U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Bewerken van Aagje Dekenstraat
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.
Huidige versie | Uw tekst | ||
Regel 14: | Regel 14: | ||
Aagje verloor al op vierjarige leeftijd haar beide ouders en verbleef tot 1767 in het weeshuis. Bijna tien jaar later, Aagje had inmiddels verschillende dienstbetrekkingen gehad en zelfs een winkeltje gedreven, ontmoette zij Betje Wolff. Nadat in 1777 de man van Betje, dominee Wolff, was overleden, gingen de twee dames in De Rijp wonen waar zij hun eerste gezamenlijke werk publiceerden: "Brieven". Een flinke erfenis die Aagje in 1781 kreeg, stelde de dames in staat het buiten Lommerlust in Beverwijk te betrekken. Daar zag "Saartje Burgerhart" het licht, een roman die zelfs in het Frans vertaald werd. Aagje en Betje kregen steeds meer politieke interesses. Zij sympathiseerden met het patriottisch gedachtegoed dat inging tegen het absolutisme van de Nederlandse stadhouders. Toen er een burgeroorlog dreigde, besloten zij in 1778 te verhuizen naar Frankrijk. In de roerige tijd van de Franse revolutie schreven zij er hun "Historie van Mejuffrouw Clara Wildschut", een roman in zes delen. Financiële problemen noodzaakten Aagje en Betje in 1797 terug te keren naar de Bataafse Republiek. Zij verdienden vooral de kost met het maken van vertalingen omdat hun eigen geschriften nauwelijks nog geld in het laatje brachten. Op 5 november 1804 stierf Betje aan darmkanker, Aagje overleed negen dagen later. Zij liggen beide begraven in hetzelfde graf in Scheveningen. | Aagje verloor al op vierjarige leeftijd haar beide ouders en verbleef tot 1767 in het weeshuis. Bijna tien jaar later, Aagje had inmiddels verschillende dienstbetrekkingen gehad en zelfs een winkeltje gedreven, ontmoette zij Betje Wolff. Nadat in 1777 de man van Betje, dominee Wolff, was overleden, gingen de twee dames in De Rijp wonen waar zij hun eerste gezamenlijke werk publiceerden: "Brieven". Een flinke erfenis die Aagje in 1781 kreeg, stelde de dames in staat het buiten Lommerlust in Beverwijk te betrekken. Daar zag "Saartje Burgerhart" het licht, een roman die zelfs in het Frans vertaald werd. Aagje en Betje kregen steeds meer politieke interesses. Zij sympathiseerden met het patriottisch gedachtegoed dat inging tegen het absolutisme van de Nederlandse stadhouders. Toen er een burgeroorlog dreigde, besloten zij in 1778 te verhuizen naar Frankrijk. In de roerige tijd van de Franse revolutie schreven zij er hun "Historie van Mejuffrouw Clara Wildschut", een roman in zes delen. Financiële problemen noodzaakten Aagje en Betje in 1797 terug te keren naar de Bataafse Republiek. Zij verdienden vooral de kost met het maken van vertalingen omdat hun eigen geschriften nauwelijks nog geld in het laatje brachten. Op 5 november 1804 stierf Betje aan darmkanker, Aagje overleed negen dagen later. Zij liggen beide begraven in hetzelfde graf in Scheveningen. | ||
[https://goo.gl/maps/gpQP8iu2g42JUtRz7] | |||
[[Categorie:Straten/Adressen]] | [[Categorie:Straten/Adressen]] | ||
{{appendix}} | {{appendix}} |