U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Bewerken van Bierbrouwerij het Anker
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 39: | Regel 39: | ||
Lambertus Smits overleed in 1856, waarna zoon Thijs de brouwerij overnam. De toestand wordt in het verslag van de gemeente Schijndel over 1863 matig genoemd. In 1865 liet hij het pand geheel verbouwen. Het perceel was overigens gesplitst. Behalve de brouwerij stond er een smederij van [[Petrus Kemps (1842 – 1912)|P. Kemps]] op. Thijs Smits, bijgenaamd “d’n brouwer”, was door familiebanden gerelateerd aan de familie Bolsius. Zijn zus Allegonda was getrouwd met [[Hendricus Gijsbertus Josephus Bolsius (1817 – 1885)|Hendrikus G.J. Bolsius]] uit Den Bosch. Zoon [[Lambertus Josephus Bolsius (1848 – 1907)|Lambert Bolsius]], geboren op 30 oktober 1848, ging na zijn studie op de Ruwenberg en het Klein Seminarie te Sint-Michielsgestel bij zijn oom Thijs Smits, die geen kinderen had, werken. Na het overlijden van M.P. (Thijs) Smits in 1891 nam Lambert de brouwerij over. In de “Staat der Fabrieken” van Schijndel over 1894 staat vermeld dat L.J. Bolsius hier een bierbrouwerij had waar 3 mannelijke volwassenen werkzaam waren. Blijkens nog aanwezig briefpapier heette de brouwerij van Bolsius “Het Anker”. Lambertus Josephus Bolsius was getrouwd met Irena Francisca Augustina Maria Raupp. Hij stierf op 4 juli 1907, waarna het bedrijf door zijn zonen Harry en Frits werd voortgezet. [[Henricus Godefridus Josephus Bolsius (1885 - 1954 )|Harry]] en [[Godefridus Joannes Leo Maria Bolsius (1887 – 1954)|Frits Bolsius]] hadden in Schijndel nog een bedrijf te runnen, namelijk de kaarsenfabriek van oom A.J.M. [[Toon Bolsius]], die zij in 1906 na zijn overlijden hadden overgenomen. In 1914 waren er bij de brouwerij Bolsius 5 mannelijke arbeiders in dienst. Bij de brouwerij was toen tevens een mouterij gevestigd. In 1915 wordt Mathijs Bolsius uit Den Bosch, zoon van Lambert Bolsius en Irena Raupp, als eigenaar van het pand Hoofdstraat 88 genoemd. Naar alle waarschijnlijkheid heeft hij in dat jaar ook de brouwerij overgenomen. De brochure “Verzeichnis der Niederländischen Brauereien” maakt melding van een nieuwe eigenaar van de brouwerij omstreeks 1915, namelijk M. Bolsius. Ook in de “Staat der fabrieken” van de gemeente Schijndel over 1916 wordt M. Bolsius als eigenaar van de brouwerij vermeld. Het bedrijf had toen 5 volwassenen in dienst. Tijdens de Eerste Wereldoorlog, vooral na 1916, was het bijzonder moeilijk om aan de nodige grondstoffen voor de bierbereiding te komen. Dat is de reden waarom in deze periode vele brouwerijen gedwongen waren om met de productie te stoppen. Ook voor M. Bolsius werd de situatie onhoudbaar en hij stopte derhalve met het bierbrouwen. In 1918 of daaromtrent werd de brouwerij ter plaatse omgevormd tot een jamfabriek, de Asdonck II. In 1919 werkten in die fabriek honderd personen. Volgens het kadaster was in 1920 de eerdergenoemde [[Henricus Godefridus Josephus Bolsius (1885 - 1954 )|Harry Bolsius]], zoon van brouwer Lambert Bolsius, eigenaar van het bewuste perceel met opstal. Een jaar later wordt als eigenaar genoemd N.V. Vruchtenconservenfabriek De Asdonck II, waarna het in 1923 in bezit kwam van slager [[Cornelis Johannes Petrus Geerkens (1876 – 1943)|Geerkens]] die er, samen met zijn broer, een [[Gebr. Geerkens|vleeswarenfabriek]] vestigde.<br> | Lambertus Smits overleed in 1856, waarna zoon Thijs de brouwerij overnam. De toestand wordt in het verslag van de gemeente Schijndel over 1863 matig genoemd. In 1865 liet hij het pand geheel verbouwen. Het perceel was overigens gesplitst. Behalve de brouwerij stond er een smederij van [[Petrus Kemps (1842 – 1912)|P. Kemps]] op. Thijs Smits, bijgenaamd “d’n brouwer”, was door familiebanden gerelateerd aan de familie Bolsius. Zijn zus Allegonda was getrouwd met [[Hendricus Gijsbertus Josephus Bolsius (1817 – 1885)|Hendrikus G.J. Bolsius]] uit Den Bosch. Zoon [[Lambertus Josephus Bolsius (1848 – 1907)|Lambert Bolsius]], geboren op 30 oktober 1848, ging na zijn studie op de Ruwenberg en het Klein Seminarie te Sint-Michielsgestel bij zijn oom Thijs Smits, die geen kinderen had, werken. Na het overlijden van M.P. (Thijs) Smits in 1891 nam Lambert de brouwerij over. In de “Staat der Fabrieken” van Schijndel over 1894 staat vermeld dat L.J. Bolsius hier een bierbrouwerij had waar 3 mannelijke volwassenen werkzaam waren. Blijkens nog aanwezig briefpapier heette de brouwerij van Bolsius “Het Anker”. Lambertus Josephus Bolsius was getrouwd met Irena Francisca Augustina Maria Raupp. Hij stierf op 4 juli 1907, waarna het bedrijf door zijn zonen Harry en Frits werd voortgezet. [[Henricus Godefridus Josephus Bolsius (1885 - 1954 )|Harry]] en [[Godefridus Joannes Leo Maria Bolsius (1887 – 1954)|Frits Bolsius]] hadden in Schijndel nog een bedrijf te runnen, namelijk de kaarsenfabriek van oom A.J.M. [[Toon Bolsius]], die zij in 1906 na zijn overlijden hadden overgenomen. In 1914 waren er bij de brouwerij Bolsius 5 mannelijke arbeiders in dienst. Bij de brouwerij was toen tevens een mouterij gevestigd. In 1915 wordt Mathijs Bolsius uit Den Bosch, zoon van Lambert Bolsius en Irena Raupp, als eigenaar van het pand Hoofdstraat 88 genoemd. Naar alle waarschijnlijkheid heeft hij in dat jaar ook de brouwerij overgenomen. De brochure “Verzeichnis der Niederländischen Brauereien” maakt melding van een nieuwe eigenaar van de brouwerij omstreeks 1915, namelijk M. Bolsius. Ook in de “Staat der fabrieken” van de gemeente Schijndel over 1916 wordt M. Bolsius als eigenaar van de brouwerij vermeld. Het bedrijf had toen 5 volwassenen in dienst. Tijdens de Eerste Wereldoorlog, vooral na 1916, was het bijzonder moeilijk om aan de nodige grondstoffen voor de bierbereiding te komen. Dat is de reden waarom in deze periode vele brouwerijen gedwongen waren om met de productie te stoppen. Ook voor M. Bolsius werd de situatie onhoudbaar en hij stopte derhalve met het bierbrouwen. In 1918 of daaromtrent werd de brouwerij ter plaatse omgevormd tot een jamfabriek, de Asdonck II. In 1919 werkten in die fabriek honderd personen. Volgens het kadaster was in 1920 de eerdergenoemde [[Henricus Godefridus Josephus Bolsius (1885 - 1954 )|Harry Bolsius]], zoon van brouwer Lambert Bolsius, eigenaar van het bewuste perceel met opstal. Een jaar later wordt als eigenaar genoemd N.V. Vruchtenconservenfabriek De Asdonck II, waarna het in 1923 in bezit kwam van slager [[Cornelis Johannes Petrus Geerkens (1876 – 1943)|Geerkens]] die er, samen met zijn broer, een [[Gebr. Geerkens|vleeswarenfabriek]] vestigde.<br> | ||
== ''' | == '''Fotoalbum''' == | ||
Fotoalbum Bierbrouwerij het [https://www.heemkundekringschijndel.nl/Collectie/beeldmateriaal/?diw-id=brabantcloud_enb-83-beeldmateriaal_enb-83.beeldmateriaal-620b3fa2-a2d8-796c-eae1-b8b9ca6947b7-bb0ecf5c-8232-11e5-bc0f-bbba28a91e47/ Anker]] | |||
{{appendix}} | {{appendix}} |