Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Bewerken van De Zusters van Liefde van Schijndel

Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Waarschuwing: U bent niet aangemeld. Uw IP-adres zal voor iedereen zichtbaar zijn als u wijzigingen op deze pagina maakt. Wanneer u zich aanmeldt of een account aanmaakt, dan worden uw bewerkingen aan uw gebruikersnaam toegeschreven. Daarnaast zijn er andere voordelen.

Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.

Huidige versie Uw tekst
Regel 639: Regel 639:
   
   
Alvorens elke zuster zich te ruste begeeft (ca. 9 uur) wordt eerst nog de stof van de meditatie van de volgende dag opgegeven, die men vervolgens, op bed liggend, op zich laat inwerken, totdat men in slaap valt, aldus art. 78. <br>
Alvorens elke zuster zich te ruste begeeft (ca. 9 uur) wordt eerst nog de stof van de meditatie van de volgende dag opgegeven, die men vervolgens, op bed liggend, op zich laat inwerken, totdat men in slaap valt, aldus art. 78. <br>
Op deze manier zijn generaties zusters, zeg maar gerust, uiterst „streng opgevoed‟ en is het Bid en Werk van die dagen in de hele dagorde verweven geweest. <br>   
Op deze manier zijn generaties zusters, zeg maar gerust. uiterst „streng opgevoed‟ en is het Bid en Werk van die dagen in de hele dagorde verweven geweest. <br>   
Het devies Ora et Labora houdt in dat met name op de groei van het geestelijk leven van de zusters altijd een zwaar accent is gelegd. Voortdurend zijn, met name in het verleden, de oversten van de huizen aangespoord om hier nauwlettend op toe te zien. In de constituties is een apart hoofdstuk gewijd aan het gebedsleven van de zusters. De teksten zijn helder en niet mis te verstaan. <br>  
Het devies Ora et Labora houdt in dat met name op de groei van het geestelijk leven van de zusters altijd een zwaar accent is gelegd. Voortdurend zijn, met name in het verleden, de oversten van de huizen aangespoord om hier nauwlettend op toe te zien. In de constituties is een apart hoofdstuk gewijd aan het gebedsleven van de zusters. De teksten zijn helder en niet mis te verstaan. <br>  
De basisvisie die hieronder ligt is het gegeven dat leven vanuit de geloften inherent is aan een gelovig leven. Geloof komt niet vanzelf, het is een gave waarom we moeten vragen. Het religieuze leven staat of valt met gebed, het is een levensopdracht voor iedere Zuster van Liefde. Dat betekent concreet dat de zustergemeenschap bewust de ruimte en tijd neemt voor stilte, inkeer en bezinning, om zodoende voortdurend nieuwe inspiratie op te doen. Dat kan in persoonlijke gebeden maar ook binnen het gemeenschappelijk gebed. In het verleden waren al die momenten strikt voorgeschreven en na het vernieuwingskapittel is, wat het gebedsleven betreft, een veel sterker beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van iedere zuster. Ook in dit opzicht is men gegroeid vanuit strikte uniformiteit naar pluriformiteit! Natuurlijk zijn er gezamenlijke gebedsdiensten blijven bestaan, maar daarbuiten verwacht men van iedere zuster een eigen invulling in de geest van de congregatie. In de huidige grotere kloostergemeenschappen zoals het moederhuis en Annahof in Wijbosch kent men nog vaste tijdstippen waarop vieringen en gebedsdiensten worden gehouden, maar geheel anders ligt dit voor zusters die of geheel zelfstandig of in kleine communiteiten leven van 2-4 zusters en niet de beschikking hebben over een kapel.<br>   
De basisvisie die hieronder ligt is het gegeven dat leven vanuit de geloften inherent is aan een gelovig leven. Geloof komt niet vanzelf, het is een gave waarom we moeten vragen. Het religieuze leven staat of valt met gebed, het is een levensopdracht voor iedere Zuster van Liefde. Dat betekent concreet dat de zustergemeenschap bewust de ruimte en tijd neemt voor stilte, inkeer en bezinning, om zodoende voortdurend nieuwe inspiratie op te doen. Dat kan in persoonlijke gebeden maar ook binnen het gemeenschappelijk gebed. In het verleden waren al die momenten strikt voorgeschreven en na het vernieuwingskapittel is, wat het gebedsleven betreft, een veel sterker beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van iedere zuster. Ook in dit opzicht is men gegroeid vanuit strikte uniformiteit naar pluriformiteit! Natuurlijk zijn er gezamenlijke gebedsdiensten blijven bestaan, maar daarbuiten verwacht men van iedere zuster een eigen invulling in de geest van de congregatie. In de huidige grotere kloostergemeenschappen zoals het moederhuis en Annahof in Wijbosch kent men nog vaste tijdstippen waarop vieringen en gebedsdiensten worden gehouden, maar geheel anders ligt dit voor zusters die of geheel zelfstandig of in kleine communiteiten leven van 2-4 zusters en niet de beschikking hebben over een kapel.<br>   
Regel 646: Regel 646:
Ten aanzien van de aloude praktijk van het gezamenlijk bidden van de „getijden der H. Maagd’ is in 1948 aan de congregatie voorgesteld over te stappen op het zgn. „kort brevier‟, dat qua inhoud meer is ingebed in het liturgisch jaar. Het is de redemptorist pater Stallaert die een onderhoud heeft met het hoofdbestuur over een nieuwe uitgave van de bestaande getijden of de omschakeling naar een nieuwe vorm van breviergebed, waar bv. de toenmalige kardinaal de Jong een voorstander van was. Het hoofdbestuur wint informatie in bij de bisschop van ‘s-Hertogenbosch Mgr. W. Mutsaerts. Die adviseert nog even te wachten totdat vanuit Rome meer duidelijkheid is over de vraag of de pauselijke congregaties of het een of het ander zouden gaan bidden. <br>
Ten aanzien van de aloude praktijk van het gezamenlijk bidden van de „getijden der H. Maagd’ is in 1948 aan de congregatie voorgesteld over te stappen op het zgn. „kort brevier‟, dat qua inhoud meer is ingebed in het liturgisch jaar. Het is de redemptorist pater Stallaert die een onderhoud heeft met het hoofdbestuur over een nieuwe uitgave van de bestaande getijden of de omschakeling naar een nieuwe vorm van breviergebed, waar bv. de toenmalige kardinaal de Jong een voorstander van was. Het hoofdbestuur wint informatie in bij de bisschop van ‘s-Hertogenbosch Mgr. W. Mutsaerts. Die adviseert nog even te wachten totdat vanuit Rome meer duidelijkheid is over de vraag of de pauselijke congregaties of het een of het ander zouden gaan bidden. <br>
Pater Stallaert komt in februari 1949 terug in het moederhuis met een opgesteld plan om goedkeuring in Rome te kunnen verkrijgen voor het verkort brevier. Het stuk wordt echter door de toenmalige algemene overste niet ondertekend. Ze acht de tijd om te veranderen nog niet aangebroken! In juli van dat jaar volgt overleg met de directeur van de NV Centrale Drukkerij te Nijmegen over de aankoop van nieuwe getijdenboekjes, maar met dien verstande dat bij die „Getijden van de H. Maagd‟ de nieuwe tekst van de psalmen is opgenomen, een eigen titel is opgegeven en is gekozen voor een afbeelding van Maria Moeder van Goede Bijstand. Er worden 2000 exemplaren van besteld. In april 1950 ontvangen alle zusters een nieuw getijdenboek en bovendien een exemplaar van de „geestelijke lessen‟ opgesteld door pater Xaverius. In dezelfde maand is het wederom pater Stallaert die met de zusters begint aan het instuderen van de nieuwe teksten. Op 23 april is het dan zover…..de nieuwe getijden worden voor het eerst in koor gebeden. Daarmee is de discussie over het Klein Brevier overigens nog niet verstomd, want dat is in bewerking voor alle religieuzen. Het gaat om de Primen, Terts, Sext, Noon, Vespers, Metten, Lauden en Completen, hetzij op reciteertoon gebeden of op spreektoon.<br>  
Pater Stallaert komt in februari 1949 terug in het moederhuis met een opgesteld plan om goedkeuring in Rome te kunnen verkrijgen voor het verkort brevier. Het stuk wordt echter door de toenmalige algemene overste niet ondertekend. Ze acht de tijd om te veranderen nog niet aangebroken! In juli van dat jaar volgt overleg met de directeur van de NV Centrale Drukkerij te Nijmegen over de aankoop van nieuwe getijdenboekjes, maar met dien verstande dat bij die „Getijden van de H. Maagd‟ de nieuwe tekst van de psalmen is opgenomen, een eigen titel is opgegeven en is gekozen voor een afbeelding van Maria Moeder van Goede Bijstand. Er worden 2000 exemplaren van besteld. In april 1950 ontvangen alle zusters een nieuw getijdenboek en bovendien een exemplaar van de „geestelijke lessen‟ opgesteld door pater Xaverius. In dezelfde maand is het wederom pater Stallaert die met de zusters begint aan het instuderen van de nieuwe teksten. Op 23 april is het dan zover…..de nieuwe getijden worden voor het eerst in koor gebeden. Daarmee is de discussie over het Klein Brevier overigens nog niet verstomd, want dat is in bewerking voor alle religieuzen. Het gaat om de Primen, Terts, Sext, Noon, Vespers, Metten, Lauden en Completen, hetzij op reciteertoon gebeden of op spreektoon.<br>  
Een forse investering en bovendien van redelijk korte duur. In februari 1954 wordt weer onderhandeld over het Klein Brevier. Uiteindelijk wordt voor de hele congregatie dit boek besteld en de uitgever vergoedt het resterend gedeelte van de boekjes van het Maria-officie. Diverse inoefensessies volgen en op paaszaterdag wordt het officie in koor gereciteerd. Op Eerste Paasdag worden de Completen gebeden in plaats van avondgebed en op Tweede Paasdag om 5.50 uur de Primen gevolgd door de meditatie tot 6.30 uur. De Terts, Sext en Noon worden niet in koor gebeden maar door iedere zuster afzonderlijk. Om 12.00 uur volgen het gewetensonderzoek, de Vespers en het middagmaal. Om 19.00 uur de Metten en Lauden en als avondgebed de Completen. Goed 10 jaren later wordt er al een wijziging aangebracht, mede op verzoek van het merendeel van de congregatie. In haar hectograaf van 4 juli 1964 schrijft zuster Borgia: in koor worden gebeden overeenkomstig de goedgekeurde dagorde de Lauden als liturgisch morgengebed, de Vespers als liturgisch avondgebed, de Metten als ‘n nachtelijke lofzang s’avonds tevoren en de Completen als afsluiting van de dag. De Primen komen te vervallen. De zgn. „kleine uren‟ worden door de zusters afzonderlijk gebeden en bij voorkeur als volgt: de Terts in de loop van de morgen, de Sext rond het middaguur en de Noon in de namiddag bv. bij het bezoek aan het H. Sacrament, maar de zusters worden niet per definitie gebonden aan deze tijdstippen. Zuster Borgia besluit dan met de volgende woorden: “Het Goddelijk Officie is het gebed dat de religieuzen bidden in opdracht van de Kerk. Wij sluiten ons dan aan bij het kerkelijk gebed. Wij worden daardoor in de gelegenheid gesteld om op verschillende tijden van de dag de Heer te loven en te prijzen”.<br>  
Een forse investering en bovendien van redelijk korte duur. In februari 1954 wordt weer onderhandeld over het Klein Brevier. Uiteindelijk wordt voor de hele congregatie dit boek besteld en de uitgever vergoedt het resterend gedeelte van de boekjes van het Maria-officie. Diverse inoefensessies volgen en op paaszaterdag wordt het officie in koor gereciteerd. Op Eerste Paasdag worden de Completen gebeden in plaats van avondgebed en op Tweede Paasdag om 5.50 uur de Primen gevolgd door de meditatie tot 6.30 uur. De Terts, Sext en Noon worden niet in koor gebeden maar door iedere zuster afzonderlijk. Om 12.00 uur volgen het gewetensonderzoek, de Vespers en het middagmaal. Om 19.00 uur de Metten en Lauden en als avondgebed de Completen. Goed 10 jaren later wordt er al een wijziging aangebracht, mede op verzoek van het merendeel van de congregatie. In haar hectograaf van 4 juli 1964 schrijft zuster Borgia: in koor worden gebeden overeenkomstig de goedgekeurde dagorde de Lauden als liturgisch morgengebed, de Vespers als liturgisch avondgebed, de Metten als ‟n nachtelijke lofzang ‟s avonds tevoren en de Completen als afsluiting van de dag. De Primen komen te vervallen. De zgn. „kleine uren‟ worden door de zusters afzonderlijk gebeden en bij voorkeur als volgt: de Terts in de loop van de morgen, de Sext rond het middaguur en de Noon in de namiddag bv. bij het bezoek aan het H. Sacrament, maar de zusters worden niet per definitie gebonden aan deze tijdstippen. Zuster Borgia besluit dan met de volgende woorden: “Het Goddelijk Officie is het gebed dat de religieuzen bidden in opdracht van de Kerk. Wij sluiten ons dan aan bij het kerkelijk gebed. Wij worden daardoor in de gelegenheid gesteld om op verschillende tijden van de dag de Heer te loven en te prijzen”.<br>  
Na het vernieuwingskapittel van 1968 is dat gemeenschappelijk koorgebed langzamerhand verdwenen en gereduceerd tot bv. één gezamenlijke gebedsdienst zoals men die nu nog kent in het moederhuis, waarin iets van het oude getijdengebed kan terugkeren, maar het is geen „must‟.<br>
Na het vernieuwingskapittel van 1968 is dat gemeenschappelijk koorgebed langzamerhand verdwenen en gereduceerd tot bv. één gezamenlijke gebedsdienst zoals men die nu nog kent in het moederhuis, waarin iets van het oude getijdengebed kan terugkeren, maar het is geen „must‟.<br>


Naast de liturgische viering en het koorgebed speelt in de groei naar religieuze volwassenheid ook de dagelijkse meditatie of de contemplatie een belangrijke rol binnen de reguliere dagorde. In aansluiting op het morgengebed volgt meestal ruimte om te mediteren, maar dat kon natuurlijk ook door de dag heen. Mediteren is van alle tijden en ook niet per definitie gebonden aan het kloosterleven. Iedereen die gelovig is opgevoed weet wat mediteren is bv. nadenken over een preek van pastoor of dominee, een geestelijke tekst op je in laten werken die je ergens leest, een ogenblik stil staan bij een prachtige spreuk die je tegenkomt……legio mogelijkheden bieden zich aan. Het betreft dan vaak korte overwegingen, terwijl de meditaties van de zusters van veel langere duur waren. Het hoofdbestuur schreef in het verleden de meditatieboeken voor. Men dacht over het gelezene na en probeerde van daaruit tot overweging en vooral tot gebed te komen. Mediteren werd in het oude directorium dan ook omschreven als ‟overwegend gebed‟. <br>
Naast de liturgische viering en het koorgebed speelt in de groei naar religieuze volwassenheid ook de dagelijkse meditatie of de contemplatie een belangrijke rol binnen de reguliere dagorde. In aansluiting op het morgengebed volgt meestal ruimte om te mediteren, maar dat kon natuurlijk ook door de dag heen. Mediteren is van alle tijden en ook niet per definitie gebonden aan het kloosterleven. Iedereen die gelovig is opgevoed weet wat mediteren is bv. nadenken over een preek van pastoor of dominee, een geestelijke tekst op je in laten werken die je ergens leest, een ogenblik stil staan bij een prachtige spreuk die je tegenkomt……legio mogelijkheden bieden zich aan. Het betreft dan vaak korte overwegingen, terwijl de meditaties van de zusters van veel langere duur waren. Het hoofdbestuur schreef in het verleden de meditatieboeken voor.97 Men dacht over het gelezene na en probeerde van daaruit tot overweging en vooral tot gebed te komen. Mediteren werd in het oude directorium dan ook omschreven als ‟overwegend gebed‟. <br>
In dit kader mag niet onvermeld blijven dat in 1977-1978 zelfs een kleine groep zusters zich de vraag gesteld heeft of een bepaalde vorm van contemplatie niet zou passen binnen de religieuze beleving van toen, een beweging die volgens hen wezenlijk is. Ze voelen het ontbreken van gezamenlijke gebedstijden als een gemis. In de congregatiebulletins waarin dit thema nader omschreven wordt willen die zusters vooral „op zoek naar intens gebed in een leven van eenvoud‟. Dit verlangen brengt er sommige zusters toe te overwegen of zij deze roeping binnen de huidige congregatie wel kunnen beleven of dat een overstap naar een contemplatieve of beschouwende orde van slotzusters moet overwegen. In een nadere overweging komen ze tot de conclusie dat door contemplatie binnen een actief leven, bewust op zoek zijn naar rust en stilte in jezelf, het leven daardoor wint aan diepte naar binnen en meer kracht naar buiten zal krijgen. Een andere meedenkgroep wil niet zover gaan dat men in de congregatie zou uitkomen bij het oude, besloten contemplatief leven van slotzusters, want dat zou een breuk binnen de eigen kloostergemeenschap tot gevolg hebben en dat wil men niet. Uit de archiefstukken is niet geheel duidelijk hoe dit verlangen van een kleine groep verder vorm gekregen heeft. Het heeft zeker niet geleid tot een vorm van beleid vanuit het hoofdbestuur.<br>         
In dit kader mag niet onvermeld blijven dat in 1977-1978 zelfs een kleine groep zusters zich de vraag gesteld heeft of een bepaalde vorm van contemplatie niet zou passen binnen de religieuze beleving van toen, een beweging die volgens hen wezenlijk is. Ze voelen het ontbreken van gezamenlijke gebedstijden als een gemis. In de congregatiebulletins waarin dit thema nader omschreven wordt willen die zusters vooral „op zoek naar intens gebed in een leven van eenvoud‟. Dit verlangen brengt er sommige zusters toe te overwegen of zij deze roeping binnen de huidige congregatie wel kunnen beleven of dat een overstap naar een contemplatieve of beschouwende orde van slotzusters moet overwegen. In een nadere overweging komen ze tot de conclusie dat door contemplatie binnen een actief leven, bewust op zoek zijn naar rust en stilte in jezelf, het leven daardoor wint aan diepte naar binnen en meer kracht naar buiten zal krijgen. Een andere meedenkgroep wil niet zover gaan dat men in de congregatie zou uitkomen bij het oude, besloten contemplatief leven van slotzusters, want dat zou een breuk binnen de eigen kloostergemeenschap tot gevolg hebben en dat wil men niet. Uit de archiefstukken is niet geheel duidelijk hoe dit verlangen van een kleine groep verder vorm gekregen heeft. Het heeft zeker niet geleid tot een vorm van beleid vanuit het hoofdbestuur.<br>         
Vermeldenswaard zijn ook, in het kader van meditatie, overweging of bezinning, de jaarkalenders die intern worden uitgegeven. Die hebben in wezen een dubbelfunctie. Aan de ene kant wakkeren ze het historisch besef van de zusters aan, doordat er veel feitenmateriaal uit de congregatiegeschiedenis in opgenomen is, maar daarnaast zijn er nog twee interessante aspecten aan nl. het gevoel van verbondenheid met alle zusters die zijn overleden en met alle  nog levende medezusters waarvan de verjaardagen staan vermeld. Wat in die kalenders tot een moment van overweging kan leiden zijn de prachtige spreuken die onder aan elk kalenderblad staan weergegeven. Een aantal van die spreuken, waarvan er vele afkomstig zijn van de zusters zelf, puttend uit vnl. geestelijke lectuur, dichtbundels, meditatieve teksten of eigen gedachten e.d., zijn bewust her en der in dit jubileumboek geplaatst, zodat ook de lezer van daaruit misschien op een of andere manier geïnspireerd wordt of tot overdenking wordt aangezet.<br>
Vermeldenswaard zijn ook, in het kader van meditatie, overweging of bezinning, de jaarkalenders die intern worden uitgegeven. Die hebben in wezen een dubbelfunctie. Aan de ene kant wakkeren ze het historisch besef van de zusters aan, doordat er veel feitenmateriaal uit de congregatiegeschiedenis in opgenomen is, maar daarnaast zijn er nog twee interessante aspecten aan nl. het gevoel van verbondenheid met alle zusters die zijn overleden en met alle  nog levende medezusters waarvan de verjaardagen staan vermeld. Wat in die kalenders tot een moment van overweging kan leiden zijn de prachtige spreuken die onder aan elk kalenderblad staan weergegeven. Een aantal van die spreuken, waarvan er vele afkomstig zijn van de zusters zelf, puttend uit vnl. geestelijke lectuur, dichtbundels, meditatieve teksten of eigen gedachten e.d., zijn bewust her en der in dit jubileumboek geplaatst, zodat ook de lezer van daaruit misschien op een of andere manier geïnspireerd wordt of tot overdenking wordt aangezet.<br>
Al uw bijdragen aan Schijndelwiki kunnen bewerkt, gewijzigd of verwijderd worden door andere gebruikers. Als u niet wilt dat uw teksten rigoureus aangepast worden door anderen, plaats ze hier dan niet.
U belooft ook dat u de oorspronkelijke auteur bent van dit materiaal of dat u het hebt gekopieerd uit een bron in het publieke domein of een soortgelijke vrije bron (zie Schijndelwiki:Auteursrechten voor details). Gebruik geen materiaal dat beschermd wordt door auteursrecht, tenzij u daarvoor toestemming hebt!

Om de wiki te beschermen tegen geautomatiseerde bewerkingsspam vragen wij u vriendelijk de volgende CAPTCHA op te lossen:

Annuleren Hulp bij bewerken (opent in een nieuw venster)

Op deze pagina gebruikte sjablonen: