Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Bewerken van Herberg De Wildeman

Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Waarschuwing: U bent niet aangemeld. Uw IP-adres zal voor iedereen zichtbaar zijn als u wijzigingen op deze pagina maakt. Wanneer u zich aanmeldt of een account aanmaakt, dan worden uw bewerkingen aan uw gebruikersnaam toegeschreven. Daarnaast zijn er andere voordelen.

Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.

Huidige versie Uw tekst
Regel 34: Regel 34:
=== '''De oudste vermelding''' ===
=== '''De oudste vermelding''' ===


Als er in het verleden huizen en landerijen werden verkocht liet men in de regel de transportakte passeren in een van de openbare [[herbergen]] in het dorp. Nu lagen er rondom de [[Servatiuskerk]] eind 16<sup>e</sup> eeuw diverse herbergen want de uitdrukking 'huys ende brouhuys omtrent de kercke' komt nogal eens voor. Uit een openbare verkoping kennen we met zekerheid de Wildeman, die in 1568 in een akte wordt omschreven als 'een openbaer herberge genoempt in den Wildeman', thans het pand van de familie Vousten op de hoek van de [[Pompstraat]]. In wezen kan het huis natuurlijk veel ouder zijn, maar alleen schrifteijk bewijsmateriaal telt in deze! Daarna zwijgen de bronnen ruim een halve eeuw en weten we uit een 'verloren aantekening' dat in 1623 een zekere Peter Claessen brouwer is in de Wildeman.<br>
Als er in het verleden huizen en landerijen werden verkocht liet men in de regel de transportakte passeren in een van de openbare [[herbergen]] in het dorp. Nu lagen er rondom de [[Servatiuskerk]] eind 16de eeuw diverse herbergen want de uitdrukking 'huys ende brouhuys omtrent de kercke' komt nogal eens voor. Uit een openbare verkoping kennen we met zekerheid de Wildeman, die in 1568 in een akte wordt omschreven als 'een openbaer herberge genoempt in den Wildeman', thans het pand van de familie Vousten op de hoek van de [[Pompstraat]]. In wezen kan het huis natuurlijk veel ouder zijn, maar alleen schrifteijk bewijsmateriaal telt in deze! Daarna zwijgen de bronnen ruim een halve eeuw en weten we uit een 'verloren aantekening' dat in 1623 een zekere Peter Claessen brouwer is in de Wildeman.<br>


=== '''Een herberg met een waag''' ===
=== '''Een herberg met een waag''' ===


Bij scheidingen en delingen van roerend en onroerend goed treedt meestal de hele familie aan, zo ook bij de verdeling van de nagelaten goederen van wijlen Jan Jacobs en zijn vrouw Peterken. Met name bij de bespreking van de historie der herbergen en andere belangrijke huizen, zal de lezer vele Schijndelse familienamen zien passeren, omdat al die erfgenamen nu eenmaal een substantieel onderdeel vormen van transportakten. Voor sommigen zal het misschien oninteressant zijn en voor anderen kan het een uitnodiging, een uitdaging of een directe stimulans inhouden om zelf toch maar stamboomonderzoek te gaan doen, om leven en werken van eigen voorouders scherper in beeld te krijgen! Hoe dan ook .....voor de Schijndelse schepenen verschijnen op 25 september 1646 Adriaan zoon van Anthonis Corsten van Sochel man van Jenneken de dochter van Jan Jacob Adriaens van Dijck en diens vrouw Peterken dochter van Jan van Deursen. Dan volgt Herman Terwel gehuwd met Jenneken dochter van Jacob zoon van Jan Jacobs en Peterken samen met Denis Lamberts en Jacob Jan Pennincx voogden over Peeterken en Lamberden kinderen van Lambert Dircx. Deze Lambert was destijds gehuwd met Josyna dochter van Jacob Jacobs en Peterken. Vervolgens verschijnen Hendrik Janssen van Schaeyeijk en Daniel Wouter Pennincx als voogden over Jacob de zoon van Cornelis Willems van Zelandt die gehuwd was met Geertruyt de dochter van Jan Jacobs en Peterken. Aan de kinderen van Dirk Lambert Dirks valt hierbij ten deel een keuken, voorkamer tot en met het gebont waar de voorste deur van de keuken hangt, met uitzicht op de voor de deur gelegen lindeboom en het 'ondersetsel'. Dat ‘ondersetsel’ zal vermoedelijk het gemeentelijk publicatiebord zijn onder de lindeboom. Bovendien krijgen zij de bijgebouwen (timmeragie) en de materialen van het brouwhuis, de hof en boomgaard die daaraan ligt ter grootte van een lopense 'onder [[Lutteleind]]e omtrent de kercke en den Wildeman genoemt', aan de ene zijde en het ene eind belend door de openbare weg. Aan Jacob Cornelis valt ten deel: het achterhuis met de waag en gewichten, de opkamer, het achterkamerke en de gehele kelder met de hof en boomgaard ook groot een lopense.  Daarmee is bevestigd dat de Schijndelse waag aanvankelijk in dit pand was ondergebracht. In de 18<sup>e</sup> eeuw, als om de drie jaar de beide hopwagen verpacht worden, zullen we zien dat die dan elders staan!  Goed vijf jaren later passeert een soortgelijke akte, maar weten we dat Peterken de dochter van Dirk Lambert Dirks gehuwd is met een zekere Hendrik Hendriks Goossens. Als belendingen van het pand worden, buiten de openbare weg, gegeven aan de ene zijde secretaris Niclaes van Griensven en aan het ene en het andere eind een zekere Anthonie van den Bosch. Een deel van het pand wordt verkocht aan Aert de zoon van Jochem Aerts van der Schoot en de koopsom bedraagt f 300,-. Kort na die verkoop meldt zich Denis Lamberts uit Den Dungen die als directe bloedverwant van Jan Jacobs van Dijk meent meer rechten te hebben dan van der Schoot, die gehuwd was Mechteld de dochter van Jan Wouter Pennincx. Hij wil daarom de koop zoals dat heet 'vernaderen', maar ziet daar van af. Vaak was het zo dat meerdere personen  bescheiden aandelen hadden in die brouwerijen of herbergen of er een rente uit moesten betalen. Zo wordt vermeld een rente van 3 gulden en 15 stuivers uit onderpanden, die voorheen toebehoorden aan Jacob Cornelis van Selant en nu aan Niclaes van Griensven, genoemt de Wildeman. Dat betekent in ieder geval dat secretaris van Griensven enige betrokkenheid met deze herberg had of misschien een deel van het pand bewoonde of als secretariaatsruimte benutte. Zo ook betaalt Gerit Adriaen Wolfarts van de Sande een jaarlijkse rente van 10 gulden aan Jan Anthonis Voets den Ouden 'van ende vuyt huys brouhuys hof boomgaert groot omtrent twee loopensen' en als we de belendingen analyseren is de conclusie, dat ook deze rente rust op de Wildeman. Hetzelfde doet hij met een rente van 18 gulden die betaald moet worden uit de Wildeman aan Maijken de weduwe van Jan Janssen de Cock, vermoedelijk ontstaan uit een geldlening. In 1659 staan als belendingen genoteerd aan de ene zijde de weduwe van Niclaes van Griensven cum pueris (= met de kinderen), andere zijde het Steegsken (= de [[Pompstraat]]), ene einde Anthonis Janssen van Den Bosch en het andere eind de openbare weg. Overigens kwam het ook voor dat bepaalde kopers hun koopsom of renten door onbekende omstandigheden niet konden voldoen. Dat overkwam bv. in 1658 de Schijndelse vorster Meester Mathijs Janssen Smit die openlijk belijdt voor de schepenen, dat hij de door hem op 13 october 1655 gekochte helft van het huis en brouwhuis, alsmede de brouwketel, kuip en koelbakken die aan de brouwerij toebehoren, niet kan betalen en ook geen middelen kan bedenken om aan voldoende kapitaal te komen. Iets dergelijks, vermoedelijk een achterstallige rentebetaling, moet ook de achtergrond zijn van de actie van Daniel van der Meulen de rentmeester van de Onze Lieve Vrouwe Broederschap, die 'seeker huys schuur met den hof daer aen gelegen aan de kerck genoemt den Wildeman' in beslag laat nemen. Dat speelt in 1679 en dan zijn de belendende percelen natuurlijk anders ingevuld nl. aan de ene zijde Maijken de weduwe van een zekere van Geffen, de andere zijde en het ene eind de openbare weg en aan het andere eind Anthonis van Den Bosch. In 1684 volgt een herhaling, als het deel van de Wildeman wat toebehoorde aan Gerit Adriaens van de Sande in beslag wordt genomen. Hier betreft het een achterstallige rente uit een geldlening van f 600,-.  <br>
Bij scheidingen en delingen van roerend en onroerend goed treedt meestal de hele familie aan, zo ook bij de verdeling van de nagelaten goederen van wijlen Jan Jacobs en zijn vrouw Peterken. Met name bij de bespreking van de historie der herbergen en andere belangrijke huizen, zal de lezer vele Schijndelse familienamen zien passeren, omdat al die erfgenamen nu eenmaal een substantieel onderdeel vormen van transportakten. Voor sommigen zal het misschien oninteressant zijn en voor anderen kan het een uitnodiging, een uitdaging of een directe stimulans inhouden om zelf toch maar stamboomonderzoek te gaan doen, om leven en werken van eigen voorouders scherper in beeld te krijgen! Hoe dan ook .....voor de Schijndelse schepenen verschijnen op 25 september 1646 Adriaan zoon van Anthonis Corsten van Sochel man van Jenneken de dochter van Jan Jacob Adriaens van Dijck en diens vrouw Peterken dochter van Jan van Deursen. Dan volgt Herman Terwel gehuwd met Jenneken dochter van Jacob zoon van Jan Jacobs en Peterken samen met Denis Lamberts en Jacob Jan Pennincx voogden over Peeterken en Lamberden kinderen van Lambert Dircx. Deze Lambert was destijds gehuwd met Josyna dochter van Jacob Jacobs en Peterken. Vervolgens verschijnen Hendrik Janssen van Schaeyeijk en Daniel Wouter Pennincx als voogden over Jacob de zoon van Cornelis Willems van Zelandt die gehuwd was met Geertruyt de dochter van Jan Jacobs en Peterken. Aan de kinderen van Dirk Lambert Dirks valt hierbij ten deel een keuken, voorkamer tot en met het gebont waar de voorste deur van de keuken hangt, met uitzicht op de voor de deur gelegen lindeboom en het 'ondersetsel'. Dat ‘ondersetsel’ zal vermoedelijk het gemeentelijk publicatiebord zijn onder de lindeboom. Bovendien krijgen zij de bijgebouwen (timmeragie) en de materialen van het brouwhuis, de hof en boomgaard die daaraan ligt ter grootte van een lopense 'onder [[Lutteleind]]e omtrent de kercke en den Wildeman genoemt', aan de ene zijde en het ene eind belend door de openbare weg. Aan Jacob Cornelis valt ten deel: het achterhuis met de waag en gewichten, de opkamer, het achterkamerke en de gehele kelder met de hof en boomgaard ook groot een lopense.  Daarmee is bevestigd dat de Schijndelse waag aanvankelijk in dit pand was ondergebracht. In de 18de eeuw, als om de drie jaar de beide hopwagen verpacht worden, zullen we zien dat die dan elders staan!  Goed vijf jaren later passeert een soortgelijke akte, maar weten we dat Peterken de dochter van Dirk Lambert Dirks gehuwd is met een zekere Hendrik Hendriks Goossens. Als belendingen van het pand worden, buiten de openbare weg, gegeven aan de ene zijde secretaris Niclaes van Griensven en aan het ene en het andere eind een zekere Anthonie van den Bosch. Een deel van het pand wordt verkocht aan Aert de zoon van Jochem Aerts van der Schoot en de koopsom bedraagt f 300,-. Kort na die verkoop meldt zich Denis Lamberts uit Den Dungen die als directe bloedverwant van Jan Jacobs van Dijk meent meer rechten te hebben dan van der Schoot, die gehuwd was Mechteld de dochter van Jan Wouter Pennincx. Hij wil daarom de koop zoals dat heet 'vernaderen', maar ziet daar van af. Vaak was het zo dat meerdere personen  bescheiden aandelen hadden in die brouwerijen of herbergen of er een rente uit moesten betalen. Zo wordt vermeld een rente van 3 gulden en 15 stuivers uit onderpanden, die voorheen toebehoorden aan Jacob Cornelis van Selant en nu aan Niclaes van Griensven, genoemt de Wildeman. Dat betekent in ieder geval dat secretaris van Griensven enige betrokkenheid met deze herberg had of misschien een deel van het pand bewoonde of als secretariaatsruimte benutte. Zo ook betaalt Gerit Adriaen Wolfarts van de Sande een jaarlijkse rente van 10 gulden aan Jan Anthonis Voets den Ouden 'van ende vuyt huys brouhuys hof boomgaert groot omtrent twee loopensen' en als we de belendingen analyseren is de conclusie, dat ook deze rente rust op de Wildeman. Hetzelfde doet hij met een rente van 18 gulden die betaald moet worden uit de Wildeman aan Maijken de weduwe van Jan Janssen de Cock, vermoedelijk ontstaan uit een geldlening. In 1659 staan als belendingen genoteerd aan de ene zijde de weduwe van Niclaes van Griensven cum pueris (= met de kinderen), andere zijde het Steegsken (= de [[Pompstraat]]), ene einde Anthonis Janssen van Den Bosch en het andere eind de openbare weg. Overigens kwam het ook voor dat bepaalde kopers hun koopsom of renten door onbekende omstandigheden niet konden voldoen. Dat overkwam bv. in 1658 de Schijndelse vorster Meester Mathijs Janssen Smit die openlijk belijdt voor de schepenen, dat hij de door hem op 13 october 1655 gekochte helft van het huis en brouwhuis, alsmede de brouwketel, kuip en koelbakken die aan de brouwerij toebehoren, niet kan betalen en ook geen middelen kan bedenken om aan voldoende kapitaal te komen. Iets dergelijks, vermoedelijk een achterstallige rentebetaling, moet ook de achtergrond zijn van de actie van Daniel van der Meulen de rentmeester van de Onze Lieve Vrouwe Broederschap, die 'seeker huys schuur met den hof daer aen gelegen aan de kerck genoemt den Wildeman' in beslag laat nemen. Dat speelt in 1679 en dan zijn de belendende percelen natuurlijk anders ingevuld nl. aan de ene zijde Maijken de weduwe van een zekere van Geffen, de andere zijde en het ene eind de openbare weg en aan het andere eind Anthonis van Den Bosch. In 1684 volgt een herhaling, als het deel van de Wildeman wat toebehoorde aan Gerit Adriaens van de Sande in beslag wordt genomen. Hier betreft het een achterstallige rente uit een geldlening van f 600,-.  <br>


=== '''Een weduwe in de problemen''' ===
=== '''Een weduwe in de problemen''' ===
Regel 52: Regel 52:
=== '''Een inspectierapport in aantocht''' ===
=== '''Een inspectierapport in aantocht''' ===


Voor de forse prijs van f 1.150,- is het Anthony Peters van der Sande die in 1739 de zaak, nagelaten door zijn ouders, van de hand doet en doorverkoopt aan Peter Gijsbert Smits. Het complex begint langzamerhand mankementen te vertonen. Huurders deden ook al in de 18<sup>e</sup> eeuw van tijd tot tijd hun beklag bij de huiseigenaren. Nu woonde in 1747 als huurder in de Wildeman de klokkenmaker of 'horologiemaeker' Adriaan Janssen Voets. Hij had al meermaals aangeklopt bij verhuurder Goyaert van der Schoot met het vriendelijke verzoek reparaties aan het huis te laten uitvoeren. Die bleven echter uit. Volgens Voets was 't juist 'het waeter van den heemel affkomende' dat hem veel schade berokkende, met name aan zijn winkelwaren en meubilair, dat aan bederf bloot stond. Op 19 mei 1747 is het dan eindelijk zover. Enkele deskundigen worden ingehuurd om een nadere inspectie uit te voeren en te rapporteren hoe de staat van onderhoud is en wat voor noodzakelijke reparaties gerealiseerd dienen te worden.  Zo'n inspectierapport onthult soms details over het interieur. De inspecteurs komen tot de conclusie dat de plavuizen die op het opkamertje liggen ten dele zijn gebarsten of geheel gebroken en in wezen als onbruikbaar betiteld moeten worden. Op de zolder ontdekt men bij het pannendak en het strooien gedeelte aan weerszijden scheuren en kieren, waardoor het hemelwater naar binnen sijpelt. Ook de zolderplanken lieten veel te wensen over en het was onverantwoord er droog goed neer te leggen. In de achterste keuken, waar 'den smits in gehouden is' m.a.w. waar smederijwerkzaamheden werden uitgevoerd, treft men een groot gat aan in het dak doordat het houtwerk geheel verrot was, veroorzaakt door het regenwater dat door het pannendak naar beneden is gelopen. Achter het huis zijn alle deuren, zowel de grote als de kleine, in dusdanige slechte staat en 'gansch onbequaam om te sluyten'. De houten putkuip om de waterput is een grote bouwval met alle gevaren van dien. Iemand die in de avonduren er water moet gaan putten loopt het risico er in te vallen en te verdrinken. Ook in de grote binnenkeuken liggen diverse plavuizen los en is zelfs een groot stuk uit de vloer. Al met al geen opwekkend rapport!<br>
Voor de forse prijs van f 1.150,- is het Anthony Peters van der Sande die in 1739 de zaak, nagelaten door zijn ouders, van de hand doet en doorverkoopt aan Peter Gijsbert Smits. Het complex begint langzamerhand mankementen te vertonen. Huurders deden ook al in de 18de eeuw van tijd tot tijd hun beklag bij de huiseigenaren. Nu woonde in 1747 als huurder in de Wildeman de klokkenmaker of 'horologiemaeker' Adriaan Janssen Voets. Hij had al meermaals aangeklopt bij verhuurder Goyaert van der Schoot met het vriendelijke verzoek reparaties aan het huis te laten uitvoeren. Die bleven echter uit. Volgens Voets was 't juist 'het waeter van den heemel affkomende' dat hem veel schade berokkende, met name aan zijn winkelwaren en meubilair, dat aan bederf bloot stond. Op 19 mei 1747 is het dan eindelijk zover. Enkele deskundigen worden ingehuurd om een nadere inspectie uit te voeren en te rapporteren hoe de staat van onderhoud is en wat voor noodzakelijke reparaties gerealiseerd dienen te worden.  Zo'n inspectierapport onthult soms details over het interieur. De inspecteurs komen tot de conclusie dat de plavuizen die op het opkamertje liggen ten dele zijn gebarsten of geheel gebroken en in wezen als onbruikbaar betiteld moeten worden. Op de zolder ontdekt men bij het pannendak en het strooien gedeelte aan weerszijden scheuren en kieren, waardoor het hemelwater naar binnen sijpelt. Ook de zolderplanken lieten veel te wensen over en het was onverantwoord er droog goed neer te leggen. In de achterste keuken, waar 'den smits in gehouden is' m.a.w. waar smederijwerkzaamheden werden uitgevoerd, treft men een groot gat aan in het dak doordat het houtwerk geheel verrot was, veroorzaakt door het regenwater dat door het pannendak naar beneden is gelopen. Achter het huis zijn alle deuren, zowel de grote als de kleine, in dusdanige slechte staat en 'gansch onbequaam om te sluyten'. De houten putkuip om de waterput is een grote bouwval met alle gevaren van dien. Iemand die in de avonduren er water moet gaan putten loopt het risico er in te vallen en te verdrinken. Ook in de grote binnenkeuken liggen diverse plavuizen los en is zelfs een groot stuk uit de vloer. Al met al geen opwekkend rapport!<br>


=== '''Weer een nieuwe eigenaar''' ===
=== '''Weer een nieuwe eigenaar''' ===
Regel 64: Regel 64:
=== '''Een indrukwekkende inboedel''' ===
=== '''Een indrukwekkende inboedel''' ===


Peter Peters Verkuijlen had al in 1782 als voogden aangesteld over zijn minderjarige zoon Willem, de heren Jan van den Akker en Anthony Johannis Vorstenbos. Door het overlijden van Piet Verkuijlen, weduwnaar van Peternel Willems van Zutven, kwamen zij als voogden of momboiren voor de taak te staan een inventarisatie te maken van de nagelaten goederen van de overledene. Allereerst het onroerend goed, bestaande in 'eene huysinge, hoff en verdere geregtigheeden van dien genaemt den Wildeman, groot omtrent een loopense in de Regtestraet' met als belendingen ene zijde en ene einde de openbare weg, andere zijde Niklaas van Schaardenburgh en het andere einde Hendrikus Wouter van Delft. Dit pand had hij via een publieke verkoping in handen gekregen van de voogden van Justinus de minderjarige zoon van Hendrik Schoenmakers, waarvan de transportakte was gedateerd 14 maart 1760. Uit dit huis betaalde men aan lasten 2 duiten cijns uit een meerdere cijns van 6 duiten aan de Heer van Helmond. Tot het onroerend goed behoorden bovendien een akker in [[de Beemd]] in de Bulten en een akker op de [[Steeg]]. Daarna besteden de inventarisanten aandacht aan de roerende goederen zoals veestapel, huisraad en meubilair. Er wordt een keurige indeling gemaakt naar vee, landbouwwerktuigen, koperwerk, tinnen voorwerpen, gebruiksartikelen van aardewerk, ijzeren gebruiksmaterialen, het nodige kuipgereedschap, beddengoed, de voorraad aan turf, hout, boekweit, rogge en bonen, de schulden die nog uitstonden o.a. een kapitaal van f 200,- tegen 4 % ten behoeve van Justinus Hendrik Schoenmakers. De goederen behoorden toe aan de vier kinderen van Piet Verkuijlen te weten Willem, Hendrik, Elisabeth en Geertruij. Men bekent ruiterlijk dat het varken is geslacht voor eigen consumptie. Om de lezer iets te laten proeven van wat men destijds aan huishoudartikelen in huis had, vermelden we het tin- en aardewerk in de taal van toen: eerstelijk seeven tinne schootelen en veertien tinne borden, vier tinne jenevercompkes, een tinne waterpot, een tinne trekpot, een tinne peperbus, zoutvat en mosterpot, veertien tinne leepels en een leepelbordt, vijf tinne maeten; eerstelijk drie bonte aerde schootelen, veertien bonte borden, een aerde kan en een dito pintje, een steene boterpot, een aerde pijppot, een half dosijn Delf(t) toegoet zoo kopjes als schoteltjes, een dito bruijne teepot, een teebusje, een olijkruijxke en een olijvaetje. Aan het slot van de akte verklaart men plechtig en onder ede, dat er geen goederen zijn verduisterd of achtergehouden. In 1828 wordt het pand omschreven als 'huis, winkeliers - , tappers - en landmanswoonhuis, koestal, dorsvloer, schop, erf en hof onder het [[Lutteleind]]e in de Straat ter plaatse genaamd aan de Gemeentenspomp genaamd de Wildeman, de ene zijde het Steegje en de andere zijde de Straat'. In dezelfde publicatie, waarin rondom het oude centrum alle huizen op eigenaars staan beschreven, volgen de namen van de schoenmakers F.J. Schrijvers en J. Schrijvers, J. Schrijvers gehuwd met M.A. van de Laar, vleeshouwer en looier, F.J. Schrijvers gehuwd met J.M. Schevers, slachter en vanaf 1949 A.M. Ausems. Een krantenartikel uit 1954 meldt het volgende bericht: “Woensdag j.l. werd deze oude bekende Schijndelse naam, aan de vergetelheid ontrukt, doordat de Heer A.Ausems een beeltenis hiervan heeft laten aanbrengen bovenaan in de gevel van zijn herbouwd zakenpand. Als u op de  hoek van de Pompstraat staat, ziet u boven in de gevel een kleine ingebouwde nis, waarin een groot beeld staat, een soort Batavier met een grote knots in de hand. Dit stelt voor ‘De Wilde Man’ en heeft betrekking op de zaak welke vroeger hierin was gevestigd. Reeds rond 1570 komt de herberg en brouwerij ‘de Wildeman’ voor in Schijndels geschiedenis en, zoals wordt verhaald, vertelde hier eens een reiziger in vroeger eeuwen het verhaal van het bekende sprookje van ‘Sleutjesspook’. De ouderen Schijndelaren weten vast en zeker nog, dat hier eertijds de zaak was van Fr.Schrijvers. Zijn grootvader veranderde de herberg voor zijn oudste zoon in leerlooierij en voor zijn tweede zoon in schoenmakerij. Op latere leeftijd heeft Fr.Schrijvers zaliger dit pand weer laten veranderen in café, hetgeen toen de naam had van café ‘Modern’. Zoals bekend is dit naderhand gekocht door de Heer Ausems, waardoor dit pand een geheel andere bestemming kreeg. Het is wel aardig, dat de nieuwe eigenaar de historische naam ‘De [[Wildeman]]’ heeft willen bewaren en nu een beeltenis hiervan in de gevel heeft laten aanbrengen. Het is een mooi stuk werk, vervaardigd door de Heer de Bresser uit Den Bosch, beeldhouwer van de St. Jan en uitgevoerd in natuursteen”.<br>
Peter Peters Verkuijlen had al in 1782 als voogden aangesteld over zijn minderjarige zoon Willem, de heren Jan van den Akker en Anthony Johannis Vorstenbos. Door het overlijden van Piet Verkuijlen, weduwnaar van Peternel Willems van Zutven, kwamen zij als voogden of momboiren voor de taak te staan een inventarisatie te maken van de nagelaten goederen van de overledene. Allereerst het onroerend goed, bestaande in 'eene huysinge, hoff en verdere geregtigheeden van dien genaemt den Wildeman, groot omtrent een loopense in de Regtestraet' met als belendingen ene zijde en ene einde de openbare weg, andere zijde Niklaas van Schaardenburgh en het andere einde Hendrikus Wouter van Delft. Dit pand had hij via een publieke verkoping in handen gekregen van de voogden van Justinus de minderjarige zoon van Hendrik Schoenmakers, waarvan de transportakte was gedateerd 14 maart 1760. Uit dit huis betaalde men aan lasten 2 duiten cijns uit een meerdere cijns van 6 duiten aan de Heer van Helmond. Tot het onroerend goed behoorden bovendien een akker in [[de Beemd]] in de Bulten en een akker op de [[Steeg]]. Daarna besteden de inventarisanten aandacht aan de roerende goederen zoals veestapel, huisraad en meubilair. Er wordt een keurige indeling gemaakt naar vee, landbouwwerktuigen, koperwerk, tinnen voorwerpen, gebruiksartikelen van aardewerk, ijzeren gebruiksmaterialen, het nodige kuipgereedschap, beddengoed, de voorraad aan turf, hout, boekweit, rogge en bonen. de schulden die nog uitstonden o.a. een kapitaal van f 200,- tegen 4 % ten behoeve van Justinus Hendrik Schoenmakers. De goederen behoorden toe aan de vier kinderen van Piet Verkuijlen te weten Willem, Hendrik, Elisabeth en Geertruij. Men bekent ruiterlijk dat het varken is geslacht voor eigen consumptie. Om de lezer iets te laten proeven van wat men destijds aan huishoudartikelen in huis had, vermelden we het tin- en aardewerk in de taal van toen: eerstelijk seeven tinne schootelen en veertien tinne borden, vier tinne jenevercompkes, een tinne waterpot, een tinne trekpot, een tinne peperbus, zoutvat en mosterpot, veertien tinne leepels en een leepelbordt, vijf tinne maeten; eerstelijk drie bonte aerde schootelen, veertien bonte borden, een aerde kan en een dito pintje, een steene boterpot, een aerde pijppot, een half dosijn Delf(t) toegoet zoo kopjes als schoteltjes, een dito bruijne teepot, een teebusje, een olijkruijxke en een olijvaetje. Aan het slot van de akte verklaart men plechtig en onder ede, dat er geen goederen zijn verduisterd of achtergehouden. In 1828 wordt het pand omschreven als 'huis, winkeliers - , tappers - en landmanswoonhuis, koestal, dorsvloer, schop, erf en hof onder het [[Lutteleind]]e in de Straat ter plaatse genaamd aan de Gemeentenspomp genaamd de Wildeman, de ene zijde het Steegje en de andere zijde de Straat'. In dezelfde publicatie, waarin rondom het oude centrum alle huizen op eigenaars staan beschreven, volgen de namen van de schoenmakers F.J. Schrijvers en J. Schrijvers, J. Schrijvers gehuwd met M.A. van de Laar, vleeshouwer en looier, F.J. Schrijvers gehuwd met J.M. Schevers, slachter en vanaf 1949 A.M. Ausems. Een krantenartikel uit 1954 meldt het volgende bericht: “Woensdag j.l. werd deze oude bekende Schijndelse naam, aan de vergetelheid ontrukt, doordat de Heer A.Ausems een beeltenis hiervan heeft laten aanbrengen bovenaan in de gevel van zijn herbouwd zakenpand. Als u op de  hoek van de Pompstraat staat, ziet u boven in de gevel een kleine ingebouwde nis, waarin een groot beeld staat, een soort Batavier met een grote knots in de hand. Dit stelt voor ‘De Wilde Man’ en heeft betrekking op de zaak welke vroeger hierin was gevestigd. Reeds rond 1570 komt de herberg en brouwerij ‘de Wildeman’ voor in Schijndels geschiedenis en, zoals wordt verhaald, vertelde hier eens een reiziger in vroeger eeuwen het verhaal van het bekende sprookje van ‘Sleutjesspook’. De ouderen Schijndelaren weten vast en zeker nog, dat hier eertijds de zaak was van Fr.Schrijvers. Zijn grootvader veranderde de herberg voor zijn oudste zoon in leerlooierij en voor zijn tweede zoon in schoenmakerij. Op latere leeftijd heeft Fr.Schrijvers zaliger dit pand weer laten veranderen in café, hetgeen toen de naam had van café ‘Modern’. Zoals bekend is dit naderhand gekocht door de Heer Ausems, waardoor dit pand een geheel andere bestemming kreeg. Het is wel aardig, dat de nieuwe eigenaar de historische naam ‘De [[Wildeman]]’ heeft willen bewaren en nu een beeltenis hiervan in de gevel heeft laten aanbrengen. Het is een mooi stuk werk, vervaardigd door de Heer de Bresser uit Den Bosch, beeldhouwer van de St. Jan en uitgevoerd in natuursteen”.<br>


[[Bestand:Hoofdstraat 081 - 01.jpg|300px|thumb|De Wildeman.]]
[[Bestand:Hoofdstraat 081 - 01.jpg|300px|thumb|De Wildeman.]]
Al uw bijdragen aan Schijndelwiki kunnen bewerkt, gewijzigd of verwijderd worden door andere gebruikers. Als u niet wilt dat uw teksten rigoureus aangepast worden door anderen, plaats ze hier dan niet.
U belooft ook dat u de oorspronkelijke auteur bent van dit materiaal of dat u het hebt gekopieerd uit een bron in het publieke domein of een soortgelijke vrije bron (zie Schijndelwiki:Auteursrechten voor details). Gebruik geen materiaal dat beschermd wordt door auteursrecht, tenzij u daarvoor toestemming hebt!

Om de wiki te beschermen tegen geautomatiseerde bewerkingsspam vragen wij u vriendelijk de volgende CAPTCHA op te lossen:

Annuleren Hulp bij bewerken (opent in een nieuw venster)