Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Bewerken van Een brandstichting in Schijndel in 1894

Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Waarschuwing: U bent niet aangemeld. Uw IP-adres zal voor iedereen zichtbaar zijn als u wijzigingen op deze pagina maakt. Wanneer u zich aanmeldt of een account aanmaakt, dan worden uw bewerkingen aan uw gebruikersnaam toegeschreven. Daarnaast zijn er andere voordelen.

Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.

Huidige versie Uw tekst
Regel 1: Regel 1:
== '''Een brandstichting in Schijndel in 1894<ref>Heemblad Rond die Cluse 28e jaargang 2021-2 bladzijden 17 tot en met 21</ref>''' ==
== '''Een brandstichting in Schijndel in 1894<ref>Heemblad Rond die Cluse 28e jaargang 2021-2 bladzijden 17 tot en met 21</ref>  
 
'''Inleiding'''
 
Een gebeurtenis uit 1894. Een gebeurtenis die destijds ook de kranten gehaald heeft.
Het gaat meer concreet over een geslaagde brandstichting van een boerderij in Gemonde, destijds in het gedeelte van Gemonde, dat aangeduid werd en wordt als Broekstraat, destijds gemeente Schijndel.
 
De achterkleinzoon van weduwe Bet van Nieuwenhuizen, de eigenaresse van die boerderij, vertelt het volgende relaas: “Op de boerderij woonde ook mijn grootmoeder Kee Timmermans, de toen 14-jarige, jongste dochter van Bet. De achternamen verschillen omdat Bet in haar leven niet één keer maar twee keer weduwe werd. Opoe Kee heb ik nog goed gekend, zij heeft nooit met één woord over deze gebeurtenis gesproken, overigens ook mijn vader, haar jongste zoon, wilde er nooit iets over kwijt. Na de dood van m’n vader (in 2009) heb ik vrijwel direct nader onderzoek verricht naar de brandstichting. Hij zou het niet op prijs gesteld hebben als ik dat tijdens z’n leven gedaan had, weet ik, zonder dat dit tussen ons heel nadrukkelijk aan de orde is geweest. Maar op een of andere manier wist hij dat ik dat toch een keer zou doen én had hij tevens aangegeven, als het dan toch moet, doe het dan als ik uit de tijd ben.”
 
Soms vallen zoektochten mee, soms tegen. Maar nu was het bijzonder snel gevonden, althans de grote brand, waarbij de gehele en grote boerderij en verdere schuren en opstallen verloren gingen (inderdaad door brandstichting).


'''Het gebeurde in de nacht van 24 op 25 juni 1894, van zondag op maandag, om elf uur ’s-avonds'''<br>
'''Het gebeurde in de nacht van 24 op 25 juni 1894, van zondag op maandag, om elf uur ’s-avonds'''<br>


De moeder van Kee, Elisabeth - roepnaam Bet - van den Nieuwenhuizen - van Giersbergen, was toen ca. 1 ½ jaar weduwe. Zij was als 52 jarige weduwe van Willem van Nieuwenhuizen, tegelijk met haar vier dochters, waarvan de jongste Kee 14 jaar oud was, én een zoon, Jan, van 27 jaar om 10 uur naar bed gegaan. De daders waren de broers Johannes en Petrus Hozewol, leden van een in Gemonde en omstreken destijds zeer beruchte en misdadige familie, die bijna honderd jaar lang voor de nodige onrust zorgden.<br>
De moeder van Kee, Elisabeth - roepnaam Bet - van den Nieuwenhuizen - van Giersbergen, was toen ca. 1 ½ jaar weduwe. Zij was als 52 jarige weduwe van Willem van Nieuwenhuizen, tegelijk met haar vier dochters, waarvan de jongste Kee 14 jaar oud was, én een zoon, Jan, van 27 jaar om 10 uur naar bed waren gegaan. De daders waren de broers Johannes en Petrus Hozewol, leden van een in Gemonde en omstreken destijds zeer beruchte en misdadige familie, die bijna honderd jaar lang voor de nodige onrust zorgden.<br>
Vier jaar later bleek, voor de rechtbank, pas wat er precies gebeurd was: Petrus stak een lucifer af aan zijn broek, nadat hij zijn jas uittrok die hij vervolgens gaf aan zijn vrouw, die er ook bij was. Hield de brandende lucifer onder het strooien dak van de schop (schuur), waarop het dak onmiddellijk in brand vloog. Bet van den Nieuwenhuizen hoorde ’s-nachts de honden blaffen en daarna door iemand iets roepen. Zij zag toen wat schijnsel, riep de kinderen uit bed en kon de schuur zien branden. Na de schuur brandde ook haar huis af. Haar kinderen waren barrevoets naar buiten gehold. De wind woei van de woning van Timmermans, buurman, af, anders hadden de vlammen ook zijn huis verwoest. Zij kon de varkens nog redden uit de schuur, maar het vee en de inboedel moest zij als verloren beschouwen.<br>
Vier jaar later bleek, voor de rechtbank, pas wat er precies gebeurd was: Petrus stak een lucifer af aan zijn broek, nadat hij zijn jas uittrok die hij vervolgens gaf aan zijn vrouw, die er ook bij was. Hield de brandende lucifer onder het strooien dak van de schop (schuur), waarop het dak onmiddellijk in brand vloog. Bet van den Nieuwenhuizen hoorde ’s-nachts de honden blaffen en daarna door iemand iets roepen. Zij zag toen wat schijnsel, riep de kinderen uit bed en kon de schuur zien branden. Na de schuur brandde ook haar huis af. Haar kinderen waren barrevoets naar buiten gehold. De wind woei van de woning van Timmermans, buurman, af, anders hadden de vlammen ook zijn huis verwoest. Zij kon de varkens nog redden uit de schuur, maar het vee en de inboedel moest zij als verloren beschouwen.<br>
De weduwe Van den Nieuwenhuizen handelde in aardappelen en leverde onder andere aan de ouders van de broers Hozewol. Petrus zei voordat hij op pad ging om de brand te stichten: "Ik zal de piepers, aardappelen dus, eens gaan braden bij Nieuwenhuizen." Waarschijnlijk hield hij zich bezig met afpersing. Dat kwam in die tijd wel meer voor, boeren moesten dan betalen in natura, bijvoorbeeld met aardappelen, of met geld, dan kwam er geen brand. Betaalden ze niet, dan volgde er wel brandstichting. Natuurlijk heel moeilijk te bewijzen dat afpersen!<br>
De weduwe Van den Nieuwenhuizen handelde in aardappelen en leverde onder andere aan de ouders van de broers Hozewol. Petrus zei voordat hij op pad ging om de brand te stichten: "Ik zal de piepers, aardappelen dus, eens gaan braden bij Nieuwenhuizen." Waarschijnlijk hield hij zich bezig met afpersing. Dat kwam in die tijd wel meer voor, boeren moesten dan betalen in natura, bijvoorbeeld met aardappelen, of met geld, dan kwam er geen brand. Betaalden ze niet, dan volgde er wel brandstichting. Natuurlijk heel moeilijk te bewijzen dat afpersen!<br>
Al uw bijdragen aan Schijndelwiki kunnen bewerkt, gewijzigd of verwijderd worden door andere gebruikers. Als u niet wilt dat uw teksten rigoureus aangepast worden door anderen, plaats ze hier dan niet.
U belooft ook dat u de oorspronkelijke auteur bent van dit materiaal of dat u het hebt gekopieerd uit een bron in het publieke domein of een soortgelijke vrije bron (zie Schijndelwiki:Auteursrechten voor details). Gebruik geen materiaal dat beschermd wordt door auteursrecht, tenzij u daarvoor toestemming hebt!

Om de wiki te beschermen tegen geautomatiseerde bewerkingsspam vragen wij u vriendelijk de volgende CAPTCHA op te lossen:

Annuleren Hulp bij bewerken (opent in een nieuw venster)

Op deze pagina gebruikte sjablonen: