Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Bewerken van Johannis van Mil (1797 - 1850)

Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Waarschuwing: U bent niet aangemeld. Uw IP-adres zal voor iedereen zichtbaar zijn als u wijzigingen op deze pagina maakt. Wanneer u zich aanmeldt of een account aanmaakt, dan worden uw bewerkingen aan uw gebruikersnaam toegeschreven. Daarnaast zijn er andere voordelen.

Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.

Huidige versie Uw tekst
Regel 30: Regel 30:
Allereerst wordt hem gevraagd naar zijn rang en wanneer hij zich heeft aangemeld voor de krijgsdienst. Vervolgens worden hem alle krijgsartikelen zorgvuldig voorgelezen en kort daarop begint het officiële ‘vragenuur’. <br>Door korporaal Van Hooft is hem enige dagen eerder arrest aangezegd omdat hij, nadat hij kamerwacht had gehad, de kamer niet had schoongemaakt. Zijn antwoord daarop was, dat hij de kamer inderdaad niet had kunnen schoonmaken, want hij moest paarden poetsen en daarna was het te donker geworden. Toen de korporaal hem vroeg met hem mee te gaan heeft hij dat pertinent geweigerd en te kennen gegeven dat de korporaal niet gekleed was. Maar blijkbaar heeft hij meer uitlatingen gedaan, want de volgende vraag was, of hij, als hij de korporaal onder vier ogen zou spreken, hij hem zou wurgen! Johannes antwoordt, dat hij daaromtrent geen woord gesproken heeft!  Daarop is de wachtmeester Gonsdeel geroepen en die heeft hem naar de politiekamer gebracht, waarop Johannes bevestigend antwoordt. Voorts zou hij zich hebben laten ontvallen dat korporaal Van Hooft een dief en schelm is. De verhoorder wil daar meer van weten en vraagt waarom hij Van Hooft zo meent te moeten typeren, want het komt neer op een beledigende uitdrukking. Van Mil is helder in zijn commentaar en beschuldigt Van Hooft ervan dat hij, toen kanonnier Bona voor de krijgsraad moest verschijnen, diens mantelzak heeft ingenomen en daaruit heeft gestolen de poetszak, vangsnoer en pompon en die heeft achtergehouden. Volgens Van Mil zou dat goedje aan een spijker gehangen hebben op de kamer van Van Hooft achter zijn hangmat. Maar hij krijgt meteen op z’n brood van de auditeur militair, dat hij zoiets meteen had moeten rapporteren in plaats van de korporaal uit te maken voor dief en schelm. <br>Vervolgens stelt de auditeur de vraag of Van Mil in augustus 1825 vanwege de weigering om te doen wat zijn meerdere hem opdroeg, zes maanden in detentie heeft gezeten. Volgens kanonnier Van Mil waren het maar drie maanden. Daarmee was het verbaal compleet en werd hem alles nog eens uitdrukkelijk voorgelezen. Om het een en ander te verifiëren worden ook nog andere militairen gehoord, maar in grote lijnen werd door hen het hele relaas bevestigd. <br>
Allereerst wordt hem gevraagd naar zijn rang en wanneer hij zich heeft aangemeld voor de krijgsdienst. Vervolgens worden hem alle krijgsartikelen zorgvuldig voorgelezen en kort daarop begint het officiële ‘vragenuur’. <br>Door korporaal Van Hooft is hem enige dagen eerder arrest aangezegd omdat hij, nadat hij kamerwacht had gehad, de kamer niet had schoongemaakt. Zijn antwoord daarop was, dat hij de kamer inderdaad niet had kunnen schoonmaken, want hij moest paarden poetsen en daarna was het te donker geworden. Toen de korporaal hem vroeg met hem mee te gaan heeft hij dat pertinent geweigerd en te kennen gegeven dat de korporaal niet gekleed was. Maar blijkbaar heeft hij meer uitlatingen gedaan, want de volgende vraag was, of hij, als hij de korporaal onder vier ogen zou spreken, hij hem zou wurgen! Johannes antwoordt, dat hij daaromtrent geen woord gesproken heeft!  Daarop is de wachtmeester Gonsdeel geroepen en die heeft hem naar de politiekamer gebracht, waarop Johannes bevestigend antwoordt. Voorts zou hij zich hebben laten ontvallen dat korporaal Van Hooft een dief en schelm is. De verhoorder wil daar meer van weten en vraagt waarom hij Van Hooft zo meent te moeten typeren, want het komt neer op een beledigende uitdrukking. Van Mil is helder in zijn commentaar en beschuldigt Van Hooft ervan dat hij, toen kanonnier Bona voor de krijgsraad moest verschijnen, diens mantelzak heeft ingenomen en daaruit heeft gestolen de poetszak, vangsnoer en pompon en die heeft achtergehouden. Volgens Van Mil zou dat goedje aan een spijker gehangen hebben op de kamer van Van Hooft achter zijn hangmat. Maar hij krijgt meteen op z’n brood van de auditeur militair, dat hij zoiets meteen had moeten rapporteren in plaats van de korporaal uit te maken voor dief en schelm. <br>Vervolgens stelt de auditeur de vraag of Van Mil in augustus 1825 vanwege de weigering om te doen wat zijn meerdere hem opdroeg, zes maanden in detentie heeft gezeten. Volgens kanonnier Van Mil waren het maar drie maanden. Daarmee was het verbaal compleet en werd hem alles nog eens uitdrukkelijk voorgelezen. Om het een en ander te verifiëren worden ook nog andere militairen gehoord, maar in grote lijnen werd door hen het hele relaas bevestigd. <br>


== '''De finale veroordeling''' ==
== De finale veroordeling ==


De slotconclusie luidt letterlijk: “Dat, bij vonnis van dezen krijgsraad de gedetineerde Johannes van Mil voornoemd, ter zake voorschreven, zal worden gecontamineerd (= veroordeeld) tot de straf van het wegjagen uit de dienst, als eerloze schelm; mitsdien om gebragt zijnde voor het front der parade aldaar, door de stokkenknegt te worden ontdaan van zijn militaire tekenen, te ontvangen twintig stokslagen, het haar afgesneden en buiten de poort gebragt te worden, onder bevel dat van het zelve vonnis zal worden kennis gegeven aan de regering der geboorte- en laatste woonplaats van den gedetineerde en met condemnatie van denzelven in de kosten en misen der justitie, als mede in de kosten van den processe, des noods, ter tauxatie en moderatie van den krijgsraad. Alles voorbehoudens de approbatie, door de wet gevorderd wordende of wel tot zodanige andere straffe, als dezelve krijgsraad, in goede justitie zal verstaan te behoren’, ondertekend door de auditeur militair.<br>
De slotconclusie luidt letterlijk: “Dat, bij vonnis van dezen krijgsraad de gedetineerde Johannes van Mil voornoemd, ter zake voorschreven, zal worden gecontamineerd (= veroordeeld) tot de straf van het wegjagen uit de dienst, als eerloze schelm; mitsdien om gebragt zijnde voor het front der parade aldaar, door de stokkenknegt te worden ontdaan van zijn militaire tekenen, te ontvangen twintig stokslagen, het haar afgesneden en buiten de poort gebragt te worden, onder bevel dat van het zelve vonnis zal worden kennis gegeven aan de regering der geboorte- en laatste woonplaats van den gedetineerde en met condemnatie van denzelven in de kosten en misen der justitie, als mede in de kosten van den processe, des noods, ter tauxatie en moderatie van den krijgsraad. Alles voorbehoudens de approbatie, door de wet gevorderd wordende of wel tot zodanige andere straffe, als dezelve krijgsraad, in goede justitie zal verstaan te behoren’, ondertekend door de auditeur militair.<br>
Al uw bijdragen aan Schijndelwiki kunnen bewerkt, gewijzigd of verwijderd worden door andere gebruikers. Als u niet wilt dat uw teksten rigoureus aangepast worden door anderen, plaats ze hier dan niet.
U belooft ook dat u de oorspronkelijke auteur bent van dit materiaal of dat u het hebt gekopieerd uit een bron in het publieke domein of een soortgelijke vrije bron (zie Schijndelwiki:Auteursrechten voor details). Gebruik geen materiaal dat beschermd wordt door auteursrecht, tenzij u daarvoor toestemming hebt!

Om de wiki te beschermen tegen geautomatiseerde bewerkingsspam vragen wij u vriendelijk de volgende CAPTCHA op te lossen:

Annuleren Hulp bij bewerken (opent in een nieuw venster)