U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Bewerken van Oude Raadhuis
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 27: | Regel 27: | ||
}} | }} | ||
== '''Oude Raadhuis | == '''Oude Raadhuis Hoofdstraat 93- 95B (1792 - 1944)''' == | ||
In 1790 besloot het schepencollege tot de bouw van een nieuw raadhuis. Bekend is dat in 1663 het schepencollege in een ‘raetcamer’ in Hotel de Valk vergaderde, later volgde rond 1715 een eenvoudig raadhuisje op het kerkhof. Architect Piet van Rooij uit Sint Michielsgestel werd in 1790 verzocht een bestek te schrijven, een begroting op te stellen en enige schetstekeningen aan te leveren. Om de bouw te bekostigen zijn door | In 1790 besloot het schepencollege tot de bouw van een nieuw raadhuis. Bekend is dat in 1663 het schepencollege in een ‘raetcamer’ in Hotel de Valk vergaderde, later volgde rond 1715 een eenvoudig raadhuisje op het kerkhof. Architect Piet van Rooij uit Sint Michielsgestel werd in 1790 verzocht een bestek te schrijven, een begroting op te stellen en enige schetstekeningen aan te leveren. Om de bouw te bekostigen zijn door landmeter Walterus van Erven nieuwe percelen ingemeten en aan particulieren verkocht. De aanbesteding geschiedde op 15 januari 1791 en de eerste steen is gelegd door secretaris Van Beverwijk op 1 april 1791. Men noemde dit het mooiste raadhuis van de hele Meierij. Tijdens de [[granaatweken]] is het in de nacht van 28 op 29 september 1944 grotendeels afgebrand en niet meer herbouwd. | ||
== '''Van raadkamer tot raadhuis''' == | == '''Van raadkamer tot raadhuis''' == | ||
Regel 47: | Regel 47: | ||
Eenmaal in gebruik door de ambtenaren begint men meestal de nodige mankementen te bespeuren of gaan de gedachten uit naar structurele aanpassingen. Dat gebeurde met dit raadhuis in 1823. Aan de drie zijden werden nieuwe blokgoten gemonteerd van grenen hout. De ramen in de achtergevel schenen als schuiframen niet meer zo goed te voldoen. | Eenmaal in gebruik door de ambtenaren begint men meestal de nodige mankementen te bespeuren of gaan de gedachten uit naar structurele aanpassingen. Dat gebeurde met dit raadhuis in 1823. Aan de drie zijden werden nieuwe blokgoten gemonteerd van grenen hout. De ramen in de achtergevel schenen als schuiframen niet meer zo goed te voldoen. | ||
Drie kozijnen in die gevel werden uitgebroken en dichtgemetseld. Al het metselwerk verrichtte Hendrikus van der Dussen uit Boxtel. Het timmerwerk was in handen van de Schijndelaar Gijsbert van Rooij. Aan de zuidelijke gevel werd een poort gemaakt, een deel van de binnenvloer werd helemaal opnieuw geplaveid en er werden twee nieuwe lichtkozijnen met ijzeren spijlen en blinden aangebracht. In de gang hing een ornament met vermelding van het jaartal 1889, dat op initiatief van burgemeester [[Bernardus Johannes Hulshof (1856 - 1926)|B.J. Hulshof]] was aangebracht, na een bescheiden reparatie en totale schoonmaak. Begin 1913 dacht men al aan uitbreidingen en werd daartoe een extra stuk grond aangekocht van slager | Drie kozijnen in die gevel werden uitgebroken en dichtgemetseld. Al het metselwerk verrichtte Hendrikus van der Dussen uit Boxtel. Het timmerwerk was in handen van de Schijndelaar Gijsbert van Rooij. Aan de zuidelijke gevel werd een poort gemaakt, een deel van de binnenvloer werd helemaal opnieuw geplaveid en er werden twee nieuwe lichtkozijnen met ijzeren spijlen en blinden aangebracht. In de gang hing een ornament met vermelding van het jaartal 1889, dat op initiatief van burgemeester [[Bernardus Johannes Hulshof (1856 - 1926)|B.J. Hulshof]] was aangebracht, na een bescheiden reparatie en totale schoonmaak. Begin 1913 dacht men al aan uitbreidingen en werd daartoe een extra stuk grond aangekocht van slager Eijmbert van Rooij. Uiteindelijk zou dit bijzonder fraaie raadhuis met Vrouwe Justitia in de voorgevel, door oorlogsgeweld van 28 op 29 september 1944 worden verwoest. Historieschrijver Servaas der Graaff noemde het destijds met zijn arduinen voorgevel ‘het schoonste van de Meyery’. Men heeft nog eens het plan gehad een nieuw raadhuis te bouwen op de plaats van Rabobank en [[postkantoor]] en wilde die straat al vast de naam meegeven van [[Raadhuisstraat]]. Die is er nooit gekomen. Direct na de Tweede Wereldoorlog diende [[Villa Rozenburg]] als tijdelijk onderkomen, maar daarover meer bij de attentiesteen die aan deze villa wordt gewijd. | ||
== '''Uitbreiding van het gebouw in 1914''' == | == '''Uitbreiding van het gebouw in 1914''' == | ||
Regel 53: | Regel 53: | ||
In de raadsvergadering van 30 juni 1913 werd een belangrijke beslissing genomen nl. tot het overgaan van de vergroting van het bestaande raadhuis. Aan architecten J. Heijkants en Zonen uit Erp gaf men opdracht een ontwerp te maken en een bestek uit te werken. Op 19 februari 1914 stuurde Heijkants zijn plan in en daarop volgde op de 26e de openbare inschrijving. Maar liefst 16 gegadigden meldden zich, waaronder twee aannemers uit Schijndel zelf nl. J.H. van den Boomen en Jac. v.d. Ven. Aannemer Joh. Bierings uit Sint-Michielsgestel kreeg de opdracht tot uitvoering van het werk voor een bedrag van f. 10.546,--. Van ca. 119 m² moest het raadhuis vergroot worden tot 256 m². Het vertrek achter de burgemeesterskamer, waar toen het kadaster was ondergebracht, werd na de verbouwing bestemd als bodekamer. Was in het bestaande gedeelte slechts één cel die na de verbouwing als slaapplaats voor zwervers en daklozen werd ingericht, nu werden er drie cellen voor arrestanten bijgebouwd en nog twee afzonderlijke slaapplaatsen en een flinke bergplaats. De toiletten verhuisden van beneden naar boven, op het einde van de zijgang. De nieuwe bovenverdieping werd voor het grootste gedeelte benut als raadzaal met publieke tribune, een kamer voor het kadaster en een behoorlijk archieflokaal, die tevens werd gebruikt voor huwelijksvoltrekkingen. Op het nieuwe gedeelte werd een plat dak gelegd. De dakpannen van het oude gebouw werden vervangen door leien. De opdracht voor Bierings was om het werk vóór 15 augustus 1914 voltooid te hebben. Toch bleek men rond de jaren ’30 een nijpend tekort aan administratieruimte. Op dat moment besloot men de brandspuiten elders onder te brengen en in het vrijkomende deel een afzonderlijk bureau in te richten voor de behandeling van de werkeloosheidsperikelen, want de werkloosheid was groot in die dagen. Later zou ook de raadzaal nog gesplitst worden zodat een aparte secretariskamer gecreëerd kon worden. In 1941, dus enige jaren voor de definitieve verwoesting van het gebouw werd nog centrale verwarming aangelegd. Daarna volgde die dramatische beschietingen en zagen de Schijndelaren een zwaar beschadigd gebouw dat uiteindelijk gesloopt zou moeten worden. Bovendien was helaas veel waardevol archiefmateriaal verloren gegaan. Het verlies van dit zeer fraaie raadhuis heeft gegarandeerd bij de bevolking de nodige emoties losgemaakt. | In de raadsvergadering van 30 juni 1913 werd een belangrijke beslissing genomen nl. tot het overgaan van de vergroting van het bestaande raadhuis. Aan architecten J. Heijkants en Zonen uit Erp gaf men opdracht een ontwerp te maken en een bestek uit te werken. Op 19 februari 1914 stuurde Heijkants zijn plan in en daarop volgde op de 26e de openbare inschrijving. Maar liefst 16 gegadigden meldden zich, waaronder twee aannemers uit Schijndel zelf nl. J.H. van den Boomen en Jac. v.d. Ven. Aannemer Joh. Bierings uit Sint-Michielsgestel kreeg de opdracht tot uitvoering van het werk voor een bedrag van f. 10.546,--. Van ca. 119 m² moest het raadhuis vergroot worden tot 256 m². Het vertrek achter de burgemeesterskamer, waar toen het kadaster was ondergebracht, werd na de verbouwing bestemd als bodekamer. Was in het bestaande gedeelte slechts één cel die na de verbouwing als slaapplaats voor zwervers en daklozen werd ingericht, nu werden er drie cellen voor arrestanten bijgebouwd en nog twee afzonderlijke slaapplaatsen en een flinke bergplaats. De toiletten verhuisden van beneden naar boven, op het einde van de zijgang. De nieuwe bovenverdieping werd voor het grootste gedeelte benut als raadzaal met publieke tribune, een kamer voor het kadaster en een behoorlijk archieflokaal, die tevens werd gebruikt voor huwelijksvoltrekkingen. Op het nieuwe gedeelte werd een plat dak gelegd. De dakpannen van het oude gebouw werden vervangen door leien. De opdracht voor Bierings was om het werk vóór 15 augustus 1914 voltooid te hebben. Toch bleek men rond de jaren ’30 een nijpend tekort aan administratieruimte. Op dat moment besloot men de brandspuiten elders onder te brengen en in het vrijkomende deel een afzonderlijk bureau in te richten voor de behandeling van de werkeloosheidsperikelen, want de werkloosheid was groot in die dagen. Later zou ook de raadzaal nog gesplitst worden zodat een aparte secretariskamer gecreëerd kon worden. In 1941, dus enige jaren voor de definitieve verwoesting van het gebouw werd nog centrale verwarming aangelegd. Daarna volgde die dramatische beschietingen en zagen de Schijndelaren een zwaar beschadigd gebouw dat uiteindelijk gesloopt zou moeten worden. Bovendien was helaas veel waardevol archiefmateriaal verloren gegaan. Het verlies van dit zeer fraaie raadhuis heeft gegarandeerd bij de bevolking de nodige emoties losgemaakt. | ||
== ''' | == '''Fotoalbum''' == | ||
Fotoalbum Oude [https://www.heemkundekringschijndel.nl/collectie/beeldmateriaal/?diw-id=brabantcloud_enb-83-beeldmateriaal_enb-83.beeldmateriaal-620b3fa2-a2d8-796c-eae1-b8b9ca6947b7-b6f84ace-8232-11e5-be22-676a1c6c8a83/ Raadhuis]<br> | |||
< | |||
{{appendix}} | {{appendix|alles| | ||
[[Categorie: | * Attentietegels in Schijndel. | ||
}} | |||
[[Categorie:Gebouwen]] | |||
[[Categorie:Hoofdstraat|Hoofdstraat 093 - 095b]] | [[Categorie:Hoofdstraat|Hoofdstraat 093 - 095b]] | ||