U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Bewerken van Schutten vee
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 3: | Regel 3: | ||
In het jaar 1303 is het een zekere Geerlingh van den Bossche die aan het convent van de Clarissen van ’s-Hertogenbosch twee hoeven schenkt, die in Schijndel bekend staan als de beide [[Nonnenbossche Hoeven]], die in de archieven ook worden vermeld als Houterdse Hoeven of Clarissenhoeven. Ze liggen in het gebied ‘de [[Nonnenbos]]’. Twee jaren later hebben de pastoors van Schijndel en Berlicum door bemiddeling van enige wijze mannen een conflict weten bij te leggen over de exacte grenzen van hun beider parochies. Ook daarin spelen de Clarissenhoeven een rol, want er wordt als het ware een grenslijn getrokken vanuit een van de hoeven linea recta op de Gestelse toren. We hebben het hier dus over een middeleeuws stukje geschiedenis van Schijndel. In 1309 verschijnt de brief van de Hertog van Brabant over het grondgebied van Schijndel waarin exact alle grenspunten worden vastgesteld en binnen die grenspalen strekt zich de jurisdictie of het rechtsgebied van het dorp uit. Een van die grenspunten is het oude slotje Seldensate bij de zgn. Gewatsehoeve nu onder Middelrode in het dal van de [[Oude Aa]]. <br> | In het jaar 1303 is het een zekere Geerlingh van den Bossche die aan het convent van de Clarissen van ’s-Hertogenbosch twee hoeven schenkt, die in Schijndel bekend staan als de beide [[Nonnenbossche Hoeven]], die in de archieven ook worden vermeld als Houterdse Hoeven of Clarissenhoeven. Ze liggen in het gebied ‘de [[Nonnenbos]]’. Twee jaren later hebben de pastoors van Schijndel en Berlicum door bemiddeling van enige wijze mannen een conflict weten bij te leggen over de exacte grenzen van hun beider parochies. Ook daarin spelen de Clarissenhoeven een rol, want er wordt als het ware een grenslijn getrokken vanuit een van de hoeven linea recta op de Gestelse toren. We hebben het hier dus over een middeleeuws stukje geschiedenis van Schijndel. In 1309 verschijnt de brief van de Hertog van Brabant over het grondgebied van Schijndel waarin exact alle grenspunten worden vastgesteld en binnen die grenspalen strekt zich de jurisdictie of het rechtsgebied van het dorp uit. Een van die grenspunten is het oude slotje Seldensate bij de zgn. Gewatsehoeve nu onder Middelrode in het dal van de [[Oude Aa]]. <br> | ||
In de | In de 17e eeuw ontstaat enige discussie over de rechten van de Schijndelaren binnen het gebied het Woud richting Middelrode in de omgeving van het Spurktbrugje bij de bekende Kwalbeek tot aan het Gewat. Wat is nl. het geval……de Schijndelse schutters claimen, overigens terecht, het recht te hebben om loslopende dieren in dat gebied te mogen vangen en naar de schutskooi te mogen transporteren om ze daar veilig op te sluiten. Wie nu de [[Dungensesteeg]] af fietst ziet op een bepaald moment rechts een zandweggetje richting het oude [[Steenfabriek De Molenhei|steenfabriek]] met de mooie naam ‘[[Schutskooi]]’. In de [[Houterd]] stond dus een van de schutskooien van Schijndel. In het centrum vlak bij [[de Kluis]] heeft er ook een gestaan. <br> | ||
Om te bewijzen dat Schijndel van oudsher het recht had tot het ‘schutten van loslopend vee’ wordt een groot aantal oudere bewoners verzocht, vooral zeventigers en tachtigers of lieden die daar van jongs af aan in die buurt hebben gewoond, om allerlei getuigenverklaringen te komen afleggen. Op 31 december 1644 is een van die verklaringen vastgelegd in het notarisprotocol van notaris Jan van den Heuvel en in die akte wordt overduidelijk aangetoond dat de schutters, vorsters en later de [[veldwachters]] volkomen in hun recht stonden als ze paarden, koeien, varkens of schapen die zomaar over straat liepen naar hun schutskooi brachten, want ze bleven met hun actie keurig binnen de grenzen van het territorium van Schijndel.<br> | Om te bewijzen dat Schijndel van oudsher het recht had tot het ‘schutten van loslopend vee’ wordt een groot aantal oudere bewoners verzocht, vooral zeventigers en tachtigers of lieden die daar van jongs af aan in die buurt hebben gewoond, om allerlei getuigenverklaringen te komen afleggen. Op 31 december 1644 is een van die verklaringen vastgelegd in het notarisprotocol van notaris Jan van den Heuvel en in die akte wordt overduidelijk aangetoond dat de schutters, vorsters en later de [[veldwachters]] volkomen in hun recht stonden als ze paarden, koeien, varkens of schapen die zomaar over straat liepen naar hun schutskooi brachten, want ze bleven met hun actie keurig binnen de grenzen van het territorium van Schijndel.<br> | ||