Bewerken van Bekeuringen te hard rijden anno 1921

== '''De eerste processen-verbaal voor te hard rijden in Schijndel.''' ==

Tijdens een onderzoek van [[De heemkundekring Schijndel]] bij het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) naar alle inwoners van Schijndel die tijdens de periode 1844-1933 bij het Kantongerecht te Veghel zijn veroordeeld voor diverse (kleinere) vergrijpen, kwam men tijdens de uitspraken van 1921 ook de eerste uitspraken van de Kantonrechter voor te hard rijden in de bebouwde kom van Schijndel tegen.

'''Beide veroordelingen werden door de Kantonrechter tijdens de rechtszitting van 29 juli 1921 uitgesproken.'''

Op 15 mei 1921 werd omstreeks 19.00 uur Wilhelmus Johannes Vugts, geboren te Schijndel op 25 juni 1870, van beroep rijwielhandelaar, wonende te Schijndel, [[Heikant]] B 45 geverbaliseerd wegens te hard rijden in de bebouwde kom. Op diezelfde dag omstreeks 19.15 uur kreeg Franciscus Johannes van Roessel, geboren te Schijndel op 11 februari 1889, van beroep bakker, wonende te Schijndel G 106 (Groote Straat = [[Hoofdstraat]]) een proces-verbaal voor hetzelfde vergrijp.

'''Wilhelmus Vugts''' werd in de “Groote Straat” met een vierwielig motorvoertuig, met kentekennummer 1372 (in Noord-Brabant stond vóór het nummer de provincieletter N), gesnapt terwijl hij met ongeveer '''24 km per uur''' over de openbare weg reed. '''Franciscus van Roessel''' reed met zijn tweewielig motorvoertuig, kenteken nummer 6914, zelfs met een snelheid van '''25 km per uur''' over de openbare weg “Groote Straat. “

In die tijd gold er in de bebouwde kom nog een maximumsnelheid van 20 km. per uur. Deze maximumsnelheid stond aan het begin van de bebouwde kom aangegeven met waarschuwingsborden “houdende duidelijk opschrift: ‘maximumsnelheid 20 km per uur’, overeenkomstig het door de Minister van Waterstaat ter uitvoering van de Motor- en rijwielwet 1905 vastgesteld model”. <br>De gemeten snelheid werd toen op een heel andere manier vastgesteld dan nu het geval is. Blijkens de processen-verbaal werd er een afstand van 100 meter afgemeten en vervolgens werd de tijd opgemeten waarin die 100 meter werd afgelegd. Wilhelmus Vugts deed 15 seconden over die 100 meter, terwijl Franciscus van Roessel die afstand in 14 seconden aflegde.

Vugts werd veroordeeld tot een geldboete van vijf gulden. De geldboete voor Van Roessel bedroeg tien gulden. 

[[Categorie:Rechtbank]]