Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Bewerken van Middeleeuwse kruikjes

Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Waarschuwing: U bent niet aangemeld. Uw IP-adres zal voor iedereen zichtbaar zijn als u wijzigingen op deze pagina maakt. Wanneer u zich aanmeldt of een account aanmaakt, dan worden uw bewerkingen aan uw gebruikersnaam toegeschreven. Daarnaast zijn er andere voordelen.

Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.

Huidige versie Uw tekst
Regel 1: Regel 1:
== '''Middeleeuwse kruikjes<ref>Heemkundeblad tweede jaargang nummer 1 bladzijden 9 tot en met 12</ref>''' ==
== '''Middeleeuwse kruikjes<ref>Heemkundeblad tweede jaargang nummer 1 bladzijden 9 tot en met 12</ref>''' ==
Drie middeleeuwse aardewerk kruikjes, bij elkaar aangetroffen. De vondst werd in de 20<sup>e</sup> eeuw gedaan. Een archeologische vondst ontleent haar waarde niet alleen aan zichzelf. Op zich kan zij zelfs géén waarde hebben. zoals bijvoorbeeld een oude scherf. Maar zij ontleent haar waarde ook en soms zelfs véél meer - aan de omstandigheden waarin zij werd aangetroffen. Waar, hoe, dat wil zeggen in welke situatie, werd zij gevonden. Het zijn deze, zogenoemde vondstomstandigheden, die door de archeoloog kunnen worden "gelezen" en die op die manier een stuk geschiedenis voor ons kunnen openbaren.<br>
Drie middeleeuwse aardewerk kruikjes, bij elkaar aangetroffen. De vondst werd in de 20e eeuw gedaan. Een archeologische vondst ontleent haar waarde niet alleen aan zichzelf. Op zich kan zij zelfs géén waarde hebben. zoals bijvoorbeeld een oude scherf. Maar zij ontleent haar waarde ook en soms zelfs véél meer - aan de omstandigheden waarin zij werd aangetroffen. Waar, hoe, dat wil zeggen in welke situatie, werd zij gevonden. Het zijn deze, zogenoemde vondstomstandigheden, die door de archeoloog kunnen worden "gelezen" en die op die manier een stuk geschiedenis voor ons kunnen openbaren.<br>
<br>
<br>
Van de vondst van de drie kruikjes waar het hier over gaat, zijn de vondstomstandigheden nauwelijks bekend. Van de vondst “in situ" al helemaal niet. Wel is de vondstplaats summier overgeleverd. Die plaats komt later aan de orde, al kan dat de echte archeologische vragen (zoals “waarom deze kruikjes hier") niet meer oplossen. Eerst dan het verhaal van de kruikjes zelf. In het jaar 1949 werden ze gevonden tijdens sloopwerkzaamheden van een huis langs de Hoofdstraat op de plaats waar tegenwoordig [[Tausch Optiek & Juwelier|juwelier Tausch]] is gevestigd. Het was de [[Aannemersbedrijf Goossens|aannemer G. Goossens]] die het sloopwerk uitvoerde. Twee van de gevonden kruikjes zijn later terecht gekomen bij zijn dochter mevrouw G. Goossens; het derde kannetje, dat volkomen gaaf was, kwam in handen van een medewerker van de aannemer.<br>
Van de vondst van de drie kruikjes waar het hier over gaat, zijn de vondstomstandigheden nauwelijks bekend. Van de vondst “in situ" al helemaal niet. Wel is de vondstplaats summier overgeleverd. Die plaats komt later aan de orde, al kan dat de echte archeologische vragen (zoals “waarom deze kruikjes hier") niet meer oplossen. Eerst dan het verhaal van de kruikjes zelf. In het jaar 1949 werden ze gevonden tijdens sloopwerkzaamheden van een huis langs de Hoofdstraat op de plaats waar tegenwoordig juwelier Tausch is gevestigd. Het was de [[Aannemersbedrijf Goossens|aannemer G. Goossens]] die het sloopwerk uitvoerde. Twee van de gevonden kruikjes zijn later terecht gekomen bij zijn dochter mevrouw G. Goossens; het derde kannetje, dat volkomen gaaf was, kwam in handen van een medewerker van de aannemer.<br>
<br>
<br>
De twee grootste kannetjes (enigszins beschadigd) werden door de aannemer Goossens gedeponeerd bij de gemeente Schijndel die er geen andere weg mee wist dan ze 9 jaar in de kelder te zetten. Mevrouw G. Goossens heeft het aardewerk toen teruggevraagd en de voorwerpen een aantal jaren in huis gehad. Na de opening van het [[Jan Heestershuis]] heeft ze de voorwerpen aan dit huis aangeboden. Daar staan de kannetjes nu in een kast, al even onzichtbaar opgeborgen als jaren geleden in de gemeentekelder.<br>
De twee grootste kannetjes (enigszins beschadigd) werden door de aannemer Goossens gedeponeerd bij de gemeente Schijndel die er geen andere weg mee wist dan ze 9 jaar in de kelder te zetten. Mevrouw G. Goossens heeft het aardewerk toen teruggevraagd en de voorwerpen een aantal jaren in huis gehad. Na de opening van het [[Jan Heestershuis]] heeft ze de voorwerpen aan dit huis aangeboden. Daar staan de kannetjes nu in een kast, al even onzichtbaar opgeborgen als jaren geleden in de gemeentekelder.<br>
Regel 12: Regel 12:
Het huis was twintig meter diep. Aan de Hoofdstraat-zijde had het een erker. Aan weerszijden van de lange gang lagen een huiskamer en een salon, vier slaapkamers, een keuken en bijkeuken/hal, tezamen acht vertrekken. De woning had twee verdiepingen. Op de eerste verdieping was een grote slaapkamer met een betegelde schoorsteenmantel. Die kamer kon dus verwarmd worden. Op het dak stond een klokkenstoeltje met een luidklokje. De bovenste zolder had een dakkapel met een vaste katrolbalk voor het optakelen van zwaardere voorwerpen. Onder het huis was een ruime kelder die onder vier kamers lag en dus de halve oppervlakte van het huis besloeg. De kelder had twee ingangen: een in de keuken en een in de bijkeuken. Langs de ene lange kelderwand waren houten wijnrekken aangebracht, aan de andere lange keldermuur waren houten appelrekken.<br>
Het huis was twintig meter diep. Aan de Hoofdstraat-zijde had het een erker. Aan weerszijden van de lange gang lagen een huiskamer en een salon, vier slaapkamers, een keuken en bijkeuken/hal, tezamen acht vertrekken. De woning had twee verdiepingen. Op de eerste verdieping was een grote slaapkamer met een betegelde schoorsteenmantel. Die kamer kon dus verwarmd worden. Op het dak stond een klokkenstoeltje met een luidklokje. De bovenste zolder had een dakkapel met een vaste katrolbalk voor het optakelen van zwaardere voorwerpen. Onder het huis was een ruime kelder die onder vier kamers lag en dus de halve oppervlakte van het huis besloeg. De kelder had twee ingangen: een in de keuken en een in de bijkeuken. Langs de ene lange kelderwand waren houten wijnrekken aangebracht, aan de andere lange keldermuur waren houten appelrekken.<br>
<br>
<br>
Van ongeveer 1880 tot 1931 was dit huis eigendom van [[Willem Johannes de Vries]] die meer dan vijftig jaar dierenarts was in Schijndel. Daarna was het tot einde tweede wereldoorlog in bezit van zijn enige dochter mevrouw Anne Maria de Vries.<br>
Van ongeveer 1880 tot 1931 was dit huis eigendom van [[Willem Johannes de Vries]] die meer dan vijftig jaar dierenarts was in Schijndel. Daarna was het tot einde tweede wereldoorlog in bezit van zijn enige dochter mevrouw Anne Maria de Vries. In de negentiende eeuw werd het huis bewoond door Schijndels burgemeester [[Wilhelmus Petrus Verhoeven (1811 - 1890)|Wilhelmus Verhoeven ]](burgemeester van 1844 tot 1874) en eerder door de notarisfamilie [[Jan van Beverwijk]].<br>
Uit kadastraal onderzoek is gebleken dat Willem de Vries geen eigenaar is geweest van dit pand, maar vanaf 1904 zijn dochter tot 1949, toen onteigening door de gemeente plaatsvond.<br>
In de negentiende eeuw werd het huis bewoond door Schijndels burgemeester [[Wilhelmus Petrus Verhoeven (1811 - 1890)|Wilhelmus Verhoeven ]](burgemeester van 1844 tot 1874) en eerder door de notarisfamilie [[Jan van Beverwijk]].<br>
<br>
<br>
Archiefonderzoek maakt duidelijk dat dit patriciërshuis gebouwd is door [[Gijsbert de Jong]], die in de zeventiende eeuw erfsecretaris van Schijndel was. In zijn in 1741 gemaakt testament (hij is dan 87 jaar oud) laat hij dit huis na aan zijn jongste dochter Maria. Hij omschrijft het dan aldus: ''"mijn nieuwe huijsinge en hof en alle meerdere opstal  bij mij gebouwd en bewoont…"''.<br>
Archiefonderzoek maakt duidelijk dat dit patriciërshuis gebouwd is door [[Gijsbert de Jong]], die in de zeventiende eeuw erfsecretaris van Schijndel was. In zijn in 1741 gemaakt testament (hij is dan 87 jaar oud) laat hij dit huis na aan zijn jongste dochter Maria. Hij omschrijft het dan aldus: ''"mijn nieuwe huijsinge en hof en alle meerdere opstal  bij mij gebouwd en bewoont…"''.<br>
Al uw bijdragen aan Schijndelwiki kunnen bewerkt, gewijzigd of verwijderd worden door andere gebruikers. Als u niet wilt dat uw teksten rigoureus aangepast worden door anderen, plaats ze hier dan niet.
U belooft ook dat u de oorspronkelijke auteur bent van dit materiaal of dat u het hebt gekopieerd uit een bron in het publieke domein of een soortgelijke vrije bron (zie Schijndelwiki:Auteursrechten voor details). Gebruik geen materiaal dat beschermd wordt door auteursrecht, tenzij u daarvoor toestemming hebt!

Om de wiki te beschermen tegen geautomatiseerde bewerkingsspam vragen wij u vriendelijk de volgende CAPTCHA op te lossen:

Annuleren Hulp bij bewerken (opent in een nieuw venster)

Op deze pagina gebruikte sjablonen: