U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Bewerken van Moederhuis
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 32: | Regel 32: | ||
::1837 Permissie tot bouw van een „binnenschool‟ (24 maart) | ::1837 Permissie tot bouw van een „binnenschool‟ (24 maart) | ||
::1840 Feestelijke inwijding van de zustersschool <br> | ::1840 Feestelijke inwijding van de zustersschool <br> | ||
::1843 Voltooiing van het | ::1843 Voltooiing van het 1e gasthuis en nieuwe kapel (25 september) <br> | ||
::1843 Aanleg van het | ::1843 Aanleg van het 1e kloosterkerkhof (juli) <br> | ||
::1844 Opname in het gasthuis van de eerste arme vrouw (5 januari) <br> | ::1844 Opname in het gasthuis van de eerste arme vrouw (5 januari) <br> | ||
::1844 Plaatsing van de kruisweg in de kapel (27 november) <br> | ::1844 Plaatsing van de kruisweg in de kapel (27 november) <br> | ||
Regel 44: | Regel 44: | ||
De allereerste formidabele actie dateert uit 1863 en houdt een forse verbetering en vergroting in van het bestaande moederhuis annex gasthuis.<br> Uitbreiden betekent automatisch grondaankopen zien te regelen. Ondanks het feit dat de zusters sinds 11 april 1855 een eigen rechtspersoon bezitten onder de titel „Burgerlijk zedelijk lichaam vereniging van vrouwen ter verpleging van zieken en het geven van onderwijs‟, is het enigszins bevreemdend dat alle kopen en verkopen via het RK kerkbestuur lopen. Vermoedelijk heeft de pastoor zelf daarin een belangrijke rol gespeeld! <br> | De allereerste formidabele actie dateert uit 1863 en houdt een forse verbetering en vergroting in van het bestaande moederhuis annex gasthuis.<br> Uitbreiden betekent automatisch grondaankopen zien te regelen. Ondanks het feit dat de zusters sinds 11 april 1855 een eigen rechtspersoon bezitten onder de titel „Burgerlijk zedelijk lichaam vereniging van vrouwen ter verpleging van zieken en het geven van onderwijs‟, is het enigszins bevreemdend dat alle kopen en verkopen via het RK kerkbestuur lopen. Vermoedelijk heeft de pastoor zelf daarin een belangrijke rol gespeeld! <br> | ||
Op het kadasterkaartje van 1832 staan onder de kadastrale sectie D een hele serie perceel nummers ingewerkt. In redelijk korte tijd wordt een groot aantal van die percelen door de RK gemeente aangekocht ten behoeve van de congregatie van de zusters. De daarop staande gebouwen worden spoedig gesloopt, zodat behoorlijk wat nieuw bouwterrein vrijkomt. Zo was al op 31 december 1861 een huis bestaande uit drie woningen | Op het kadasterkaartje van 1832 staan onder de kadastrale sectie D een hele serie perceel nummers ingewerkt. In redelijk korte tijd wordt een groot aantal van die percelen door de RK gemeente aangekocht ten behoeve van de congregatie van de zusters. De daarop staande gebouwen worden spoedig gesloopt, zodat behoorlijk wat nieuw bouwterrein vrijkomt. Zo was al op 31 december 1861 een huis bestaande uit drie woningen [D121, D122 en D123] verkregen van de erfgenamen van Jan Antonie Schrijvers. Schoenmaker Antonie Voets en verver Jacobus Verhagen zijn er getuigen van. In mei 1863 volgt de verkoop van een huis en tuin bestaande in twee woningen [D115, D116 en D117] in de Lagestraat, dat eigendom is een zekere familie Verhoeven. <br> | ||
Tenslotte…… om nog meer bouwgrond in beheer te krijgen volgt in september 1863 de aankoop van een tuin en een „huisplaats‟ waarvan de twee huizen al zijn gesloopt en opgeruimd | Tenslotte…… om nog meer bouwgrond in beheer te krijgen volgt in september 1863 de aankoop van een tuin en een „huisplaats‟ waarvan de twee huizen al zijn gesloopt en opgeruimd [D118, D119 en D120]. De verkopers zijn Peter Verhagen secretaris van de gemeente Schijndel en zijn zussen Josina, Lowina en Helena, die dit pand via erfopvolging hadden verkregen van hun vader Arnoldus Verhagen. Getuigen bij dit transport zijn Hendrikus Verkuijlen leerbereider en Johannes van der Linden landbouwer.<br> | ||
Zo is vanaf 1862 de verbouwing van het moederhuis en aangelegen gasthuis ter hand genomen en wordt langzamerhand een compleet nieuwe voorgevel zichtbaar waar achter enige forse ingrepen gedaan zijn om het oude interieur aan te passen aan de eisen van de tijd, temeer ook omdat het aantal kwekelingen en kloosterlingen sterk was toegenomen. Ook in de jaren daarna is nog veel bijgebouwd. Het toenmalige hoofdbestuur, met als adviseur pastoor Ceelen en na 1870 zijn opvolger, is in die tijd voortvarend te werk gegaan. In een oud notulenboek staat het volgende lijstje met hier en daar het bijbehorende kostenplaatje: | Zo is vanaf 1862 de verbouwing van het moederhuis en aangelegen gasthuis ter hand genomen en wordt langzamerhand een compleet nieuwe voorgevel zichtbaar waar achter enige forse ingrepen gedaan zijn om het oude interieur aan te passen aan de eisen van de tijd, temeer ook omdat het aantal kwekelingen en kloosterlingen sterk was toegenomen. Ook in de jaren daarna is nog veel bijgebouwd. Het toenmalige hoofdbestuur, met als adviseur pastoor Ceelen en na 1870 zijn opvolger, is in die tijd voortvarend te werk gegaan. In een oud notulenboek staat het volgende lijstje met hier en daar het bijbehorende kostenplaatje: | ||
Regel 51: | Regel 51: | ||
::1865 - de school voor f 4.547,09 <br> | ::1865 - de school voor f 4.547,09 <br> | ||
::1868 – 13 juni fundamenten gelegd voor een nieuw gasthuis <br> | ::1868 – 13 juni fundamenten gelegd voor een nieuw gasthuis <br> | ||
::1868 – op 25 juni | ::1868 – op 25 juni 1e steenlegging voor een nieuwe kapel <br> | ||
::1870 – het gasthuis en de kapel voor f 51.820,06 <br> | ::1870 – het gasthuis en de kapel voor f 51.820,06 <br> | ||
::1872 – in mei de boerderij, bakkerij en washuis voor f 10.004,19 en de oude afgebroken <br> | ::1872 – in mei de boerderij, bakkerij en washuis voor f 10.004,19 en de oude afgebroken <br> | ||
Regel 58: | Regel 58: | ||
::1874 – tuinaanleg met fruitbomen en vernieuwd kerkhof <br> | ::1874 – tuinaanleg met fruitbomen en vernieuwd kerkhof <br> | ||
::1882 – de bouw tussen de rechter- en linkervleugel van het moederhuis f 24.423,05 <br> | ::1882 – de bouw tussen de rechter- en linkervleugel van het moederhuis f 24.423,05 <br> | ||
::1882 – | ::1882 – 1e steenlegging op 24 april voor de nieuwe [[kweekschool]] | ||
{|border="0" cellspacing="0" alghn="Left" celpadding="2" | {|border="0" cellspacing="0" alghn="Left" celpadding="2" | ||
|align="center|[[Afbeelding:Klooster 1922-01.jpg|420px|thumb|left|De voorgevel van het moederhuis van vóór 1922.]] | |align="center|[[Afbeelding:Klooster 1922-01.jpg|420px|thumb|left|De voorgevel van het moederhuis van vóór 1922.]] | ||
Regel 66: | Regel 66: | ||
Het jaar 1882 is binnen de congregatiegeschiedenis ook zo'n cruciaal bouwjaar geweest. Het hoofdbestuur voelt de noodzaak van een veel doelmatiger gebouw en maakt plannen voor een forse uitbreiding en tevens herinrichting van het bestaande complex. Zowel het gedeelte van de zusters, van de kweekschool als van de bekende binnenschool worden bouwkundig onder de loep genomen. Veel van het bestaande is toen weggebroken. Met name de binnenschool is in dat jaar geheel aangepast aan de eisen zoals die in de Wet op het Lager Onderwijs (1878) waren vastgesteld. Er verrijst nieuwbouw en ook de bestaande lokalen worden verbeterd en van nieuw schoolmeubilair voorzien. Bovendien wordt een grote overdekte speelplaats aangelegd. Dit alles dankzij de ijvervolle bemoeienissen van pastoor van Luijtelaar. <br> | Het jaar 1882 is binnen de congregatiegeschiedenis ook zo'n cruciaal bouwjaar geweest. Het hoofdbestuur voelt de noodzaak van een veel doelmatiger gebouw en maakt plannen voor een forse uitbreiding en tevens herinrichting van het bestaande complex. Zowel het gedeelte van de zusters, van de kweekschool als van de bekende binnenschool worden bouwkundig onder de loep genomen. Veel van het bestaande is toen weggebroken. Met name de binnenschool is in dat jaar geheel aangepast aan de eisen zoals die in de Wet op het Lager Onderwijs (1878) waren vastgesteld. Er verrijst nieuwbouw en ook de bestaande lokalen worden verbeterd en van nieuw schoolmeubilair voorzien. Bovendien wordt een grote overdekte speelplaats aangelegd. Dit alles dankzij de ijvervolle bemoeienissen van pastoor van Luijtelaar. <br> | ||
Ter vervolmaking van deze nieuwbouw schenkt Mejuffrouw Schijvens in 1883 het grote Sint Jozefbeeld dat thans nog boven de hoofdingang van het moederhuis prijkt. In hetzelfde jaar wordt door aankoop het pand „de Vier Uitersten‟ verkregen aan de voetpad over de [[Lochtenburg]], het huidige tracé van de [[Mieke de Brefstraat]]. <br> | Ter vervolmaking van deze nieuwbouw schenkt Mejuffrouw Schijvens in 1883 het grote Sint Jozefbeeld dat thans nog boven de hoofdingang van het moederhuis prijkt. In hetzelfde jaar wordt door aankoop het pand „de Vier Uitersten‟ verkregen aan de voetpad over de [[Lochtenburg]], het huidige tracé van de [[Mieke de Brefstraat]]. <br> | ||
Die huizen worden in 1896 afgebroken, de kloostertuin en de ommuring worden daarmee fors vergroot en in dat jaar verrijst de derde verdieping van de rechtervleugel van het moederhuis, die men voorziet van een nieuwe slaapzaal. Maar de plannen reiken nog verder. Een netelig probleem vormt het onderkomen van de kwekelingen en de novicen. Het hoofdbestuur richt een schrijven aan [[Wilhelmus van de Ven (1834 - 1919)|Mgr. van de Ven]] de bisschop van het bisdom 's-Hertogenbosch en legt hem de voorgenomen uitbreiding voor. In zijn reactie laat hij weten het eens te zijn met de noodzaak tot uitbreiding van de „bekrompen en ondoelmatige vertrekken‟ voor novicen en kwekelingen. Na rijp overleg komt men tot de slotconclusie, dat slechts één oplossing afdoende is nl. een compleet nieuwe kweekschool bouwen en de novicen onderbrengen in de oude kweekschoollokalen. Deze overweging sluit ook keurig aan bij de op handen zijnde subsidiëring van kweekscholen. Een goed geoutilleerd gebouw is immers een van de belangrijkste subsidievoorwaarden. Een lelijk struikelblok dient zich aan… het vinden van een geschikte locatie. Het hoofdbestuur zet in op nieuwbouw naast de rechtervleugel van het bestaande moederhuis, maar dat zou ten koste gaan van de ruime speelplaats van de schoolkinderen van de binnenschool. Niet alle deelnemende partijen in de discussie over een geschikte bouwlocatie zijn dezelfde mening toegedaan. Sommigen denken aan een verdieping op de bestaande binnenschool, anderen pleiten voor nieuwbouw pal tegenover het moederhuis, maar de grond aldaar is van oud-burgemeester [[Peter Arnoldus Verhagen (1823 - 1905)|P.A.Verhagen]] en die weigert voor zijn dood grond af te staan. Na veel wikken en wegen en correspondentie met de heer Verhagen, schrijft de algemene overste aan de bisschop, dat er uiteindelijk geen ander alternatief is dan het moederhuis naar rechts uit te breiden. De speelplaats voor de dorpskinderen, schrijft ze, zal dan verlegd worden naar een ander gedeelte van de kloostertuin. Ze vraagt om deze nieuwbouw voor f 24.000,= te mogen aanbesteden en deze reageert hierop positief. <br> | Die huizen worden in 1896 afgebroken, de kloostertuin en de ommuring worden daarmee fors vergroot en in dat jaar verrijst de derde verdieping van de rechtervleugel van het moederhuis, die men voorziet van een nieuwe slaapzaal. Maar de plannen reiken nog verder. Een netelig probleem vormt het onderkomen van de kwekelingen en de novicen. Het hoofdbestuur richt een schrijven aan [[Wilhelmus van de Ven (1834 - 1919)|Mgr. van de Ven]] de bisschop van het bisdom ‟'s-Hertogenbosch en legt hem de voorgenomen uitbreiding voor. In zijn reactie laat hij weten het eens te zijn met de noodzaak tot uitbreiding van de „bekrompen en ondoelmatige vertrekken‟ voor novicen en kwekelingen. Na rijp overleg komt men tot de slotconclusie, dat slechts één oplossing afdoende is nl. een compleet nieuwe kweekschool bouwen en de novicen onderbrengen in de oude kweekschoollokalen. Deze overweging sluit ook keurig aan bij de op handen zijnde subsidiëring van kweekscholen. Een goed geoutilleerd gebouw is immers een van de belangrijkste subsidievoorwaarden. Een lelijk struikelblok dient zich aan… het vinden van een geschikte locatie. Het hoofdbestuur zet in op nieuwbouw naast de rechtervleugel van het bestaande moederhuis, maar dat zou ten koste gaan van de ruime speelplaats van de schoolkinderen van de binnenschool. Niet alle deelnemende partijen in de discussie over een geschikte bouwlocatie zijn dezelfde mening toegedaan. Sommigen denken aan een verdieping op de bestaande binnenschool, anderen pleiten voor nieuwbouw pal tegenover het moederhuis, maar de grond aldaar is van oud-burgemeester [[Peter Arnoldus Verhagen (1823 - 1905)|P.A.Verhagen]] en die weigert voor zijn dood grond af te staan. Na veel wikken en wegen en correspondentie met de heer Verhagen, schrijft de algemene overste aan de bisschop, dat er uiteindelijk geen ander alternatief is dan het moederhuis naar rechts uit te breiden. De speelplaats voor de dorpskinderen, schrijft ze, zal dan verlegd worden naar een ander gedeelte van de kloostertuin. Ze vraagt om deze nieuwbouw voor f 24.000,= te mogen aanbesteden en deze reageert hierop positief. <br> | ||
Het plan voor de nieuw te bouwen kweekschool wordt aangeleverd door architect Heijkants uit Erp. De aannemers zijn F. Rooijakkers uit Gemert en J. van de Warenburg te Dinther. Dit gebouw zal vervolgens dienst doen tot 1925. <br> | Het plan voor de nieuw te bouwen kweekschool wordt aangeleverd door architect Heijkants uit Erp. De aannemers zijn F. Rooijakkers uit Gemert en J. van de Warenburg te Dinther. Dit gebouw zal vervolgens dienst doen tot 1925. <br> | ||
Ook de dienstgebouwen rondom het moederhuis verdienen de nodige aandacht. In 1908 worden op het eigen terrein een nieuw washuis, strijk- en mangelkamer, aardappelkelders, badkamer, broodkelder, bloem- en schilderkamer gebouwd door aannemer W. Smeets. Doordat in 1905 ruimte was gekomen om een nieuwe parochieschool te gaan bouwen, waarvoor in 1906 de eerste steen was gelegd en een 11-klassige meisjesschool werd neergezet tegenover de hoofdingang van het moederhuis, kwamen de schoollokalen van de binnenschool vrij. Hierin heeft men de voorbereidende klassen van de kweekschool (= mulo-internaat klassen) gevestigd en is een bouwkundige ingreep toegepast door op de lokalen van de oude parochieschool tóch een verdieping te zetten voor inrichting van een nieuwe slaapzaal. | Ook de dienstgebouwen rondom het moederhuis verdienen de nodige aandacht. In 1908 worden op het eigen terrein een nieuw washuis, strijk- en mangelkamer, aardappelkelders, badkamer, broodkelder, bloem- en schilderkamer gebouwd door aannemer W. Smeets. Doordat in 1905 ruimte was gekomen om een nieuwe parochieschool te gaan bouwen, waarvoor in 1906 de eerste steen was gelegd en een 11-klassige meisjesschool werd neergezet tegenover de hoofdingang van het moederhuis, kwamen de schoollokalen van de binnenschool vrij. Hierin heeft men de voorbereidende klassen van de kweekschool (= mulo-internaat klassen) gevestigd en is een bouwkundige ingreep toegepast door op de lokalen van de oude parochieschool tóch een verdieping te zetten voor inrichting van een nieuwe slaapzaal. | ||
Regel 83: | Regel 83: | ||
Eind jaren ‟50 ontstaat de behoefte de keuken te gaan moderniseren, een ingrijpende verbouwing waarvan het ontwerp wordt ingediend door architect Reus.<br> | Eind jaren ‟50 ontstaat de behoefte de keuken te gaan moderniseren, een ingrijpende verbouwing waarvan het ontwerp wordt ingediend door architect Reus.<br> | ||
De meest ingrijpende en indrukwekkendste verbouwing van het moederhuis dateert uit de periode 1979-1983. Architect Sleenhof uit Sint Oedenrode wordt gevraagd een plan de campagne op te zetten en de aanbesteding geschiedt op 25 juni 1979, waarna de verbouwing wordt gegund aan de [[Firma Adr. de Wit|firma A. de Wit]]. In een krantenartikel van die dagen schetst Zr. Marie Lidwina Beckers het volgende beeld: “De nieuwbouw aan de Pastoor van Erpstraat, sfeervol opgetrokken rond een binnentuin, is bedoeld als woongebouw voor ongeveer 90 zusters. Verdeeld over drie verdiepingen hebben of krijgen drie groepen zusters daar hun ruim bemeten kamers, die alle zijn voorzien van douche, wastafel en toilet. Behalve de persoonlijke kamers zijn er ook gemeenschappelijke ruimtes. Als de bouw is afgerond beschikt het moederhuis over een volledig nieuw en doelmatig gebouw. Het is dan eigenlijk voor het eerst dat we een moederhuis hebben dat wat stijl betreft een eenheid vormt. Ons oude klooster, dat blijkt vooral bij de renovatie, was een gebouw dat met stukken en brokken aan elkaar was gebouwd. Met de groei van de congregatie volgde de ene uitbreiding op de andere. We hebben de zaken nu in één keer goed aangepakt”. <br> | De meest ingrijpende en indrukwekkendste verbouwing van het moederhuis dateert uit de periode 1979-1983. Architect Sleenhof uit Sint Oedenrode wordt gevraagd een plan de campagne op te zetten en de aanbesteding geschiedt op 25 juni 1979, waarna de verbouwing wordt gegund aan de [[Firma Adr. de Wit|firma A. de Wit]]. In een krantenartikel van die dagen schetst Zr. Marie Lidwina Beckers het volgende beeld: “De nieuwbouw aan de Pastoor van Erpstraat, sfeervol opgetrokken rond een binnentuin, is bedoeld als woongebouw voor ongeveer 90 zusters. Verdeeld over drie verdiepingen hebben of krijgen drie groepen zusters daar hun ruim bemeten kamers, die alle zijn voorzien van douche, wastafel en toilet. Behalve de persoonlijke kamers zijn er ook gemeenschappelijke ruimtes. Als de bouw is afgerond beschikt het moederhuis over een volledig nieuw en doelmatig gebouw. Het is dan eigenlijk voor het eerst dat we een moederhuis hebben dat wat stijl betreft een eenheid vormt. Ons oude klooster, dat blijkt vooral bij de renovatie, was een gebouw dat met stukken en brokken aan elkaar was gebouwd. Met de groei van de congregatie volgde de ene uitbreiding op de andere. We hebben de zaken nu in één keer goed aangepakt”. <br> | ||
Uit een uiterst gedetailleerd verslag over al die bouwactiviteiten kan geconcludeerd worden dat achter de hele operatie, die enige jaren in beslag zou nemen, een enorme organisatie schuilgaat om alles in goede banen te kunnen leiden. Na een gigantische sloop verrijst langzaam maar zeker de nieuwbouw. Op 31 mei 1981 worden er al twee vleugels ingezegend. De maand daarop, als het sloopwerk aan de Pastoor van Erpstraat gerealiseerd is, begint fase 2 van de nieuwbouw, in 1982 gevolgd door fase 3 en 4 nl. de kamers boven de keuken. In 1983 is het bouwplan gerealiseerd en is op de | Uit een uiterst gedetailleerd verslag over al die bouwactiviteiten kan geconcludeerd worden dat achter de hele operatie, die enige jaren in beslag zou nemen, een enorme organisatie schuilgaat om alles in goede banen te kunnen leiden. Na een gigantische sloop verrijst langzaam maar zeker de nieuwbouw. Op 31 mei 1981 worden er al twee vleugels ingezegend. De maand daarop, als het sloopwerk aan de Pastoor van Erpstraat gerealiseerd is, begint fase 2 van de nieuwbouw, in 1982 gevolgd door fase 3 en 4 nl. de kamers boven de keuken. In 1983 is het bouwplan gerealiseerd en is op de 23e april, een uitgesproken regenachtige dag, op de binnenplaats een steen onthuld door Zr. Veronique van Woerkum en Zr. [[Florentina van Calsteren]] in aanwezigheid van de zusters van het moederhuis, architect, aannemer en bouwlieden met hun echtgenoten. Op vrijdag 2 november is de laatste officiële bouwvergadering gehouden van de in totaal 70, worden nog de nodige puntjes op de i gezet en begin 1984 wordt het hele bouwproject afgesloten. Vrij kort daarop volgt fase 5 van de nieuwbouw van het moederhuis.<br> | ||
[[Afbeelding:Klooster 1936-01.jpg|thumb|1000px|center|Luchtfoto van het moederhuiscomplex uit 1936 waarop met letters en cijfers de afzonderlijke gebouwen staan aangegeven: moederhuis (a), kweekschool (b), mulo (c), kapel (d), gasthuis (e), meisjesschool (f), kleuterschool (fa), jongensschool (g), serre tegen de kapel (1), groentekamer en electriciteitsgebouw (2), boerderij uit 1873 en in gebruik tot 1935 (3), de 3e boerderij (4), washuis (5)]] | [[Afbeelding:Klooster 1936-01.jpg|thumb|1000px|center|Luchtfoto van het moederhuiscomplex uit 1936 waarop met letters en cijfers de afzonderlijke gebouwen staan aangegeven: moederhuis (a), kweekschool (b), mulo (c), kapel (d), gasthuis (e), meisjesschool (f), kleuterschool (fa), jongensschool (g), serre tegen de kapel (1), groentekamer en electriciteitsgebouw (2), boerderij uit 1873 en in gebruik tot 1935 (3), de 3e boerderij (4), washuis (5)]] | ||
Op 1 augustus 1985 is de Pedagogische Akademie overgegaan naar 's-Hertogenbosch. Het gebouw aan de Pastoor van Erpstraat heeft daarmee zijn functie verloren. De slopershamer maakt al vrij snel een definitief einde aan de 60 jaar oude kweekschoolbouw. Het gebouw waar honderden studenten in en uit liepen, ijverig aan hun toekomst werkten, is toen binnen 5 weken met de grond gelijk gemaakt en is de laatste moederhuisvleugel voltooid. | Op 1 augustus 1985 is de Pedagogische Akademie overgegaan naar 's-Hertogenbosch. Het gebouw aan de Pastoor van Erpstraat heeft daarmee zijn functie verloren. De slopershamer maakt al vrij snel een definitief einde aan de 60 jaar oude kweekschoolbouw. Het gebouw waar honderden studenten in en uit liepen, ijverig aan hun toekomst werkten, is toen binnen 5 weken met de grond gelijk gemaakt en is de laatste moederhuisvleugel voltooid. | ||
<gallery caption="De nieuwbouw | <gallery caption="De nieuwbouw vanher klooster." widths="200" hieghts="200"> | ||
Bestand:Klooster 03.JPG|Wie om de gerealiseerde nieuwbouw heen loopt ziet vanuit verschillende hoeken het volgende exterieur met tevens delen van de schitterende kloostertuin als een oase van groen te midden van de bebouwing. | Bestand:Klooster 03.JPG|Wie om de gerealiseerde nieuwbouw heen loopt ziet vanuit verschillende hoeken het volgende exterieur met tevens delen van de schitterende kloostertuin als een oase van groen te midden van de bebouwing. | ||
Bestand:Klooster 04.JPG|Wie om de gerealiseerde nieuwbouw heen loopt ziet vanuit verschillende hoeken het volgende exterieur met tevens delen van de schitterende kloostertuin als een oase van groen te midden van de bebouwing. | Bestand:Klooster 04.JPG|Wie om de gerealiseerde nieuwbouw heen loopt ziet vanuit verschillende hoeken het volgende exterieur met tevens delen van de schitterende kloostertuin als een oase van groen te midden van de bebouwing. | ||
Regel 97: | Regel 97: | ||
[[Bestand:Klooster 08.jpg|200px|thumb|De jaren dat men nog olielampen bij de kapelbanken had staan.]] | [[Bestand:Klooster 08.jpg|200px|thumb|De jaren dat men nog olielampen bij de kapelbanken had staan.]] | ||
[[Bestand:Klooster 09.jpg|200px|thumb|De kruisweg uit 1884 die destijds is geschonken aan de parochie van Sint-Anna te Hintham en nu in hun kerk hangt.]] | [[Bestand:Klooster 09.jpg|200px|thumb|De kruisweg uit 1884 die destijds is geschonken aan de parochie van Sint-Anna te Hintham en nu in hun kerk hangt.]] | ||
Als er één gebouw binnen het moederhuiscomplex continu aan verandering onderhevig is geweest, dan is dat de Sint Jozefkapel, waarvan slechts in vogelvlucht de belangrijkste historische feiten volgen. De toename van het aantal zusters en internaatsleerlingen van zowel mulo als kweekschool vereist voortdurende aanpassingen van de kapel. In mei 1868 is mede door de krachtige steun van pastoor Ceelen begonnen met de fundamenten voor een nieuwe moederhuiskapel. Die van 1843 blijkt al te klein te zijn geworden. Op de | Als er één gebouw binnen het moederhuiscomplex continu aan verandering onderhevig is geweest, dan is dat de Sint Jozefkapel, waarvan slechts in vogelvlucht de belangrijkste historische feiten volgen. De toename van het aantal zusters en internaatsleerlingen van zowel mulo als kweekschool vereist voortdurende aanpassingen van de kapel. In mei 1868 is mede door de krachtige steun van pastoor Ceelen begonnen met de fundamenten voor een nieuwe moederhuiskapel. Die van 1843 blijkt al te klein te zijn geworden. Op de 25e juni wordt de eerste steen gelegd en de plechtige inzegening op Maria Hemelvaart 1869 moet voor de rector van het moederhuis en de kloostergemeenschap een indrukwekkende feestdag geweest zijn. De kapel werd toegewijd aan zowel de H. Jozef als aan de H. Maagd Maria. Op initiatief van de heer L. van Doorn, kapelaan te Dinther, is het koor van de kapel toentertijd prachtig beschilderd en in juli 1875 schenkt hij zelfs een nieuw altaar. Goed een jaar later zijn het de kinderen van de familie Van den Berg, Van Berkel en Van Erp die boven het nieuwe altaar drie prachtige glas-in-loodramen laten plaatsen. Ter gelegenheid van het gouden feest van de congregatie in 1886 en in 1890, het jaar waarin algemene overste Zr. Emmanuël de Gier haar gouden kloosterfeest vierde, zijn een schat aan schenkingen gedaan, maar in de huidige moederhuiskapel zijn al deze historische ornamenten verdwenen.<br> | ||
{|border="0" cellspacing="0" alghn="Left" celpadding="2" | {|border="0" cellspacing="0" alghn="Left" celpadding="2" | ||
|align="center|[[Afbeelding:Klooster 1869-01.jpg|360px|thumb|left|Het kapelinterieur uit 1869.]] | |align="center|[[Afbeelding:Klooster 1869-01.jpg|360px|thumb|left|Het kapelinterieur uit 1869.]] | ||
Regel 128: | Regel 128: | ||
::16 oktober 1965 nieuw tabernakel geplaatst naar een ontwerp van Noyons uit Utrecht <br> | ::16 oktober 1965 nieuw tabernakel geplaatst naar een ontwerp van Noyons uit Utrecht <br> | ||
::1 december 1965 bespreking over een aan te schaffen gobelin voor de kapel als feestgeschenk voor het zilveren kloosterjubileum van Zr. Veronique van Woerkum | ::1 december 1965 bespreking over een aan te schaffen gobelin voor de kapel als feestgeschenk voor het zilveren kloosterjubileum van Zr. Veronique van Woerkum | ||
::1 augustus 1966 cadeau van architect De Vries in de vorm van een | ::1 augustus 1966 cadeau van architect De Vries in de vorm van een 16e-eeuwse Engelse kist die wordt geplaatst in het voorportaal van de kapel ::3 september 1967 aanbieding van het gobelin ontworpen door kunstenaar Pieter Wiegersma | ||
::3 september 1967 aanbieding van het gobelin ontworpen door kunstenaar Pieter Wiegersma | |||
Wie anno 2011 een rondgang zou maken door de kapel kan er genieten van een schat aan bezienswaardigheden. Voordat men de kapel binnengaat staat er in het voorportaal een groot wit rond wijwatersvat dat is ontworpen door kunstenaar Pieter Wiegersma samengesteld uit een brok kristallino-marmer, met de hand rond geslepen en ingelegd met zwart marmer. Het stelt de watervloed voor, de ondergang waaruit wij zijn gered. Daar staat ook een Vincentiusbeeld geschonken door de familie Bazelmans ter gelegenheid van het koperen feest van Zr. Agnes Bazelmans in 1903. Ook is een Mariabeeld te bewonderen nl. dat van het H.Hart van Maria, geplaatst op 16 juli 1901 en gemaakt door de gebroeders Ramakers te Geleen en gepolychromeerd door de heer Perey uit Venlo. Het is een geschenk van de familie van Zr. Octavie de Haas. | Wie anno 2011 een rondgang zou maken door de kapel kan er genieten van een schat aan bezienswaardigheden. Voordat men de kapel binnengaat staat er in het voorportaal een groot wit rond wijwatersvat dat is ontworpen door kunstenaar Pieter Wiegersma samengesteld uit een brok kristallino-marmer, met de hand rond geslepen en ingelegd met zwart marmer. Het stelt de watervloed voor, de ondergang waaruit wij zijn gered. Daar staat ook een Vincentiusbeeld geschonken door de familie Bazelmans ter gelegenheid van het koperen feest van Zr. Agnes Bazelmans in 1903. Ook is een Mariabeeld te bewonderen nl. dat van het H.Hart van Maria, geplaatst op 16 juli 1901 en gemaakt door de gebroeders Ramakers te Geleen en gepolychromeerd door de heer Perey uit Venlo. Het is een geschenk van de familie van Zr. Octavie de Haas. | ||
Regel 136: | Regel 135: | ||
[[Bestand:Klooster 14.jpg|400px|thumb|De Mariakapel met enkele mediterende zusters en de kruiswegstaties van Charles Eijk zijn in 1966 naar de grote kapel overgebracht.]] | [[Bestand:Klooster 14.jpg|400px|thumb|De Mariakapel met enkele mediterende zusters en de kruiswegstaties van Charles Eijk zijn in 1966 naar de grote kapel overgebracht.]] | ||
De vroegere banken in de kapel zijn inmiddels vervangen door stoelen. <br> | De vroegere banken in de kapel zijn inmiddels vervangen door stoelen. <br> | ||
Het altaar van 1949 kende aanvankelijk een soort koepel, maar bij een latere verbouwing is die verwijderd om een beter zicht te hebben op de in 1964 aangebrachte drie gebrandschilderde ramen naar ontwerp van kunstenaar Pieter Wiegersma, voorstellende het Christusmysterie vertaald in Kerstmis als uitkomst, Pasen als redding en Pinksteren als verlossing. Boven het Mariaaltaar hangt de Russische ikoon uit de | Het altaar van 1949 kende aanvankelijk een soort koepel, maar bij een latere verbouwing is die verwijderd om een beter zicht te hebben op de in 1964 aangebrachte drie gebrandschilderde ramen naar ontwerp van kunstenaar Pieter Wiegersma, voorstellende het Christusmysterie vertaald in Kerstmis als uitkomst, Pasen als redding en Pinksteren als verlossing. Boven het Mariaaltaar hangt de Russische ikoon uit de 17e eeuw. Zij is het type van de Hodigetria – geleidster op de wegen. Deze afbeelding is destijds vereerd in een kerkje, aan de muren van het Kremlin, dat door de Bolshiwiki in 1918 is afgebroken. Het grote wandkleed of gobelin zoals dat is aangeboden aan de jubilerende algemene overste is geschonken door de gezamenlijke succursaalhuizen.. De kruiswegstaties dateren uit 1936 en zijn van de hand van Charles Eijck. Deze staties hebben tot 1966 in de Mariakapel van de kweekschool gehangen. Bij het mortuarium hangt een voorstelling van de „Uittocht uit Egypte‟ afkomstig van een altaarstuk uit Den Dungen. Gaat men het portaal uit naar de binnenplaats die de kapel verbindt met de hoofdingang, dan valt het oog op drie glas-in-lood-ramen, een geschenk van rector Jos van de Schoor aan de congregatie en gemaakt door Pieter Wiegersma. Het bovenste raam stelt Maria voor waarbij de rector gedacht heeft aan zijn eigen moeder, die Maria heette. Links en rechts van de deur de voorstellingen van de H.Jacobus (naar de vader van de rector) en de H.Jozef (doopnaam van de rector zelf). | ||
{|border="0" cellspacing="0" alghn="Left" celpadding="2" | {|border="0" cellspacing="0" alghn="Left" celpadding="2" | ||
|align="center|[[Afbeelding:Klooster 12.jpg|200px|thumb|left|De voorstelling van de H.Jacobus.]] | |align="center|[[Afbeelding:Klooster 12.jpg|200px|thumb|left|De voorstelling van de H.Jacobus.]] | ||
Regel 142: | Regel 141: | ||
|align="center|[[Afbeelding:Klooster 13.jpg|200px|thumb|left|De voorstelling van de H.Jozef.]] | |align="center|[[Afbeelding:Klooster 13.jpg|200px|thumb|left|De voorstelling van de H.Jozef.]] | ||
|} | |} | ||
Een tweede kapel binnen het moederhuiscomplex is de Mariakapel van de kwekelingen en andere internaat leerlingen geweest. In het memoriaalboek staat te lezen: “Den | Een tweede kapel binnen het moederhuiscomplex is de Mariakapel van de kwekelingen en andere internaat leerlingen geweest. In het memoriaalboek staat te lezen: “Den 3e oktober 1901 ontving de congregatie f 105,= van de ouders van Zr. Alphonsina Poos. Daarvoor is aangekocht het beeld van O.L. Vrouw Zetel der Wijsheid voor de kweekschool en dat van de H. Alphonsus in de kapel der kwekelingen”. Uit dit gegeven is af te leiden dat bij de kweekschoolbouw uit 1896 meteen een kapel is ingericht. In 1902 zijn er drie gekleurde raampjes in geplaatst voorstellende O.L. Vrouw van Goede Bijstand, een geschenk van de eerwaarde moeder-overste van Geldrop Zr. Gertrudis. De Mariakapel in de nieuwbouw van de kweekschool van 1925 is door rector Rubbens ingezegend op de feestdag van Maria Onbevlekte Ontvangenis (8 december). In 1932 is het interieur drastisch gewijzigd door plaatsing van een nieuw altaar beschilderd met de voorstelling van Jezus aan het Kruis geflankeerd met Maria en Johannes en daarboven twee zwevende engelen met een psalmtekst, gecompleteerd met nog twee passende communiebanken. Menig hoogbejaarde kweekschoolstudent kan zich dat interieur mogelijk nog herinneren als ook het Smitsorgel! <br> | ||
Tijdens de mobilisatie is in deze kapel op Kerstmis 1939 een speciale viering geweest voor alle ingekwartierde militairen waarna ze een gezamenlijk kerstontbijt hebben genoten in de gymzaal. Een jaar later wordt hier de kerstviering weer gehouden, omdat de grote kapel geheel verduisterd is. Ook direct na de oorlog bewijst de Mariakapel haar diensten met name tijdens de restauratiewerkzaamheden in de grote kapel. Maar ook deze kapel ontkomt niet aan de nodige aanpassingen vanwege de toename van studenten en internaat leerlingen. De [[Firma Gebr. Schellekens en G. Schellekens|firma Schellekens]] sloopt in 1957 een tussenmuur zodat de kapelruimte aanzienlijk wordt vergroot en er achterin twee biechtstoelen geplaatst kunnen worden. Met de afbraak van de kweekschool is ook deze Mariakapel verleden tijd geworden! | Tijdens de mobilisatie is in deze kapel op Kerstmis 1939 een speciale viering geweest voor alle ingekwartierde militairen waarna ze een gezamenlijk kerstontbijt hebben genoten in de gymzaal. Een jaar later wordt hier de kerstviering weer gehouden, omdat de grote kapel geheel verduisterd is. Ook direct na de oorlog bewijst de Mariakapel haar diensten met name tijdens de restauratiewerkzaamheden in de grote kapel. Maar ook deze kapel ontkomt niet aan de nodige aanpassingen vanwege de toename van studenten en internaat leerlingen. De [[Firma Gebr. Schellekens en G. Schellekens|firma Schellekens]] sloopt in 1957 een tussenmuur zodat de kapelruimte aanzienlijk wordt vergroot en er achterin twee biechtstoelen geplaatst kunnen worden. Met de afbraak van de kweekschool is ook deze Mariakapel verleden tijd geworden! | ||
<br> | <br> | ||
Regel 153: | Regel 152: | ||
[[Bestand:Klooster 15.jpg|400px|thumb|Foto met de begroeide koepel en achter de zusters op de foto lag het oudste kerkhof.]] | [[Bestand:Klooster 15.jpg|400px|thumb|Foto met de begroeide koepel en achter de zusters op de foto lag het oudste kerkhof.]] | ||
[[Bestand:Klooster 1924-01.jpg|400px|thumb|De kloostertuin van het moederhuis rond 1885, de grote moestuin en het kerkhof met tevens zicht op het Kloosterpad naast de lange schansmuur.]] | [[Bestand:Klooster 1924-01.jpg|400px|thumb|De kloostertuin van het moederhuis rond 1885, de grote moestuin en het kerkhof met tevens zicht op het Kloosterpad naast de lange schansmuur.]] | ||
Op 16 mei 1843 sterft de eerste zuster van de congregatie. Er bevindt zich in het kloosterarchief een schrijven van de stichter die aan de toenmalige Mgr. Henricus den Dubbelden de goedkeuring vraagt om een begraafplaats voor de zusters te mogen aanleggen en tevens een verzoek hem een machtiging te verlenen om dit kerkhof te mogen inzegenen. Op 8 juni 1843 volgen de goedkeuring en de machtiging tot inzegening. Die inzegening staat in het memoriaalboek gedateerd op 4 juli van dat jaar, twee dagen na het overlijden van de | Op 16 mei 1843 sterft de eerste zuster van de congregatie. Er bevindt zich in het kloosterarchief een schrijven van de stichter die aan de toenmalige Mgr. Henricus den Dubbelden de goedkeuring vraagt om een begraafplaats voor de zusters te mogen aanleggen en tevens een verzoek hem een machtiging te verlenen om dit kerkhof te mogen inzegenen. Op 8 juni 1843 volgen de goedkeuring en de machtiging tot inzegening. Die inzegening staat in het memoriaalboek gedateerd op 4 juli van dat jaar, twee dagen na het overlijden van de 2e overleden zuster van het moederhuis. De vraag is…..zijn deze twee zusters misschien begraven op het parochiekerkhof of heeft Antonius van Erp reeds eerder een klein hoekje grond gereserveerd en is dat later ingezegend. <br> | ||
In 1874 richt Zr. Emmanuël de Gier een schrijven aan de gemeente met een verzoek een bijzondere begraafplaats te mogen aanleggen in de kloostertuin sectie D2715. De vergunning wordt verleend op de | In 1874 richt Zr. Emmanuël de Gier een schrijven aan de gemeente met een verzoek een bijzondere begraafplaats te mogen aanleggen in de kloostertuin sectie D2715. De vergunning wordt verleend op de 25e juni. Of toen het aller oudste kerkhof verdwenen is blijft onopgelost. Het kloosterarchief meldt hier niets over. Oorspronkelijk bevonden zich geen kruisen op de graven, alleen één groot kruis op de Calvarieberg sierde het kerkhof. Na de oorlog is de Calvarieberg en de beeldengroep gerestaureerd. Tijdens de granaatweken zijn immers het kruis van de Calvarieberg en ook de kruisen van de overleden kwekelingen behoorlijk beschadigd geraakt. Aan dhr. Van Eck is op 9 mei 1949 gevraagd een ontwerp en kostenbegroting te maken voor een nieuwe Calvarieberg met kruis en beelden van Maria en Jozef. In 1960 heeft men witte kruisjes geplaatst met een ingelegd zwart plaatje waarop naam, geboortedatum en sterfdatum van de betreffende zuster. Die kruisjes, geleverd door de firma Nelissen uit Venray, zijn gezet op de bestaande „grafheuveltjes‟ Ook zijn er graven op het moederhuiskerkhof die zijn overgraven en treft men op sommige kruisjes twee namen aan. In mei 2010 is men begonnen met het ruimen van heel de begraafplaats en zijn de stoffelijke resten overgebracht naar het congregatiekerkhof aan de Eerdsebaan onder Wijbosch. <br> | ||
In de oude regelgeving uit 1928 staat het volgende vermeld: | In de oude regelgeving uit 1928 staat het volgende vermeld: | ||
::''“Wanneer eene zuster overleden is, zal haar lichaam behoorlijk gelegd worden in eene platte doodkist van gewoon hout, welke men in de bidplaats of kapel zal plaatsen, tenzij men om bijzondere redenen dit niet raadzaam oordeelde; en er zal slechts ééne gewijde kaars voor dezelve branden. In het moederhuis zal, op den dag van het overlijden, of wel op den dag daaraanvolgende, en op den dag der teraardebestelling van het lichaam, eene lezende of stille Mis geschieden. Het lichaam zal na den middag, tusschen drie en vier uren, door de zusters begraven worden. Bloedverwanten, vrienden of geburen zullen niet genoodigd worden, al ware het ook, dat de bloedverwanten eenige onderscheiding verlangden en dezelve willen bekostigen; want ook hierin moet de door den Heer zoo hoog geprezen stand van armoede in acht genomen worden”.'' <br> | ::''“Wanneer eene zuster overleden is, zal haar lichaam behoorlijk gelegd worden in eene platte doodkist van gewoon hout, welke men in de bidplaats of kapel zal plaatsen, tenzij men om bijzondere redenen dit niet raadzaam oordeelde; en er zal slechts ééne gewijde kaars voor dezelve branden. In het moederhuis zal, op den dag van het overlijden, of wel op den dag daaraanvolgende, en op den dag der teraardebestelling van het lichaam, eene lezende of stille Mis geschieden. Het lichaam zal na den middag, tusschen drie en vier uren, door de zusters begraven worden. Bloedverwanten, vrienden of geburen zullen niet genoodigd worden, al ware het ook, dat de bloedverwanten eenige onderscheiding verlangden en dezelve willen bekostigen; want ook hierin moet de door den Heer zoo hoog geprezen stand van armoede in acht genomen worden”.'' <br> | ||
Regel 165: | Regel 164: | ||
Daarna kan een woord- communiedienst volgen of een gewone eucharistieviering, afhankelijk van wie van het pastoraal team in de viering voorgaat. Bij de absoute haalt de algemene overste het „boek van leven‟ van de kist en gaat daarmee naar de altaartafel en schrijft de naam van de overleden medezuster in het boek. <br> | Daarna kan een woord- communiedienst volgen of een gewone eucharistieviering, afhankelijk van wie van het pastoraal team in de viering voorgaat. Bij de absoute haalt de algemene overste het „boek van leven‟ van de kist en gaat daarmee naar de altaartafel en schrijft de naam van de overleden medezuster in het boek. <br> | ||
Daarna komt ze weer vanaf het priesterkoor bij de kist staan met een schaal in haar hand gevuld met wierook. Ze loopt daarmee in stilte rond de kist. Daarna wordt de overleden medezuster, die eens door medezusters in de congregatie is opgenomen naar buiten gereden op weg naar het kloosterkerkhof en door haar eigen medezusters nu uit hun handen aan de Schepper teruggegeven en aan de aarde toevertrouwd. In die slotplechtigheid gaat de algemene overste voor, nodigt de aanwezigen uit voor een gebed. De kist wordt gezegend en daarna neemt ze met een klein schepje wat zand en laat dat op de kist neervallen. Voor elke overleden zuster wordt standaard een gedachtenisprentje uitgegeven en schrijft men een necrologie, eenvoudiger gezegd…… een korte kernachtige levensbeschrijving van die zuster zoals men ze binnen de congregatie heeft ervaren. Al die necrologieën worden voorts keurig gebundeld en in het archief bewaard. <br> | Daarna komt ze weer vanaf het priesterkoor bij de kist staan met een schaal in haar hand gevuld met wierook. Ze loopt daarmee in stilte rond de kist. Daarna wordt de overleden medezuster, die eens door medezusters in de congregatie is opgenomen naar buiten gereden op weg naar het kloosterkerkhof en door haar eigen medezusters nu uit hun handen aan de Schepper teruggegeven en aan de aarde toevertrouwd. In die slotplechtigheid gaat de algemene overste voor, nodigt de aanwezigen uit voor een gebed. De kist wordt gezegend en daarna neemt ze met een klein schepje wat zand en laat dat op de kist neervallen. Voor elke overleden zuster wordt standaard een gedachtenisprentje uitgegeven en schrijft men een necrologie, eenvoudiger gezegd…… een korte kernachtige levensbeschrijving van die zuster zoals men ze binnen de congregatie heeft ervaren. Al die necrologieën worden voorts keurig gebundeld en in het archief bewaard. <br> | ||
In juni 2010 is het kerkhof van het moederhuis volledig geruimd, zijn 34 zusters herbegraven op de congregatiebegraafplaats aan de | In juni 2010 is het kerkhof van het moederhuis volledig geruimd, zijn 34 zusters herbegraven op de congregatiebegraafplaats aan de Eerdsebaan en zijn de stoffelijke resten van de andere 106 overleden zusters in kisten verzameld en zijn voor deze groep op het kerkhof op een speciale gedenkmuur hun namen aangebracht bij de witte steen met het opschrift „Geborgen in Uw naam‟.<br> | ||
{|border="0" cellspacing="0" alghn="Left" celpadding="2" | {|border="0" cellspacing="0" alghn="Left" celpadding="2" | ||
|align="center|[[Afbeelding:Klooster 16.jpg|200px|thumb|left|De zij-ingang van de kapel die men gebruikt om vanuit de afscheidsviering van een overleden medezuster naar het kerkhof te wandelen voor het definitieve afscheid.]] | |align="center|[[Afbeelding:Klooster 16.jpg|200px|thumb|left|De zij-ingang van de kapel die men gebruikt om vanuit de afscheidsviering van een overleden medezuster naar het kerkhof te wandelen voor het definitieve afscheid.]] | ||
Regel 174: | Regel 173: | ||
=== '''Het gasthuis''' === | === '''Het gasthuis''' === | ||
[[Bestand:Klooster 18.jpg|200px|thumb|De beeltenis van de heilige Elisabeth zoals aangebracht aan de gevel van het gasthuis uit 1870 aan de zijde van de Kloosterstraat.]] | [[Bestand:Klooster 18.jpg|200px|thumb|De beeltenis van de heilige Elisabeth zoals aangebracht aan de gevel van het gasthuis uit 1870 aan de zijde van de Kloosterstraat.]] | ||
De opvattingen rond de verzorging van zieken, ouden van dagen, waaronder ook pensiongasten van het nieuwe gasthuis, staan mooi beschreven in een boeiend basisdocument nl. een met de hand geschreven, maar helaas ongedateerd, gasthuisreglement. Het is aangetroffen in het kloosterarchief en bestaat uit maar liefst 21 artikelen, een typisch product van die tijd. Daarin staat vrij gedetailleerd aangegeven hoe de zusters er hun werk moeten doen en hoe er een sterk rooms katholiek stempel op de ziekenverpleging en verzorging der ouden van dagen gedrukt moet worden. Enige artikelen om dit te illustreren zijn bv.: | De opvattingen rond de verzorging van zieken, ouden van dagen, waaronder ook pensiongasten van het nieuwe gasthuis, staan mooi beschreven in een boeiend basisdocument nl. een met de hand geschreven, maar helaas ongedateerd, gasthuisreglement. Het is aangetroffen in het kloosterarchief en bestaat uit maar liefst 21 artikelen, een typisch product van die tijd. Daarin staat vrij gedetailleerd aangegeven hoe de zusters er hun werk moeten doen en hoe er een sterk rooms katholiek stempel op de ziekenverpleging en verzorging der ouden van dagen gedrukt moet worden. Enige artikelen om dit te illustreren zijn bv.: art. 1 ”het gasthuis is bestemd voor minvermogende roomsch katholieken”; art. 5 ”de zusters zullen er zich bijzonder op toeleggen om de zieken in hun geestelijke nood behulpzaam te zijn om hen liefde tot God, godsdienst en deugd in te boezemen, hen tot de onderhouding van de godsdienstplichten aan te sporen en alzoo hunne zaligheid te bevorderen”; art. 6 ”dagelijks 's morgens en 's avonds zal men aan de zieken duidelijk voorbidden of voorlezen het Onze Vader, Weesgegroet, de tien geboden Gods, de vijf geboden der H.Kerk, de zeven H. Sacramenten; art. 7 ”dikwijls zal men de zieken opwekken om al hun lijden en hunne kwellingen aan God op te dragen en voor Hem de deugd van gelatenheid en overgeving af te smeeken en 's avonds zal men hen aansporen om hun geweten te onderzoeken en over de begane fouten aan God vergiffenis te vragen”. <br> | ||
art. 1 ”het gasthuis is bestemd voor minvermogende roomsch katholieken”; | Het zal de voorbijganger die in de Kloosterstraat een blik werpt op de zijgevel van het kloostercomplex, nl. het gedeelte van het in 1870 ver | ||
art. 5 ”de zusters zullen er zich bijzonder op toeleggen om de zieken in hun geestelijke nood behulpzaam te zijn om hen liefde tot God, godsdienst en deugd in te boezemen, hen tot de onderhouding van de godsdienstplichten aan te sporen en alzoo hunne zaligheid te bevorderen”; | bouwde gasthuis, niet ontgaan dat aan die gevel een beeld prijkt. Het stelt de heilige [[Sint Elisabeth van Hongarije|Elisabeth van Hongarije]] voor, de dochter van koning Andreas van Hongarije. Geboren in 1207 huwt ze op jonge leeftijd de landgraaf van Thüringen, die overigens in 1227 tijdens een van de kruistochten om het leven komt. Sinds die tijd heeft Elisabeth een nieuwe keuze gemaakt in haar leven en wordt lid van de derde orde van Sint Franciscus. In die rol heeft ze zich geheel gewijd aan de verzorging van armen en zieken. Op 17 november 1231 overlijdt ze te Warburg en wordt vrij kort daarop al heilig verklaard. Haar sterfdag is tevens haar feestdag in de heiligenkalender, die in 1969 is herzien. In Nederland is Elisabeth daarom de patrones geworden van vele zieken- en gasthuizen en van de armenzorg door vrouwen. Binnen Schijndel is een tastbare herinnering aan haar de voormalige vrouwenvereniging van de H. Elisabeth, waarvan in het parochiearchief van de Servatiusparochie nog een reglement uit 1919 is te vinden.<br> | ||
art. 6 ”dagelijks 's morgens en 's avonds zal men aan de zieken duidelijk voorbidden of voorlezen het Onze Vader, Weesgegroet, de tien geboden Gods, de vijf geboden der H.Kerk, de zeven H. Sacramenten; | In het begin van de 20e eeuw kampt men in het gasthuis continu met ruimtegebrek. Een zinsnede uit het memoriaalboek illustreert dit overduidelijk als men schrijft: “Het bestaande gasthuis bleek veel te klein. Aanhoudend moesten zieken zowel als blijvende ouden van dagen afgewezen worden”.<br> | ||
art. 7 ”dikwijls zal men de zieken opwekken om al hun lijden en hunne kwellingen aan God op te dragen en voor Hem de deugd van gelatenheid en overgeving af te smeeken en 's avonds zal men hen aansporen om hun geweten te onderzoeken en over de begane fouten aan God vergiffenis te vragen”. <br> | |||
Het zal de voorbijganger die in de Kloosterstraat een blik werpt op de zijgevel van het kloostercomplex, nl. het gedeelte van het in 1870 | |||
In het begin van de | |||
Een onaanvaardbare situatie die vroeg om een adequate oplossing. In 1907 is daarom aan [[Norbertus Willibrordus Leonardus Baekers (1839 - 1920)|pastoor Baekers]] het voorstel gedaan om voor rekening van het kerkbestuur een gasthuis te bouwen. De congregatie zou dan het terrein afstaan en ook alle fondsen van het gasthuis. Daarnaast is ook sprake geweest van de bouw van een besmettingshuis, dat vervolgens door de congregatie van meubilair voorzien zou worden. Geen van de plannen is doorgegaan. De zusters hebben zich binnen moederhuis en gasthuis voortdurend moeten behelpen tot 1934. <br> | Een onaanvaardbare situatie die vroeg om een adequate oplossing. In 1907 is daarom aan [[Norbertus Willibrordus Leonardus Baekers (1839 - 1920)|pastoor Baekers]] het voorstel gedaan om voor rekening van het kerkbestuur een gasthuis te bouwen. De congregatie zou dan het terrein afstaan en ook alle fondsen van het gasthuis. Daarnaast is ook sprake geweest van de bouw van een besmettingshuis, dat vervolgens door de congregatie van meubilair voorzien zou worden. Geen van de plannen is doorgegaan. De zusters hebben zich binnen moederhuis en gasthuis voortdurend moeten behelpen tot 1934. <br> | ||
In 1934 pas zijn alle pensiongasten en ouden van dagen overgehuisd naar het nieuw gebouwde klooster van Sint- | In 1934 pas zijn alle pensiongasten en ouden van dagen overgehuisd naar het nieuw gebouwde klooster van Sint-Lidwina aan de Boschweg annex pension voor ouden van dagen en ziekenhuis en kreeg men binnen het moederhuiscomplex „wat meer lucht en armslag‟. | ||
Regel 200: | Regel 196: | ||
Kapel 1898. <br> | Kapel 1898. <br> | ||
Beeld "Sint Antonius van Padua met Kind" in park, kerkhof voor de kloosterzusters met Calvarieberg, Lourdesgrot tegenover Refter. <br> | Beeld "Sint Antonius van Padua met Kind" in park, kerkhof voor de kloosterzusters met Calvarieberg, Lourdesgrot tegenover Refter. <br> | ||
Diverse schilderijen en meubilair uit de bouwtijd, alsmede op de zolderverdieping een particulier museum bestaande uit missionaris-geschenken en gebruiksvoorwerpen uit de | Diverse schilderijen en meubilair uit de bouwtijd, alsmede op de zolderverdieping een particulier museum bestaande uit missionaris-geschenken en gebruiksvoorwerpen uit de 18e en 19e eeuw. <br> | ||
Zeer grote tuin, waarin ook waterpartij met fontein, omheining door hoge beukenhaag. <br> | Zeer grote tuin, waarin ook waterpartij met fontein, omheining door hoge beukenhaag. <br> | ||
Cultuurhistorisch belang, bouwstijl, ligging, gaafheid. <br> | Cultuurhistorisch belang, bouwstijl, ligging, gaafheid. <br> | ||
Regel 206: | Regel 202: | ||
Er zijn diverse verbouwingen geweest. Ca. 1919-1920 werd er een derde verdieping aan toegevoegd. In 1979 is een groot deel van het complex afgebroken, namelijk het internaat en vervangen door nieuwbouw. <br> | Er zijn diverse verbouwingen geweest. Ca. 1919-1920 werd er een derde verdieping aan toegevoegd. In 1979 is een groot deel van het complex afgebroken, namelijk het internaat en vervangen door nieuwbouw. <br> | ||
De kapel: eenbeukige kruiskapel met halfronde absis. Houten kruisribgewelf gesteund door smalle kolonetten. Meubilair en glas-in-lood gemoderniseerd, de gebrandschilderde ramen zijn van Pieter Wiegersma, uit 1984. De zwarte naamse steen op de vloer is ook nieuw. Op de wanden een kruiswegstatie in zwarte en witte tegels uit 1936 van Charles Eyck. In de linkerzijkapel een enkele icoon voorstellende de Moeder van Goede Bijstand. <br> | De kapel: eenbeukige kruiskapel met halfronde absis. Houten kruisribgewelf gesteund door smalle kolonetten. Meubilair en glas-in-lood gemoderniseerd, de gebrandschilderde ramen zijn van Pieter Wiegersma, uit 1984. De zwarte naamse steen op de vloer is ook nieuw. Op de wanden een kruiswegstatie in zwarte en witte tegels uit 1936 van Charles Eyck. In de linkerzijkapel een enkele icoon voorstellende de Moeder van Goede Bijstand. <br> | ||
In de gang naar de kapel staan | In de gang naar de kapel staan 19e eeuwse houten beelden van ondermeer Sint Jozef.<br> | ||
<gallery caption="Foto's van het Moederhuis behorende bij het Monumenten Inventarisatie Project 1990." widths="200" hieghts="200"> | <gallery caption="Foto's van het Moederhuis behorende bij het Monumenten Inventarisatie Project 1990." widths="200" hieghts="200"> | ||
Regel 248: | Regel 244: | ||
=== '''Beschrijving van het exterieur''' === | === '''Beschrijving van het exterieur''' === | ||
De voorgevel aan de Pastoor van Erpstraat heeft een lengte-omvang van 15 vensterassen en heeft twee verdiepingen plus een zolder onder afgetopt zadeldak. <br> | De voorgevel 'aan de Pastoor van Erpstraat heeft een lengte-omvang van 15 vensterassen en heeft twee verdiepingen plus een zolder onder afgetopt zadeldak. <br> | ||
De gevelindeling bestaat uit een [https://nl.wikipedia.org/wiki/Risaliet middenrisaliet] met fronton en zijrisalieten met topgevels. De hoofdingang bevindt zich in de middenrisaliet. Voor de ingang is een open zuilenportiek van tufsteen onder plat met vier hardstenen treden geplaatst. Boven de eikenhouten vleugeldeur is een halfrond glas-in-lood bovenlicht aangebracht. In een tegeltableau boven de ingang staat in blauw de tekst: | De gevelindeling bestaat uit een [https://nl.wikipedia.org/wiki/Risaliet middenrisaliet] met fronton en zijrisalieten met topgevels. De hoofdingang bevindt zich in de middenrisaliet. Voor de ingang is een open zuilenportiek van tufsteen onder plat met vier hardstenen treden geplaatst. Boven de eikenhouten vleugeldeur is een halfrond glas-in-lood bovenlicht aangebracht. In een tegeltableau boven de ingang staat in blauw de tekst: | ||
::::''''''St.-Jozefklooster. Ora et labora''''''. | ::::''''''St.-Jozefklooster. Ora et labora''''''. | ||
Regel 263: | Regel 259: | ||
De tweelaags gevels aan weerszijden van de middenrisaliet en de rechter gevel bestaan uit vernieuwde ramen onder getoogde strekken met tufstenen aanzet- en sluitstenen, die gevat worden onder een bakstenen rand die rust op een bakstenen cordonlijst. Onder de dakrand zijn twee bloktand- en een muizetandlijst ingemetseld. <br> | De tweelaags gevels aan weerszijden van de middenrisaliet en de rechter gevel bestaan uit vernieuwde ramen onder getoogde strekken met tufstenen aanzet- en sluitstenen, die gevat worden onder een bakstenen rand die rust op een bakstenen cordonlijst. Onder de dakrand zijn twee bloktand- en een muizetandlijst ingemetseld. <br> | ||
De gevels van de kapel worden gestut door getrapte steunberen en hebben drie ingemetselde muizetandlijsten onder de dakrand. Tussen de steunberen is telkens een drietal vensters aangebracht, te weten een groot rond glas-in-lood venster boven twee gekoppelde spitsboogvensters. Het zadeldak van het schip en het wolfsdak van het transept zijn gedekt met leien in rijndekking. Het koor en de absis zijn gedekt met leien in [https://nl.wikipedia.org/wiki/Maasdak maasdekking]. Op de [https://nl.wikipedia.org/wiki/Apsis_(architectuur) absis] staat een smeedijzeren kruis. Boven de ingangspartij is een klokkentorentje gebouwd. Tegen de linker zijgevel van de kapel (nabij de refter) is een Lourdesgrot gebouwd. Het transept heeft aan deze zijde een nieuwe ingang gekregen.<br> | De gevels van de kapel worden gestut door getrapte steunberen en hebben drie ingemetselde muizetandlijsten onder de dakrand. Tussen de steunberen is telkens een drietal vensters aangebracht, te weten een groot rond glas-in-lood venster boven twee gekoppelde spitsboogvensters. Het zadeldak van het schip en het wolfsdak van het transept zijn gedekt met leien in rijndekking. Het koor en de absis zijn gedekt met leien in [https://nl.wikipedia.org/wiki/Maasdak maasdekking]. Op de [https://nl.wikipedia.org/wiki/Apsis_(architectuur) absis] staat een smeedijzeren kruis. Boven de ingangspartij is een klokkentorentje gebouwd. Tegen de linker zijgevel van de kapel (nabij de refter) is een Lourdesgrot gebouwd. Het transept heeft aan deze zijde een nieuwe ingang gekregen.<br> | ||
De tuinen. | |||
De tuinen. | |||
In de tuin achter het klooster is een nieuwe werkplaats gebouwd en hier ligt het kerkhof van de zusters met een calvarieberg. De tuinaanleg bestaat uit enkele oude eikenbomen, grasvelden en veel jonge aanplant van heesters en coniferen. De (appel)boomgaard en sierteeltkwekerij achter Pastoor van Erpstraat 6-12 zijn eigendom van het klooster. Dit terrein is omgeven door een hoge beukenhaag en een beek. Op het aansluitende perceel erachter is een park aangelegd bestaande uit vrijwel uitsluitend eikenbomen en beukebomen en een vijver met treurwilg. <br> | In de tuin achter het klooster is een nieuwe werkplaats gebouwd en hier ligt het kerkhof van de zusters met een calvarieberg. De tuinaanleg bestaat uit enkele oude eikenbomen, grasvelden en veel jonge aanplant van heesters en coniferen. De (appel)boomgaard en sierteeltkwekerij achter Pastoor van Erpstraat 6-12 zijn eigendom van het klooster. Dit terrein is omgeven door een hoge beukenhaag en een beek. Op het aansluitende perceel erachter is een park aangelegd bestaande uit vrijwel uitsluitend eikenbomen en beukebomen en een vijver met treurwilg. <br> | ||
De landbouwschuur tussen Pastoor van Erpstraat en de boomgaard is in 1953 gebouwd naar ontwerp van Ch.J. van Liempd. Het rechthoekige gebouw met wolfdak, dat gedekt is met rode muiderpannen, is inmiddels verbouwd tot autogarages aan één zijde. De bakstenen muren worden gestut door afgeschuinde steunberen. | De landbouwschuur tussen Pastoor van Erpstraat en de boomgaard is in 1953 gebouwd naar ontwerp van Ch.J. van Liempd. Het rechthoekige gebouw met wolfdak, dat gedekt is met rode muiderpannen, is inmiddels verbouwd tot autogarages aan één zijde. De bakstenen muren worden gestut door afgeschuinde steunberen. | ||
=== '''Beschrijving van het interieur''' === | === '''Beschrijving van het interieur''' === | ||
Het bescheiden portiek achter de hoofdingang staat in een open verbinding met een octogonale hal. In deze | Het bescheiden portiek achter de hoofdingang staat in een open verbinding met een octogonale hal. In deze hai begint een stelsel van gangen en trappenhuizen die rondom de binnenhof zijn gesitueerd. Het interieur is in de jaren tachtig grondig gerenoveerd. Op de begane grond zijn voornamelijk dienstvertrekken en recreatiezalen gelegen. Links naast de kapel ligt de refter. Op de verdiepingen bevinden zich de vertrekken van de zusters met op de hoeken gezamenlijke ontspanningsruimten. <br> | ||
De kapel. <br> | De kapel. <br> | ||
Regel 285: | Regel 280: | ||
De stichting van de congregatie en de bouw van het klooster getuigen van een geestelijke ontwikkelingsfase in Schijndel. | De stichting van de congregatie en de bouw van het klooster getuigen van een geestelijke ontwikkelingsfase in Schijndel. | ||
== ''' | == '''Fotoalbum''' == | ||
Fotoalbum Moederhuis [https://www.heemkundekringschijndel.nl/collectie/beeldmateriaal/?diw-id=brabantcloud_enb-83-beeldmateriaal_enb-83.beeldmateriaal-620b3fa2-a2d8-796c-eae1-b8b9ca6947b7-b71d05ee-8232-11e5-bec9-3f3011dd4a7a/ buitenzijde]<br> | |||
Fotoalbum Moederhuis [https://www.heemkundekringschijndel.nl/collectie/beeldmateriaal/?diw-id=brabantcloud_enb-83-beeldmateriaal_enb-83.beeldmateriaal-620b3fa2-a2d8-796c-eae1-b8b9ca6947b7-b737e238-8232-11e5-bf45-b7488fcb9cf4/ interieur]<br> | |||
Fotoalbum Moederhuis [https://www.heemkundekringschijndel.nl/collectie/beeldmateriaal/?diw-id=brabantcloud_enb-83-beeldmateriaal_enb-83.beeldmateriaal-620b3fa2-a2d8-796c-eae1-b8b9ca6947b7-b72c3384-8232-11e5-bf0e-c7005117ba63/ kloostertuin]<br> | |||
Fotoalbum Moederhuis kloosterkapel en [https://www.heemkundekringschijndel.nl/collectie/beeldmateriaal/?diw-id=brabantcloud_enb-83-beeldmateriaal_enb-83.beeldmateriaal-620b3fa2-a2d8-796c-eae1-b8b9ca6947b7-b7334e8a-8232-11e5-bf2f-fb8faf9d11df/ kerkhof]<br> | |||
Fotoalbum Moederhuis in de 2e [https://www.heemkundekringschijndel.nl/collectie/beeldmateriaal/?diw-id=brabantcloud_enb-83-beeldmateriaal_enb-83.beeldmateriaal-620b3fa2-a2d8-796c-eae1-b8b9ca6947b7-0466a3e9-17e9-e434-059a-f58428ac4c84/ wereldoorlog]<br> | |||
Fotoalbum Moederhuis [https://www.heemkundekringschijndel.nl/collectie/beeldmateriaal/?diw-id=brabantcloud_enb-83-beeldmateriaal_enb-83.beeldmateriaal-620b3fa2-a2d8-796c-eae1-b8b9ca6947b7-b72dac00-8232-11e5-bf15-776aea21bd92/ Kweekschool]<br> | |||
< | |||
== '''Video''' == | == '''Video''' == | ||
Video [https://www.youtube.com/watch?v=wOTylotuGlc/ Klooster Zusters van Liefde] | Video [https://www.youtube.com/watch?v=wOTylotuGlc/ Klooster Zusters van Liefde] | ||
[[Categorie: | [[Categorie:Gebouwen]] | ||
[[Categorie:Kloosterorde]] | [[Categorie:Kloosterorde]] | ||
[[Categorie: | [[Categorie:Pastoor van Erpstraat 01]] | ||
{{appendix}} | {{appendix}} |