Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 9 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Bewerken van Adrianus Johannes van Kasteren (1922 - 2013)

Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Waarschuwing: U bent niet aangemeld. Uw IP-adres zal voor iedereen zichtbaar zijn als u wijzigingen op deze pagina maakt. Wanneer u zich aanmeldt of een account aanmaakt, dan worden uw bewerkingen aan uw gebruikersnaam toegeschreven. Daarnaast zijn er andere voordelen.

Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.

Huidige versie Uw tekst
Regel 1: Regel 1:
{{Infobox persoon
{{Sjabloon:UnderConstruction}}
| naam          = Adrianus Johannes van Kasteren
| foto          =
| tekst          =
| volledige naam = Adrianus Johannes van Kasteren
| roepnaam      = Broer
| geboorteplaats = Schijndel
| geboortedatum  = 29 april 1922
| doopdatum      =
| overl.plaats  = 's-Hertogenbosch
| overl.datum    = 1 januari 2013
| partner(s)    = Francisca (Cisca) van der Heijden‏‎
| beroep(en)    = chauffeur
arbeider
| bidprentje    =
| gedachtenisprent =
}}
 
'''Inleiding'''<br>
'''Inleiding'''<br>
Vermoedelijk begin ik te laat aan dit schrijven. Maar misschien blijven we gezond.<br>
Vermoedelijk begin ik te laat aan dit schrijven. Maar misschien blijven we gezond.<br>
Regel 23: Regel 6:
== '''De familie Van Kasteren''' ==
== '''De familie Van Kasteren''' ==
Vader en moeder Van Kasteren hebben hun hele leven in Schijndel gewoond.<br>
Vader en moeder Van Kasteren hebben hun hele leven in Schijndel gewoond.<br>
 
Piet van Kasteren en Mieke Hellings trouwden met elkaar. Ze kregen zeven zonen en één dochter.<br>
<gallery caption="" widths="200" hieghts="200">
De vijfde zoon was Adrianus van Kasteren,in de volksmond Broer van Kasteren genoemd.<br>
Bestand:Kasteren 01.png|Petrus (Piet) van Kasteren.
Bestand:Kasteren 02.png|Maria (Mieke) Hellings.
</gallery>
 
[[Petrus Hendrikus van Kasteren (1887 – 1961)|Piet van Kasteren]] en Mieke Hellings trouwden met elkaar. Ze kregen zeven zonen en één dochter.<br>
 
<gallery caption="Broers en zus van Kasteren." widths="200" hieghts="200">
Bestand:Kasteren 03.png|Harrie van Kasteren.
Bestand:Kasteren 04.png|Jan van Kasteren.
Bestand:Kasteren 05.png|Toon van Kasteren.
Bestand:Kasteren 06.png|Mies van Kasteren.
Bestand:Kasteren 07.png|Betsie van Kasteren.
Bestand:Kasteren 08.png|Broer van Kasteren.
Bestand:Kasteren 09.png|Sjef van Kasteren.
Bestand:Kasteren 10.png|Piet van Kasteren.
</gallery>
 
De vijfde zoon was Adrianus van Kasteren, in de volksmond Broer van Kasteren genoemd.<br>
Volgens mijn ouders was ik heel knap toen ik op de aarde verscheen. En dat ben ik nog. Door de jaren heen is mijn uiterlijk wel wat veranderd.<br>
Volgens mijn ouders was ik heel knap toen ik op de aarde verscheen. En dat ben ik nog. Door de jaren heen is mijn uiterlijk wel wat veranderd.<br>


<gallery caption="Broer van Kasteren door de jaren heen." widths="200" hieghts="200">
== '''Mijn eerste levensjaren''' ==<br>
Bestand:Kasteren 11.jpg|Broer van Kasteren.
Bestand:Kasteren 12.png|Broer van Kasteren.
Bestand:Kasteren 13.png|Broer van Kasteren.
Bestand:Kasteren 14.png|Broer van Kasteren.
</gallery>
 
== '''Mijn eerste levensjaren''' ==
De eerste jaren van mijn leven ben ik vergeten. <br>
De eerste jaren van mijn leven ben ik vergeten. <br>
Wat ik nog weet is dat we bij de [[Molen De Hoop|molen op de Boterweg]] (nu [[Toon Bolsiusstraat]]) woonden. Het was een houten molen. Hij was geel, wit en zwart geverfd. Wat een genot dat ik daar met mijn moeder mocht gaan kijken. Achter die molen stond een dubbel woonhuis. Daar was iemand gestorven. De naaste buurman of buurvrouw. Dat heb ik nooit vergeten.<br>
Wat ik nog weet is dat we bij de molen op de Boterweg (nu Toon Bolsiusstraat) woonden. Het was een houten molen. Hij was geel, wit en zwart geverfd. Wat een genot dat ik daar met mijn moeder mocht gaan kijken. Achter die molen stond een dubbel woonhuis. Daar was iemand gestorven. De naaste buurman of buurvrouw. Dat heb ik nooit vergeten.<br>


=== '''De lagere school''' ===
'''De lagere school'''<br>
Ook weet ik nog dat ik bij de [[De Zusters van Liefde van Schijndel|zusters van liefde]] naar school moest. Dat was een ramp, maar het duurde niet lang. Toen ik naar de eerste klas ging was alle ellende vergeten.<br>
Ook weet ik nog dat ik bij de zusters van liefde naar school moest. Dat was een ramp, maar het duurde niet lang. Toen ik naar de eerste klas ging was alle ellende vergeten.<br>
Bijna alles van de eerste en tweede klas ben ik kwijt. In de eerste klas zat ik bij juffrouw Mien Van Dijk.<br>
Bijna alles van de eerste en tweede klas ben ik kwijt. In de eerste klas zat ik bij juffrouw Mien Van Dijk.<br>
In de tweede klas zat ik bij [[Joseph Joannes Antonius Teurlings (1908 - 1996)|meester Teurlings]].<br>
In de tweede klas zat ik bij meester Teurlings.<br>
De derde klas was bij meester De Greef en daar werd het anders. Toen kwam ik bij het jongenskoor. Dat was voor mij een goed hobby. Ik moest toen in de school wel veel nablijven voor het leren van liederen, maar dat was wel erg fijn. Toen mocht ik in de kerk zingen en dat deed ik graag.<br>
De derde klas was bij meester De Greef en daar werd het anders. Toen kwam ik bij het jongenskoor. Dat was voor mij een goed hobby. Ik moest toen in de school wel veel nablijven voor het leren van liederen, maar dat was wel erg fijn. Toen mocht ik in de kerk zingen en dat deed ik graag.<br>
In de vierde klas zat ik bij meester Saxs. Hij was mijn vriend niet.<br>
In de vierde klas zat ik bij meester Saxs. Hij was mijn vriend niet.<br>
De vijfde klas zat ik bij meester Frans van Oss. Daar kon ik wel mee overweg.<br>
De vijfde klas zat ik bij meester Frans van Oss. Daar kon ik wel mee overweg.<br>
In de zesde klas had ik [[Jacobus Maria Placidus Schenk ( 1899 - 1981)|meester Schenk]]. Wij noemden hem de penalty. Hij was erg vlug om zijn spitse schoenen tegen je achterwerk te plaatsen. Jaren later was ik voor een schildersbedrijf zijn huis aan het schilderen. Toen heb ik hem nog gevraagd of hij zijn schoenen nog eens wilde gebruiken, maar daar ging hij niet mee akkoord.<br>
In de zesde klas had ik meester Schenk. Wij noemden hem de penalty. Hij was erg vlug om zijn spitse schoenen tegen je achterwerk te plaatsen. Jaren later was ik voor een schildersbedrijf zijn huis aan het schilderen. Toen heb ik hem nog gevraagd of hij zijn schoenen nog eens wilde gebruiken, maar daar ging hij niet mee akkoord.<br>
De zevende klas ging erg gemakkelijk. Ik zat bij de hoofdonderwijzer [[Johannes Petrus van Bussel (1890 - 1971)|Van Bussel]]. Dat was een jager. Hij wilde altijd weten waar de meeste hazen en patrijzen zaten. Soms wilde hij wel een uurtje in de school blijven om over het veld te praten.<br>
De zevende klas ging erg gemakkelijk. Ik zat bij de hoofdonderwijzer Van Bussel. Dat was een jager. Hij wilde altijd weten waar de meeste hazen en patrijzen zaten. Soms wilde hij wel een uurtje in de school blijven om over het veld te praten.<br>
De lagere school heb ik tot de zevende klas gemakkelijk doorlopen, behalve de tijd dat ik veel school verzuimde. Dat noemde men “schooltje wachten”. Alles opgeteld, heb ik van mijn schooltijd ongeveer vijf a zes weken besteed aan schooltje wachten. Dan verbleven wij meestal in een paar treinwagons van het voetbalveld of we lagen bij een boer in het hooi.<br>
De lagere school heb ik tot de zevende klas gemakkelijk doorlopen, behalve de tijd dat ik veel school verzuimde. Dat noemde men “schooltje wachten”. Alles opgeteld, heb ik van mijn schooltijd ongeveer vijf a zes weken besteed aan schooltje wachten. Danverbleven wij meestal in een paar treinwagons van het voetbalveld of we lagen bij een boer in het hooi.<br>


=== '''De verhuizing''' ===
'''De verhuizing'''<br>
Wij zijn in de zomer van het jaar 1927 verhuisd van de [[Voortstraat]] in Schijndel naar de gemeente SintOedenrode. Het was wel het kantje van Sint-Oedenrode, namelijk de [[Scheidingsweg]].<br>
Wij zijn in de zomer van het jaar 1927 verhuisd van de Voortstraat in Schijndel naar de gemeente SintOedenrode. Het was wel het kantje van Sint-Oedenrode, namelijk de Scheidingsweg.<br>
Wel, het was een nieuw boerderijtje. Het lag midden in de hei, met veel dennenbomen. De weg was een zandweg en liep vanaf de Rooisedijk in rechte lijn naar het [[Achterste Hermalen]]. Daar zou ik de meest gelukkige kinderjaren doorbrengen. Ik hield toen al veel van de natuur.<br>
Wel, het was een nieuw boerderijtje. Het lag midden in de hei, met veel dennenbomen. De weg was een zandweg en liep vanaf de Rooisedijk in rechte lijn naar het Achterste Hermalen. Daar zou ik de meest gelukkige kinderjaren doorbrengen. Ik hield toen al veel van de natuur.<br>


=== '''De Scheiloop''' ===
'''De Scheiloop'''<br>
We hadden een mooie sloot langs het huis lopen. We noemden die “De Scheiloop”. Dat kwam omdat de loop de scheiding was tussen Sint-Oedenrode en Schijndel. De Scheiloop was eigenlijk een gegraven brede sloot die door het waterschap werd onderhouden. De zijkanten van de sloot liepen erg schuin aan. Soms moest je opletten dat je niet vlug naar beneden gleed. Maar ja, er stond bijna nooit meer dan een halve meter water in. In de zomer stond de scheiloop meestal droog. In de lente stond er een halve meter water in. Soms stond er in de winter een meter water in.<br>
We hadden een mooie sloot langs het huis lopen. We noemden die “De Scheiloop”. Dat kwam omdat de loop de scheiding was tussen Sint-Oedenrode en Schijndel. De Scheiloop was eigenlijk een gegraven brede sloot die door het waterschap werd onderhouden. De zijkanten van de sloot liepen erg schuin aan. Soms moest je opletten dat je niet vlug naar beneden gleed. Maar ja, er stond bijna nooit meer dan een halve meter water in. In de zomer stond de scheiloop meestal droog. In de lente stond er een halve meter water in. Soms stond er in de winter een meter water in.<br>
Er waren winters, dat wij op de loop konden schaatsen, maar meestal werd het ijs niet sterk genoeg. Dat kwam omdat er veel stroom op het water zat.<br>
Er waren winters, dat wij op de loop konden schaatsen, maar meestal werd het ijs niet sterk genoeg. Dat kwam omdat er veel stroom op het water zat.<br>
Regel 81: Regel 39:
Soms vingen wij veel snoek. Het was altijd rond maart en april dat er snoek door de Scheiloop kwam. Daarna ging het water weer zakken. In mei was er geen water meer in de loop.<br>
Soms vingen wij veel snoek. Het was altijd rond maart en april dat er snoek door de Scheiloop kwam. Daarna ging het water weer zakken. In mei was er geen water meer in de loop.<br>


=== '''Vogels en eekhoorns zoeken''' ===
'''Vogels en eekhoorns zoeken'''<br>
Als kinderen gingen wij dikwijls de heide op om vogels te zoeken. Als wij gingen zoeken naar vogeltjes, dat was echt heel mooi. Wij konden de vogeltjes gemakkelijk vinden. We gingen dikwijls naar vogeltjes kijken. Dan gingen we ergens in de heide liggen. Na een tijdje zag je de vogels hun nest bouwen. Of je zag de vogels wegkruipen. Dan wisten we waar we ze moesten zoeken en dan hadden wij ze heel vlug gevonden.<br>
Als kinderen gingen wij dikwijls de heide op om vogels te zoeken. Als wij gingen zoeken naar vogeltjes, dat was echt heel mooi. Wij konden de vogeltjes gemakkelijk vinden. We gingen dikwijls naar vogeltjes kijken. Dan gingen we ergens in de heide liggen. Na een tijdje zag je de vogels hun nest bouwen. Of je zag de vogels wegkruipen. Dan wisten we waar we ze moesten zoeken en dan hadden wij ze heel vlug gevonden.<br>
Er woonden toen in de heide ook grote vogels. De wulp was één van de soorten die veel gezien werden, maar ook de grutto woonde op de heide. Wij kenden alle soorten vogels.<br>
Er woonden toen in de heide ook grote vogels. De wulp was één van de soorten die veel gezien werden, maar ook de grutto woonde op de heide. Wij kenden alle soorten vogels.<br>
Regel 89: Regel 47:
Zoals kieviten zoeken, dat was een mooie sport voor ons. Dan gingen we ook hier of daar zitten. Soms gingen we voor de aardigheid in een boom zitten. We hadden wel ooit een weddenschap. Wie de eerste kievit vond, kreeg de grootste appel. Die we dan eerst moesten halen waar ze nog aan de bomen hingen.<br>
Zoals kieviten zoeken, dat was een mooie sport voor ons. Dan gingen we ook hier of daar zitten. Soms gingen we voor de aardigheid in een boom zitten. We hadden wel ooit een weddenschap. Wie de eerste kievit vond, kreeg de grootste appel. Die we dan eerst moesten halen waar ze nog aan de bomen hingen.<br>
Soms gingen wij met andere vriendjes in de dennenbossen om eekhoorns te vangen. Meestal haalden wij de jonge eekhoorns uit het nest. Ook gingen we wel eens eekhoorns zoeken. Dan moesten wij wel veel klimmen, want niet alle nesten
Soms gingen wij met andere vriendjes in de dennenbossen om eekhoorns te vangen. Meestal haalden wij de jonge eekhoorns uit het nest. Ook gingen we wel eens eekhoorns zoeken. Dan moesten wij wel veel klimmen, want niet alle nesten
waren bewoond. We hebben eekhoorns groot gebracht met de fles. Dat was echt leuk werk. Er moest een kooi gebouwd worden met een wiel. Dan kon de eekhoorn mooi rondlopen en in het wiel draaien.<br>
waren bewoond. We hebben eekhoorns groot gebracht met de fles. Dat was echt leuk werk. Er moest een kooi gebouwd worden met een wiel. Dan kon de eekhoorn mooi rondlopen en in het wiel draaien.


==='''Thuis helpen''' ===
'''Thuis helpen'''<br>
Verders was het niet altijd zo dat wij maar in de hei konden gaan als we wilden. Er was dikwijls wat te doen voor de kinderen. Meestal was er een groot veld met aardappels die wij allemaal moesten rapen. Soms moesten wij onkruid uitplukken. Want als vader veel werk had dan moesten wij hem helpen. Bij het aardappels zetten maakte vader de gaatjes met een handmachine. Wij moesten er dan de aardappels in doen. Soms mochten wij ook rogge en haver binden. Dat noemden wij een “schob”. Wij moesten dan vier bossen haver tegen elkaar zetten. Daarna moest er een band overheen. Dan werd het een “gast”, die heel snel droog werd. Het was een mooi gezicht. Hele rijen haver en rogge, dat was erg mooi. Die stonden daar een tijd te drogen. Als de haver of rogge droog was, dan werd het binnen gehaald. We hadden een grote schuur, maar als de oogst binnen was, dan was de schuur tot de nok toe vol. Het spelen in de schuur was dan afgelopen.<br>
Verders was het niet altijd zo dat wij maar in de hei konden gaan als we wilden. Er was dikwijls wat te doen voor de kinderen. Meestal was er een groot veld met aardappels die wij allemaal moesten rapen. Soms moesten wij onkruid uitplukken. Want als vader veel werk had dan moesten wij hem helpen. Bij het aardappels zetten maakte vader de gaatjes met een handmachine. Wij moesten er dan de aardappels in doen. Soms mochten wij ook rogge en haver binden. Dat noemden wij een “schob”. Wij moesten dan vier bossen haver tegen elkaar zetten. Daarna moest er een band overheen. Dan werd het een “gast”, die heel snel droog werd. Het was een mooi gezicht. Hele rijen haver en rogge, dat was erg mooi. Die stonden daar een tijd te drogen. Als de haver of rogge droog was, dan werd het binnen gehaald. We hadden een grote schuur, maar als de oogst binnen was, dan was de schuur tot de nok toe vol. Het spelen in de schuur was dan afgelopen.<br>
En wat denk je van school? Wij moesten toch wel drie kilometer lopen naar de [[Pompstraat]], maar dat ging altijd in draf. Wij waren altijd weer blij als we thuis waren. Op de boerderij was meestal meer te doen dan op school.<br>
En wat denk je van school? Wij moesten toch wel drie kilometer lopen naar de Pompstraat, maar dat ging altijd in draf. Wij waren altijd weer blij als we thuis waren. Op de boerderij was meestal meer te doen dan op school.<br>
Toch hebben wij als kind een mooie tijd gehad. We konden overal vrij rondlopen. Duizenden bunders van heide en bos. We konden kikvorsen vangen en die beestjes opblazen. We konden ze meenemen naar de school en loslaten in de klas. Ook gingen wij wel eens aardbeien plukken zonder te vragen. Dan moesten wij soms hard lopen. <br>
Toch hebben wij als kind een mooie tijd gehad. We konden overal vrij rondlopen. Duizenden bunders van heide en bos. We konden kikvorsen vangen en die beestjes opblazen. We konden ze meenemen naar de school en loslaten in de klas. Ook gingen wij wel eens aardbeien plukken zonder te vragen. Dan moesten wij soms hard lopen. <br>


=== '''Op de hei''' ===
'''Op de hei'''<br>
Wij hadden ook veel plezier in de heide. Als we niet hoefden te werken, dan gingen we heel graag de hei in. Wij waren veel op de heide te vinden. We hadden altijd wat te doen. We gingen veel vogeltjes zoeken en namen toen veel eieren mee naar huis. Als we thuis kwamen prikten wij gaatjes in de eieren en gingen ze uitblazen. Daarna werden ze aan een touw geregen en kwamen de eitjes aan de muur te hangen.<br>
Wij hadden ook veel plezier in de heide. Als we niet hoefden te werken, dan gingen we heel graag de hei in. Wij waren veel op de heide te vinden. We hadden altijd wat te doen. We gingen veel vogeltjes zoeken en namen toen veel eieren mee naar huis. Als we thuis kwamen prikten wij gaatjes in de eieren en gingen ze uitblazen. Daarna werden ze aan een touw geregen en kwamen de eitjes aan de muur te hangen.<br>
Soms gingen wij bijvoorbeeld muizen vangen. Dat was op de heide voor ons een leuke sport. We gingen dan muizengaatjes zoeken en goten daar water in. Dan duurde het niet lang, of de muis kwam uit zijn hol. Wie van ons het vlugste was, had hem dan te pakken. Maar meestal lieten wij hem ook weer los. Het waren van die kleine veldmuisjes.
Soms gingen wij bijvoorbeeld muizen vangen. Dat was op de heide voor ons een leuke sport. We gingen dan muizengaatjes zoeken en goten daar water in. Dan duurde het niet lang, of de muis kwam uit zijn hol. Wie van ons het vlugste was, had hem dan te pakken. Maar meestal lieten wij hem ook weer los. Het waren van die kleine veldmuisjes.
Regel 103: Regel 61:
De eerste tijd dat wij die zwervers zagen waren wij nog bang, maar dat waren doodgewone arme mensen die echt niemand kwaad deden. Zo kwam er ook eentje, die zong de hele dag. Hij had een grote rode zakdoek rond zijn nek. Wij noemden hem de “Gekke Willem”. Hij jodelde graag, maar deed niemand kwaad.
De eerste tijd dat wij die zwervers zagen waren wij nog bang, maar dat waren doodgewone arme mensen die echt niemand kwaad deden. Zo kwam er ook eentje, die zong de hele dag. Hij had een grote rode zakdoek rond zijn nek. Wij noemden hem de “Gekke Willem”. Hij jodelde graag, maar deed niemand kwaad.


=== '''Fietsen''' ===
'''Fietsen'''<br>
Het mooiste was, toen mijn moeder leerde fietsen. Wij hebben dagen plezier gehad. Vader had een nieuwe fiets gekocht, en wel voor moeder, want die moest leren fietsen. Ik weet niet precies hoe oud moeder toen was, maar ik denk rond de 50 jaar. <br>
Het mooiste was, toen mijn moeder leerde fietsen. Wij hebben dagen plezier gehad. Vader had een nieuwe fiets gekocht, en wel voor moeder, want die moest leren fietsen. Ik weet niet precies hoe oud moeder toen was, maar ik denk rond de 50 jaar. <br>
Het eerste bedrijf was, moeder had rokken aan en die gingen zowat tot onder de grond. Dus moeder moest kortere rokken aandoen. Ik denk dat we voor de eerste keer haar benen zagen. Wel, moeder moest mee naar de wei. Dat zou wat worden. Wij hadden het voordeel dat er bij ons op het weiland geen verkeer was. Ze kon alleen maar in het gras vallen. Dat deed ze dan ook genoeg. Ze was die tijd al erg stijf. We moesten haar op het zadel zetten en dan
Het eerste bedrijf was, moeder had rokken aan en die gingen zowat tot onder de grond. Dus moeder moest kortere rokken aandoen. Ik denk dat we voor de eerste keer haar benen zagen. Wel, moeder moest mee naar de wei. Dat zou wat worden. Wij hadden het voordeel dat er bij ons op het weiland geen verkeer was. Ze kon alleen maar in het gras vallen. Dat deed ze dan ook genoeg. Ze was die tijd al erg stijf. We moesten haar op het zadel zetten en dan
Regel 110: Regel 68:
Het grappige was dat ze nu wel kon fietsen, maar dat ze niet kon afstappen. Maar daar had ze vlug wat op gevonden. Zij kon haar lichaam niet van het zadel lichten. Nu liet zij als zij wilde stoppen, haar fiets uitlopen tot het niet verder ging. Dan ging de fiets naar één kant overhangen en moeder ging dan mee naar beneden. Haar voeten kwamen dan als eerste aan de grond. Wij noemden het “vallend afstappen”.<br>
Het grappige was dat ze nu wel kon fietsen, maar dat ze niet kon afstappen. Maar daar had ze vlug wat op gevonden. Zij kon haar lichaam niet van het zadel lichten. Nu liet zij als zij wilde stoppen, haar fiets uitlopen tot het niet verder ging. Dan ging de fiets naar één kant overhangen en moeder ging dan mee naar beneden. Haar voeten kwamen dan als eerste aan de grond. Wij noemden het “vallend afstappen”.<br>
Zij heeft het nooit meer anders geleerd. Het was toch nog gevaarlijk, want zij had wel twintig meter nodig om tot stilstand te komen.<br>
Zij heeft het nooit meer anders geleerd. Het was toch nog gevaarlijk, want zij had wel twintig meter nodig om tot stilstand te komen.<br>
Eén keer hebben wij mijn moeder vlug zien stoppen. Zij wilde haar broer een bezoek brengen, die ook in de heide woonde. Eerst moest ze tweehonderd meter over de Scheidijk fietsen, daarna over een brug en dan was zij al op de goede weg naar haar broer. Het was een houten brug zonder leuning. We hadden haar goed gezegd dat zij op de brug rechtsaf moest draaien. Wel, zij is bij ons huis opgestapt, moest langs het water fietsen tot de brug en dan rechts aanhouden. Dat deed zij goed, maar ze was een beetje te vlug met draaien. Zij draaide al af toen het voorwiel op de brug kwam. Dat werkte niet, want de hele fiets moet op de brug zijn om af te draaien. Dus de grootste helft van de fiets was nog voor de brug en ging naar het water toe. Ons lief moedertje ging naar beneden, hals over de kop het water in. Wij stonden met de hele familie te kijken. We konden het water op zien spatten. Wel, met de hele familie hebben wij ons moedertje weer gered. We hebben die redding wel doorgegeven, maar er zijn geen oorkondes afgegeven. Wel waren we blij dat we haar terug hadden.<br>
Eén keer hebben wij mijn moeder vlug zien stoppen. Zij wilde haar broer een bezoek brengen, die ook in de heide woonde. Eerst moest ze tweehonderd meter over de Scheidijk fietsen, daarna over een brug en dan was zij al op de goede weg naar haar broer. Het was eenhouten brug zonder leuning. We hadden haar goed gezegd dat zij op de brug rechtsaf moest draaien. Wel, zij is bij ons huis opgestapt, moest langs het water fietsen tot de brug en dan rechts aanhouden. Dat deed zij goed, maar ze was een beetje te vlug met draaien. Zij draaide al af toen het voorwiel op de brug kwam. Dat werkte niet, want de hele fiets moet op de brug zijn om af te draaien. Dus de grootste helft van de fiets was nog voor de brug en ging naar het water toe. Ons lief moedertje ging naar beneden, hals over de kop het water in. Wij stonden met de hele familie te kijken. We konden het water op zien spatten. Wel, met de hele familie hebben wij ons moedertje weer gered. We hebben die redding wel doorgegeven, maar er zijn geen oorkondes afgegeven. Wel waren we blij dat wehaar terug hadden.<br>
Nog een mooi momentje. Vroeger moest iedereen een fietsplaatje hebben. In elk dorp waren er commiezen. Deze mensen hielden iedereen aan. Zo werd ook moeder staande gehouden. Zij had bijna honderd meter nodig om te stoppen. Een eindje verder ging zij vallend afstappen. De ambtenaar zei: “Maar mevrouw, het spijt me dat je bent gevallen”. Maar moeder zei: “Dat hoeft niet want ik stap altijd zo af”.<br>
Nog een mooi momentje. Vroeger moest iedereen een fietsplaatje hebben. In elk dorp waren er commiezen. Deze mensen hielden iedereen aan. Zo werd ook moeder staande gehouden. Zij had bijna honderd meter nodig om te stoppen. Een eindje verder ging zij vallend afstappen. De ambtenaar zei: “Maar mevrouw, het spijt me dat je bent gevallen”. Maar moeder zei: “ Dat hoeft niet want ik stapaltijd zo af”.<br>
Mijn broer Jan was de tweede oudste. Hij had een nieuwe fiets gekocht. Wat kon die knaap fietsen. Maar ja mijn oudere broer Harry wilde die fiets ook wel eens proberen, en dat mocht. Hij reed de [[Rooiseweg]] op, maar toen kwam de pech. Harry ging met de fiets over de kop, en had een lichte hersenschudding. Broer Jan had ook pech. Hij moest zijn fiets terugbrengen. Zo was er nog dikwijls wat te doen in de Rooiseheide.<br>
Mijn broer Jan was de tweede oudste. Hij had een nieuwe fiets gekocht. Wat kon die knaap fietsen. Maar ja mijn oudere broer Harry wilde die fiets ook wel eens proberen, en dat mocht. Hij reed de Rooiseweg op, maar toen kwam de pech. Harry ging met de fiets over de kop, en had een lichte hersenschudding. Broer Jan had ook pech. Hij moest zijn fiets terugbrengen. Zo was er nog dikwijls wat te doen in de Rooiseheide.<br>


=== '''Toon oom''' ===
'''Toon oom'''<br>
Wij hebben ook plezier gehad met Toon oom. Wij hadden een hazenvel opgevuld met hooi en toen in de wei neergezet. Toon oom had een geweer, dat wisten we.<br>
Wij hebben ook plezier gehad met Toon oom. Wij hadden een hazenvel opgevuld met hooi en toen in de wei neergezet. Toon oom had een geweer, dat wisten we.<br>
Het was 's-avonds erg donker. We hadden afgesproken dat iemand met de lichtbak mee zou gaan. Wel, ze moesten nog even zoeken voordat ze de haas weer zagen zitten. Toon oom schoot de haas omver, maar toen hij de haas in de hand pakte werd hij erg boos. Toen wist hij pas dat hij voor de gek was gehouden.<br>
Het was 's-avonds erg donker. We hadden afgesproken dat iemand met de lichtbak mee zou gaan. Wel, ze moesten nog even zoeken voordat ze de haas weer zagen zitten. Toon oom schoot de haas omver, maar toen hij de haas in de hand pakte werd hij erg boos. Toen wist hij pas dat hij voor de gek was gehouden.<br>
Toon oom was wezen stropen. Dat noemen wij jagen zonder vergunning. We hadden bezoek van een straatventer die vlees verkocht voor een slager. Die man stond bij ons aan huis nog wat na te praten, net toen mijn oom terug kwam van het jagen. De man vroeg of mijn oom wat had geschoten. Mijn oom antwoordde: “Nee, ik heb niets gezien”. De man zei toen: “Dan schiet hier maar op”. Toen gooide hij zijn hoed de lucht in. Mijn oom, niet te lui, bracht het geweer omhoog en schoot. De hoed kwam nog naar beneden, maar was wel veranderd in een zeef. Verwonderd stond de straatventer naar zijn hoed te staren. Toch zei hij nog: “Wat een pracht van een schot”. Maar zijn hoed gooit hij niet meer omhoog.<br>
Toon oom was wezen stropen. Dat noemen wij jagen zonder vergunning. We hadden bezoek van een straatventer die vlees verkocht voor een slager. Die man stond bij ons aan huis nog wat na te praten, net toen mijn oom terug kwam van het jagen. De man vroeg of mijn oom wat had geschoten. Mijn oom antwoordde: “Nee, ik heb niets gezien”. De man zei toen: “Dan schiet hier maar op”. Toen gooide hij zijn hoed de lucht in. Mijn oom, niet te lui, bracht het geweer omhoog en schoot. De hoed kwam nog naar beneden, maar was wel veranderd in een zeef. Verwonderd stond de straatventer naar zijn hoed te staren. Toch zei hij nog: “Wat een pracht van een schot”. Maar zijn hoed gooit hij niet meer omhoog.<br>


=== '''Spits''' ===
'''Spits'''<br>
Wij hadden ook een hele fijne hond. Die kon alles. Welk ras het was, dat weet ik niet. Op een avond zaten wij allemaal aan tafel toen hij bij ons door de raam kwam kijken. Het beest had honger. Wij hebben hem toen binnen gelaten en
Wij hadden ook een hele fijne hond. Die kon alles. Welk ras het was, dat weet ik niet. Op een avond zaten wij allemaal aan tafel toen hij bij ons door de raam kwam kijken. Het beest had honger. Wij hebben hem toen binnen gelaten en
wat te eten gegeven. Een paar dagen later hebben wij hem aangegeven bij de politie, maar we hebben nooit iets van een eigenaar gehoord.<br>
wat te eten gegeven. Een paar dagen later hebben wij hem aangegeven bij de politie, maar we hebben nooit iets van een eigenaar gehoord.<br>
Wel, we hebben hem Spits genoemd. Hij is tot zijn dood bij ons gebleven. Daar hebben wij nooit spijt van gehad. Dat dier heeft ons meer plezier gegeven, dan je kunt bedenken. Het was een beest dat alles kon. Hij was een zeer goede waakhond, maar hij paste ook op ons.<br>
Wel, we hebben hem Spits genoemd. Hij is tot zijn dood bij ons gebleven. Daar hebben wij nooit spijt van gehad. Dat dier heeft ons meer plezier gegeven, dan je kunt bedenken. Het was een beest dat alles kon. Hij was een zeer goede waakhond, maar hij paste ook op ons.<br>
Spits was altijd van de partij. We konden niet alleen weg gaan want hij stond altijd te wachten. Waar wij gingen, ging de hond ook. Alleen ging hij niet mee naar de school. Wel stond Spits altijd te wachten als we thuis kwamen. In het veld was Spits een kanjer.<br>
Spits was altijd van de partij. We konden niet alleen weg gaan want hij stond altijd te wachten. Waar wij gingen, ging de hond ook. Alleen ging hij niet mee naar de school. Wel stond Spits altijd te wachten alswe thuis kwamen. In het veld was Spits een kanjer.<br>
In de tijd dat wij in de heide woonden, gingen wij ook veel mollen vangen. Die brachten toen nogal wat geld op. Die hond was gek op het vangen van mollen. Wij hadden hem geleerd dat hij de mollen moest gaan zoeken. De hond kon op zeker honderd meter afstand ruiken waar de mol aan het werk was. Die hond was gewoon zo slim. Als er gangen over de wei liepen, en de mol was daar aan het werk, dan kon de hond hem zelf pakken. Want een molspoor loopt bijna
In de tijd dat wij in de heide woonden, gingen wij ook veel mollen vangen. Die brachten toen nogal wat geld op. Die hond was gek op het vangen van mollen. Wij hadden hem geleerd dat hij de mollen moest gaan zoeken. De hond kon op zeker honderd meter afstand ruiken waar de mol aan het werk was. Die hond was gewoon zo slim. Als er gangen over de wei liepen, en de mol was daar aan het werk, dan kon de hond hem zelf pakken. Want een molspoor loopt bijna
boven de grond. Als de hond de mol gevonden had, moest hij stil blijven staan en op ons wachten. Dat hadden wij hem geleerd. Dan staken wij met de schop de mol uit de grond. Het was namelijk zo, dat als de mol in een molshoop aan het werk was, dan kon de hond niet vlug genoeg met zijn poten door de graszoden komen. Nadat wij hem geleerd hadden dat hij op ons moest wachten, ging het veel beter.<br>
boven de grond. Als de hond de mol gevonden had, moest hij stil blijven staan en op ons wachten. Dat hadden wij hem geleerd. Dan staken wij met de schop de mol uit de grond. Het was namelijk zo, dat als de mol in een molshoop aan het werkwas, dan kon de hond niet vlug genoeg met zijn poten door de graszoden komen. Nadat wij hem geleerd hadden dat hij op ons moest wachten, ging het veel beter.<br>
Het was voor 99% raak. De hond hoefde niet meer te doen dan de neus in de wind te steken en ons te zeggen waar de mol bezig was. Ik wou dat ik ook zo'n neus had.<br>
Het was voor 99% raak. De hond hoefde niet meer te doen dan de neus in de wind te steken en ons te zeggen waar de mol bezig was. Ik wou dat ik ook zo'n neus had.<br>
Ik was met mijn hond in het veld toen er een regenbui begon. Ik ben tegen een bosrand aan gaan zitten en ben vermoedelijk in slaap gevallen. Toen ik wakker werd merkte ik dat ik op de hond had geslapen. Wel, dat was echt niet de eerste keer. Als ik met de hond op stap was ging ik dikwijls ergens liggen rusten en met mijn hoofd op de hond ging liggen. Dus eigenlijk was dat gewoon. Maar toen ik laatst thuis kwam, werd ik geroepen door de buurman. "Hij zei: ik heb jou in het veld gevonden. Jij lag te slapen met je geweer bij je. Ik denk, voor een lolletje, neem ik jouw geweer mee. Maar toen ik naar jouw geweer pakte liet die hond van jou zijn tanden zien. Ik was blij dat ik zonder jouw geweer nog wegkwam".<br>
Ik was met mijn hond in het veld toen er een regenbui begon. Ik ben tegen een bosrand aan gaan zitten en ben vermoedelijk in slaap gevallen. Toen ik wakker werd merkte ik dat ik op de hond had geslapen. Wel, dat was echt niet de eerste keer. Als ik met de hond op stap was ging ik dikwijls ergens liggen rusten en met mijn hoofd op de hond ging liggen. Dus eigenlijk was dat gewoon. Maar toen ik laatst thuis kwam, werd ik geroepen door de buurman. "Hij zei: ik heb jou in het veld gevonden. Jij lag te slapen met je geweer bij je. Ik denk, voor een lolletje, neem ik jouw geweer mee. Maar toen ik naar jouw geweer pakte liet die hond van jou zijn tanden zien. Ik was blij dat ik zonder jouw geweer nog wegkwam".<br>
Regel 136: Regel 94:
Die hond zag wat voor kleren je aantrok. Hoofdzaak de laarzen, dan wist hij al dat ik het veld in ging. Die slimme hond deed of hij sliep maar zag alles. We waren allebei hetzelfde, gek van de natuur.
Die hond zag wat voor kleren je aantrok. Hoofdzaak de laarzen, dan wist hij al dat ik het veld in ging. Die slimme hond deed of hij sliep maar zag alles. We waren allebei hetzelfde, gek van de natuur.


=== '''Weer verhuisd''' ===
'''Weer verhuisd'''<br>
De boerderij aan de Scheidingsweg was vijf bunder groot. Het was eigenlijk een gemengd bedrijf. We hadden vier of vijf koeien, veel kippen en enkele varkens. We teelden haver, rog, bieten en knollen voor veevoer en daarbij aardappels voor het hele jaar. Wij hadden een mooi gezin. Vader, moeder, zeven jongens en een meisje. Als ik terug denk aan die tijd, dan hadden wij het erg zwaar te halen. De opbrengst van het bedrijf was lang niet genoeg voor een groot gezin. <br>
De boerderij aan de Scheidingsweg was vijf bunder groot. Het was eigenlijk een gemengd bedrijf. We hadden vier of vijf koeien, veel kippen en enkele varkens. We teelden haver, rog, bieten en knollen voor veevoer en daarbij aardappels voor het hele jaar. Wij hadden een mooi gezin. Vader, moeder, zeven jongens en een meisje. Als ik terug denk aan die tijd, dan hadden wij het erg zwaar te halen. De opbrengst van het bedrijf was lang niet genoeg voor een groot gezin. <br>
De grond was hele magere heidegrond. Er moest heel veel dure kunstmest op. Daarbij was het een zeer slechte tijd. Er was voor de kinderen geen werk te vinden. Vader moest alles alleen verdienen met de boerderij. Dat moest een keer verkeerd lopen. Zeven jongens en een meisje plus vader en moeder, tien personen, eten van een kleine boerderij.<br>
De grond was hele magere heidegrond. Er moest heel veel dure kunstmest op. Daarbij was het een zeer slechte tijd. Er was voor de kinderen geen werk te vinden. Vader moest alles alleen verdienen met de boerderij. Dat moest een keer verkeerd lopen. Zeven jongens en een meisje plus vader en moeder, tien personen, eten van een kleine boerderij.<br>
Ik snap toch niet dat mijn vader die boerderij in de heide liet bouwen. Vader was van boerenafkomst. Hij moet toch geweten hebben dat de heidegrond erg arm is. En dat er veel mest op het land moet komen om er wat te telen. Het had allemaal goed kunnen zijn als er meer werk was geweest.<br>
Ik snap toch niet dat mijn vader die boerderij in de heide liet bouwen. Vader was van boerenafkomst. Hij moet toch geweten hebben dat de heidegrond erg arm is. En dat er veel mest op het land moet komen om er wat te telen. Het had allemaal goed kunnen zijn als er meer werk was geweest.<br>
Onze ouders hebben toch nog acht jaren heel hard gewerkt voor het behoud van het bedrijf. Maar op het ergste van de crisistijd moesten ze toch nog verkopen. Daar er zoveel schuld was, hielden zij van de verkoop niets over. Zo arm als luizen kwamen wij op de [[Steeg]] te wonen. Dat moet voor mijn ouders erg zwaar zijn geweest. Ik geloof dat mijn ouders daarover veel verdriet hebben gehad, maar wij begonnen weer opnieuw. Wij hebben daarna met heel veel moeite vader laten afkeuren, waardoor de oudste zoon mocht gaan werken. Wel, we hebben in de Rooiseheide een mooie tijd gehad. Die kinderjaren vergeet je nooit meer.<br>
Onze ouders hebben toch nog acht jaren heel hard gewerkt voor het behoud van het bedrijf. Maar op het ergste van de crisistijd moesten ze toch nog verkopen. Daar er zoveel schuld was, hielden zij van de verkoop niets over. Zo arm als luizen kwamen wij op de Steeg te wonen. Dat moet voor mijn ouders erg zwaar zijn geweest. Ik geloof dat mijn ouders daarover veel verdriet hebben gehad, maar wij begonnen weer opnieuw. Wij hebben daarna met heel veel moeite vader laten afkeuren, waardoor de oudste zoon mocht gaan werken. Wel, we hebben in de Rooiseheide een mooie tijd gehad. Die kinderjaren vergeet je nooit meer.<br>


=== '''Gaan werken''' ===
'''Gaan werken'''<br>
Zelf ben ik toen ook al vlug van school gekomen. Mijn kinderjaren waren zo goed als voorbij. Ik moest nog een jaartje naar school, maar ben toen als dertienjarige gaan werken bij de buurman die groenteboer was en mij wel te werk wilde stellen. Ik geloof voor een gulden in de week. Zo werd ik groenteboer.<br>
Zelf ben ik toen ook al vlug van school gekomen. Mijn kinderjaren waren zo goed als voorbij. Ik moest nog een jaartje naar school, maar ben toen als dertienjarige gaan werken bij de buurman die groenteboer was en mij wel te werk wilde stellen. Ik geloof voor een gulden in de week. Zo werd ik groenteboer.<br>
Bij de groenteboer heb ik maar een klein jaartje gewerkt. Soms in de tuin, soms 's-avonds de wagen mee laden en soms naar de markt in 's-Hertogenbosch om groente en fruit bij te halen.<br>
Bij de groenteboer heb ik maar een klein jaartje gewerkt. Soms in de tuin, soms 's-avonds de wagen mee laden en soms naar de markt in 's-Hertogenbosch om groente en fruit bij te halen.<br>
Toch heb ik er veel geleerd. We gingen samen naar de groentemarkt in 's-Hertogenbosch. Na een tijdje mocht ik al alleen naar de markt. <br>
Toch heb ik er veel geleerd. We gingen samen naar de groentemarkt in 's-Hertogenbosch. Na een tijdje mocht ik al alleen naar de markt. <br>
Dat was wel een belevenis, zo met paard en wagen, maar het paard was wel heel gemakkelijk. De hit die we toen hadden wist zelf zijn weg te vinden en wist precies waar hij naar toe moest. Dat paard moest één keer in de week naar 's-Hertogenbosch, altijd dezelfde weg over de Steeg en dan langs [[Zuid-Willemsvaart|het kanaal]] door de Hinthamerstraat, naar de markt.<br>
Dat was wel een belevenis, zo met paard en wagen, maar het paard was wel heel gemakkelijk. De hit die we toen hadden wist zelf zijn weg te vinden en wist precies waar hij naar toe moest. Dat paard moest één keer in de week naar 's-Hertogenbosch, altijd dezelfde weg over de Steeg en dan langs het kanaal door de Hinthamerstraat, naar de markt.<br>
Als we thuis kwamen uit 's-Hertogenbosch, dan moest dat paard nog de hele dag mee. Want dan ging de groenteman zelf met groente langs de deur.<br>
Als we thuis kwamen uit 's-Hertogenbosch, dan moest dat paard nog de hele dag mee. Want dan ging de groenteman zelf met groente langs de deur.<br>
Dat paard zou ook nooit bijvoorbeeld het café van Tijn Persoons voorbij lopen, want daar ging de baas een boterham eten en natuurlijk een biertje nemen. Het paard kreeg daar ook zijn eten.<br>
Dat paard zou ook nooit bijvoorbeeld het café van Tijn Persoons voorbij lopen, want daar ging de baas een boterham eten en natuurlijk een biertje nemen. Het paard kreeg daar ook zijn eten.<br>
Regel 156: Regel 114:
Tot ongeveer 1937 werkte ik bij groenteboer Van Der Heyden.<br>
Tot ongeveer 1937 werkte ik bij groenteboer Van Der Heyden.<br>


=== '''Politie zoekt stropers''' ===
'''Politie zoekt stropers'''<br>
Op een dag waren we aan het "schrepke gooien" voor het huis, dat met de voorgevel in het veld stond. Het was volgens mij een mooie zonnige winterdag. Wij waren denk ik met tien man aan het gooien.<br>
Op een dag waren we aan het "schrepke gooien" voor het huis, dat met de voorgevel in het veld stond. Het was volgens mij een mooie zonnige winterdag. Wij waren denk ik met tien man aan het gooien.<br>
Als je soms niet weet wat “schrepke gooien” is, zal ik het je nu vertellen. Je maakt een streep op de grond van 60 cm. Op de streep maak je een vierkantje van tien bij tien centimeter. Alle spelers gooien om de beurt een cent en proberen die in dat kleine vakje te gooien. Wie in de pot gooit, mag de centen meenemen. Deze spelletjes werden vroeger veel gedaan.<br>
Als je soms niet weet wat “schrepke gooien” is, zal ik het je nu vertellen. Je maakt een streep op de grond van 60 cm. Op de streep maak je een vierkantje van tien bij tien centimeter. Alle spelers gooien om de beurt een cent en proberen die in dat kleine vakje te gooien. Wie in de pot gooit, mag de centen meenemen. Deze spelletjes werden vroeger veel gedaan.<br>
Regel 163: Regel 121:
Vermoedelijk had hij dat te danken aan een buurman. Die woonde ook langs ons. Dat was Van Heeswijk. Hij had niet graag dat wij over zijn land liepen als wij het veld ingingen, maar daaraan stoorden wij ons in het geheel niet. Later is hij ook nog gearresteerd voor een ernstige vechtpartij. Vader en zoon Van Heeswijk maakten een buurman op het kantje na dood. Van die buurman werd bijna het hoofd afgesneden. De man werd bij ons voor de deur bediend en niemand had gedacht dat hij het zou overleven. Toch is hij er nog doorgekomen. Ik geloof dat die boer een paar jaar in de cel heeft gezeten. Hij werd gearresteerd door Sjef van Mierlo.
Vermoedelijk had hij dat te danken aan een buurman. Die woonde ook langs ons. Dat was Van Heeswijk. Hij had niet graag dat wij over zijn land liepen als wij het veld ingingen, maar daaraan stoorden wij ons in het geheel niet. Later is hij ook nog gearresteerd voor een ernstige vechtpartij. Vader en zoon Van Heeswijk maakten een buurman op het kantje na dood. Van die buurman werd bijna het hoofd afgesneden. De man werd bij ons voor de deur bediend en niemand had gedacht dat hij het zou overleven. Toch is hij er nog doorgekomen. Ik geloof dat die boer een paar jaar in de cel heeft gezeten. Hij werd gearresteerd door Sjef van Mierlo.


=== '''1937, Werken in Grimlinghausen''' ===
'''1937, Werken in Grimlinghausen'''<br>
Omdat de groenteman zelf twee kinderen had, die nog een beetje te jong waren, was er voor mij later toch geen werk. Dus moest ik wel naar wat anders uitzien. Wel in Holland was het erg moeilijk. Het was nog een slechte tijd in Holland en ik was nog erg jong.<br>
Omdat de groenteman zelf twee kinderen had, die nog een beetje te jong waren, was er voor mij later toch geen werk. Dus moest ik wel naar wat anders uitzien. Wel in Holland was het erg moeilijk. Het was nog een slechte tijd in Holland en ik was nog erg jong.<br>
Zo kwam ik op het idee om maar in Duitsland te gaan werken. De kranten stonden er vol van. Vooral boeren zochten werkvolk. Ik was toen bijna vijftien jaar. Mijn ouders vonden het goed. Later bleek dit zo'n drie jaar voor de oorlog te zijn. Ik heb mij in 's-Hertogenbosch op het arbeidsbureau aangemeld. Na twee weken kreeg ik al bericht.<br>
Zo kwam ik op het idee om maar in Duitsland te gaan werken. De kranten stonden er vol van. Vooral boeren zochten werkvolk. Ik was toen bijna vijftien jaar. Mijn ouders vonden het goed. Later bleek dit zo'n drie jaar voor de oorlog te zijn. Ik heb mij in 's-Hertogenbosch op het arbeidsbureau aangemeld. Na twee weken kreeg ik al bericht.<br>
Ik weet nog dat ik een beetje bang was wat er ging gebeuren. De reis naar Duitsland was voor mij een belevenis. Ik was nooit verder geweest dan Den Bosch. Wij zijn toen met de bus naar de stad Neuss in Duitsland gebracht. We kwamen daar ook op een arbeidsbeurs. De boeren kwamen ons daar afhalen. Daar was het net een afhaalmarkt. Dat vergeet ik nooit meer.<br>
Ik weet nog dat ik een beetje bang was wat er ging gebeuren. De reis naar Duitsland was voor mij een belevenis. Ik was nooit verder geweest dan Den Bosch. Wij zijn toen met de bus naar de stad Neuss in Duitsland gebracht. We kwamen daar ook op een arbeidsbeurs. De boeren kwamen ons daar afhalen. Daar was het net een afhaalmarkt Dat vergeet ik nooit meer.<br>
Het ergste was nog dat ik als laatste overbleef. Ik dacht dat ik niet meer aan de beurt zou komen. Alle anderen die met mij waren meegekomen, hadden al een nieuwe baas gevonden. Achteraf wist ik wel waarom. Ik was toen vijftien jaar en niet stevig genoeg voor het werk. Ik was de kleinste, de jongste en kende geen woord Duits. Op het laatst kwam er een heel netjes geklede dame binnen. De ambtenaar wees naar mij. Ik zag aan haar dat het niet naar haar
Het ergste was nog dat ik als laatste overbleef. Ik dacht dat ik niet meer aan de beurt zou komen. Alle anderen die met mij waren meegekomen, hadden al een nieuwe baas gevonden. Achteraf wist ik wel waarom. Ik was toen vijftien jaar en niet stevig genoeg voor het werk. Ik was de kleinste, de jongste en kende geen woord Duits. Op het laatst kwam er een heel netjes geklede dame binnen. De ambtenaar wees naar mij. Ik zag aan haar dat het niet naar haar
zin was. Toch nam zij mij mee. Waar naar toe, dat wist ik echt niet.<br>
zin was. Toch nam zij mij mee. Waar naar toe, dat wist ik echt niet.<br>
Regel 184: Regel 142:
Ik ging ook met de boer uit. Hij was een gezellige boer. Alleen was zijn vrouw niet zo gelukkig als wij samen gingen. De boerderij lag erg dicht bij het dorp. Tot het eerste café was het tweehonderd meter en de kerk was er tegenover. De boer was katholiek. Soms gingen we naar de kerk en dan konden we de kroeg niet voorbijlopen.<br>
Ik ging ook met de boer uit. Hij was een gezellige boer. Alleen was zijn vrouw niet zo gelukkig als wij samen gingen. De boerderij lag erg dicht bij het dorp. Tot het eerste café was het tweehonderd meter en de kerk was er tegenover. De boer was katholiek. Soms gingen we naar de kerk en dan konden we de kroeg niet voorbijlopen.<br>
Na een hele tijd had ik besloten om voor een vakantie naar huis te gaan. De boer zei: “Ga toch met de fiets”. Daar had ik eigenlijk wel zin in. Wel, ik kreeg den boer zijn fiets mee. Ik had beloofd dat ik na twee weken terug zou zijn.<br>
Na een hele tijd had ik besloten om voor een vakantie naar huis te gaan. De boer zei: “Ga toch met de fiets”. Daar had ik eigenlijk wel zin in. Wel, ik kreeg den boer zijn fiets mee. Ik had beloofd dat ik na twee weken terug zou zijn.<br>
Ik had pech met het weer. Ik was goed en wel op weg toen het begon te regenen. Het bleef de hele dag regenen, en dan 140 km rijden, dat was werkelijk een dag om nooit meer te vergeten. Ik denk dat mijn ouders blij waren dat ik weer thuis was, maar ik moest wel terug met de fiets van de boer.<br>
Ik had pech met het weer. Ik was goed en wel op weg toen het begon te regenen. Het bleef de hele dag regenen, en dan 140 km rijden, dat was werkelijk een dag om nooit meer te vergeten. Ik denk dat mijn ouders blij waren dat ik weer thuis was, maar ik moest wel terug metde fiets van de boer.<br>
Ondertussen kreeg ik de boodschap dat ik bij de Oda kon werken. Ik zou de fiets terugbrengen en dan zo spoedig mogelijk weer terug naar Holland. Na een paar weken ben ik met de trein weer terug naar Holland gegaan. Wat er onderweg allemaal gebeurd is, zal ik maar niet gaan schrijven. Dan zou ik na mijn dood nog steeds moeten schrijven en dat zal niet lukken. Dat was voor mij in 1938 het einde van een jaartje werken in Duitsland.<br>
Ondertussen kreeg ik de boodschap dat ik bij de Oda kon werken. Ik zou de fiets terugbrengen en dan zo spoedig mogelijk weer terug naar Holland. Na een paar weken ben ik met de trein weer terug naar Holland gegaan. Wat er onderweg allemaal gebeurd is, zal ik maar niet gaan schrijven. Dan zou ik na mijn dood nog steeds moeten schrijven en dat zal niet lukken. Dat was voor mij in 1938 het einde van een jaartje werken in Duitsland.<br>


=== '''Werk in Holland''' ===
'''Werk in Holland'''<br>
Ik had werk gekregen bij de Oda in Sint-Oedenrode. Daar werd ik bijna rijk. Twee gulden en vijftig cent in de week, dat was een stuiver per uur.<br>
Ik had werk gekregen bij de Oda in Sint-Oedenrode. Daar werd ik bijna rijk. Twee gulden en vijftig cent in de week, dat was een stuiver per uur.<br>
Ik kwam er in de spuiterij terecht. Eigenlijk was dat was niet echt het werk voor mij, maar ja, ik moest toch werken. Een hele tijd heb ik er gewerkt. Ik moest daar plaatijzer schuren. Soms moest ik verf spuiten. Het was geen gezond werk, maar ik verdiende toch wat.<br>
Ik kwam er in de spuiterij terecht. Eigenlijk was dat was niet echt het werk voor mij, maar ja, ik moest toch werken. Een hele tijd heb ik er gewerkt. Ik moest daar plaatijzer schuren. Soms moest ik verf spuiten. Het was geen gezond werk, maar ik verdiende toch wat.<br>
Regel 193: Regel 151:


== '''De tweede wereldoorlog''' ==
== '''De tweede wereldoorlog''' ==
[[Bestand:Kasteren 17.png|400px|thumb|De Heeswijkse brug.]]
'''Oorlog 11 mei 1940'''<br>
=== '''Oorlog 11 mei 1940''' ===
De eerste Duitsers, die wij zagen, waren bij het kanaal in Heeswijk. Ik kwam met mijn vriend Christ van Sluis 3 en we gingen met de fiets naar de Heeswijkse brug.<br>
De eerste Duitsers, die wij zagen, waren bij het kanaal in Heeswijk. Ik kwam met mijn vriend Christ van Sluis 3 en we gingen met de fiets naar de Heeswijkse brug.<br>
Net voor de Heeswijkse brug lagen hier en daar wat kanaalboten, meestal geladen met maaszand en grind. <br>
Net voor de Heeswijkse brug lagen hier en daar wat kanaalboten, meestal geladen met maaszand en grind. <br>
Regel 201: Regel 158:
Ze gingen direct een boot vorderen om in de brug te leggen, want de brug was gesprongen. Ze lieten de boot tussen de brug varen en zo was de brug weer bijna klaar om over te steken.<br>
Ze gingen direct een boot vorderen om in de brug te leggen, want de brug was gesprongen. Ze lieten de boot tussen de brug varen en zo was de brug weer bijna klaar om over te steken.<br>
Het was ook niet erg slim, om de brug te laten springen, en dan die boten daar te laten liggen. Zo was het net of de Hollandse soldaten de brug lieten springen, maar alles klaar legden voor de Duitse soldaten om de brug weer te repareren. Dat is oorlog voeren en elkaar een beetje helpen.<br>
Het was ook niet erg slim, om de brug te laten springen, en dan die boten daar te laten liggen. Zo was het net of de Hollandse soldaten de brug lieten springen, maar alles klaar legden voor de Duitse soldaten om de brug weer te repareren. Dat is oorlog voeren en elkaar een beetje helpen.<br>
Wij zijn toen door gefietst naar Schijndel. Bij het [[patronaat]] stonden enkele mensen. Ik heb daar verteld dat ik al Duitsers gezien had en gesproken. Niemand geloofde mij. Het was ook moeilijk te geloven. Wel, ik had het juist verteld, en daar kwam de eerste Duitser het dorp al in gereden. Hij had een motor met zijspan. In het zijspan zat een soldaat met een steel handgranaat in zijn handen. Het moet wel erg zjn als je als eerste soldaat zo een dorp moet binnenrijden. Ze hadden natuurlijk geluk dat er geen Hollandse soldaten in de buurt waren. Niet lang daarna kwam het Duitse leger binnen met tanks en vrachtwagens.<br>
Wij zijn toen door gefietst naar Schijndel. Bij het patronaat stonden enkele mensen. Ik heb daar verteld dat ik al Duitsers gezien had en gesproken. Niemand geloofde mij. Het was ook moeilijk te geloven. Wel, ik had het juist verteld, en daar kwam de eerste Duitser het dorp al in gereden. Hij had een motor met zijspan. In het zijspan zat een soldaat met een steel handgranaat in zijn handen. Het moet wel erg zjn als je als eerste soldaat zo een dorp moet binnenrijden. Ze hadden natuurlijk geluk dat er geen Hollandse soldaten in de buurt waren. Niet lang daarna kwam het Duitse leger binnen met tanks en vrachtwagens.<br>
In één dag waren ze dus al in Schijndel. Wij wisten echt niet wat oorlog was, maar al spoedig vonden wij wat het betekende onder de Duitse bezetting te moeten leven. We werden al spoedig onderduiker.<br>
In één dag waren ze dus al in Schijndel. Wij wisten echt niet wat oorlog was, maar al spoedig vonden wij wat het betekende onder de Duitse bezetting te moeten leven. We werden al spoedig onderduiker.<br>
[[Bestand:Kasteren 18.png|600px|thumb|Graf van Duitse soldaat op de Steeg.]]
 
=== '''Het ongeluk''' ===
'''Het ongeluk'''<br>
De volgende dag, zondag 12 mei, had ik zelf veel geluk. Het was geloof ik eerste Pinksterdag. Ik ging 's-morgens met de fiets naar de kerk. Wij woonden toen op De Steeg. Net in de bocht waar het stenen paadje was, genaamd “De Heuvel”, haalde mij een hele colonne Duitse vrachtwagens in. De eerste wou mij passeren, net in de bocht waar het stenen paadje was. Wat hij precies deed is voor mij nog steeds een raadsel. Ik voelde een klein stootje, en ik lag al onderin een diepe sloot voor ik er erg in had.<br>
De volgende dag, zondag 12 mei, had ik zelf veel geluk. Het was geloof ik eerste Pinksterdag. Ik ging 's-morgens met de fiets naar de kerk. Wij woonden toen op De Steeg. Net in de bocht waar het stenen paadje was, genaamd “De Heuvel”, haalde mij een hele colonne Duitse vrachtwagens in. De eerste wou mij passeren, net in de bocht waar het stenen paadje was. Wat hij precies deed is voor mij nog steeds een raadsel. Ik voelde een klein stootje, en ik lag al onderin een diepe sloot voor ik er erg in had.<br>
Toen ik uit de sloot was gekropen, zag ik aan de andere kant van de weg een vrachtwagen tegen een boom staan. Er stonden veel soldaten bij. Toen ze mij zagen moest ik direct komen. Even was ik erg bang. Ze stonden in een groep bij elkaar. Wel, zij vroegen mij alleen om de juiste plaats aan te wijzen op de kaart die zij bij zich hadden. Ik wist toen nog niet dat de chauffeur dood was. De chauffeur werd daar direct begraven maar dat zag ik de volgende dag
Toen ik uit de sloot was gekropen, zag ik aan de andere kant van de weg een vrachtwagen tegen een boom staan. Er stonden veel soldaten bij. Toen ze mij zagen moest ik direct komen. Even was ik erg bang. Ze stonden in een groep bij elkaar. Wel, zij vroegen mij alleen om de juiste plaats aan te wijzen op de kaart die zij bij zich hadden. Ik wist toen nog niet dat de chauffeur dood was. De chauffeur werd daar direct begraven maar dat zag ik de volgende dag
pas. Toen zag ik het graf. Dit kan ik echt niet meer vergeten. De naam van de man kwam al spoedig op het graf staan. Het was soldaat Eduard Schaffer. Hij was 22 jaar, was getrouwd en had een vrouw en twee kinderen. Ik heb daarna de vrouw nog gezien bij het graf. Ik heb nog een foto van het graf, wat daar op eerste Pinksterdag, 12 mei 1940 rond 10:00 uur is gekomen. Wij hebben soms nog bloemen op het graf gezet. Later is het graf weggehaald, maar wanneer dat weet ik niet. Maar vergeten kan ik het ook niet.<br>
pas. Toen zag ik het graf. Dit kan ik echt niet meer vergeten. De naam van de man kwam al spoedig op het graf staan. Het was soldaat Eduard Schaffer. Hij was 22 jaar, was getrouwd en had een vrouw en twee kinderen. Ik heb daarna de vrouw nog gezien bij het graf. Ik heb nog een foto van het graf, wat daar op eerste Pinksterdag, 12 mei 1940 rond 10:00 uur is gekomen. Wij hebben soms nog bloemen op het graf gezet. Later is het graf weggehaald, maar wanneer dat weet ik niet. Maar vergeten kan ik het ook niet.<br>


=== '''Werken tijdens de bezetting''' ===
'''Werken tijdens de bezetting'''<br>
Het was niet altijd gemakkelijk om onderduiker te zijn. Wij waren thuis met zijn tienen. Soms hadden we werk. Meestal, als er werk was, hadden wij slecht betaald werk in de bossen zoals grondbewerking. Het omspitten van de grond in de bossen noemden ze “vloten”. Werk was er nog bijna niet.<br>
Het was niet altijd gemakkelijk om onderduiker te zijn. Wij waren thuis met zijn tienen. Soms hadden we werk. Meestal, als er werk was, hadden wij slecht betaald werk in de bossen zoals grondbewerking. Het omspitten van de grond in de bossen noemden ze “vloten”. Werk was er nog bijna niet.<br>
Al spoedig moesten wij voor de Duitsers werken, want we moesten toch leven. Het eerste werk dat ik had tijdens de Duitse bezetting, was werken in de bossen. Dat deed ik graag. Daardoor kreeg ik ook kans om een haasje te vangen. Dat leverde ook weer geld op.<br>
Al spoedig moesten wij voor de Duitsers werken, want we moesten toch leven. Het eerste werk dat ik had tijdens de Duitse bezetting, was werken in de bossen. Dat deed ik graag. Daardoor kreeg ik ook kans om een haasje te vangen. Dat leverde ook weer geld op.<br>
In de houtbewerking was tamelijk goed te verdienen. Wij kapten hout en maakten wijpen en reisbosjes, die werden gebruikt om de dijken sterk te maken. Daar werd goed voor betaald.<br>
In de houtbewerking was tamelijk goed te verdienen. Wij kapten houten maakten wijpen en reisbosjes, die werden gebruikt om de dijken sterk te maken. Daar werd goed voor betaald.<br>
Er was altijd wel werk in de bossen. Het was wel meestal in de winter, want in de zomer was het hout te zwaar. Dan is het groen en zijn er teveel bladeren.<br>
Er was altijd wel werk in de bossen. Het was wel meestal in de winter, want in de zomer was het hout te zwaar. Dan is het groen en zijn er teveel bladeren.<br>
De baas van het houtbedrijf was lid van de NSB maar verdiende later toch ook een schouderklopje. Want mijn broer werd door “De Kin” opgepikt. Hij werd opgesloten in Veghel. Ik ben zelf nog bij de burgemeester geweest. Maar die kon er niets aan doen. De Kin stond boven de burgemeester. Maar de man voor wie wij werkten kwam hem weer netjes thuis brengen.<br>
De baas van het houtbedrijf was lid van de NSB maar verdiende later toch ook een schouderklopje. Want mijn broer werd door “De Kin” opgepikt. Hij werd opgesloten in Veghel. Ik ben zelf nog bij de burgemeester geweest. Maar die kon er niets aan doen. De Kin stond boven de burgemeester. Maar de man voor wie wij werkten kwam hem weer netjes thuis brengen.<br>
Ik ben ook nog op het vliegveld Volkel gaan werken. Daar kwam ik in de steenploeg te staan. Het was heel zwaar werk. Met de fiets naar Volkel en 's-avonds weer terug. Soms konden wij ook met het [[Duits Lijntje|Duits lijntje]] mee rijden. Ik verdiende er veel geld, maar het was niet om uit te houden. Van daar ben ik ondergedoken.
Ik ben ook nog op het vliegveld Volkel gaan werken. Daar kwam ik in de steenploeg te staan. Het was heel zwaar werk. Met de fiets naar Volkel en 's-avonds weer terug. Soms konden wij ook met het Duits lijntje mee rijden. Ik verdiende er veel geld, maar het was niet om uit te houden. Van daar ben ik ondergedoken.
[[Bestand:Kasteren 19.jpg|400px|thumb|Voedselbonnen.]]
 
'''Voedselbonnen'''<br>
'''Voedselbonnen'''<br>
Alles ging heel vlug op de bon. Als onderduiker kreeg je geen bonnen. Toen werd er wel een beetje gezorgd door de Ondergrondse, die overal in het land actief was.<br>
Alles ging heel vlug op de bon. Als onderduiker kreeg je geen bonnen. Toen werd er wel een beetje gezorgd door de Ondergrondse, die overal in het land actief was.<br>
De bonnen kwamen van distributiekantoren. Die kantoren werden veel overvallen door de mensen van de Ondergrondse.<br>
De bonnen kwamen van distributiekantoren. Die kantoren werden veel overvallen door de mensen van de Ondergrondse.<br>
Zo kwamen die bonnen weer bij de onderduikers. Ook het distributiekantoor in [[Sint Servatiusstraat|St. Servatiusstraat]] in Schijndel is zo [[De overval op het distributiekantoor op 24 juli 1944|overvallen]].<br>
Zo kwamen die bonnen weer bij de onderduikers. Ook het distributiekantoor in St. Servatiusstraat in Schijndel is zo overvallen.<br>


=== '''Weer werken in Duitsland''' ===
'''Weer werken in Duitsland'''<br>
Van daar uit werd ik weer opgeroepen om in Duitsland te gaan werken. Dat heb ik ook gedaan. Bij toeval kwam ik terecht bij Wilhelm Steven, dezelfde groenteboer waarvoor ik eerder had gewerkt. De boer kon het maar niet geloven dat ik weer voor hem kwam werken. Hij was wel blij, want het was erg moeilijk om werkvolk te krijgen. Het werkvolk in Duitsland was allemaal in dienst. De zoon van de boer waar ik werkte was niet met vakantie geweest. Ze hadden hem
Van daar uit werd ik weer opgeroepen om in Duitsland te gaan werken. Dat heb ik ook gedaan. Bij toeval kwam ik terecht bij Wilhelm Steven, dezelfde groenteboer waarvoor ik eerder had gewerkt. De boer kon het maar niet geloven dat ik weer voor hem kwam werken. Hij was wel blij, want het was erg moeilijk om werkvolk te krijgen. Het werkvolk in Duitsland was allemaal in dienst. De zoon van de boer waar ik werkte was niet met vakantie geweest. Ze hadden hem
verwacht maar hij was niet doorgekomen.
verwacht maar hij was niet doorgekomen.


=== '''Praten over Rusland''' ===
'''Praten over Rusland'''<br>
De Duitsers waren toen al bijna over de halve wereld aan het vechten. Ik heb met een Duitse boer gesproken, die voor een week thuis was. Hij was gelegerd in Rusland. Wat hij mij vertelde, dat ze zoveel ellende hadden meegemaakt, was haast niet te geloven. Tijdens het praten, moest hij gewoon huilen. Hij vertelde dat ze soms dagen geen eten hadden, dat er veel soldaten omkwamen door bevriezing en dat ze knoken aten van doodgeschoten soldaten. Ze zaten te springen om voedsel en hadden geen kleren voor dat koude Rusland. “Al onze soldaten die daar in de sneeuw zitten weten dat ze niet terug komen. We kunnen geen kant op. We zitten in de sneeuw en we gaan dood in de sneeuw. Ik kan nu weglopen. Dan vinden ze mij en dan is het ook afgelopen. Als ik terug ga naar Rusland, dan is het ook afgelopen”.<br>
De Duitsers waren toen al bijna over de halve wereld aan het vechten. Ik heb met een Duitse boer gesproken, die voor een week thuis was. Hij was gelegerd in Rusland. Wat hij mij vertelde, dat ze zoveel ellende hadden meegemaakt, was haast niet te geloven. Tijdens het praten, moest hij gewoon huilen. Hij vertelde dat ze soms dagen geen eten hadden, dat er veel soldaten omkwamen door bevriezing en dat ze knoken aten van doodgeschoten soldaten. Ze zaten te springen om voedsel en hadden geen kleren voor dat koude Rusland. “Al onze soldaten die daar in de sneeuw zitten weten dat ze niet terug komen. We kunnen geen kant op. We zitten in de sneeuw en we gaan dood in de sneeuw. Ik kan nu weglopen. Dan vinden ze mij en dan is het ook afgelopen. Als ik terug ga naar Rusland, dan is het ook afgelopen”.<br>
Toen dacht ik: “wij werken tegen onze zin in Duitsland, maar we zijn beter af dan de Duitsers zelf”.<br>
Toen dacht ik: “wij werken tegen onze zin in Duitsland, maar we zijn beter af dan de Duitsers zelf”.<br>
Regel 233: Regel 190:
Ik had genoeg te eten. Alles wat je deed was werken en slapen.<br>
Ik had genoeg te eten. Alles wat je deed was werken en slapen.<br>


=== '''Geld van 1914-1918''' ===
'''Geld van 1914-1918'''<br>
Ik was paardenknecht in Aken.<br>
Ik was paardenknecht in Aken.<br>
Daar heb ik van mijn broer Sjef ook nog post uit Bremen gehad. Hij stuurde mij een brief met daarin een grote hoop geld. <br>
Daar heb ik van mijn broer Sjef ook nog post uit Bremen gehad. Hij stuurde mij een brief met daarin een grote hoop geld. <br>
Regel 239: Regel 196:
Sjef deed graag dingen waar je in moest trappen, dan had hij lol.<br>
Sjef deed graag dingen waar je in moest trappen, dan had hij lol.<br>
Ik las in die brief dat Harrie ook daar in Bremen werkte. Rond dezelfde tijd kreeg ik ook bericht van Mies. Die zat in die tijd in Essen op de Krupp fabriek. Hem heb ik nog een kaartje geschreven: “Ik kom je opzoeken, dan en dan kom ik aan op het station in Essen”. Ik heb hem daar ontmoet. Hij was die dag in gezelschap van een van zijn vrienden, Janus v/d Heyden. Ik was met de trein naar Essen gereisd. Toen ik daar aankwam zag ik Mies met Janus v/d Heyden
Ik las in die brief dat Harrie ook daar in Bremen werkte. Rond dezelfde tijd kreeg ik ook bericht van Mies. Die zat in die tijd in Essen op de Krupp fabriek. Hem heb ik nog een kaartje geschreven: “Ik kom je opzoeken, dan en dan kom ik aan op het station in Essen”. Ik heb hem daar ontmoet. Hij was die dag in gezelschap van een van zijn vrienden, Janus v/d Heyden. Ik was met de trein naar Essen gereisd. Toen ik daar aankwam zag ik Mies met Janus v/d Heyden
aan het station staan. Er was een grote massa mensen op het perron. Dus was ik achterom gelopen en kwam van achter bij hun. Ik heb even gewachten toen heb ik gevraagd: “Zoeken jullie misschien Broer van Kasteren”? Wat mooi als
aan het station staan. Er was een grote massa mensen op het perron. Dus was ik achterom gelopen en kwam van achter bij hun. Ik heb even gewachten toen heb ik gevraagd: “Zoeken jullie misschien Broervan Kasteren”? Wat mooi als
je dan die gezichten ziet. Zo maak je toch nog mooie dingen mee, ook al is het oorlog.<br>
je dan die gezichten ziet. Zo maak je toch nog mooie dingen mee, ook al is het oorlog.<br>
Na een half jaar was ik het in Aken weer moe. Wel, ik was weer toe aan een fijne vakantie, met al dat geld van Oom Sjef. <br>
Na een half jaar was ik het in Aken weer moe. Wel, ik was weer toe aan een fijne vakantie, met al dat geld van Oom Sjef. <br>
Maar dit keer zou het niet zo gemakkelijk zijn, want je krijgt niet snel een uitreisvergunning. Eerst moet je toestemming hebben van de boer, dan moet je naar het arbeidsbureau in de stad Neuss. Met een smoesje kreeg ik van de boer een bewijs dat ik weer terug zou komen. De boer is naar de stad gegaan en hij bracht alle papieren mee die ik nodig had. Ik had gevraagd voor drie weken en dat heb ik ook gekregen. Zo kon ik gemakkelijk over de grens. De boer en zijn zoon gaven mij nog wat geld mee. Ik moest een horloge en koffie meebrengen. Natuurlijk was dat geld fijn voor mijzelf. Ik wist zo al dat ik niet zou terug komen.<br>
Maar dit keer zou het niet zo gemakkelijk zijn, want je krijgt niet snel een uitreisvergunning. Eerst moet je toestemming hebben van de boer, dan moet je naar het arbeidsbureau in de stad Neuss. Met een smoesje kreeg ik van de boer een bewijs dat ik weer terug zou komen. De boer is naar de stad gegaan en hij bracht alle papieren mee die ik nodig had. Ik had gevraagd voor drie weken en dat heb ik ook gekregen. Zo kon ik gemakkelijk over de grens. De boer en zijn zoon gaven mij nog wat geld mee. Ik moest een horloge en koffie meebrengen. Natuurlijk was dat geld fijn voor mijzelf. Ik wist zo al dat ik niet zou terug komen.<br>


=== '''Terug in Nederland - weer gaan jagen''' ===
'''Terug in Nederland - weer gaan jagen'''<br>
Ook in Holland was er veel veranderd. Ja, zonder werk en zonder bonnen was het erg moeilijk. Alles was op de bon. Iedereen kreeg bonnen, behalve als je ondergedoken was, want dan was je er eenvoudig niet bij. Soms hadden wij geluk. Dan kregen wij wat bonnen van de Ondergrondse, die met geweld en overvallen op de distributiekantoren aan die bonnen kwamen. Petje af voor de Ondergrondse want ze deden een goed werk voor veel mensen en daarbij was het zeer gevaarlijk.<br>
Ook in Holland was er veel veranderd. Ja, zonder werk en zonder bonnen was het erg moeilijk. Alles was op de bon. Iedereen kreeg bonnen, behalve als je ondergedoken was, want dan was je er eenvoudig niet bij. Soms hadden wij geluk. Dan kregen wij wat bonnen van de Ondergrondse, die met geweld en overvallen op de distributiekantoren aan die bonnen kwamen. Petje af voor de Ondergrondse want ze deden een goed werk voor veel mensen en daarbij was het zeer gevaarlijk.<br>
Ik was toch niet van plan om terug te gaan. Ik had een afspraak met Christ. Die kwam diezelfde tijd thuis. We waren van plan om heel veel hazen en konijnen te gaan vangen, dus had ik geen tijd om terug te gaan naar Duitsland.<br>
Ik was toch niet van plan om terug te gaan. Ik had een afspraak met Christ. Die kwam diezelfde tijd thuis. We waren van plan om heel veel hazen en konijnen te gaan vangen, dus had ik geen tijd om terug te gaan naar Duitsland.<br>
Ik weet nog dat ik op een zaterdag terug kwam uit Duitsland. Christ kwam een paar dagen later. Ik vind het wel erg dat ik geen ene datum meer weet. Het was, denk ik, in 1942. Er werd al heel lang niet gejaagd. Alleen jagers die bij de partij NSB waren, mochten nog jagen. Voor mij en Christ was dat wel goed. Niet veel jagers, dus veel wild voor ons. En wij gingen iedere dag.<br>
Ik weet nog dat ik op een zaterdag terug kwam uit Duitsland. Christ kwam een paar dagen later. Ik vind het wel erg dat ik geen ene datum meer weet. Het was, denk ik, in 1942. Er werd al heel lang niet gejaagd. Alleen jagers die bij de partij NSB waren, mochten nog jagen. Voor mij en Christ was dat wel goed. Niet veel jagers, dus veel wild voor ons. En wij gingen iedere dag.<br>
In die tijd zetten wij strikken, zoveel als we konden. Wij woonden op De Steeg. Ik zette strikken vanaf De Steeg tot de Zuid-Willemsvaart, en met Christ vanaf het kanaal door het [[Wijboschbroek]] tot aan de spoorbrug. Wij vingen heel veel hazen. Het was heel gemakkelijk om ze te verkopen. Meestal verkochten wij ze particulier, soms ook bij mensen die ze bestelden. Ik bracht ook veel wild bij de poulier. Wij wisten dat de jagers drijfjacht hadden en wij wisten ook waar zij wilden beginnen. Wij hebben toen geprobeerd om alle hazen te vangen, in ieder geval zoveel wij konden. We hadden 500 strikken gezet, drie dagen voordat de drijfjacht begon. Wij zijn een gehele nacht met de hond bezig geweest. Vele malen hoorde wij dat er een haas in de strik liep. Dat hoorde de hond ook en die bracht ons dan bij de haas. Dat was eigenlijk heel gemakkelijk.<br>
In die tijd zetten wij strikken, zoveel als we konden. Wij woonden op De Steeg. Ik zette strikken vanaf De Steeg tot de Zuid-Willemsvaart, en met Christ vanaf het kanaal door het Wijboschbroek tot aan de spoorbrug. Wij vingen heel veel hazen. Het was heel gemakkelijk om ze te verkopen. Meestal verkochten wij ze particulier, soms ook bij mensen die ze bestelden. Ik bracht ook veel wild bij de poulier. Wij wisten dat de jagers drijfjacht hadden en wij wisten ook waar zij wilden beginnen. Wij hebben toen geprobeerd om alle hazen te vangen, in ieder geval zoveel wij konden. We hadden 500 strikken gezet, drie dagen voordat de drijfjacht begon. Wij zijn een gehele nacht met de hond bezig geweest. Vele malen hoorde wij dat er een haas in de strik liep. Dat hoorde de hond ook en die bracht ons dan bij de haas. Dat was eigenlijk heel gemakkelijk.<br>
In die paar dagen hadden wij 8 hazen gevangen en we hadden ook nog twee fazanten. Dus wij hadden een goede vangst. Dat was erg voor de jagers. Voordat de drijfjacht begon, hadden wij de strikken weer weggehaald.<br>
In die paar dagen hadden wij 8 hazen gevangen en we hadden ook nog twee fazanten. Dus wij hadden een goede vangst. Dat was erg voor de jagers. Voordat de drijfjacht begon, hadden wij de strikken weer weggehaald.<br>
De dag van de drijfjacht waren wij erg benieuwd of er nog wild geschoten werd. We gingen dus kijken. Het was in het Wijboschbroek. Toen wij daar aankwamen waren ze op de [[Achterdijk]]. Ik zag nog geen wild. Ik ben naar een van de jagers gegaan en heb gevraagd of ze wat hadden geschoten. “Nee”, zegt hij, “het is niet goed”. Maar toen kwam Toon v/d Heyden. “Ja”, zegt hij, “ik weet wat er aan de hand is. Jij en Christ zijn hier geweest. Anders hadden wij
De dag van de drijfjacht waren wij erg benieuwd of er nog wild geschoten werd. We gingen dus kijken. Het was in het Wijboschbroek. Toen wij daar aankwamen waren ze op de Achterdijk. Ik zag nog geen wild. Ik ben naar een van de jagers gegaan en heb gevraagd of ze wat hadden geschoten. “Nee”, zegt hij, “het is nietgoed”. Maar toen kwam Toon v/d Heyden. “Ja”, zegt hij, “ik weet water aan de hand is. Jij en Christ zijn hier geweest. Anders hadden wij
wel hazen geschoten”. Ik heb alleen gezegd: “Jammer voor jou, Toon”. Hij wist direct waar het over ging.<br>
wel hazen geschoten”. Ik heb alleen gezegd: “Jammer voor jou, Toon”. Hij wist direct waar het over ging.<br>


=== '''De jagers gejaagd''' ===
'''De jagers gejaagd'''<br>
Op een dag had ik met Christ afgesproken dat wij elkaar 's-morgens in het Broek zouden treffen. Ik had mijn geweer in het eikenbos verstopt. Wij hadden daar een goede plaats gemaakt. Zo hadden wij geen gevaar om het geweer telkens mee te moeten nemen. Ik was 's-morgens in het Broek, maar Christ was er niet. Zo was er voor mij ook niets aan, want Christ zou de hond meebrengen. Wel, ik dacht: „ik pak het geweer en ga toch maar een eindje rond wandelen”. Ik was nog maar een eindje gelopen, kom ik een jager tegen, die daar aan het jagen was. Het was ook nog een bekende. Hij was al ooit met mij mee geweest. Ik zei: “Hallo Driek”. Het was namelijk Van Kaathoven, de kaaskoning. We hebben heel even gepraat, maar veel had hij niet te missen. Toen ben ik gewoon verder gelopen en heb gedaan alsof ik daar mocht jagen. Ik ben toen niet lang gebleven, want jagen zonder hond, daar is werkelijk niets aan.<br>
Op een dag had ik met Christ afgesproken dat wij elkaar 's-morgens in het Broek zouden treffen. Ik had mijn geweer in het eikenbos verstopt. Wij hadden daar een goede plaats gemaakt. Zo hadden wij geen gevaar om het geweer telkens mee te moeten nemen. Ik was 's-morgens in het Broek, maar Christ was er niet. Zo was er voor mij ook niets aan, want Christ zou de hond meebrengen. Wel, ik dacht: „ik pak het geweer en ga toch maar een eindje rond wandelen”. Ik was nog maar een eindje gelopen, kom ik een jager tegen, die daar aan het jagen was. Het was ook nog een bekende. Hij was al ooit met mij mee geweest. Ik zei: “Hallo Driek”. Het was namelijk Van Kaathoven, de kaaskoning. We hebben heel even gepraat, maar veel had hij niet te missen. Toen ben ik gewoon verder gelopen en heb gedaan alsof ik daar mocht jagen. Ik ben toen niet lang gebleven, want jagen zonder hond, daar is werkelijk niets aan.<br>
Ik ben toen naar huis gegaan wand ik moest na de middag gaan werken. Maar wat gebeurde er? De kaasboer was vlug naar huis gereden en had een paar andere jagers verteld, dat ik daar op hun jachtterrein aan het jagen was. Daar moesten ze wat aan doen. Ik was toen al weer thuis, maar Christ was na mij toch nog gekomen. Dus die jagers zagen Christ door het houtgewas lopen maar dachten dat ik het was. Toen wilden ze mij wegjagen, met een schot hagel hoog door de bomen. Christ liep weg maar kwam van achter weer terug. De jagers zaten tegen een slootkant te lachen, maar ze wisten niet dat Christ vlakbij was. Christ had een kogelgeweer. Hij schoot tussen de twee jagers een gat in de grond. De andere dag vertelde Christ wat er gebeurd was. Hij zei: “Ik heb nog nooit jagers gezien die zo hard konden lopen”.<br>
Ik ben toen naar huis gegaan wand ik moest na de middag gaan werken. Maar wat gebeurde er? De kaasboer was vlug naar huis gereden en had een paar andere jagers verteld, dat ik daar op hun jachtterrein aan het jagen was. Daar moesten ze wat aan doen. Ik was toen al weer thuis, maar Christ was na mij toch nog gekomen. Dus die jagers zagen Christ door het houtgewas lopen maar dachten dat ik het was. Toen wilden ze mij wegjagen, met een schot hagel hoog door de bomen. Christ liep weg maar kwam van achter weer terug. De jagers zaten tegen een slootkant te lachen, maar ze wisten niet dat Christ vlakbij was. Christ had een kogelgeweer. Hij schoot tussen de twee jagers een gat in de grond. De andere dag vertelde Christ wat er gebeurd was. Hij zei: “Ik heb nog nooit jagers gezien diezo hard konden lopen”.<br>
Daarvoor hadden Christ en ik voor hun drijfjacht alle hazen weggevangen. We hadden toen nog wel gedacht dat ze naar de politie zouden gaan maar dat is niet gebeurd.<br>
Daarvoor hadden Christ en ik voor hun drijfjacht alle hazen weggevangen. We hadden toen nog wel gedacht dat ze naar de politie zouden gaan maar dat is niet gebeurd.<br>
Wel hebben die jagers nog ooit gezegd dat ik op hun geschoten had, maar dat hadden ze toen ver mis. Want ik was die tijd op mijn werk.<br>
Wel hebben die jagers nog ooit gezegd dat ik op hun geschoten had, maar dat hadden ze toen ver mis. Want ik was die tijd op mijn werk.<br>


=== '''Stropen met de lichtbak''' ===
'''Stropen met de lichtbak'''<br>
Nog een klein verhaaltje over stropen met de lichtbak. Onze lichtbak was een staaflamp met vijf batterijen, die een mooie straal licht gaf. We konden een haas op grote afstand zien.<br>
Nog een klein verhaaltje over stropen met de lichtbak. Onze lichtbak was een staaflamp met vijf batterijen, die een mooie straal licht gaf. We konden een haas op grote afstand zien.<br>
Op een avond zat ik te kaarten in café De Ossekop in Sint Oedenrode. Ik woonde er maar honderd meter vandaan. Mijn vriend kwam binnen en kwam naar onze kaarttafel. Hij zei: “Broer, het is goei weer voor onze sport”. Dat betekent dat het winderig weer is. Wij moeten dan zien dat wij in het veld komen, want voor hazen te schieten moet het waaien. Als je in het veld komt en het is stil weer, dan gaat alles mis. De hazen hebben een heel goed gehoor. Als je op
Op een avond zat ik te kaarten in café De Ossekop in Sint Oedenrode. Ik woonde er maar honderd meter vandaan. Mijn vriend kwam binnen en kwam naar onze kaarttafel. Hij zei: “Broer, het is goei weer voor onze sport”. Dat betekent dat het winderig weer is. Wij moeten dan zien dat wij in het veld komen, want voor hazen te schieten moet het waaien. Als je in het veld komt en het is stil weer, dan gaat alles mis. De hazen hebben een heel goed gehoor. Als je op
Regel 268: Regel 225:
Na een paar uur moest ik naar de huisdokter, want mijn ogen deden pijn. Die stuurde mij door naar het ziekenhuis in Den Bosch. Achteraf had ik nog een paar scherfjes in mijn oog.<br>
Na een paar uur moest ik naar de huisdokter, want mijn ogen deden pijn. Die stuurde mij door naar het ziekenhuis in Den Bosch. Achteraf had ik nog een paar scherfjes in mijn oog.<br>


=== '''Een nieuw geweer''' ===
'''Een nieuw geweer'''<br>
Het duurde een hele tijd voor dat we weer met een geweer in het veld kwamen. We moesten een nieuw geweer kopen maar we hadden niet zo veel geld. Toch hebben we weer wat gevonden. Het smidje in Veghel had nog een geweertje te koop.<br>
Het duurde een hele tijd voor dat we weer met een geweer in het veld kwamen. We moesten een nieuw geweer kopen maar we hadden niet zo veel geld. Toch hebben we weer wat gevonden. Het smidje in Veghel had nog een geweertje te koop.<br>
Daar was wel een naar foutje aan. Het was namelijk in het midden van de loop gelast. We konden er niet direct mee schieten, dat was te
Daar was wel een naar foutje aan. Het was namelijk in het midden van de loop gelast. We konden er niet direct mee schieten, dat was te
gevaarlijk. We moesten het eerst inschieten. We bonden het geweer aan een paal en trokken het af met een stuk draad. En dat werkte. De braam die in de loop zat was er met één schot uit.
gevaarlijk. We moesten het eerst inschieten. We bonden het geweer aan een paal en trokken het af met een stuk draad. En dat werkte. De braam die in de loop zat was er met één schot uit.


=== '''Konijnen leveren aan de jager''' ===
'''Konijnen leveren aan de jager'''<br>
Ja, het was niet gemakkelijk om een geweer te kopen. Want we mochten geen geweer hebben. Ook kogels of patronen waren niet verkrijgbaar zonder een geldige jachtakte. Natuurlijk hadden wij daar wat op gevonden. De vader van Christ was jager. Ook was er een jager in Sint-Oedenrode. Die vertelde me dat ik, als ik niet op zijn jacht ging stropen, bij hem patronen mocht komen halen. Ik heb hem nog wilde konijnen geleverd. Hij vroeg mij: “Kun je voor mij soms wat konijntjes vangen”? Die zette hij dan op zijn jachtgebied. Wat was die man slim. Hij betaalde zijn eigen konijnen, want ik had ze met de fret op zijn eigen jachtgebied gevangen.<br>
Ja, het was niet gemakkelijk om een geweer te kopen. Want we mochten geen geweer hebben. Ook kogels of patronen waren niet verkrijgbaar zonder een geldige jachtakte. Natuurlijk hadden wij daar wat op gevonden. De vader van Christ was jager. Ook was er een jager in Sint-Oedenrode. Die vertelde me dat ik, als ik niet op zijn jacht ging stropen, bij hem patronen mocht komen halen. Ik heb hem nog wilde konijnen geleverd. Hij vroeg mij: “Kun je voor mij soms wat konijntjes vangen”? Die zette hij dan op zijn jachtgebied. Wat was die man slim. Hij betaalde zijn eigen konijnen, want ik had ze met de fret op zijn eigen jachtgebied gevangen.<br>
Hij was getrouwd met een dochter van De Camp. Zijn naam was Toon Simons. Ik ben ook met die man wezen jagen. Daar was ook een vriend van mij bij, Wim v/d Velden. Zijn vader was ook een jager. Wij mochten mee als drijver. De taxichauffeur was Tony van Helden, schoonzoon van Simons. Er kwamen in Eindhoven nog een paar mensen bij. Dat waren dokters. Die mensen hadden samen een jachtterrein gehuurd en hadden daar een boswachter op gezet.<br>
Hij was getrouwd met een dochter van De Camp. Zijn naam was Toon Simons. Ik ben ook met die man wezen jagen. Daar was ook een vriend van mij bij, Wim v/d Velden. Zijn vader was ook een jager. Wij mochten mee als drijver. De taxichauffeur was Tony van Helden, schoonzoon van Simons. Er kwamen in Eindhoven nog een paar mensen bij. Dat waren dokters. Die mensen hadden samen een jachtterrein gehuurd en hadden daar een boswachter op gezet.<br>
Over die boswachter was ik niet tevreden. Wij kwamen op de jacht aan bij het huisje van de boswachter. Wij stapten allemaal uit. De boswachter ging direct alle heren een hand geven, maar Wim en mij zag hij niet staan. Ik zeg tegen Wim: “Wij zijn te klein, maar misschien kunnen dat wel goed maken”. Die kans was er al heel spoedig. De heren vroegen: “Waar zitten vandaag de meeste hazen”? Hij antwoordde: “In de dennenbossen”. Toon Simons zegt tegen mij: “Wat denk jij”? Ik zei: “Hij zit er naast, want met dit weer zit de haas meestal op het geploegde land”. We pakten eerst twee bossen, maar er kwam niets uit. Toen zei Simons: “Hier onze drijver zegt dat de hazen met dit weer op het geploegde land zitten”. Ik had geluk. Ik had het geraden. Op een paar akkers schoten ze drie hazen. De boswachter kreeg een berisping van de heren.<br>
Over die boswachter was ik niet tevreden. Wij kwamen op de jacht aan bij het huisje van de boswachter. Wij stapten allemaal uit. De boswachter ging direct alle heren een hand geven, maar Wim en mij zag hij niet staan. Ik zeg tegen Wim: “Wij zijn te klein, maar misschienkunnen dat wel goed maken”. Die kans was er al heel spoedig. De heren vroegen: “Waar zitten vandaag de meeste hazen”? Hij antwoordde: “In de dennenbossen”. Toon Simons zegt tegen mij: “Wat denk jij”? Ik zei: “Hij zit er naast, want met dit weer zit de haas meestal op het geploegde land”. We pakten eerst twee bossen, maar er kwam niets uit. Toen zei Simons: “Hier onze drijver zegt dat de hazen met dit weer op het geploegde land zitten”. Ik had geluk. Ik had het geraden. Op een paar akkers schoten ze drie hazen. De boswachter kreeg een berisping van de heren.<br>
Weer even later had ik hem flink te pakken. Wij liepen door een paar weilanden, met heggen er tussenin. De jagers gingen een paar honderd meter verder op de kop staan. In de eerste wei vond ik al strikken in de heg. Ik riep: “Wim, zeg hier staan strikken. Die nemen we mee. Dadelijk zul je wat beleven”. We kwamen weer bij de jagers in de buurt. Ik zei tegen een van die jagers: “Kijk hier, die dingen staan hier allemaal in de heg”. Ik deed net of ik niet wist wat het was. Maar die jager zei: “Die zijn van de stropers. Dus onze boswachter doet zijn werk niet goed”. Toen kreeg de boswachter een zware berisping. Dat was zijn loon, om ons geen hand te geven maar alleen de heren.<br>
Weer even later had ik hem flink te pakken. Wij liepen door een paar weilanden, met heggen er tussenin. De jagers gingen een paar honderd meter verder op de kop staan. In de eerste wei vond ik al strikken in de heg. Ik riep: “Wim, zeg hier staan strikken. Die nemen we mee. Dadelijk zul je wat beleven”. We kwamen weer bij de jagers in de buurt. Ik zei tegen een van die jagers: “Kijk hier, die dingen staan hier allemaal in de heg”. Ik deed net of ik niet wist wat het was. Maar die jager zei: “Die zijn van de stropers. Dus onze boswachter doet zijn werk niet goed”. Toen kreeg de boswachter een zware berisping. Dat was zijn loon, om ons geen hand te geven maar alleen de heren.<br>
[[Bestand:Kasteren 20.jpg|400px|thumb|Beugse molen.]]
 
=== '''Betrapt met stropen''' ===
'''Betrapt met stropen'''<br>
Er was nog een vervelende stropersdag. Ik was die dag bij mijn vriend zijn ouders. Christ was ook thuis. Die dag moesten zijn ouders naar familie in St. Hubert. Wel, wij wilden er ook een mooie dag van maken. Wij pakten het geweer en gingen naar de [[Laverdonk]]. Het was in de morgen rond negen uur en er lag een mooi laagje sneeuw, dus we konden de sporen zien waar het wild had gelopen. Dan gaat het wel gemakkelijk, om ze te vinden. Het eerste wat wij vonden, was een konijn. Even daarna kwam een flinke haas uit zijn “pot” gesprongen. Christ legde hem met het eerste schot omver. Ja, wij droegen het geweer altijd om de beurt. Deze morgen was goed genoeg voor ons. Twee stuks wild was toen al niet slecht. Wel, we hadden ons nog wat beloofd. Vlug naar huis en dan gingen we bakken. Er was bij Christ net geslacht. We besloten om balkenbrij te maken en dat werkte perfect. We hadden goed zitten smullen. Toch moesten wij weer het veld in. We hadden 's-morgens wilde zwanen gezien. Die wilden wij ook wel eens schieten. Maar het pakte verkeerd uit. Wij waren nog maar even in het veld, toen er “Halt, politie” werd geroepen. Wij zaten gewoon verkeerd. Links van ons was de rivier De Aa. Rechts was de politie met een hond. We hadden geen keus, moesten naar het water. Wat denk je? Er lag een berg sneeuw. Het was flink koud, maar we moesten gewoon het water in.<br>
Er was nog een vervelende stropersdag. Ik was die dag bij mijn vriend zijn ouders. Christ was ook thuis. Die dag moesten zijn ouders naar familie in St. Hubert. Wel, wij wilden er ook een mooie dag van maken. Wij pakten het geweer en gingen naar de Laverdonk. Het was in de morgen rond negen uur en er lag een mooi laagje sneeuw, dus we konden de sporen zien waar het wild had gelopen. Dan gaat het wel gemakkelijk, om ze te vinden. Het eerste wat wij vonden, was een konijn. Even daarna kwam een flinke haas uit zijn “pot” gesprongen. Christ legde hem met het eerste schot omver. Ja, wij droegen het geweer altijd om de beurt. Deze morgen was goed genoeg voor ons. Twee stuks wild was toen al niet slecht. Wel, we hadden ons nog wat beloofd. Vlug naar huis en dan gingen we bakken. Er was bij Christ net geslacht. We besloten om balkenbrij te maken en dat werkte perfect. We hadden goed zitten smullen. Toch moesten wij weer het veld in. We hadden 's-morgens wilde zwanen gezien. Die wilden wij ook wel eens schieten. Maar het pakte verkeerd uit. Wij waren nog maar even in het veld, toen er “Halt, politie” werd geroepen. Wij zaten gewoon verkeerd. Links van ons was de rivier De Aa. Rechts was de politie met een hond. We hadden geen keus, moesten naar het water. Wat denk je? Er lag een berg sneeuw. Het was flink koud, maar we moesten gewoon het water in.<br>
Ik had het geweer en kon niet zwemmen. Mijn geweer ben ik kwijtgeraakt maar ik kwam wel aan de andere kant. Ik heb even moeten rusten met mijn rug gekeerd naar de politie.<br>
Ik had het geweer en kon niet zwemmen. Mijn geweer ben ik kwijtgeraakt maar ik kwam wel aan de andere kant. Ik heb even moeten rusten met mijn rug gekeerd naar de politie.<br>
We zijn bij een boer binnen gevlucht, vlakbij de Beugtsemolen. We hebben een half uur bij die boer binnen gezeten, lekker bij de kachel, maar toen moesten wij nog terug over het water. We zaten aan de verkeerde kant van het water en we wisten ook niet waar de politie was gebleven met zijn grote hond. Wel, we gingen bij de Beugtste molen weer terug over het water. Toen wij bij de molen aankwamen, kwam de molenaar naar
We zijn bij een boer binnen gevlucht, vlakbij de Beugtsemolen. We hebben een half uur bij die boer binnen gezeten, lekker bij de kachel, maar toen moesten wij nog terug over het water. We zaten aan de verkeerde kant van het water en we wisten ook niet waar de politie was gebleven met zijn grote hond. Wel, we gingen bij de Beugtste molen weer terug over het water. Toen wij bij de molen aankwamen, kwam de molenaar naar
Regel 293: Regel 250:
liep gewoon door. Wij hebben toen besloten om niet verder te gaan, maar eerlijk gezegd, zijn jullie het toch geweest”? Toen heb ik het ook toegegeven dat wij het waren geweest. “Ja”, zegt hij, “jullie kwamen zo sterk voor den dag, dat wij niet zeker meer waren”.<br>
liep gewoon door. Wij hebben toen besloten om niet verder te gaan, maar eerlijk gezegd, zijn jullie het toch geweest”? Toen heb ik het ook toegegeven dat wij het waren geweest. “Ja”, zegt hij, “jullie kwamen zo sterk voor den dag, dat wij niet zeker meer waren”.<br>


=== '''Op verboden grond''' ===
'''Op verboden grond'''<br>
Een tijdje later had hij ons toch nog te pakken. Christ en ik waren aan het kasteel Heeswijk aan het beffen. We hadden een bos helemaal afgezet met strikken. Toen gingen we de dreven ook vol zetten. Ik was bijna klaar met de laatste strikken en kwam op de hoek van het bos en een weiland. Daar ging ik even staan kijken.<br>
Een tijdje later had hij ons toch nog te pakken. Christ en ik waren aan het kasteel Heeswijk aan het beffen. We hadden een bos helemaal afgezet met strikken. Toen gingen we de dreven ook vol zetten. Ik was bijna klaar met de laatste strikken en kwam op de hoek van het bos en een weiland. Daar ging ik even staan kijken.<br>
Dan zie ik in de verte een man achter de koeien lopen. Ik dacht: “dat is vreemd”. Hij kwam te dicht bij de koeien, want de koeien liepen weg. Maar toen wist ik nog niet wat er aan de hand was. Ik riep: “Christ, kom eens hier kijken”. Christ kwam en vroeg: “Wat is er”? Ik zeg: “Daar was iemand achter die koeien, en nu is hij daarginds in de sloot gekropen”. Christ zegt: “Dat is zeker die stroper uit Heeswijk. Kom, we gaan even kijken”. Wij gingen het weiland op. Het was nogal een eindje lopen. Toen ik dichterbij kwam zeg ik: “Zo, het moet hier zijn”. Het bleek dezelfde politieman te zijn. Hij kwam mooi uit de sloot gekropen. Toen vroeg ik hem of dat een gewoonte van hem was, om
Dan zie ik in de verte een man achter de koeien lopen. Ik dacht: “dat is vreemd”. Hij kwam te dicht bij de koeien, want de koeien liepen weg. Maar toen wist ik nog niet wat er aan de hand was. Ik riep: “Christ, kom eens hier kijken”. Christ kwam en vroeg: “Wat is er”? Ik zeg: “Daar was iemand achter die koeien, en nu is hij daarginds in de sloot gekropen”. Christ zegt: “Dat is zeker die stroper uit Heeswijk. Kom, we gaan even kijken”. Wij gingen het weiland op. Het was nogal een eindje lopen. Toen ik dichterbij kwam zeg ik: “Zo, het moet hier zijn”. Het bleek dezelfde politieman te zijn. Hij kwam mooi uit de sloot gekropen. Toen vroeg ik hem of dat een gewoonte van hem was, om
Regel 299: Regel 256:
Wel, dat was eigenlijk niet onze bedoeling. Maar ja, hij ging mee kijken. Hij had niet gezien dat wij in de bossen waren geweest, want daar was het verboden toegang. Ik liep achter de politie en liep in een strik, die ik zelf even tevoren aan een los stuk hout had gezet. Ik moest onder het lopen de strik van mijn voet doen. Hij had het niet gezien. Toen kwamen we bij onze fietsen, die wij hadden achtergelaten in het bos. “Kijk”, zei hij, “daar heb ik jullie. De fietsen staan op verboden grond”. We kregen een verbaal voor lopen op verboden terrein. Toen heb ik toch gezegd: “Dat is toch niets voor jou, een klein verbaaltje te maken? Wij vangen een haas, en dat is weer betaald”. Dan zegt hij: “Als je gaat zitten schijten, dan schrijf ik je nog op, anders krijg ik jullie niet”.<br>
Wel, dat was eigenlijk niet onze bedoeling. Maar ja, hij ging mee kijken. Hij had niet gezien dat wij in de bossen waren geweest, want daar was het verboden toegang. Ik liep achter de politie en liep in een strik, die ik zelf even tevoren aan een los stuk hout had gezet. Ik moest onder het lopen de strik van mijn voet doen. Hij had het niet gezien. Toen kwamen we bij onze fietsen, die wij hadden achtergelaten in het bos. “Kijk”, zei hij, “daar heb ik jullie. De fietsen staan op verboden grond”. We kregen een verbaal voor lopen op verboden terrein. Toen heb ik toch gezegd: “Dat is toch niets voor jou, een klein verbaaltje te maken? Wij vangen een haas, en dat is weer betaald”. Dan zegt hij: “Als je gaat zitten schijten, dan schrijf ik je nog op, anders krijg ik jullie niet”.<br>


=== '''Werken in Zweckel''' ===
'''Werken in Zweckel'''
Toch hebben wij besloten om nog een keer te werken in Duitsland.<br>
Toch hebben wij besloten om nog een keer te werken in Duitsland.<br>
We hadden allebei een waarschuwing gekregen dat we moesten vertrekken. Wij kwamen terecht in Zweckel. Daar kwamen wij voor een groot bouwbedrijf te werken. We moesten beton storten in een groot gebouw. Het begin was al heel slecht. De grote loods waar wij in kwamen was erg koud, had slechte bedden en was heel slecht ingericht. Het was er erg donker. Alles bij elkaar bekeken was het maar een rotzooi. Het eten was niet goed. De bazen waren gek. Ook het werk was niet al te best. Het was er ook nog erg nat. <br>
We hadden allebei een waarschuwing gekregen dat we moesten vertrekken. Wij kwamen terecht in Zweckel. Daar kwamen wij voor een groot bouwbedrijf te werken. We moesten beton storten in een groot gebouw. Het begin was al heel slecht. De grote loods waar wij in kwamen was erg koud, had slechte bedden en was heel slecht ingericht. Het was er erg donker. Alles bij elkaar bekeken was het maar een rotzooi. Het eten was niet goed. De bazen waren gek. Ook het werk was niet al te best. Het was er ook nog erg nat. <br>
Ongeveer honderd meter verder was een gevangenenkamp. Wij konden af en toe zien wat daar gebeurde en dat beviel ons niet. Als die gevangenen naar het werk moesten, dan kon je het leed van die mensen zien. Die mensen kwamen in het gelid met soldaten er bij. Ze kregen al slaag voordat ze op het werk waren. Als ze terug in het kamp kwamen, moesten zij de muts afnemen voor de wacht. Vergaten ze dat, dan kregen ze met het geweer op den kop. Wat er binnen het kamp gebeurde konden wij niet zien. Dit alles konden wij niet goed aan. Wij zijn toch nog een paar weken gebleven, maar ik ben al vlug aan het zoeken geraakt om zo vlug mogelijk weer in Holland te komen.<br>
Ongeveer honderd meter verder was een gevangenenkamp. Wij konden af en toe zien wat daar gebeurde en dat beviel ons niet. Als die gevangenen naar het werk moesten, dan kon je het leed van die mensen zien. Die mensen kwamen in het gelid met soldaten er bij. Ze kregen al slaag voordat ze op het werk waren. Als ze terug in het kamp kwamen, moesten zij de muts afnemen voor de wacht. Vergaten ze dat, dan kregen ze met het geweer op den kop. Wat er binnen het kamp gebeurde konden wij niet zien. Dit alles konden wij niet goed aan. Wij zijn toch nog een paar weken gebleven, maar ik ben al vlug aan het zoeken geraakt om zo vlug mogelijk weer in Holland te komen.<br>


=== '''Vluchten uit Zweckel''' ===
'''Vluchten uit Zweckel'''<br>
Ik kreeg geregeld moeite met de baas. Eerst kon ik goed met de Duitsers overweg, maar sinds de jodenvervolging is dat erg veranderd. In die tijd had ik al een paar keer ruzie gehad met de baas. Het ging fout lopen. We moesten zien dat we weg kwamen. Ik heb toen tegen Christ gezegd: “De langste tijd ben ik hier geweest”, maar het was erg moeilijk om weg te komen.<br>
Ik kreeg geregeld moeite met de baas. Eerst kon ik goed met de Duitsers overweg, maar sinds de jodenvervolging is dat erg veranderd. In die tijd had ik al een paar keer ruzie gehad met de baas. Het ging fout lopen. We moesten zien dat we weg kwamen. Ik heb toen tegen Christ gezegd: “De langste tijd ben ik hier geweest”, maar het was erg moeilijk om weg te komen.<br>
De eerste week had ik al uitgevonden dat ik weer met de laatste trein moest reizen. Ik wist dat we naar Kaldenkirchen moesten als we vertrokken. Ik wist ook dat het de laatste trein moest zijn, die voor de nacht in Kaldenkirchen bleef staan. Wij moesten daar uitstappen en dan nog ver lopen. In de laatste plaats voor de grens, wordt er zwaar gecontroleerd, dus moesten wij vlug de trein uit. Nu nog proberen een kaart van Kaldenkirchen te krijgen. Wel, de kaart was moeilijk. We konden geen kaart vinden van dat kleine dorpje. Maar we hadden wel iemand uit Venlo gesproken die ons al veel wist te vertellen.<br>
De eerste week had ik al uitgevonden dat ik weer met de laatste trein moest reizen. Ik wist dat we naar Kaldenkirchen moesten als we vertrokken. Ik wist ook dat het de laatste trein moest zijn, die voor de nacht in Kaldenkirchen bleef staan. Wij moesten daar uitstappen en dan nog ver lopen. In de laatste plaats voor de grens, wordt er zwaar gecontroleerd, dus moesten wij vlug de trein uit. Nu nog proberen een kaart van Kaldenkirchen te krijgen. Wel, de kaart was moeilijk. We konden geen kaart vinden van dat kleine dorpje. Maar we hadden wel iemand uit Venlo gesproken die ons al veel wist te vertellen.<br>
Regel 318: Regel 275:
Wij konden niet meer teruglopen, dus liepen we gewoon door. De Ossenaren redden ons door niet naar ons te kijken. Wij gingen vlug naar de trein en hebben schrik gehad totdat de trein wegreed. Wij zijn toch goed in Den Bosch gekomen. Maar geloof me, ik ben in die dag en nacht toch wel een paar kilo afgevallen.<br>
Wij konden niet meer teruglopen, dus liepen we gewoon door. De Ossenaren redden ons door niet naar ons te kijken. Wij gingen vlug naar de trein en hebben schrik gehad totdat de trein wegreed. Wij zijn toch goed in Den Bosch gekomen. Maar geloof me, ik ben in die dag en nacht toch wel een paar kilo afgevallen.<br>


=== '''Werken in Spandau''' ===
'''Werken in Spandau'''<br>
Na een tijdje onderduiker te zijn, was ik weer de pineut. Ik werd weer op transport gezet en wist echt niet waar de reis naartoe ging. Maar het was wel zo dat ze ergens in Duitsland werkvolk moesten hebben. We werden allemaal in Den Bosch in de trein gestopt. Er zat toevallig ook een bekende in de trein. Het was er een uit Berlicum. De reis ging goed tot Berlijn, maar daar was het al niet goed met de verdeling van de bedden. Het was al erg rumoerig. De meesten wilden graag onder slapen. De eetzalen zagen er goed uit, maar de eerste dag was er al heibel over het eten. De een kreeg een schep meer eten dan de ander. Dat was al direct ruzie. Het is wel eigenaardig. Dat is overal hetzelfde. Zelfs hier in het [[Mgr. Bekkershuis|Bekkershuis]] kunnen vrouwen van 90 jaar nog niet vredig samen leven.<br>
Na een tijdje onderduiker te zijn, was ik weer de pineut. Ik werd weer op transport gezet en wist echt niet waar de reis naartoe ging. Maar het was wel zo dat ze ergens in Duitsland werkvolk moesten hebben. We werden allemaal in Den Bosch in de trein gestopt. Er zat toevallig ook een bekende in de trein. Het was er een uit Berlicum. De reis ging goed tot Berlijn, maar daar was het al niet goed met de verdeling van de bedden. Het was al erg rumoerig. De meesten wilden graag onder slapen. De eetzalen zagen er goed uit, maar de eerste dag was er al heibel over het eten. De een kreeg een schep meer eten dan de ander. Dat was al direct ruzie. Het is wel eigenaardig. Dat is overal hetzelfde. Zelfs hier in het Bekkershuis kunnen vrouwen van 90 jaar nog niet vredig samen leven.<br>
Maar gelukkig, die oudjes zijn er hier niet bij. Hier zijn allemaal mannen, maar die kunnen er ook wat van. De een heeft al een grotere bek als de ander. Maar ja, soms gaat het voor een tijdje goed. <br>
Maar gelukkig, die oudjes zijn er hier niet bij. Hier zijn allemaal mannen, maar die kunnen er ook wat van. De een heeft al een grotere bek als de ander. Maar ja, soms gaat het voor een tijdje goed. <br>
Wel, wat men ons vertelde: we werkten aan een grote politieschool. We waren bezig in Spandau-West. Dat was een gedeelte van Berlijn.<br>
Wel, wat men ons vertelde: we werkten aan een grote politieschool. We waren bezig in Spandau-West. Dat was een gedeelte van Berlijn.<br>
Regel 327: Regel 284:
Op een avond met het eten kregen twee mannen ruzie. Weer over eten. Dat ging er erg hard aan toe. We moesten allemaal buiten vluchten, er werd hard getimmerd. Ja, zo gaat het als je honger krijgt, dan worden de mensen chagrijnig.<br>
Op een avond met het eten kregen twee mannen ruzie. Weer over eten. Dat ging er erg hard aan toe. We moesten allemaal buiten vluchten, er werd hard getimmerd. Ja, zo gaat het als je honger krijgt, dan worden de mensen chagrijnig.<br>


=== '''Gevlucht uit Spandau''' ===
'''Gevlucht uit Spandau'''<br>
We waren al weer drie maanden daar. Ik begon aan Holland te denken, en dan duurt het niet lang meer of ik ben wat anders aan het zoeken. Maar Berlijn is wel een grote stad om er tussenuit te klappen. Wel zes weken heb ik het volgehouden. Toen heb ik een afspraak gemaakt met Nard Loef uit Berlicum. Ik weet niet of dat zijn echte naam was. Het kan ook zijn scheldnaam zijn geweest. We wilden samen de benen nemen. Maar van Berlijn naar Holland, dat was wel
We waren al weer drie maanden daar. Ik begon aan Holland te denken, en dan duurt het niet lang meer of ik ben wat anders aan het zoeken. Maar Berlijn is wel een grote stad om er tussenuit te klappen. Wel zes weken heb ik het volgehouden. Toen heb ik een afspraak gemaakt met Nard Loef uit Berlicum. Ik weet niet of dat zijn echte naam was. Het kan ook zijn scheldnaam zijn geweest. We wilden samen de benen nemen. Maar van Berlijn naar Holland, dat was wel
erg riskant. De controle was erg streng.<br>
erg riskant. De controle was erg streng.<br>
Regel 337: Regel 294:
Toen kwam er een gevaarlijke voetreis van Bentheim naar Oldenzaal. We wisten toen door welke straat wij moesten gaan om zo gemakkelijk mogelijk door achtertuintjes naar de grote dennenbossen te komen. Wel, ik denk als ik er zo weer voor kwam te staan dat ik het nooit meer zou doen. Want het werd zwaar, heel zwaar. Zonder moeite hebben wij binnen een uurtje de grote bossen van Bentheim bereikt, maar toen begon de ellende pas. We wisten de richting, maar 's-nachts door de grote bossen was voor ons toch te moeilijk. <br>
Toen kwam er een gevaarlijke voetreis van Bentheim naar Oldenzaal. We wisten toen door welke straat wij moesten gaan om zo gemakkelijk mogelijk door achtertuintjes naar de grote dennenbossen te komen. Wel, ik denk als ik er zo weer voor kwam te staan dat ik het nooit meer zou doen. Want het werd zwaar, heel zwaar. Zonder moeite hebben wij binnen een uurtje de grote bossen van Bentheim bereikt, maar toen begon de ellende pas. We wisten de richting, maar 's-nachts door de grote bossen was voor ons toch te moeilijk. <br>
Het is o zo moeilijk om in het donker en zonder kompas door de bossen te lopen. Daarbij ook nog de goede richting te houden, dat was echt niet te doen. We moesten naar schatting vier uur lopen. Wel, na een uurtje wisten wij al niet
Het is o zo moeilijk om in het donker en zonder kompas door de bossen te lopen. Daarbij ook nog de goede richting te houden, dat was echt niet te doen. We moesten naar schatting vier uur lopen. Wel, na een uurtje wisten wij al niet
meer of we richting Holland of richting Duitsland gingen en dan komt er de schrik in. We zijn werkelijk aan het dwalen geweest. Met onze bagage als kleren en schoeisel was ook erg zwaar. We werden erg moe. Af en toe moesten wij rusten, maar we bleven lopen. Al zeker vier uur en toen wisten wij nog steeds niet of we de goede richting aan hielden. Na een heel lange tijd vonden wij een herkenningsteken en wel de spoorlijn. We moesten die wel volgen, maar in welke richting wisten we niet. Er was geen handwijzer. Wat moesten wij doen? Na wat rusten en praten, hebben we na een rijp overleg gekozen om de spoorlijn naar links te volgen. We wisten dat het gevaarlijk was om langs een spoorlijn te lopen. We zouden goed opletten. Als we iets zagen zouden wij weer direct het bos in lopen. Nadat wij al weer een uur hadden gelopen, wisten we dat wij in de buurt van de grens waren, tenzij we de verkeerde richting uit waren gelopen. We hebben toen nog even gepraat. Ook hebben wij nog ieder twintig mark in ons paspoort gedaan. Men had ons verteld, dat we dan meer kans hadden om door te komen als wij gepakt werden. <br>
meer of we richting Holland of richting Duitsland gingen en dan komt er de schrik in. We zijn werkelijk aan het dwalen geweest. Met onze bagage als kleren en schoeisel was ook erg zwaar. We werden erg moe. Af en toe moesten wij rusten, maar we bleven lopen. Al zeker vier uur en toen wisten wij nog steeds niet of we de goede richting aan hielden. Na een heel lange tijd vonden wij een herkenningsteken en wel de spoorlijn. We moesten die wel volgen, maar in welke richting wisten we niet. Er was geen handwijzer. Wat moesten wij doen? Na wat rusten en praten, hebben we na een rijp overleg gekozen om de spoorlijn naar links te volgen. We wisten dat het gevaarlijk was om langs een dpoorlijn te lopen. We zouden goed opletten. Als we iets zagen zouden wij weer direct het bos in lopen. Nadat wij al weer een uur hadden gelopen, wisten we dat wij in de buurt van de grens waren, tenzij we de verkeerde richting uit waren gelopen. We hebben toen nog even gepraat. Ook hebben wij nog ieder twintig mark in ons paspoort gedaan. Men had ons verteld, dat we dan meer kans hadden om door te komen als wij gepakt werden. <br>
Wij waren toch weer aan de wandel gegaan. We moesten wel doorlopen, want voordat het licht werd moesten wij over de grens zijn. <br>
Wij waren toch weer aan de wandel gegaan. We moesten wel doorlopen, want voordat het licht werd moesten wij over de grens zijn. <br>
Dan gebeurde het onverwachts toch nog. Opeens werden er schijnwerpers op ons gezet en er werd geroepen: “Stehen bleiben”. Het was ongeveer 2 uur ‟s-nachts. Geen pretje om voor vuurwapens te staan. Twee soldaten kwamen aangelopen. Ontsnappen was onmogelijk. Wij moesten meekomen en konden niets meer doen. Alles hing nu af van die twee soldaten. We werden meegenomen naar een wachtpost waar die twee Duitsers samen de wacht hielden. Wij werden binnengebracht. We moesten onze paspoorten afgeven. Wel, we waren er gloeiend bij. We moesten alle drie op een bank gaan zitten. De soldaten gingen naar een andere kamer.<br>
Dan gebeurde het onverwachts toch nog. Opeens werden er schijnwerpers op ons gezet en er werd geroepen: “Stehen bleiben”. Het was ongeveer 2 uur ‟s-nachts. Geen pretje om voor vuurwapens te staan. Twee soldaten kwamen aangelopen. Ontsnappen was onmogelijk. Wij moesten meekomen en konden niets meer doen. Alles hing nu af van die twee soldaten. We werden meegenomen naar een wachtpost waar die twee Duitsers samen de wacht hielden. Wij werden binnengebracht. We moesten onze paspoorten afgeven. Wel, we waren er gloeiend bij. We moesten alle drie op een bank gaan zitten. De soldaten gingen naar een andere kamer.<br>
Regel 344: Regel 301:
was einde Berlijn. We waren weer onderduikers zonder werk en zonder bonnen.
was einde Berlijn. We waren weer onderduikers zonder werk en zonder bonnen.


=== '''Suikerbieten steken''' ===
'''Suikerbieten steken'''<br>
Volgens mij werkten wij op het vliegveld in Volkel. Ik weet nog dat ik toen erg zwaar werk deed. Ik zat al een tijdje in de steenploeg, dat was stenen lossen uit de trein. Het was wel goed verdienen. Maar als ik 's-avonds thuis kwam, dan moest mijn moeder mijn schoenen uitdoen. Alles deed dan pijn.
Volgens mij werkten wij op het vliegveld in Volkel. Ik weet nog dat ik toen erg zwaar werk deed. Ik zat al een tijdje in de steenploeg, dat was stenen lossen uit de trein. Het was wel goed verdienen. Maar als ik 's-avonds thuis kwam, danmoest mijn moeder mijn schoenen uitdoen. Alles deed dan pijn.
Alleen vanwege het goede geld bleven wij het doen. Op een keer moesten wij op kantoor komen. <br>
Alleen vanwege het goede geld bleven wij het doen. Op een keer moesten wij op kantoor komen. <br>
Alles werd weer veranderd. We moesten met een hele groep naar Duitsland, speciaal voor het steken van suikerbieten. Dat was een heel zwaar werk en de boeren betaalden heel slecht. We zijn toen maar weer gegaan. Ik weet nog dat wij zelf een koppel moesten maken. Bertje van Bilsen kwam bij mij en samen kwamen wij bij een boer in Anstel om de bieten uit te steken. Nadat we hadden kennisgemaakt en een tweepersoons kamer hadden gekregen, ging de boer meteen met ons naar een grote plak suikerbieten kijken.<br>
Alles werd weer veranderd. We moesten met een hele groep naar Duitsland, speciaal voor het steken van suikerbieten. Dat was een heel zwaar werk en de boeren betaalden heel slecht. We zijn toen maar weer gegaan. Ik weet nog dat wij zelf een koppel moesten maken. Bertje van Bilsen kwam bij mij en samen kwamen wij bij een boer in Anstel om de bieten uit te steken. Nadat we hadden kennisgemaakt en een tweepersoons kamer hadden gekregen, ging de boer meteen met ons naar een grote plak suikerbieten kijken.<br>
Regel 354: Regel 311:
Toen ik terugkwam was de boer mij al met een tractor aan het zoeken. Bert kreeg op zijn kop omdat hij mij had achtergelaten.<br>
Toen ik terugkwam was de boer mij al met een tractor aan het zoeken. Bert kreeg op zijn kop omdat hij mij had achtergelaten.<br>
's-Avonds heeft de vrouw van de boer ons binnen geroepen. We kregen een biertje en ze hebben vreselijk gelachen toen ik vertelde dat ik in die hooiberg was gekropen. Toen wij daar klaar waren, hebben wij afscheid genomen. De boerin riep mij nog na: “Du kleines, nicht mehr schlafen im Heuhaufen”.<br>
's-Avonds heeft de vrouw van de boer ons binnen geroepen. We kregen een biertje en ze hebben vreselijk gelachen toen ik vertelde dat ik in die hooiberg was gekropen. Toen wij daar klaar waren, hebben wij afscheid genomen. De boerin riep mij nog na: “Du kleines, nicht mehr schlafen im Heuhaufen”.<br>
[[Bestand:Kasteren 21.jpg|400px|thumb|Café Rust u even.]]
 
=== '''Ontmoeting in Veghel''' ===
'''Ontmoeting in Veghel'''<br>
Moet vandaag toch wat schrijven, over mijn ontmoeting met een jong meisje. Het was Veghel kermis. Ik ging met mijn vriendin met de fiets naar de kermis. We reden langs het kanaal. Voordat wij in Veghel aankwamen, kregen wij een woordenwisseling. Het meisje wilde eerst gaan dansen. Ik wilde eerst een glaasje gaan drinken. We kwamen er niet uit. Geen van ons tweeën wilde toegeven. Op de lange duur zei ik: “Jij gaat naar de tent dansen, en ik ga eerst een glaasje bier drinken”. Een beetje nijdig reed zij weg.<br>
Moet vandaag toch wat schrijven, over mijn ontmoeting met een jong meisje. Het was Veghel kermis. Ik ging met mijn vriendin met de fiets naar de kermis. We reden langs het kanaal. Voordat wij in Veghel aankwamen, kregen wij een woordenwisseling. Het meisje wilde eerst gaan dansen. Ik wilde eerst een glaasje gaan drinken. We kwamen er niet uit. Geen van ons tweeën wilde toegeven. Op de lange duur zei ik: “Jij gaat naar de tent dansen, en ik ga eerst een glaasje bier drinken”. Een beetje nijdig reed zij weg.<br>
Wel, ik kwam bij een hotel aan en zag daar twee meisjes onder de veranda zitten. Ik zette mijn fiets weg en ging naar die twee meisjes toe. Ik zei: “Mag ik er bij komen zitten”? ”Ja graag”. We hebben samen een biertje gedronken. Ik kende de meisjes die uit Schijndel kwamen. Even later kwam mijn broer langs gefietst. Die heb ik toen ook geroepen en hij kwam er ook bij zitten. We hebben samen nog wat biertjes gedronken.<br>
Wel, ik kwam bij een hotel aan en zag daar twee meisjes onder de veranda zitten. Ik zette mijn fiets weg en ging naar die twee meisjes toe. Ik zei: “Mag ik er bij komen zitten”? ”Ja graag”. We hebben samen een biertje gedronken. Ik kende de meisjes die uit Schijndel kwamen. Even later kwam mijn broer langs gefietst. Die heb ik toen ook geroepen en hij kwam er ook bij zitten. We hebben samen nog wat biertjes gedronken.<br>
Toen hebben we gevraagd of de dames met ons mee wilden gaan en dat lukte ook nog. De meisjes waren te voet naar Veghel gegaan. Het waren Sisca v/d Heyden en Miet Verhoeven. Ik kreeg Sisca achter op de fiets. Van daar uit reden we naar de Heeswijkse brug en hebben nog even een biertje gepakt bij café “Rust u even”. Daarna heb ik dat meisje thuis gebracht. We hebben toen nog een afspraakje gemaakt voor de volgende keer. En daarna weer een afspraakje, tot ik dacht: “ik heb vaste verkering”. En dat bleef maar duren, totdat we zeker wisten dat wij verliefd waren.<br>
Toen hebben we gevraagd of de dames met ons mee wilden gaan en dat lukte ook nog. De meisjes waren te voet naar Veghel gegaan. Het waren Sisca v/d Heyden en Miet Verhoeven. Ik kreeg Sisca achter op de fiets. Van daar uit reden we naar de Heeswijkse brug en hebben nog even een biertje gepakt bij café “Rust u even”. Daarna heb ik dat meisje thuis gebracht. We hebben toen nog een afspraakje gemaakt voor de volgende keer. En daarna weer een afspraakje, tot ik dacht: “ik heb vaste verkering”. En dat bleef maar duren, totdat we zeker wisten dat wij verliefd waren.<br>
In die tijd kwam ik wel heel veel in de kroeg, meestal aan de brug bij Sisca en Bert v/d Broek. De eerste tijd dat ik verkering had, moest ik altijd over de akkers komen, want daar kwam ze mij altijd tegen. Ik mocht niet naar de boerderij komen. Wel, op een zondag was het kermis in Berlicum. Zo, daar gingen we naar toe. Met ons twee op één fiets, en dan ook nog met harde banden. We hadden geen fietsbanden. De banden die wij toen gebruikten waren gesneden van een oude autoband. Wel, de kermis in Berlicum was goed geslaagd. We waren met een heel stel goed uit geweest, een beetje gedronken, maar toen moesten we ook nog naar Schijndel.<br>
In die tijd kwam ik wel heel veel in de kroeg, meestal aan de brug bij Sisca en Bert v/d Broek. De eerste tijd dat ik verkering had, moest ik altijd over de akkers komen, want daar kwam ze mij altijd tegen. Ik mocht niet naar de boerderij komen. Wel, op een zondag was het kermis in Berlicum. Zo, daar gingen we naar toe. Met ons twee op één fiets, en dan ook nog met harde banden. We hadden geen fietsbanden. De banden die wij toen gebruikten waren gesneden van een oude autoband. Wel, de kermis in Berlicum was goed geslaagd. We waren met een heel stel goed uit geweest, een beetje gedronken, maar toen moesten we ook nog naar Schijndel.<br>
Sisca moest voor donker thuis zijn. Maar het was al donker toen we van de kermis wegreden. Wel, nog een uurtje fietsen. En je kunt het niet geloven hoe fijn het was, met zijn tweeën op de fiets met harde banden, maar we kwamen in het [[Wijbosch]]. Maar dan zei Sisca: “Nu krijg ik dadelijk klappen, want ik ben veel te laat thuis”. “Wel”, zei ik, “dan ga ik wel even kijken”. En ik naar binnen. Sisca bleef buiten staan. Zoiets vergeet je nooit meer. Ik kom daar binnen en ik zie de vader van Sisca geknield op een stoel bidden, met zijn gezicht naar de muur. Ik heb daar niet op gewacht. Ik heb hem gezegd: “Als je iemand een pak slaag wil geven, dan pak mij maar”. Toen zei hij: “Haal Sisca maar binnen, er wordt niet geslagen”. Vanaf die tijd waren de moeilijkheden voorbij.<br>
Sisca moest voor donker thuis zijn. Maar het was al donker toen we van de kermis wegreden. Wel, nog een uurtje fietsen. En je kunt het niet geloven hoe fijn het was, met zijn tweeën op de fiets met harde banden, maar we kwamen in het Wijbosch. Maar dan zei Sisca: “Nu krijg ik dadelijk klappen, want ik ben veel te laat thuis”. “Wel”, zei ik, “dan ga ik wel even kijken”. En ik naar binnen. Sisca bleef buiten staan. Zoiets vergeet je nooit meer. Ik kom daar binnen en ik zie de vader van Sisca geknield op een stoel bidden, met zijn gezicht naar de muur. Ik heb daar niet op gewacht. Ik heb hem gezegd: “Als je iemand een pak slaag wil geven, dan pak mij maar”. Toen zei hij: “Haal Sisca maar binnen, er wordt niet geslagen”. Vanaf die tijd waren de moeilijkheden voorbij.<br>
De schoonouders deden heel graag kaarten. Dat deed ik dan ook wel een paar keer in de week. Het waren heel ouderwetse mensen.<br>
De schoonouders deden heel graag kaarten. Dat deed ik dan ook wel een paar keer in de week. Het waren heel ouderwetse mensen.<br>
Schoonmoeder was een beetje sacherijnig, maar over het algemeen kon ik toch wel met de oudjes overweg. Ze hadden niet graag dat we laat thuis kwamen.<br>
Schoonmoeder was een beetje sacherijnig, maar over het algemeen kon ik toch wel met de oudjes overweg. Ze hadden niet graag dat we laat thuis kwamen.<br>
Regel 367: Regel 324:
Een keer hebben we met een man moeten lachen. Dat was de schaapherder. Hij was nog ver van ons vandaan. Sisca en ik gingen het bos in, en gingen daar in het gras liggen. Af en toe ging ik even omhoog om te kijken wat de herder deed. Hij kwam dichterbij. Ik dacht: “Die komt kijken wat wij doen”. Jawel, even later zag ik hem. Hij kwam erg dichtbij, maar wist niet dat ik hem in de gaten hield. Hij kwam tot op tien meter toen ik riep: “Jan, komt er maar bij zitten. Dan kun je het beter zien”. Hij verschoot zo, dat hij niks meer kon zeggen, en droop toen af.<br>
Een keer hebben we met een man moeten lachen. Dat was de schaapherder. Hij was nog ver van ons vandaan. Sisca en ik gingen het bos in, en gingen daar in het gras liggen. Af en toe ging ik even omhoog om te kijken wat de herder deed. Hij kwam dichterbij. Ik dacht: “Die komt kijken wat wij doen”. Jawel, even later zag ik hem. Hij kwam erg dichtbij, maar wist niet dat ik hem in de gaten hield. Hij kwam tot op tien meter toen ik riep: “Jan, komt er maar bij zitten. Dan kun je het beter zien”. Hij verschoot zo, dat hij niks meer kon zeggen, en droop toen af.<br>


=== '''Werken in Noord-Frankrijk''' ===
'''Werken in Noord-Frankrijk'''<br>
Rond 1941 vroeg de maatschappij Van Alphen uit Drunen mensen om in Frankrijk te gaan werken. Volgens zijn advertentie wilde hij goed betalen. Ik heb daarop gereageerd. Een paar dagen later werd ik in Den Bosch verwacht voor een gesprek.<br>
Rond 1941 vroeg de maatschappij Van Alphen uit Drunen mensen om in Frankrijk te gaan werken. Volgens zijn advertentie wilde hij goed betalen. Ik heb daarop gereageerd. Een paar dagen later werd ik in Den Bosch verwacht voor een gesprek.<br>
Wij kwamen daar met 10 Schijndelaren, waaronder ook twee neven van mij. We werden allemaal aangenomen. Een week later zaten wij al in de trein naar Beauvais. We kwamen terecht in de “Seithtings kazerne”, dat was een oude kazerne van Frankrijk. Wij kwamen met tien man op een grote kamer, vijf stapelbedden van twee hoog in kamer twee. Er waren ook mensen uit Oss.<br>
Wij kwamen daar met 10 Schijndelaren, waaronder ook twee neven van mij. We werden allemaal aangenomen. Een week later zaten wij al in de trein naar Beauvais. We kwamen terecht in de “Seithtings kazerne”, dat was een oude kazerne van Frankrijk. Wij kwamen met tien man op een grote kamer, vijf stapelbedden van twee hoog in kamer twee. Er waren ook mensen uit Oss.<br>
We hadden een man als kamerwacht. Die moest de kamer schoon houden en de bedden opmaken. Wij werkten een klein eindje buiten de stad, bij het begin van een vliegveld. Het werk was erg gemakkelijk. Het was meer een speelplaats dan werk. Er was bijna geen toezicht op het werk. We moesten zelf een voorman kiezen. Soms gingen we met de bus van het werk naar de stad. De voorman schreef dan toch een volle dag. De ploeg bestond toen uit 14 man. Meestal waren er vier man weg. Twee gingen er drinken halen en twee mochten er iedere dag naar de stad. Maar in de stad was overdag weinig te doen. Er was geen rivier of kanaal, er waren alleen veel café’s. Wij kregen toen 200 franc zakgeld. Dat was ongeveer gelijk aan een weekloon van de Fransen. Ik geloof dat het bier 2 cent kostte, maar het meeste wat gedronken werd was rode wijn. De betaling werd door de firma Van Alphen uit Drunen rechtstreeks naar mijn ouders gedaan.<br>
We hadden een man als kamerwacht. Die moest de kamer schoon houden en de bedden opmaken. Wij werkten een klein eindje buiten de stad, bij het begin van een vliegveld. Het werk was erg gemakkelijk. Het was meer een speelplaats dan werk. Er was bijna geen toezicht op het werk. We moesten zelf een voorman kiezen. Soms gingen we met de bus van het werk naar de stad. De voorman schreef dan toch een volle dag. De ploeg bestond toen uit 14 man. Meestal waren er vier man weg. Twee gingen er drinken halen entwee mochten er iedere dag naar de stad. Maar in de stad was overdag weinig te doen. Er was geen rivier of kanaal, er waren alleen veel café‟s. Wij kregen toen 200 franc zakgeld. Dat was ongeveer gelijk aan een weekloon van de Fransen. Ik geloof dat het bier 2 cent kostte, maar het meeste wat gedronken werd was rode wijn. De betaling werd door de firma Van Alphen uit Drunen rechtstreeks naar mijn ouders gedaan.<br>
Na drie maanden mocht ik een week met verlof naar huis. Mijn broer Toon wilde ook een tijdje mee gaan werken en dat lukte. Ook ging er toen nog een Schijndelaar mee. Dat was Adriaan Schellekens. Die twee reisden toen met mij mee.<br>
Na drie maanden mocht ik een week met verlof naar huis. Mijn broer Toon wilde ook een tijdje mee gaan werken en dat lukte. Ook ging er toen nog een Schijndelaar mee. Dat was Adriaan Schellekens. Die twee reisden toen met mij mee.<br>
Meteen, op de avond dat wij aankwamen in Beauvais, nam ik die twee met me mee naar de kroeg. Wel, ze wilden wel rode wijn drinken. Zelf dronk ik bier met limonade. Na een paar uurtjes waren mijn makkertjes zo zat, dat ik ze naar de kazerne moest brengen. Ik kon maar één persoon meesleuren. Ik zei tegen mijn broer Toon dat hij nog maar een tijdje hier in het café moest blijven. Ik zou gauw terugkomen om hem op te halen. Ik bracht Adriaan Schellekens naar de kazerne en ging toen vlug terug om mijn broer op te halen. Maar toen ik terugkwam in het café, was Toontje niet meer te zien. Ik heb navraag gedaan. Er waren daar veel Hollanders binnen. Die vertelden mij dat Toon was weggegaan met twee Duitse soldaten. Ik vroeg nog of hij iets had aangevangen, maar dat bleek niet het geval te zijn. Die Duitsers waren ook dronken. Toen ben ik hem gaan zoeken, het ene café uit en het andere weer in. Na een tijdje kwam ik ze tegen. Ze hadden elkaar in de armen en waren alle drie stomdronken. De Moffen lieten toe dat ik Toontje meenam.<br>
Meteen, op de avond dat wij aankwamen in Beauvais, nam ik die twee met me mee naar de kroeg. Wel, ze wilden wel rode wijn drinken. Zelf dronk ik bier met limonade. Na een paar uurtjes waren mijn makkertjes zo zat, dat ik ze naar de kazerne moest brengen. Ik kon maar één persoon meesleuren. Ik zei tegen mijn broer Toon dat hij nog maar een tijdje hier in het café moest blijven. Ik zou gauw terugkomen om hem op te halen. Ik bracht Adriaan Schellekens naar de kazerne en ging toen vlug terug om mijn broer op te halen. Maar toen ik terugkwam in het café, was Toontje niet meer te zien. Ik heb navraag gedaan. Er waren daar veel Hollanders binnen. Die vertelden mij dat Toon was weggegaan met twee Duitse soldaten. Ik vroeg nog of hij iets had aangevangen, maar dat bleek niet het geval te zijn. Die Duitsers waren ook dronken. Toen ben ik hem gaan zoeken, het ene café uit en het andere weer in. Na een tijdje kwam ik ze tegen. Ze hadden elkaar in de armen en waren alle drie stomdronken. De Moffen lieten toe dat ik Toontje meenam.<br>
Een paar dagen later had ik van de voorman vrij gekregen, samen met een man uit Boxtel. Die man werkte ook in onze ploeg. In de stad kwam ik nog een man uit Schijndel tegen. Hij woonde in een oud klooster en hij vertelde mij dat mijn broer Harrie ook in dat klooster woonde. Hij wist ook zeker dat mijn broer die avond in het café zou komen. Er was die avond muziek in het café en ik ben er 's-avonds naar toe gegaan. Harrie was er nog niet. Na een half uurtje moest ik naar de wc. Er was geen licht in het toilet en dat heb ik geweten. Ik ging zitten en het was al te laat. Ik zat bovenop een hoop stront. Ik heb een paar handdoeken weggehaald en alles zo goed mogelijk afgepoetst. Maar ik kon niet meer naar binnen. Ik stonk echt heel erg. Ik ben naar huis gegaan en heb mijn eigen goed gewassen. Het ergste was dat ik mijn oudste broer nooit in Frankrijk heb gezien, terwijl hij daar wel was.<br>
Een paar dagen later had ik van de voorman vrij gekregen, samen met een man uit Boxtel. Die man werkte ook in onze ploeg. In de stad kwam ik nog een man uit Schijndel tegen. Hij woonde in een oud klooster en hij vertelde mij dat mijn broer Harrie ook in dat klooster woonde. Hij wist ook zeker dat mijn broer die avond in het café zou komen. Er was die avond muziek in het café en ik ben er 's-avonds naar toe gegaan. Harrie was er nog niet. Na een half uurtje moest ik naar de wc. Er was geen licht in het toilet en dat heb ik geweten. Ik ging zitten en het was al te laat. Ik zat bovenop een hoop stront. Ik heb een paar handdoeken weggehaald en alles zo goed mogelijk afgepoetst. Maar ik kon niet meer naar binnen. Ik stonk echt heel erg. Ik ben naar huis gegaan en heb mijn eigen goed gewassen. Het ergste was dat ik mijn oudste broer nooit in Frankrijk heb gezien, terwijl hij daar wel was.<br>


=== '''Werken in Lorient''' ===
'''Werken in Lorient'''<br>
Mijn vriend werkte al een hele tijd in Frankrijk. Hij kwam met verlof thuis en vertelde zijn broer Ties en mij dat het goed werken was in Lorient. Het was een havenstad van groot formaat en er werd heel goed verdiend. De trein vertrok in Rotterdam en ging via Roosendaal, Antwerpen, Amiens, Parijs en Auray naar Lorient aan de kust. Alle grensovergangen waren zwaar bewaakt. Wij wilden wel, maar hoe kwamen we daar? Wel, na lang praten hadden wij iets uitgevonden, wat volgens ons moest werken. Wij waren toen onderduiker, dus wij hadden geen papieren en geld zodat we niet konden reizen. Christ ging na zijn vakantie terug naar Frankrijk. Hij ging met de trein over Roosendaal naar Antwerpen. Ties en ik gingen een dag daarvoor met de bus naar Goirle. Dicht bij de Belgische grens zijn wij voor de nacht in een hotel gegaan. We wilden vroeg in de morgen door de bossen richting Poppel over de grens lopen.<br>
Mijn vriend werkte al een hele tijd in Frankrijk. Hij kwam met verlof thuis en vertelde zijn broer Ties en mij dat het goed werken was in Lorient. Het was een havenstad van groot formaat en er werd heel goed verdiend. De trein vertrok in Rotterdam en ging via Roosendaal, Antwerpen, Amiens, Parijs en Auray naar Lorient aan de kust. Alle grensovergangen waren zwaar bewaakt. Wij wilden wel, maar hoe kwamen we daar? Wel, na lang praten hadden wij iets uitgevonden, wat volgens ons moest werken. Wij waren toen onderduiker, dus wij hadden geen papieren en geld zodat we niet konden reizen. Christ ging na zijn vakantie terug naar Frankrijk. Hij ging met de trein over Roosendaal naar Antwerpen. Ties en ik gingen een dag daarvoor met de bus naar Goirle. Dicht bij de Belgische grens zijn wij voor de nacht in een hotel gegaan. We wilden vroeg in de morgen door de bossen richting Poppel over de grens lopen.<br>
Rond vijf uur in de morgen zijn wij uit het hotel vertrokken. Door de achtertuin van het hotel kwamen we aan bij de grens. Dat was een zandweg. We liepen een eindje over de weg en daar was al een Duitse soldaat. We werden bijna gevangen genomen. We liepen over een paadje vlak langs de grens en wilden er dwars overgaan. Maar opeens stond een Duitse soldaat voor ons op het pad. Hij hield ons staande en hij vroeg wat wij zo vroeg aan het doen waren. Wij vertelden hem dat wij in de buurt op vakantie waren in dat hotel en dat wij de omgeving wilden leren kennen.<br>
Rond vijf uur in de morgen zijn wij uit het hotel vertrokken. Door de achtertuin van het hotel kwamen we aan bij de grens. Dat was een zandweg. We liepen een eindje over de weg en daar was al een Duitse soldaat. We werden bijna gevangen genomen. We liepen over een paadje vlak langs de grens en wilden er dwars overgaan. Maar opeens stond een Duitse soldaat voor ons op het pad. Hij hield ons staande en hij vroeg wat wij zo vroeg aan het doen waren. Wij vertelden hem dat wij in de buurt op vakantie waren in dat hotelen dat wij de omgeving wilden leren kennen.<br>
Hij trapte er in met zijn grote schoenen. Hij zei ons dat we niet over de sloot mochten want dat was België. Hij wandelde weer weg. Toen hij ongeveer 100 meter weg was, gingen wij achter zijn rug om België in, op weg naar Poppel. Dat was ook nog een flinke wandeling. <br>
Hij trapte er in met zijn grote schoenen. Hij zei ons dat we niet over de sloot mochten want dat was België. Hij wandelde weer weg. Toen hij ongeveer 100 meter weg was, gingen wij achter zijn rug om België in, op weg naar Poppel. Dat was ook nog een flinke wandeling. <br>
Weer door de bossen en weer geluk, want we kwamen bij een groot houten gebouw, midden in de bossen. Er was nergens wat te zien. Wij kwamen vlak bij het gebouw. Ik keek door het raam naar binnen. Het hele gebouw zat vol Moffen. Wij met een gangetje weg. Niemand had ons gezien.<br>
Weer door de bossen en weer geluk, want we kwamen bij een groot houten gebouw, midden in de bossen. Er was nergens wat te zien. Wij kwamen vlak bij het gebouw. Ik keek door het raam naar binnen. Het hele gebouw zat vol Moffen. Wij met een gangetje weg. Niemand had ons gezien.<br>
Regel 393: Regel 350:
Het ergste waren de Engelse bombardementen. Soms moesten wij uren in de bunker. Meermalen heb ik met dekens over mijn hoofd in de bunker gezeten, zodat ik de inslagen van de bommen niet hoorde. Soms gooiden ze lichtkogels. Die bleven in de lucht hangen en dan konden de vliegers precies zien waar de bommen moesten vallen. Op het laatst hadden de Moffen er wat op gevonden. Overal langs de straten hadden de Moffen tonnen neergezet. Daar zat een soort nevel
Het ergste waren de Engelse bombardementen. Soms moesten wij uren in de bunker. Meermalen heb ik met dekens over mijn hoofd in de bunker gezeten, zodat ik de inslagen van de bommen niet hoorde. Soms gooiden ze lichtkogels. Die bleven in de lucht hangen en dan konden de vliegers precies zien waar de bommen moesten vallen. Op het laatst hadden de Moffen er wat op gevonden. Overal langs de straten hadden de Moffen tonnen neergezet. Daar zat een soort nevel
in. Even voordat de vliegtuigen overvlogen, draaiden ze die tonnen open. Dan was de stad en de haven geheel weg van de mist, maar het was wel een rotzooi voor de ogen en we konden slecht ademhalen.<br>
in. Even voordat de vliegtuigen overvlogen, draaiden ze die tonnen open. Dan was de stad en de haven geheel weg van de mist, maar het was wel een rotzooi voor de ogen en we konden slecht ademhalen.<br>
Bij ons op het werk stond een grote spitsbunker. Daar lagen duikboten onder. Bovenop de bunker stond een platform met zwaar geschut er bovenop. Daar zaten normaal vier schutters bij. Op een morgen toen we langs de bunker kwamen, was er een bom midden op het geschut gevallen. Het kanon lag onder bij de bunker, helemaal vernield. Ik zei tegen een Duitser: “Waar zijn die soldaten gebleven”? Hij zei dat er geen dode soldaten waren. Alleen het geschut was  weggevaagd.<br>
Bij ons op het werk stond een grote spitsbunker. Daar lagen duikboten onder. Bovenop de bunker stond een platform met zwaar geschut er bovenop. Daar zaten normaal vier schutters bij. Op een morgen toen we langsde bunker kwamen, was er een bom midden op het geschut gevallen. Het kanon lag onder bij de bunker, helemaal vernield. Ik zei tegen een Duitser: “Waar zijn die soldaten gebleven”? Hij zei dat er geen dode soldaten waren. Alleen het geschut was  weggevaagd.<br>
Wij zijn ‘s-morgens door de stad gewandeld. Op vele plaatsen leek het alsof ze wielerbanen hadden aangelegd, zo groot waren die gaten. Wij hebben mensen gezien die dood langs de weg lagen. Christ riep mij: “Kom hier eens kijken”. Hij dacht dat hij een paar goede sokken had gevonden, maar daar zat de man nog in. Toen we goed gingen kijken zat er ook een vrouw bij. Ze stonden op de kop in het puin, de voeten met sokken boven het puin. Een paar dagen later
Wij zijn ‟s-morgens door de stad gewandeld. Op vele plaatsen leek het alsof ze wielerbanen hadden aangelegd, zo groot waren die gaten. Wij hebben mensen gezien die dood langs de weg lagen. Christ riep mij: “Kom hier eens kijken”. Hij dacht dat hij een paar goede sokken had gevonden, maar daar zat de man nog in. Toen we goed gingen kijken zat er ook een vrouw bij. Ze stonden op de kop in het puin, de voeten met sokken boven het puin. Een paar dagen later
zijn we nog eens langs gewandeld. Die beide doden lagen nog steeds langs de weg.<br>
zijn we nog eens langs gewandeld. Die beide doden lagen nog steeds langs de weg.<br>
We hebben ook nog een man een huis binnengedragen. Die had een brandbom tegen de muur aangegooid. De bom ontplofte en de man kreeg een stuk ijzer in zijn lichaam. Het huis waar wij hem binnendroegen was wel bewoond, maar de mensen die er woonden waren al gevlucht. Later zijn wij nog even wezen kijken. Toen zaten er een paar vrouwen bij zijn bed. Vermoedelijk is hij daar gestorven.<br>
We hebben ook nog een man een huis binnengedragen. Die had een brandbom tegen de muur aangegooid. De bom ontplofte en de man kreeg een stuk ijzer in zijn lichaam. Het huis waar wij hem binnendroegen was wel bewoond, maar de mensen die er woonden waren al gevlucht. Later zijn wij nog even wezen kijken. Toen zaten er een paar vrouwen bij zijn bed. Vermoedelijk is hij daar gestorven.<br>
Regel 401: Regel 358:
Ik heb later nog gevraagd of ze een begrafenis thuis ook zo doen, maar thuis was het een grote ceremonie. Dan ging de hele familie mee naar de tempel en dan wordt hij op een gewoon kerkhof begraven. Maar drinken bij het graf was heel gewoon.<br>
Ik heb later nog gevraagd of ze een begrafenis thuis ook zo doen, maar thuis was het een grote ceremonie. Dan ging de hele familie mee naar de tempel en dan wordt hij op een gewoon kerkhof begraven. Maar drinken bij het graf was heel gewoon.<br>
Op een keer waren wij aan het wandelen en kwamen we langs een poef. Daar stond een Duitser ballonnetjes op te blazen. Achteraf bekeken waren dat allemaal gebruikte kapotjes. Hij was de kluts kwijt, denk ik. Het was in zijn hoofd geslagen.<br>
Op een keer waren wij aan het wandelen en kwamen we langs een poef. Daar stond een Duitser ballonnetjes op te blazen. Achteraf bekeken waren dat allemaal gebruikte kapotjes. Hij was de kluts kwijt, denk ik. Het was in zijn hoofd geslagen.<br>
Wel, het werk ging gewoon door. Het ergste waren de bommenwerpers in de nacht. Soms bleef dat uren doorgaan. Wij hadden iedere dag angst dat we gebombardeerd werden. Ik was blij dat het bijna was afgelopen.<br>
Wel, het werk ging gewoon door. Het ergste waren de bommenwerpers in de nacht. Soms bleef dat uren doorgaan. Wij hadden iedere dag angst dat we gebombardeerd werden. Ik was blij dat het bijnawas afgelopen.<br>
Wij mochten voor twee weken naar Holland. Christ en zijn broer bleven nog een tijdje. Ik was net op tijd terug. Tijdens de eerste aanval van het Engelse leger was ik nog daar. Dat was in Diepe maar ze werden teruggeslagen. Bij de volgende aanval was ik gelukkig weer thuis. Wel, ik heb een goede reis terug gehad en was niet van plan om nog terug te gaan.<br>
Wij mochten voor twee weken naar Holland. Christ en zijn broer bleven nog een tijdje. Ik was net op tijd terug. Tijdens de eerste aanval van het Engelse leger was ik nog daar. Dat was in Diepe maar ze werden teruggeslagen. Bij de volgende aanval was ik gelukkig weer thuis. Wel, ik heb een goede reis terug gehad en was niet van plan om nog terug te gaan.<br>
Christ en zijn broer hadden later spijt dat ze gebleven waren. Het werd voor hun gevaarlijker. De Engelsen hadden al een aanval gedaan en zouden vermoedelijk terugkomen. Dat was ook het geval. Ze zijn pas teruggekomen na de bevrijding. Lorient, waar zij werkten, bleef na de bevrijding nog in Duitse handen. Het stuk waar zij werkten was door de Engelsen afgesneden. Dus ze konden nergens naartoe. Volgens mijn vriend was het heel erg. Ze werden dagelijks beschoten vanaf de bezette gebieden. De Duitsers hadden hun ingeschakeld om de doden te begraven. Daar hebben zij heel lang aan moeten werken. Zij zijn daar ook gevlucht. Ze hadden een man leren kennen. Het was volgens Christ een echte zeeman. Hij had nog een klein bootje. Ze zijn met hun drieën een stuk zee overgeroeid en zijn zo bij de Engelsen aangekomen. Op verdenking dat ze Duitsers waren zijn ze toen door de Engelsen gearresteerd.<br>
Christ en zijn broer hadden later spijt dat ze gebleven waren. Het werd voor hun gevaarlijker. De Engelsen hadden al een aanval gedaan en zouden vermoedelijk terugkomen. Dat was ook het geval. Ze zijn pas teruggekomen na de bevrijding. Lorient, waar zij werkten, bleef na de bevrijding nog in Duitse handen. Het stuk waar zij werkten was door de Engelsen afgesneden. Dus ze konden nergens naartoe. Volgens mijn vriend was het heel erg. Ze werden dagelijks beschoten vanaf de bezette gebieden. De Duitsers hadden hun ingeschakeld om de doden te begraven. Daar hebben zij heel lang aan moeten werken. Zij zijn daar ook gevlucht. Ze hadden een man leren kennen. Het was volgens Christ een echte zeeman. Hij had nog een klein bootje. Ze zijn met hun drieën een stuk zee overgeroeid en zijn zo bij de Engelsen aangekomen. Op verdenking dat ze Duitsers waren zijn ze toen door de Engelsen gearresteerd.<br>
Regel 410: Regel 367:
Ik ben daarna nooit meer in die stad geweest. Wel, Lorient is tamelijk ver weg. De stad moet heel mooi zijn geworden en ligt aan de Atlantische Oceaan. Het is een mooie zee en ik ben er dikwijls wezen zwemmen. Ook bijna verdronken. Wij waren met vier man in het water. Een Fransman was krabben aan het vangen. Wij stonden gewoon te praten. Maar opeens zwom één van ons weg. Hij sloeg met zijn voeten bijna in mijn gezicht. Ik raakte van de benen af en kwam in een gat terecht. De Fransman zag dat en hij heeft die anderen geroepen. Anders was ik hier nu niet geweest.<br>
Ik ben daarna nooit meer in die stad geweest. Wel, Lorient is tamelijk ver weg. De stad moet heel mooi zijn geworden en ligt aan de Atlantische Oceaan. Het is een mooie zee en ik ben er dikwijls wezen zwemmen. Ook bijna verdronken. Wij waren met vier man in het water. Een Fransman was krabben aan het vangen. Wij stonden gewoon te praten. Maar opeens zwom één van ons weg. Hij sloeg met zijn voeten bijna in mijn gezicht. Ik raakte van de benen af en kwam in een gat terecht. De Fransman zag dat en hij heeft die anderen geroepen. Anders was ik hier nu niet geweest.<br>


=== '''De Kin''' ===
'''De Kin'''<br>
De Kin”, wat een naam. Waarom hij de naam “Kin” gekregen heeft is voor mij nog een raadsel. Ik weet dat hij een man uit Veghel was. Thuis hadden zij een bakkerszaak met een goede naam. Hoe groot de familie was weet ik niet, wel dat er kinderen waren.<br>
“De Kin”, wat een naam. Waarom hij de naam “Kin” gekregen heeft is
Eenmaal hebben wij die familie in de maling genomen Ik weet niet wie van ons dat zo vlug bedacht had, maar ik weet nog dat wij van Volkel afkwamen. We hadden niks te roken en de sigaretten waren ook nog op de bon. Wij zijn toen bij De Kin zijn ouders in Veghel de bakkerij binnengegaan en hebben net gedaan alsof wij van de partij waren. Wel, we kregen daar tabak en een pakje sigaretten. We moesten voor hun een pak reclameblaadjes langs de weg ophangen. Heel vlug hebben wij ze in een sloot gegooid. Zo hadden wij weer voor niks te roken. Maar goed dat ze ons niet kenden.<br>
voor mij nog een raadsel. Ik weet dat hij een man uit Veghel was.
Het werk dat De Kin deed was wel het smerigste werk dat er toen was. Alles wat ze deden was mensen ophalen voor transport naar Duitsland. De onderduikers waren bang als hij ergens in de buurt was. Dat werd altijd direct doorgegeven. Soms stond hij met zijn maat bij de kerk als de mis uit was. Maar dat werd vlug bekend gemaakt.<br>
Thuis hadden zij een bakkerszaak met een goede naam. Hoe groot
Ik heb ze meermalen getroffen op de fiets. Ook ik werd een paar keer aangehouden. Zij waren meestal met zijn tweeën en veelal met de fiets. Achter op de fiets een naambord. Zijn maat heette Piet Lammers en de naam van “De Kin” was Van Bussel. Die twee deden alleen onderduikers oppikken.<br>
de familie was weet ik niet, wel dat er kinderen waren.
We konden die twee overal tegen komen. Soms in de winkel, soms 's-zondagsmorgens bij de kerk, soms kwamen zij 's-nachts aan huis. Meestal was er dan verraad in het spel. Wij moesten ook erg voorzichtig zijn voor de NSB-ers, want die waren overal te vinden. Niet dat alle NSB-ers slecht waren. Er waren ook mensen bij de partij gegaan om werk te vinden. Maar soms waren zij ook rapporteurs voor de vijand. Soms deden ze het om een jachtakte te krijgen. Zelfs
Eenmaal hebben wij die familie in de maling genomen Ik weet niet
waren er fabrikanten bij die partij en dan moest je uitkijken want die waren ook al voor de vijand. Die stuurden grote aantallen naar Duitsland, zo ook de twee directeuren van de stalen meubelen fabriek ODA te Sint-Oedenrode. Wel, het grootste deel van deze mensen kwamen na de bevrijding toch ook nog aan de beurt.<br>
wie van ons dat zo vlug bedacht had, maar ik weet nog dat wij van
Mijn broer en ik werkten voor Steenbakkers in het hout. Met de vrachtwagen gingen wij naar het werk. Op een morgen hadden wij het verslapen. De vrachtwagen was al weg zodat wij die dag niet meer konden gaan werken. Wij gingen die dag naar het kanaal vissen. Heerlijk aan het water. Ik zat bij de brug en Sjef was een beetje verder gaan zitten. Na een hele tijd kwam De Kin en Lammers bij mij aan het water. Een paar dagen van te voren was er iemand geweest van de ondergrondse. Iemand die wij echt niet kenden. Hij had mij net op tijd geholpen met het veranderen van mijn persoonsbewijs. Op papier was ik landbouwer geworden. Landbouwers hoefden niet naar Duitsland. Daarom liet De Kin mij
Volkel afkwamen. We hadden niks te roken en de sigaretten waren
gaan. Maar toen ging hij een beetje verder, en wat denk je? Hij vond mijn broer Sjef, die in mijn nabijheid werd gearresteerd. Zij namen Sjef mee. Hij kwam in Veghel in een politiecel te zitten. Ik ben vlug naar huis gefietst en heb de baas gewaarschuwd. Ik ben toen zelf, ik denk met mijn zus, naar Veghel gereden. We hebben toen de burgemeester gesproken, maar hij kon niks voor ons doen. Het was boven zijn macht vertelde hij. Verder ben ik 's-avonds nog naar onze werkgever geweest. Die heeft in mijn bijzijn naar Dordrecht gebeld, vermoedelijk allemaal partij NSB. Wel, de baas vertelde mij: “Die grote komt zelf hier en vanavond weten wij meer”. Toch weer geluk. ‘s-Nachts kwamen zij Sjef thuisbrengen.<br>
ook nog op de bon. Wij zijn toen bij De Kin zijn ouders in Veghel de
Voor de tweede keer werd mijn broer gevangen genomen. Dat was bij het vliegveld Gilze-Rijen. Hij werd vastgezet in Breda in de Paraplu gevangenis. Dagen hebben wij geprobeerd hem vrij te krijgen. Uiteindelijk is dat met hulp van de baas weer gelukt.<br>
bakkerij binnengegaan en hebben net gedaan alsof wij van de partij
Na die tijd heeft De Kin niet lang meer geleefd. Voor zover als ik toen gehoord heb, moet hij een brief hebben gehad van de Ondergondse, dat hij nog een week te leven had. Ik had dat al gehoord voordat ze hem dood schoten.<br>
waren. Wel, we kregen daar tabak en een pakje sigaretten. We
Mijn zus zij mij eens: “Ik hoop dat ze De Kin voor mijn voeten doodschieten”. Het wonder gebeurde. Wel, het kwam nog uit dat De Kin werd doodgeschoten en ook nog voor de voeten van mijn zus. Mijn zus ging op 8 augustus 1944 met haar schoonzus en diens zoontje Piet van ongeveer vijf jaar oud naar de stad, wat werkelijk niet veel gebeurde. Zij kwamen in 's-Hertogenbosch. Op een gegeven moment zei mijn zus: “Kijk Drika, daar komt De Kin aan, met zijn
moesten voor hun een pak reclameblaadjes langs de weg ophangen.
vrouw in de arm”. Toen ze nog een paar meter van mijn zus af waren, doken er plotseling twee mannen op. Ze waren op de fiets. Deze heren trokken alle twee een pistool en begonnen te schieten. De Kin werd geraakt. Ook mijn zus kreeg een kogel in het bovenbeen en zakte in elkaar. Het was een geluk bij een ongeluk. Mijn zus in het ziekenhuis en toch geluk. De Kin was dood. Een grote opluchting voor de onderduikers.<br>
Heel vlug hebben wij ze in een sloot gegooid. Zo hadden wij weer
De Kin probeerde nog om terug te schieten, maar dan krijgt hij de volgende kogel en is op slag dood. Zijn vrouw werd ook geraakt. Mijn zus werd direct naar het ziekenhuis gebracht. Ik was op dat moment bij mijn vriendin op het land aan het werken. Daar kwam al vlug een onderduiker vertellen wat er was gebeurd. Ik ben toen direct naar het ziekenhuis gereden, waar mijn zus in een zaaltje lag. Ik zag al meteen dat er wat mis was op de kamer, want niemand wilde met mijn zus praten. Dan zag ik een bekend meisje liggen en ging daar even mee praten. Toen werd opeens alles opgelost. Ze dachten daar dat mijn zus de vrouw van De Kin was. Maar de vrouw van De Kin kwam alleen te liggen, op een kamer boven.<br>
voor niks te roken. Maar goed dat ze ons niet kenden.
Wel, de onderduikers hadden feest, met de dood van het beest.<br>
Het werk dat De Kin deed was wel het smerigste werk dat er toen
was. Alles wat ze deden was mensen ophalen voor transport naar
Duitsland. De onderduikers waren bang als hij ergens in de buurt
was. Dat werd altijd direct doorgegeven. Soms stond hij met zijn maat
bij de kerk als de mis uit was. Maar dat werd vlug bekend gemaakt.
Ik heb ze meermalen getroffen op de fiets. Ook ik werd een paar keer
aangehouden. Zij waren meestal met zijn tweeën en veelal met de
fiets. Achter op de fiets een naambord. Zijn maat heette Piet
Lammers en de naam van “De Kin” was Van Bussel. Die twee deden
alleen onderduikers oppikken.
We konden die twee overal tegen komen. Soms in de winkel, soms
„s-zondagsmorgens bij de kerk, soms kwamen zij „s-nachts aan huis.
Meestal was er dan verraad in het spel. Wij moesten ook erg
voorzichtig zijn voor de NSB-ers, want die waren overal te vinden.
Niet dat alle NSB-ers slecht waren. Er waren ook mensen bij de partij
gegaan om werk te vinden. Maar soms waren zij ook rapporteurs
voor de vijand. Soms deden ze het om een jachtakte te krijgen. Zelfs
waren er fabrikanten bij die partij en dan moest je uitkijken want die
waren ook al voor de vijand. Die stuurden grote aantallen naar
Duitsland, zo ook de twee directeuren van de stalen meubelen fabriek
ODA te Sint-Oedenrode. Wel, het grootste deel van deze mensen
kwamen na de bevrijding toch ook nog aan de beurt.
63
Mijn broer en ik werkten voor Steenbakkers in het hout. Met de
vrachtwagen gingen wij naar het werk. Op een morgen hadden wij
het verslapen. De vrachtwagen was al weg zodat wij die dag niet
meer konden gaan werken. Wij gingen die dag naar het kanaal
vissen. Heerlijk aan het water. Ik zat bij de brug en Sjef was een
beetje verder gaan zitten. Na een hele tijd kwam De Kin en Lammers
bij mij aan het water. Een paar dagen van te voren was er iemand
geweest van de ondergrondse. Iemand die wij echt niet kenden. Hij
had mij net op tijd geholpen met het veranderen van mijn
persoonsbewijs. Op papier was ik landbouwer geworden.
Landbouwers hoefden niet naar Duitsland. Daarom liet De Kin mij
gaan. Maar toen ging hij een beetje verder, en wat denk je? Hij vond
mijn broer Sjef, die in mijn nabijheid werd gearresteerd. Zij namen
Sjef mee. Hij kwam in Veghel in een politiecel te zitten. Ik ben vlug
naar huis gefietst en heb de baas gewaarschuwd. Ik ben toen zelf, ik
denk met mijn zus, naar Veghel gereden. We hebben toen de
burgemeester gesproken, maar hij kon niks voor ons doen. Het was
boven zijn macht vertelde hij. Verder ben ik „s-avonds nog naar onze
werkgever geweest. Die heeft in mijn bijzijn naar Dordrecht gebeld,
vermoedelijk allemaal partij NSB. Wel, de baas vertelde mij: “Die
grote komt zelf hier en vanavond weten wij meer”.
Toch weer geluk. „s-Nachts kwamen zij Sjef thuisbrengen.
Voor de tweede keer werd mijn broer
gevangen genomen. Dat was bij het
vliegveld Gilze-Rijen. Hij werd vastgezet in
Breda in de Paraplu gevangenis. Dagen
hebben wij geprobeerd hem vrij te krijgen.
Uiteindelijk is dat met hulp van de baas
weer gelukt.
Na die tijd heeft De Kin niet lang meer geleefd. Voor zover als ik toen
gehoord heb, moet hij een brief hebben gehad van de Ondergondse,
dat hij nog een week te leven had. Ik had dat al gehoord voordat ze
hem dood schoten.
64
Mijn zus zij mij eens: “Ik hoop dat ze De Kin voor mijn voeten
doodschieten”. Het wonder gebeurde. Wel, het kwam nog uit dat De
Kin werd doodgeschoten en ook nog voor de voeten van mijn zus.
Mijn zus ging op 8 augustus 1944 met haar schoonzus en diens
zoontje Piet van ongeveer vijf jaar oud naar de stad, wat werkelijk niet
veel gebeurde. Zij kwamen in ‟s-Hertogenbosch. Op een gegeven
moment zei mijn zus: “Kijk Drika, daar komt De Kin aan, met zijn
vrouw in de arm”. Toen ze nog een paar meter van mijn zus af waren,
doken er plotseling twee mannen op. Ze waren op de fiets. Deze
heren trokken alle twee een pistool en begonnen te schieten. De Kin
werd geraakt. Ook mijn zus kreeg een kogel in het bovenbeen en
zakte in elkaar. Het was een geluk bij een ongeluk. Mijn zus in het
ziekenhuis en toch geluk. De Kin was dood. Een grote opluchting
voor de onderduikers.
De Kin probeerde nog om terug te schieten, maar dan krijgt hij de
volgende kogel en is op slag dood. Zijn vrouw werd ook geraakt. Mijn
zus werd direct naar het ziekenhuis gebracht. Ik was op dat moment
bij mijn vriendin op het land aan het werken. Daar kwam al vlug een
onderduiker vertellen wat er was gebeurd. Ik ben toen direct naar het
ziekenhuis gereden, waar mijn zus in een zaaltje lag. Ik zag al
meteen dat er wat mis was op de kamer, want niemand wilde met
mijn zus praten. Dan zag ik een bekend meisje liggen en ging daar
even mee praten. Toen werd opeens alles opgelost. Ze dachten daar
dat mijn zus de vrouw van De Kin was. Maar de vrouw van De Kin
kwam alleen te liggen, op een kamer boven.
Wel, de onderduikers hadden feest, met de dood van het beest.
Al vlug was er al een lied voor De Kin:
Al vlug was er al een lied voor De Kin:
::''Heb je wel gehoord dat de Kin is vermoord''
Heb je wel gehoord dat de Kin is vermoord
::''In Den Bosch in het Kerkstraatje''
In Den Bosch in het Kerkstraatje
::''Daar lag die halve gek, met de tong uit zijn bek''
Daar lag die halve gek, met de tong uit zijn bek
::''En onder zijn kin een heel klein gaatje''
En onder zijn kin een heel klein gaatje
::''De Kin, de Kin, geen leven zit er meer in''
De Kin, de Kin, geen leven zit er meer in
::''Zijn daden waren moord, zijn daden
Zijn daden waren moord, zijn daden waren moord
Hij is gestorven zoals ’t behoort.
65
Landing van de parachutisten
Het mooiste wat wij
meegemaakt hebben, was
tijdens een wandeling op
de Coeveringsedijk.
Het was heel mooi weer.
Miijn vriendin en ik waren
op zondagmiddag
17 september 1944 aan
het wandelen. Wij zagen
vanuit de richting van het
Damianenklooster een
grote groep vliegtuigen
komen. Dan zien wij, als
ze vlak boven ons zijn, dat de deuren opengaan en opeens zit de
lucht vol met parachutisten. Het was een fantastisch gezicht.
Wij wisten toen nog niet dat het invasie was van de Engelsen.
Niet te geloven, sommigen vielen recht voor onze voeten. Opeens
stonden wij tussen duizenden militairen, die wij niet konden verstaan.
Wij zagen van alle kanten mensen aan komen lopen en ook een
motor kwam er bij. Alles is in één klap Engels, het was een geweldig
gezicht. De Coeveringse heide is erg groot. We konden tot de
Damianen wegkijken. Wel, in een moment was de gehele heide bezet
met Engelse soldaten. We kregen Engelse sigaretten en repen
chocolade. Dat hadden wij al lang niet meer gehad. We waren even
bevrijd, maar de soldaten moesten richting Veghel. Ze kwamen
speciaal om de brug in handen te krijgen.
Wij zijn toen gewoon naar huis gegaan. Wij konden toen toch
niemand verstaan. We mochten wel een parachute meenemen. Daar
hebben wij daarna nog moeite mee gehad toen de Duitsers weer
terugkwamen. In korte tijd waren er bijna geen soldaten meer te zien.
Alles was naar Veghel om de spoorbrug in te nemen. Even daarna
kwamen de Duitsers weer terug en begonnen een zoektocht door
Schijndel. Ze vonden die parachute. Met het geweer in aanslag, en
een van ons moest voorop lopen, zochten ze in heel het huis, maar
vonden verder niets. De Engelsen trokken verder naar Veghel en
dezelfde dag waren de Duitsers weer terug.
66
Schijndel bleef nog heel lang onder Duits beheer. De Duitsers werden
wel een beetje lastiger nu de Engelse soldaten in de buurt waren.
Maar in het begin dat de Engelsen weer waren weggetrokken, werd
er weinig gevochten. Er werd af en toe wel geschoten.
Ik denk alleen als ze te dicht bij elkaar kwamen.
Op bezoek achter de linies
Een zuster van mijn vriendin woonde toen nog in Eerde. De moeder
van mijn vriendin was erg ongerust en vroeg of ik even naar Eerde
wou gaan kijken, of dat nog alles goed was met haar dochter. Sisca
en ik pakten de fiets en reden naar dat kleine dorpje Eerde. Hoe dom
kun je zijn, dat dorpje Eerde was bezet door de Engelsen en wij zaten
toch nog in Duits gebied. Wel, er werd niet geschoten en dan wist je
werkelijk niet wat er eigenlijk aan de hand was. Wij fietsten


== '''De emigratie naar Australië''' ==
== '''De emigratie naar Australië''' ==
=== '''Praten over Australië''' ===
Praten over Australië
Het begon met kaarten. Mijn buurvrienden kwamen zoals gewoonlijk 's-avonds kaarten. We zaten heerlijk te rikken, toen de buurman zei: “We gaan naar Australië”. Ik zei: “Ga je op vakantie”? “Nee”, zegt hij, “We gaan emigreren”. Dan vertelde hij dat hij een broer van hem al in Australië woonde. En dat zij daar ook willen gaan wonen. “Wij gaan ons deze week opgeven” zei hij. Ik zei tegen mijn vrouw: “Zullen we meegaan”? Mijn vrouw wilde wel meegaan en we hebben daar geen gras over laten groeien. We meldden ons al de volgende dag aan.<br>
Het begon met kaarten. Mijn buurvrienden kwamen zoals gewoonlijk
Wel, een paar weken later kwam er iemand van de emigratiewet. We hebben ons opgegeven om te emigreren. We begonnen met het leren van de Engelse taal bij de Damianen. Eén van die priesters daar gaf ons les. We hebben dat een paar weken volgehouden, maar het liep niet al te best. Al heel vlug zijn we daarmee gestopt. Later zou blijken dat het dom was om te stoppen met het leren van Engels. Na een paar weken kregen we bericht voor een keuring in Den Haag. Toen besloot Sisca om
„s-avonds kaarten. We zaten heerlijk te rikken, toen de buurman zei:
“We gaan naar Australië”. Ik zei: “Ga je op vakantie”? “Nee”, zegt hij,
“We gaan emigreren”. Dan vertelde hij dat hij een broer van hem al in
Australië woonde. En dat zij daar ook willen gaan wonen. “Wij gaan
ons deze week opgeven” zei hij. Ik zei tegen mijn vrouw: “Zullen we
meegaan”? Mijn vrouw wilde wel meegaan en we hebben daar geen
gras over laten groeien. We meldden ons al de volgende dag aan.
Wel, een paar weken later kwam er iemand van de emigratiewet. We
hebben ons opgegeven om te emigreren. We begonnen met het leren
van de Engelse taal bij de Damianen. Eén van die priesters daar gaf
ons les. We hebben dat een paar weken volgehouden, maar het liep
niet al te best. Al heel vlug zijn we daarmee gestopt. Later zou blijken
dat het dom was om te stoppen met het leren van Engels. Na een
paar weken kregen we bericht voor een keuring in Den Haag. Toen
besloot Sisca om toch maar niet te gaan. We zijn daarna met de
buren mee naar Rotterdam gegaan. Die hadden wel doorgezet.
Wel, toen de boot vertrok had ik er zo op willen springen. We zijn
contact blijven houden met de buren. Voor zover wij hoorden was het
daar heel goed. Ik heb nog dikwijls gedacht: “Waren wij maar mee
gegaan” maar „Sisca zag het niet zitten. Dus bleef ik maar in
Eindhoven. Daar was het altijd werken in ploegendienst. We
woonden in een buurt met veel kinderen en daardoor was het erg
moeilijk om overdag te slapen. Echt veel zin had ik er niet meer in.
Soms werd ik er gek van als ik „s-nachts moest werken en overdag
slapen. Tot op een dag Sisca zei: “ik wil toch mee naar Australië”.
Dat stond mij echt wel aan, dus ik belde naar het emigratiekantoor
dat we wilden emigreren. Een paar weken daarna moesten we naar
Den Haag voor een keuring. Dat viel erg mee. Die man in Den Haag
vroeg mij wat het moeilijkste zou zijn. Ik zei hem: “De kinderen, om
het Engels te leren”. Dan zei hij: “Niet jouw kinderen, maar jullie
krijgen het moeilijk omdat je nog te weinig Engels spreekt. Wel, we
werden allemaal goedgekeurd. Met Christ Vorstenbosch ging het niet
zo goed. Die moest wegens één van de kinderen nog een paar
maanden wachten.
82
De Bootreis naar Australië
Wij kregen toen de kans om met één van de beste boten te
vertrekken. Dat was de Willem Ruys. Wel, er was nog een heleboel te
doen. We gingen kleren kopen voor de kinderen. We kochten drie
nieuwe fietsen. We namen ook een hele slaapkamer mee en potten
en pannen. We hadden een hele grote kist. Daar kon je gemakkelijk
een auto inrijden. We moesten toen alles in de kamer pakken. Een
verhuisbedrijf kwam meten hoe groot de kist moest zijn. De dag erna
kwamen ze het allemaal inpakken. Dat ging dan rechtstreeks naar
Rotterdam. Die laatste week zijn wij bij mijn broer gebleven, die toen
net achter ons woonde. Dat was heel gemakkelijk. We hadden een
grote bus besteld zodat de hele familie mee naar Rotterdam kon om
afscheid te nemen. Eindelijk kwam dan die dag dat we moesten
vertrekken. In de morgen van zeven augustus reed de bus voor en
werd er afscheid genomen van de buren. Er werd gezwaaid toen wij
vertrokken. We moesten eerst naar Veghel om mijn zusje op halen.
Vandaar zijn wij langs het kanaal naar de Heeswijkse brug gereden.
Daar moesten wij nog afscheid nemen van Christ Vorstenbosch, die
met ons meegegaan zou zijn, maar nog een paar maandjes moest
wachten. Wel, Christ heeft ons uitgezwaaid. Wij waren op weg naar
Rotterdam. Onderweg hebben we nog
een keertje aangelegd, maar ik weet
niet meer waar dat was. Ik heb er nog
ergens foto‟s van liggen. In Rotterdam
was het erg druk aan de haven. Het is
iets, dat je nooit meer meemaakt. Die
drukte van mensen. Overal zag je
mensen afscheid nemen. Het afscheid
nemen van toen was normaal
gesproken voor het leven.
Wij gingen op de boot voor een reis
van vijf weken. Wel, we hebben nog een tijdje staan kletsen. Dan
eindelijk moesten we aan boord. De ouders mochten even mee naar
de hut gaan kijken waarin we de komende tijd gingen wonen. Nadat
de ouders van de boot moesten, duurde het nog wel een uur voordat
we vertrokken. Het was een wonderbaarlijk gezicht, met al die
mensen zwaaiend naar de vertrekkende boot.
83
We waren op weg naar Harwich in Engeland, waar wij in de nacht
aankwamen. Het tijdstip dat we aankwamen en weer vertrokken weet
ik niet meer. Ik weet wel dat we al in open zee waren toen ik wakker
werd. We zaten met ons vijven in een mooie hut. Het was wel heel
fijn dat we mooi bij elkaar konden blijven. „s-Morgens konden wij gaan
wandelen om het schip een beetje te leren kennen.
Het schip was heel mooi. Het leek meer op een dorp, met zwembad,
kerk, hotel, danszaal en zonnedek. Er was een pokerzaal, een
kaartzaal en je kon kleiduiven schieten. Alles wat je wilde doen was
er mogelijk. Het is wel het mooiste wat mij is overkomen. Wat ik daar
allemaal heb meegemaakt, dat kan ik werkelijk niet beschrijven. Na
vijf weken wist ik nog steeds mijn hut niet te vinden. De kinderen
hebben de boot helemaal doorzocht. Ik denk dat die overal kwamen.
Ze waren de hele dag op stap. Ze zijn wel een paar keer zeeziek
geweest. Het was soms een mooi gezicht. Bijna iedereen had een
papieren zak bij zich. Dat is hard nodig als je zeeziek bent of wordt.
Zelfs de vaste muzikanten werden zeeziek. Zelf heb ik veel tijd
doorgebracht aan de bar. Ik weet nog steeds niet hoeveel bars er op
die boot waren. Het was iedere avond feest. Altijd was er goede
muziek.
De Willem Ruys
84
„s-Morgens ging ik kleiduiven schieten. Het was soms wel spannend.
Er waren altijd wel tien mensen aanwezig, meestal dezelfde. De
kleiduiven werden met een grote springveer de lucht in geschoten.
We moesten dan tien keer schieten. Een paar maal heb ik ze alle tien
kapot geschoten. Twee dagen voor het einde van de reis hadden we
een wedstrijd. Er deden toen vijftien man mee. We moesten ieder tien
keer schieten. Aan het einde waren we nog met drie man over, een
Italiaan een Griek en ik zelf. De volgende morgen moesten we
schieten voor de beker. De avond tevoren hadden we een groot
afscheidfeest gehad. Ik was ‟s-morgens niet in vorm en ik moest ook
nog als eerste schieten. Mijn eerste twee schoten waren mis. De
laatste acht waren raak. Ik lag eruit. Naderhand had ik er spijt van.
Het was toch een mooi aandenken geweest.
Nu denk ik weer aan een mooie dansavond. Het ging er heel gezellig
aan toe. Ik was met een dame aan het dansen, toen er opeens een
schok door het schip ging. Het was net of het schip wankelde. Je had
het moeten zien, al die mensen op de dansvloer. Alles ging omver.
Zeker zeventig mensen lagen kris kras door elkaar. Ik heb nooit
geweten wat er was gebeurd, maar ik denk dat het een afspraak was
met
== '''Terug uit Australië''' ==
== '''Terug uit Australië''' ==
 
Eerst naar Italië
=== '''Eerst naar Italië''' ===
Een maand vakantie in Italië viel in duigen, want in Napels
Een maand vakantie in Italië viel in duigen, want in Napels aangekomen was Ria al verdwenen. Toen hebben wij een dag in Napels door gebracht. Onze ervaring in Napels was zeer slecht. We hadden onze bagage afgegeven in een dagbewaarplaats en hebben voor die dag direct betaald. Toen zijn wij de stad wezen bekijken.<br>
aangekomen was Ria al verdwenen. Toen hebben wij een dag in
Wel, de stad Napels was wel mooi, maar het is niet goed als je ergens wat koopt, en ze zien dat je toerist bent, dan vliegt de prijs omhoog. Je word belazerd waar je zelf bij staat. Dat maakten we ook mee, toen we onze bagage gingen ophalen. We moesten voor de tweede keer betalen. Ze zetten even iemand anders achter het loket en dan moet je voor de tweede keer betalen. Dat was de eerste keer dat Sisca ging vloeken. Ze maakte die man uit voor vuile vis, maar we moesten toch nog betalen. Dat was onze eerste kennismaking met Italië. Wij zijn toen met de trein
Napels door gebracht. Onze ervaring in Napels was zeer slecht. We
hadden onze bagage afgegeven in een dagbewaarplaats en hebben
voor die dag direct betaald. Toen zijn wij de stad wezen bekijken.
Wel, de stad Napels was wel mooi, maar het is niet goed als je
ergens wat koopt, en ze zien dat je toerist bent, dan vliegt de prijs
omhoog. Je word belazerd waar je zelf bij staat. Dat maakten we ook
mee, toen we onze bagage gingen ophalen. We moesten voor de
tweede keer betalen. Ze zetten even iemand anders achter het loket
en dan moet je voor de tweede keer betalen. Dat was de eerste keer
dat Sisca ging vloeken. Ze maakte die man uit voor vuile vis, maar we
moesten toch nog betalen. Dat was onze eerste kennismaking met
Italië. Wij zijn toen met de trein naar Holland gereisd.
De aankomst in Holland
Ik had al een bericht gestuurd naar Schijndel. In Den Bosch stond de
familie ons op te wachten. Eigenlijk waren wij een beetje te vroeg. Wij
waren al van het station naar buiten gegaan en zaten buiten bij het
hotel te wachten. Er kwam een man langs ons gewandeld. Ik zei nog
tegen Sisca: “Dat lijkt wel die man die bij ons aan boord was”. Hij ging
ook aan een tafeltje zitten. Even daarna stond hij op en kwam naar
ons toe. Dan kregen wij het pas in de gaten. Het was Sisca‟s jongste
broer. Wat kan iemand veel veranderen in twaalf jaar tijd. Toen wij in
1959 vertrokken had Jan zwarte haren. Nu was hij kaal. Daarom
kenden wij hem niet meer. Wel, van Den Bosch uit gingen we naar
het Lidwina, waar mijn moeder in die tijd nog leefde. Zij heeft mij
direct gevraagd: “Wat kom de hier doen”? Ik heb haar gezegd dat ik
eigenlijk kwam voor geld. Ik heb haar gevraagd of dat we niet aan
haar testament konden beginnen. Ze heeft mij gezegd dat zij niet
dood ging. Of we moesten haar dood slaan. Verder is die dag goed
verlopen. We hebben bij Ria een klein feestje gehad. We zijn toen
een paar dagen bij Ria gebleven, maar toen haar ex overkwam zijn
wij bij An Vogels gaan wonen.
125
Vakantie met Toon in Duitsland
We waren nog maar een paar weken
daar, toen op een morgen mijn broer
Toon en zijn vriendin Dora bij de familie
Vogels aankwamen om te vragen om
met hun mee naar Duitsland op vakantie
te gaan. Wel, het rijden ging tamelijk
goed. Maar toen wij in de bergen
kwamen, was zijn stijl van rijden bar
slecht. Ik heb schrik gehad, maar toch
hebben wij een mooie vakantie beleefd. Dora was een beetje vreemd.
Ze ging niet graag wandelen en zeker niet in de bergen. Het eten was
voor Dora nooit goed. Het liefst had ze suiker op haar boterham. We
hebben toch wel mooie feestjes meegemaakt. Eén avond hebben we
zitten zingen met een Duits gezelschap. Dat was een kleine
zanggroep Die vroegen ons om de Hollandse liedjes mee te zingen.
Het was een gezellige avond. We hebben ook een mooie avond
gehad in een wijnkelder. Toen ben ik een beetje dronken geworden.
Ik heb toen alleen gezongen. Bij het einde van mijn lied was de tent
leeg.
Babantia De Vink
Wij waren net terug uit Australia. We hadden op de Rooiseweg 11
een onderkomen gevonden bij An Vogels. We waren nog maar net in
Holland, of we hadden met mijn broer Toon en Dora al weer een trip
van tien dagen gemaakt naar Duitsland.Toen we thuis kwamen stond
er al gauw een heer aan de deur met de vraag of wij misschien bij
hem wilden werken. Ik had aan werk toen nog niet gedacht, maar
Sisca wilde wel graag. Ik heb toen ook ja gezegd, maar ik deed het
eerlijk gezegd niet graag. Wij zijn toen naar de Australische
ambassade in Den Haag geweest en we mochten toen drie maanden
langer in Holland blijven. Al spoedig kwam de eerste brief: “Pap en
Mam, waar blijven jullie”? Toen nog, had ik terug willen gaan, maar
het voelde zo aan dat Sisca liever in Holland bleef. Ik denk ook dat zij
daar goede redenen voor had. Sisca is na terug komst uit Den Haag
direct aan het werk gegaan. Op het werk had Sisca gezegd dat ik
ziek was. Na een week ben ik ook maar gaan werken. De eerste
weken waren voor mij niet gemakkelijk. Ik had jaren op de baan
gezeten en plotseling zat ik in een fabriek de gehele dag tussen vier
muren. Dat was wat anders dan in de vrachtwagen.
126
Ik kon wel op de vrachtwagen bij “Brabantia De Vink”, maar dat
verschil was voor mij ook te groot. Ik was gewend om uit de stad te
rijden en dan rustig verkeer
te hebben, maar hier zijn
de afstanden zo kort dat je
eigenlijk altijd in zwaar
verkeer rijdt. Ik ben nog
twee keer met de
vrachtwagen weggeweest,
maar dat beviel mij
helemaal niet. Dus ik heb
me maar aangepast in de
fabriek. Ik kreeg snel
vrienden en toen ging het
al spoedig beter.
Tini en Pam in Nederland
Tini en Pam zijn in 1973 overgekomen. Ik wist niet precies, hoe laat
zij aankwamen. Dat hadden ze niet laten weten. Wij hadden hun wel
die dag verwacht. Tini had geschreven dat ze op 2 december
vertrokken, maar ik wist de aankomsttijd niet. Ik had gedacht dat ze
zouden bellen, maar wij hoorden maar niets.
Wij woonden toen op Fresiahof 23 op de Boschweg
Al uw bijdragen aan Schijndelwiki kunnen bewerkt, gewijzigd of verwijderd worden door andere gebruikers. Als u niet wilt dat uw teksten rigoureus aangepast worden door anderen, plaats ze hier dan niet.
U belooft ook dat u de oorspronkelijke auteur bent van dit materiaal of dat u het hebt gekopieerd uit een bron in het publieke domein of een soortgelijke vrije bron (zie Schijndelwiki:Auteursrechten voor details). Gebruik geen materiaal dat beschermd wordt door auteursrecht, tenzij u daarvoor toestemming hebt!

Om de wiki te beschermen tegen geautomatiseerde bewerkingsspam vragen wij u vriendelijk de volgende CAPTCHA op te lossen:

Annuleren Hulp bij bewerken (opent in een nieuw venster)