U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Bewerken van Beschrijving van Schijndel door A.C.Brock
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 47: | Regel 47: | ||
== '''Hermalen''' == | == '''Hermalen''' == | ||
Een uitgestrekt gehucht doorgaans verdeeld in Voor- en Achter-Hermalen volgens de ligging ten opzichte van het dorp. Hier lag het Slotje Groenendaal en in het Achter-Hermalen zijn nog enige grondslagen te zien van een oratorie of heiligenhuisje dat daar vroeger gestaan heeft. | Een uitgestrekt gehucht doorgaans verdeeld in Voor- en Achter-Hermalen volgens de ligging ten opzichte van het dorp. Hier lag het [[Slotje Groenendaal]] en in het Achter-Hermalen zijn nog enige grondslagen te zien van een oratorie of heiligenhuisje dat daar vroeger gestaan heeft. | ||
== '''Wijbosch''' == | == '''Wijbosch''' == | ||
Een groot gehucht ten zuidoosten van en op ongeveer een kwartier van het dorp. Hier staat een grote kapel met een spits torentje, voorzien van een klok en uurwerk. De | Een groot gehucht ten zuidoosten van en op ongeveer een kwartier van het dorp. Hier staat een grote kapel met een spits torentje, voorzien van een klok en uurwerk. De kapel is aan Sint Antonius Abt gewijd en werd vroeger door de inwoners van dit gehucht gebruikt en werd bediend door een priester met als titel “Beneficie”. In de grond vindt men hier veel bomen, struiken en wortels daarvan, als bewijs dat dit een bos geweest is. Mogelijk dat hier vroeger een gewijd bos van de Heidense inwoners van deze streken heeft gelegen (van welk Gewyd Bosch in C. Tacitus Hist. Lib. W. Cap. 22 melding gemaakt wordt) en waarvan dir gehucht zijn naam gekregen zou hebben. | ||
== '''Oetelaar''' == | == '''Oetelaar''' == | ||
Regel 58: | Regel 58: | ||
Toen de Gereformeerde godsdienst in de hele Meierij werd ingevoerd, schijnt hier in Schijndel de Katholieke godsdienst geheel gestopt te zijn door '''verbanning van haar pastoor;''' zoals vermeld in een notariële akte (Notulen van J. van den Heuvel te St. Ode Rode, op het Raadhuis, in verscheidene boeken berustende) waarin verklaard wordt: “dat op 13 april 1649, Jonker Cornelus Proninck van Deventer, de pastoor van Schijndel, die “voorbijgaand bij Joachim Janse van der Schoot (eiser in deze) was gelegerd, gevangen heeft genomen “en dat hij (eiser) met Gysbert van den Bogaert en de secretaris Nicolaas Peters van Grinsven daarover “met de eerdergenoemde Kwartierschout Deventer op 16 mei zijn overeengekomen en de verdeling “gemaakt op honderd gulden in geld, een oxhoofd ((de inhoud van een groot vat) wijn, waarvoor “betaald is 45 gulden en drie stuivers, alsmede een hoed (inhoudsmaat die in Nederland tot het eind van de 18e eeuw gangbaar was en gelijk stond aan 11,72 hectoliter; Wikipedia) haver, daarvoor 38 gulden gegeven, enz. | Toen de Gereformeerde godsdienst in de hele Meierij werd ingevoerd, schijnt hier in Schijndel de Katholieke godsdienst geheel gestopt te zijn door '''verbanning van haar pastoor;''' zoals vermeld in een notariële akte (Notulen van J. van den Heuvel te St. Ode Rode, op het Raadhuis, in verscheidene boeken berustende) waarin verklaard wordt: “dat op 13 april 1649, Jonker Cornelus Proninck van Deventer, de pastoor van Schijndel, die “voorbijgaand bij Joachim Janse van der Schoot (eiser in deze) was gelegerd, gevangen heeft genomen “en dat hij (eiser) met Gysbert van den Bogaert en de secretaris Nicolaas Peters van Grinsven daarover “met de eerdergenoemde Kwartierschout Deventer op 16 mei zijn overeengekomen en de verdeling “gemaakt op honderd gulden in geld, een oxhoofd ((de inhoud van een groot vat) wijn, waarvoor “betaald is 45 gulden en drie stuivers, alsmede een hoed (inhoudsmaat die in Nederland tot het eind van de 18e eeuw gangbaar was en gelijk stond aan 11,72 hectoliter; Wikipedia) haver, daarvoor 38 gulden gegeven, enz. | ||
Hierbij tekent het Katholiek Memorieboek aan dat na de vrede van Munster de katholieken van Schijndel hun godsdienst op verschillende plaatsen buiten het Statengebied hebben moeten uitoefenen. Zoals uit een aantekening blijkt dat zij onder pastoor [[Henricus van Geldrop (1636? - 1685)]], omstreeks het jaar 1666, een kapel en bidplaats hadden opgericht op het gehucht den Haan bij de Hooge Heide, onder het Ravesteins dorp Uden. Later hebben de Schijndelse katholieken een [[schuurkerk]] gebouwd, ten zuiden van de parochiekerk, doch deze is afgebroken. De tienden (pachtgeld) onder leiding van de [[Servatiusparochie centrum|parochie van Schijndel]] werden in het jaar 1545 door de deken van ’s-Hertogenbosch Philippus de Spina (van Doorn) verleend en verzameld aan de theologische faculteit van de universiteit van Leuven. Alle inkomsten uit die [[tienden]] moesten besteed worden aan cursussen of studeermiddelen van studenten in de godgeleerdheid. Deze afspraak werd door Paus Paulus III en Keizer Karel V bekrachtigd. Hierdoor zijn vele studenten van ons vaderland in hun Godgeleerde studies ondersteund tot geestelijke voorziening van ons bisdom, tot de laatste omwenteling van ons land, toen alle stichtingen met dat soort doelen zijn opgeheven. | Hierbij tekent het Katholiek Memorieboek aan dat na de vrede van Munster de katholieken van Schijndel hun godsdienst op verschillende plaatsen buiten het Statengebied hebben moeten uitoefenen. Zoals uit een aantekening blijkt dat zij onder pastoor [[Henricus van Geldrop (1636? - 1685)]], omstreeks het jaar 1666, een kapel en bidplaats hadden opgericht op het gehucht den Haan bij de Hooge Heide, onder het Ravesteins dorp Uden. Later hebben de Schijndelse katholieken een [[schuurkerk]] gebouwd, ten zuiden van de parochiekerk, doch deze is afgebroken. De tienden(pachtgeld) onder leiding van de [[Servatiusparochie centrum|parochie van Schijndel]] werden in het jaar 1545 door de deken van ’s-Hertogenbosch Philippus de Spina (van Doorn) verleend en verzameld aan de theologische faculteit van de universiteit van Leuven. Alle inkomsten uit die [[tienden]] moesten besteed worden aan cursussen of studeermiddelen van studenten in de godgeleerdheid. Deze afspraak werd door Paus Paulus III en Keizer Karel V bekrachtigd. Hierdoor zijn vele studenten van ons vaderland in hun Godgeleerde studies ondersteund tot geestelijke voorziening van ons bisdom, tot de laatste omwenteling van ons land, toen alle stichtingen met dat soort doelen zijn opgeheven. | ||
In 1721 is Sylvester Waltherus Idelet pastoor van Schijndel. Deze pastoor heeft in de hogeschool van Leuven twee beurzen gesticht voor de studies filosofie en theologie waarmee hij de jeugdigen begunstigde. In de eerste plaats kwamen hiervoor in aanmerking verwanten van hem, verder de bewoners van Someren (zijn geboorteplaats) en Asten en vervolgens jongeren die in de rest van de Meierij van ’s-Hertogenbosch geboren zijn. | In 1721 is Sylvester Waltherus Idelet pastoor van Schijndel. Deze pastoor heeft in de hogeschool van Leuven twee beurzen gesticht voor de studies filosofie en theologie waarmee hij de jeugdigen begunstigde. In de eerste plaats kwamen hiervoor in aanmerking verwanten van hem, verder de bewoners van Someren (zijn geboorteplaats) en Asten en vervolgens jongeren die in de rest van de Meierij van ’s-Hertogenbosch geboren zijn. |