U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Bewerken van Petrus Norbertus Donders (1809 - 1887)
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 20: | Regel 20: | ||
== '''Heeft Peerke in Schijndel gewoond?''' == | == '''Heeft Peerke in Schijndel gewoond?''' == | ||
Een groot Duitsch dichter zegt ergens dat de plaats, welke een groot mensch betreedt, een zekere wijding ontvangt: na honderd jaar gewaagt men daar nog van zijn woorden en daden. | Een groot Duitsch dichter zegt ergens dat de plaats, welke een groot mensch betreedt, een zekere wijding ontvangt: na honderd jaar gewaagt men daar nog van zijn woorden en daden. | ||
Zoo ergens, dan is dit vooral van toepassing op de “goede” mensch bij uitstek op de Heiligen. Bezield als zij zijn | Zoo ergens, dan is dit vooral van toepassing op de “goede” mensch bij uitstek op de Heiligen. Bezield als zij zijn men den de geest Gods, gaat er een heiligende werking van hen uit, wat zij spreken en doen, leeft in de herinnering der volgende geslachten voort tot leering en opwekking en troost in de verschillende omstandigheden des levens. En laat de Voorzienigheid soms toe, dat de nederigheid en eenvoud van het heiligenleven zich daartegen verzetten, dat jaren en jaren het verblijf der Heiligen aan de mensch onbekend blijft, niet zelden treedt dit later tot hun grooter verheerlijking aan het licht en wordt de verblijfplaats der Heiligen een middelpunt van hunne vereering en wordt daarop eenigermate van toepassing het Woord van God zelf in de H. Schrift: “De plaats waar gij staat is een heilige plaats”.<br> | ||
Deze gedachten drongen zich aan onze geest op, toen wij besloten te dezer plaatse de vraag te bespreken, of de Eerbiedwaardige Petrus Donders, wiens zalig- en heiligverklaring wij in de toekomst veilig mogen verwachten, eenige tijd althans te Schijndel gewoond heeft. Raadpleegt men daaromtrent de uitvoerige akten van het bisschoppelijk en pauselijk proces zijner zalig- en heiligverklaring, gaat men de verschillende min of meer uitgebreide levensbeschrijvingen van den Dienaar Gods nauwkeurig na, bestudeert men de onlangs gepubliceerde, zoo goed gedocumenteerde “Nieuwe Levensbeschrijving” door J.A.F. Kronenburg C.ss.R., dan zou men geneigd zijn op bovenstaande vraag een ontkennend antwoord te geven. Niet alleen immers wordt daar ergens gewag gemaakt van een verblijf des eerbiedwaardigen te Schijndel, iets wat, als hij daar inderdaad had gewoond, allicht ware geschied, doch in de laatstgenoemde “Nieuwe Levensbeschrijving” wordt op bladzijde 14 zelfs een getuigenis van Pater Donders zelven aangehaald, waardoor althans voor den tijd, welke aan zijn seminarieleven voorafging, een verblijf te Schijndel en wel in een andere betrekking als van “spinder” schijnt uitgesloten. De getuigenis, ontleend aan de beknopte levensschets, welke de Dienaar Gods op last zijner Overste opstelde: “Mijn ambacht was eerst spinner, daarna leerde ik het lakenweven, hetgeen ik uitoefende tot den dag waarop ik naar het klein-seminarie ging”. | Deze gedachten drongen zich aan onze geest op, toen wij besloten te dezer plaatse de vraag te bespreken, of de Eerbiedwaardige Petrus Donders, wiens zalig- en heiligverklaring wij in de toekomst veilig mogen verwachten, eenige tijd althans te Schijndel gewoond heeft. Raadpleegt men daaromtrent de uitvoerige akten van het bisschoppelijk en pauselijk proces zijner zalig- en heiligverklaring, gaat men de verschillende min of meer uitgebreide levensbeschrijvingen van den Dienaar Gods nauwkeurig na, bestudeert men de onlangs gepubliceerde, zoo goed gedocumenteerde “Nieuwe Levensbeschrijving” door J.A.F. Kronenburg C.ss.R., dan zou men geneigd zijn op bovenstaande vraag een ontkennend antwoord te geven. Niet alleen immers wordt daar ergens gewag gemaakt van een verblijf des eerbiedwaardigen te Schijndel, iets wat, als hij daar inderdaad had gewoond, allicht ware geschied, doch in de laatstgenoemde “Nieuwe Levensbeschrijving” wordt op bladzijde 14 zelfs een getuigenis van Pater Donders zelven aangehaald, waardoor althans voor den tijd, welke aan zijn seminarieleven voorafging, een verblijf te Schijndel en wel in een andere betrekking als van “spinder” schijnt uitgesloten. De getuigenis, ontleend aan de beknopte levensschets, welke de Dienaar Gods op last zijner Overste opstelde: “Mijn ambacht was eerst spinner, daarna leerde ik het lakenweven, hetgeen ik uitoefende tot den dag waarop ik naar het klein-seminarie ging”. |