Bewerken van Opgraving terrein autobedrijf Fassbender

[[Bestand:Opgravingsvlak.png|miniatuur|afbeelding 1]]
Op dinsdag 21 tot en met donderdag 23 april 2020 is een inventariserend veldonderzoek met proefsleuven uitgevoerd, gevolgd door doorstart naar opgraving (afbeelding 1) uitgevoerd aan de [[Hoofdstraat]].
Bij de aanleg van het eerste vlak in werkput 2 kwam een gemetselde bakstenen waterput tevoorschijn. De waterput is volledig onderzocht (opgegraven). Om de waterput op een zo goed mogelijk wijze te kunnen documenteren is een uitbreiding gemaakt aan de noordoostzijde van werkput 2, waarbij een laag/ kuil met grote hoeveelheden vondsten is aangetroffen, afkomstig van de bewoning uit de 19 de eeuw.

In werkput 1 zijn verschillende bodemverkleuringen en enkele grote sporen aangetroffen. Bij het couperen bleken de kleinere bodemverkleuringen natuurlijk van aard te zijn (bioturbatie/wortelwerking). In de bodem van deze kuil is een scherfje steengoed uit Raeren (vermoedelijk zestiende-eeuws) verzameld.
In één van de sporen werd met de metaaldetector een sterk gesleten muntje gevonden. Dit bleek een Belgische munt van Leopold II uit 1870. De grote rechthoekige en langwerpige sporen zijn hoogstwaarschijnlijk ontstaan door het winnen van zand. Op basis van de muntvondst kan deze activiteit op het eind van de 19 de eeuw worden gedateerd. Dergelijke zandwinningskuilen worden vaker aangetroffen op de Brabantse zandgronden.

In werkput 3 is een spoor aangetroffen, dat een duidelijke andere vorm en donkergrijze/ zwarte sterk humeuze vulling had (zie afbeelding 2). Het spoor is juist tussen de negentiende-eeuwse zandwinningskuilen bewaard gebleven. Bij het afwerken van het spoor werd een grote IJzertijd scherf gevonden van handgevormd aardewerk.

In werkput 2 werden in het noordoostelijke deel een funderingsrest van negentiende-eeuwse bebouwing en een gemetselde waterput (afbeelding 3, 4) met een koepel uit deze periode aangetroffen. Ten (zuid)westen daarvan was een donkere laag met vondstmateriaal uit de zeventiende tot negentiende eeuw aanwezig.

De bakstenen waterput is volledig onderzocht (opgegraven). Deze was voorzien van een koepel. Uit de insteek van de waterput is negentiende-eeuwse keramiek verzameld. Het lukte om tot circa 2,5 m onder vlak 1 de doorsnede over de waterput te fotograferen (afbeelding 4). Dieper bleek dit onmogelijk vanwege de instabiliteit van de grond en het instorten van het profiel. Het diepste punt van de waterput bevond zich op circa 4,77 m +NAP. Het niveau van de straat ligt rond de 9,6 m +NAP. De waterput reikte tot een diepte van circa 5 m onder het loopniveau tijdens het gebruik van de put.<br>
Bij het verder uitgraven begonnen de wanden van de put in te storten. De waterput bleek gefundeerd op een onbekend houten object (plank/ rondhout, delen van een karrenwiel?). Op basis van het vondstmateriaal uit de insteek van de waterput en het gebruikte baksteenformaat dateert de waterput uit de tweede helft van de negentiende eeuw.<br>
Verder werden sporen van zandwinning gevonden van recentere datum (afbeelding 5 en 6).
<gallery>
Scherfcoupe.png|afbeelding 2
Put1.jpg|afbeelding 3
Put2.jpg|afbeelding 4
Zandwinning1.jpg|afbeelding 5
Zandwinning2.jpg|afbeelding 6
</gallery>

Het vondstmateriaal dat verzameld is, is in hoofdzaak afkomstig uit de tweede helft van de 19 de eeuw. De rest van de vondsten kan in de zestiende tot achttiende en de eerste helft van de negentiende eeuw worden gedateerd, met uitzondering van de IJzertijd scherf.<br>
In werkput 2 zijn ook vogelbotjes aangetroffen. De munt met opschrift Leopold II Roi, des Belges 1870 uit een van de zandwinningskuilen doet vermoeden dat op het eind van de 19 de eeuw binnen de grenzen van het onderzoeksgebied op grote schaal zand is gewonnen. Uit de vulling van de waterput kwam geen vondstmateriaal. Wel zijn resten van de houten fundering geborgen.
[[Categorie:Opgravingen]]