U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Bewerken van Hopteelt
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 5: | Regel 5: | ||
== '''Vanouds een bloeiend hopteeltcentrum''' == | == '''Vanouds een bloeiend hopteeltcentrum''' == | ||
Wanneer de hopteelt in Schijndel is geïntroduceerd is niet exact bekend. Vanuit Berlicum weten we dat daar al in 1342 in het gehucht Hasselt sprake is van een hopakker. Schijndel volgt in 1400 met een pachtcontract van een grote hoeve waar een van de pachtcondities is de levering van 2020 hopstaken. De hop gaat op een bepaald moment de bekende ‘gagel’ vervangen. Gagel was in de middeleeuwen een bitter kruid dat in het kruidenmengsel ‘gruit’ voor het brouwen van bier gebruikt werd. Een oude veldnaam als ‘het Gagelveld’ is een duidelijke verwijzing voor het vroegere gebruik van gagel. Langzamerhand neemt vanuit Schijndel de handel in hop toe, tot zelfs over de Noordzee heen. De Schijndelse hopteelt vinden we terug in perceelsnamen als Hopland, Hopakker en tegenwoordig kennen we de [[Hopstraat]], [[Hopstamper]], het [[Hopbelpad]], het [[Hopstakenpad]] en het [[Hopveld]] in een omgeving waar ook nog enkele straten ons herinneren aan de [[Bierbrouwers|bierbrouwerij]] en het brouwproces. Dat Schijndelaren in de regio bekend staan als | Wanneer de hopteelt in Schijndel is geïntroduceerd is niet exact bekend. Vanuit Berlicum weten we dat daar al in 1342 in het gehucht Hasselt sprake is van een hopakker. Schijndel volgt in 1400 met een pachtcontract van een grote hoeve waar een van de pachtcondities is de levering van 2020 hopstaken. De hop gaat op een bepaald moment de bekende ‘gagel’ vervangen. Gagel was in de middeleeuwen een bitter kruid dat in het kruidenmengsel ‘gruit’ voor het brouwen van bier gebruikt werd. Een oude veldnaam als ‘het Gagelveld’ is een duidelijke verwijzing voor het vroegere gebruik van gagel. Langzamerhand neemt vanuit Schijndel de handel in hop toe, tot zelfs over de Noordzee heen. De Schijndelse hopteelt vinden we terug in perceelsnamen als Hopland, Hopakker en tegenwoordig kennen we de [[Hopstraat]], [[Hopstamper]], het [[Hopbelpad]], het [[Hopstakenpad]] en het [[Hopveld]] in een omgeving waar ook nog enkele straten ons herinneren aan de [[Bierbrouwers|bierbrouwerij]] en het brouwproces. Dat Schijndelaren in de regio bekend staan als ‘hopbellen’ is dus min of meer historisch bepaald. Die naamgeving bestaat mogelijk nog niet zo lang, want in een scheldprocessie van zowat en eeuw geleden werden ze niet ‘Hopbellen’ maar ‘Bokken’ genoemd. Eeuwenlang is de hopteelt een continue bron van inkomsten geweest. Binnen het dorp kent men sinds 1755 twee hopwagen, waar onder bepaalde condities alle hop gewogen diende te worden. De [[hopmeester]] stond borg voor de hopkeuring en de kwaliteit van de aangeleverde hop. Als men bedenkt dat er in de 18<sup>e</sup> eeuw over het hele dorp verspreid ruim 100.000 hopkuilen lagen, dan is het duidelijk dat de hopteelt sterk vertegenwoordigd was naast het gewone landbouwbedrijf.<br> | ||
== '''Hopkuilen te Schijndel in 1775''' == | == '''Hopkuilen te Schijndel in 1775''' == |