U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Bewerken van Een brandstichting in Schijndel in 1894
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 38: | Regel 38: | ||
Getuigenverklaringen (voor de rechtbank) over de brand:<br> | Getuigenverklaringen (voor de rechtbank) over de brand:<br> | ||
'''Van Marinus Hozewol, een neef van Johannes en Petrus:'''<br> | '''Van Marinus Hozewol, een neef van Johannes en Petrus:'''<br> | ||
In de nacht van 24 en 25 juni 1894 (van zondag op maandag) om elf uur ’s-avonds kwamen de broers Johannes en Petrus Hozewol langs de woning van Marinus Hozewol, een neefje van achttien in Gemonde. Hij herkende hun stemmen. Petrus zou tegen zijn broer gezegd hebben we zullen vannacht gaan afstoken. Daar de jongeman nieuwsgierig van aard was, trok hij snel zijn kleren aan en ging naar buiten. Hij sloop achter het tweetal aan dat in de richting van de woning van de weduwe Van den Nieuwenhuizen liep. Hij zag dat ze daar stil hielden. Petrus stak een lucifer af aan zijn broek, nadat hij zijn jas uittrok die hij vervolgens gaf aan zijn vrouw, die hen ook had vergezeld. Hield de brandende lucifer onder het strooien dak van de schop (schuur) waarop het dak onmiddellijk in brand vloog. Getuige zei dat hij slechts acht á tien passen van de boosdoeners af had gestaan. | In de nacht van 24 en 25 juni 1894 (van zondag op maandag) om elf uur ’s-avonds kwamen de broers Johannes en Petrus Hozewol langs de woning van Marinus Hozewol, een neefje van achttien in Gemonde. Hij herkende hun stemmen. Petrus zou tegen zijn broer gezegd hebben we zullen vannacht gaan afstoken. Daar de jongeman nieuwsgierig van aard was, trok hij snel zijn kleren aan en ging naar buiten. Hij sloop achter het tweetal aan dat in de richting van de woning van de weduwe Van den Nieuwenhuizen liep. Hij zag dat ze daar stil hielden. Petrus stak een lucifer af aan zijn broek, nadat hij zijn jas uittrok die hij vervolgens gaf aan zijn vrouw, die hen ook had vergezeld. Hield de brandende lucifer onder het strooien dak van de schop (schuur) waarop het dak onmiddellijk in brand vloog. Getuige zei dat hij slechts acht á tien passen van de boosdoeners af had gestaan. Ten slotte liepen zij naar hun eigen huis.<br> | ||
Pas vier jaar later kwam hij met dit verhaal bij de veldwachter, omdat de verdachten aan de herbergier gezegd zouden hebben dat er nog zes (huizen) moesten afbranden en omdat ze hem onschuldig hadden verraden wegens het wegnemen van enig pootsel. | Pas vier jaar later kwam hij met dit verhaal bij de veldwachter, omdat de verdachten aan de herbergier gezegd zouden hebben dat er nog zes (huizen) moesten afbranden en omdat ze hem onschuldig hadden verraden wegens het wegnemen van enig pootsel. | ||