en voeten toch de overkant te bereiken. Onthutst en geheel ontdaan weet ze tenslotte Lidwina te bereiken, waar ze hartelijk door haar medezusters en tot schreiens toe door haar lotgenoten ontvangen wordt. Zo lag dan het mooie grote Sint-Barbaraklooster voor 'n groot gedeelte al in puin, terwijl daar zo'n 14 dagen geleden in volle luister het gouden bestaan gevierd is. Eenzaam dwalen door de tuinen enkele paarden die geen stal meer hebben. De Duitsers genieten, brassen er op los, vernielen wat ze kunnen, slachten er varkens vlak bij de kapel en uit de rijke ciborie wordt wijn gedronken, aldus de kroniekschrijfster. Met z'n allen zijn we in Schijndel-dorp tenslotte in de schuilkelders neergestreken in afwachting van het uur der bevrijding. Op de 17<sup>e</sup> oktober zou het zwaarste bombardement het Sint-Barbaraklooster treffen en praktisch geheel verwoesten, waarbij overigens het grote H. Hartbeeld en de grot in de bloementuin ongeschonden uit de strijd gekomen zijn. Men heeft nadien de kapellopers, waarop door de Duitsers varkens geslacht zijn, teruggevonden in de boomgaard en een dode kat aangetroffen in de biechtstoel.  <br>
::Het staat allemaal scherp op haar netvlies. Plotseling hoort ze gefluister en wordt gewaar dat ze warempel tussen een groep vijanden in ligt, die uit alle macht aan het vuren zijn. Een van hen zegt tot haar: “Blijf maar kalm”. Ze haast zich echter om op handen en voeten toch de overkant te bereiken. Onthutst en geheel ontdaan weet ze tenslotte Lidwina te bereiken, waar ze hartelijk door haar medezusters en tot schreiens toe door haar lotgenoten ontvangen wordt. Zo lag dan het mooie grote Sint-Barbaraklooster voor 'n groot gedeelte al in puin, terwijl daar zo'n 14 dagen geleden in volle luister het gouden bestaan gevierd is. Eenzaam dwalen door de tuinen enkele paarden die geen stal meer hebben. De Duitsers genieten, brassen er op los, vernielen wat ze kunnen, slachten er varkens vlak bij de kapel en uit de rijke ciborie wordt wijn gedronken, aldus de kroniekschrijfster. Met z'n allen zijn we in Schijndel-dorp tenslotte in de schuilkelders neergestreken in afwachting van het uur der bevrijding. Op de 17e oktober zou het zwaarste bombardement het Sint-Barbaraklooster treffen en praktisch geheel verwoesten, waarbij overigens het grote H. Hartbeeld en de grot in de bloementuin ongeschonden uit de strijd gekomen zijn. Men heeft nadien de kapellopers, waarop door de Duitsers varkens geslacht zijn, teruggevonden in de boomgaard en een dode kat aangetroffen in de biechtstoel.  <br>


<gallery caption="De gevolgen van de septemberdagen 1944." widths="200" hieghts="200">
<gallery caption="De gevolgen van de septemberdagen 1944." widths="200" hieghts="200">
Al uw bijdragen aan Schijndelwiki kunnen bewerkt, gewijzigd of verwijderd worden door andere gebruikers. Als u niet wilt dat uw teksten rigoureus aangepast worden door anderen, plaats ze hier dan niet.
U belooft ook dat u de oorspronkelijke auteur bent van dit materiaal of dat u het hebt gekopieerd uit een bron in het publieke domein of een soortgelijke vrije bron (zie Schijndelwiki:Auteursrechten voor details). Gebruik geen materiaal dat beschermd wordt door auteursrecht, tenzij u daarvoor toestemming hebt!

Om de wiki te beschermen tegen geautomatiseerde bewerkingsspam vragen wij u vriendelijk de volgende CAPTCHA op te lossen:

Annuleren Hulp bij bewerken (opent in een nieuw venster)

Op deze pagina gebruikte sjablonen: