Bewerken van Bouwbedrijf Lammers

== '''[[Engelbertus Jacobus Lammers (1915 - 2000)|Engelbertus Jacobus (Bertje) Lammers]].<ref>Heemblad Rond die Cluse 2019-1, jaargang 26, bladzijden 19 en 20</ref>''' ==
[[Bestand:Lammers Bouwbedrijf.jpg|400px|thumb|Bedrijfsauto aannemersbedrijf E.J.Lammers.]]
Het metselen heeft deze aannemer geleerd tijdens de bouw van een klooster te Tilburg door aannemersbedrijf van der Zanden te ’s-Hertogenbosch.<br> 
Daags voordat hij veertien jaren zou worden zei de aannemer hem, als je morgen met de lange broek komt mag je voortaan metselen. Men kan zich voorstellen hoe een moeder te Sint-Michielsgestel zich tot diep in de nacht beijverde, om haar zoon ’s morgens in de gewenste kledij naar het werk te kunnen laten fietsen.<br>
Toen hij goed en wel 16 jaar oud was, trad hij met twee zijner broers reeds als zogenaamde duizendpoter op. Dit was bij de bouw van het huidige woonhuis van secretaris [[Nicolaas Johannes Josephus Verhagen (1903 - 1978)|Verhagen]], door de [[Firma Adr. de Wit|aannemer Adr. de Wit]]. Het was ook in die tijd, dat Lammers in de avonduren de tekenschool te Vught bezocht.

Tijdens de bezettingstijd werd ook Lammers gedwongen tewerkgesteld in Frankrijk. Onder zijn toezicht moesten daar grote “lagers” gebouwd worden door arbeidskrachten van allerlei nationaliteiten. Toen de geallieerden in 1943 een schijnaanval op Frankrijk deden, werd hij met de overige werkkrachten terstond geïnterneerd. Onder zeer benauwende omstandigheden wisten zij daar ná een dag en een nacht te hebben doorgebracht, te ontsnappen. Hij ontmoette korte tijd daarna een rasechte smokkelaar, die hem verzekerde, dat hij des avonds nog in Roosendaal zou staan, als hij tien pond tabak in zijn werkkoffertje zou medenemen.  Per trein en per bus werd de reis gemaakt. Door de bossen ging het over de Nederlandse grens. Met de trein naar Den Bosch reizende kon men daar niet uitstappen, omdat te veel “Duitsers” op het perron stonden. Gelukkig moest de trein, even vóór het station Boxtel stoppen. Toen vluchtte hij hals over kop het spoorwegemplacement af. Te voet bereikte hij verder de ouderlijke woning. 

Toen de bevrijding kwam, woonde hij reeds in Schijndel en daar was volop werk voor hem. Terstond werkt ook hij in de hem toegewezen wijk aan het waterdicht maken der getroffen panden. <br>
Weldra had hij in de persoon van [[Firma Jos van Tartwijk|Sjef van Tartwijk]] een bekwaam compagnon gevonden. 

Aanvankelijk maakten zij herstelwerk. Hun eerste gezamenlijke nieuwbouw was een woonhuis aan de [[Zuid-Willemsvaart]] in 1947. <br>
Tien duplexwoningen (20 woningen) bouwden zij in de [[Van Berghenstraat]]. 

Op 13 november 1944 vestigde broer Adrianus Engelbertus Marinus Lammers zich met een bouwbedrijf in Schijndel op [[Boschweg]] 51. <ref>BHIC 176A - 16008071</ref> In 1953 besluiten Bert en zijn broer gezamenlijk het bouwbedrijf voort te zetten en schrijven zicht op 1 januari 1953 in bij de Kamer van Koophandel, het bedrijf wordt dan gevestigd op de [[Stationsstraat]] 26 (de huidige [[Europalaan]]). <ref>BHIC 176A - 16014198</ref> Lang heeft deze samenwerking niet geduurd want op 1 oktober 1955 zet Bert het bedrijf alleen voort. <ref>BHIC 176A - 16016467</ref><br>

Meerdere werken heeft hij in Schijndel gebouwd. Genoemd worden een tweetal cafés, meerdere boerderijen en middenstandswoningen, in en buiten zijn woonplaats. Een complex van vier middenstands- en een dokterswoning werd door hem te Hedel opgeleverd.

[[Categorie:Aannemingsbedrijf]]
{{DEFAULTSORT:Lammers}}
{{appendix}}