Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Zilveren munt

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Zilveren munt[1][bewerken | brontekst bewerken]

In de tuin van Cor van Kasteren is op enig moment een zwartkleurig schijfje gevonden. Aan een zijde van het schijfje is vaag een wapentje te onderscheiden. Met veel moeite en geduld (het kostte drie maanden) is toen het schijfje helemaal schoon gemaakt. Onder de laag corrosie kwam een tamelijk gave zilveren munt te voorschijn die 300 jaar oud bleek te zijn, aangezien de munt in het jaar 1691 geslagen is.

Gevonden munten hoeven op zichzelf geen enkele waarde te hebben. In de loop der tijden zijn tal van bronzen muntjes verloren die op zich geen cent waard zijn. Maar archeologisch bekeken zijn ze dikwijls waardevol. Als ze bijvoorbeeld gevonden worden in een oudheidkundige opgraving, is daardoor de opgraving gemakkelijker (en juister) te dateren. Want munten dragen in het algemeen een jaartal.

Het gebruik van muntgeld is al oud. In de bijbel wordt al meermalen over munten gesproken. En van de oudste Griekse munten weten we dat ze al bijna 700 jaar voor Chr. werden geslagen. Nadat de Romeinen (met hun eigen Romeinse munten) ons land hadden verlaten (ca. 450 na Chr.) zijn in Nederland de eerste muntstukken waarschijnlijk omstreeks 600 na Chr. geslagen. Echte muntheren, die muntrecht hadden, treden voor het eerst op rond het jaar 1000.

In de veertiende eeuw gebruikten de Hertogen van Gelre de munt als een directe bron van inkomsten. Ze lieten het zilvergehalte van hun munten sterk dalen. De Gelderse steden hebben zich verzet tegen dit muntgeld met een onbetrouwbaar gehalte. En in de vijftiende eeuw slaagden ze erin om de beginletters van hun stadsnaam mede op de munt te laten aanbrengen. Dit als teken dat deze steden toezicht hielden op de muntslag met het doel verslechtering van de kwaliteit van de munt te voorkomen.

De in Schijndel gevonden zilveren munt is afkomstig uit het gebied van de Gelderse Hertog. Uit het randschrift blijkt dat de munt geslagen is voor de Hertog van Gelre en het Graafschap Zutphen.

Op de munt staat op de voorzijde een galopperende ruiter afgebeeld. Het randschrift rond die ruiter luidt: CONCORDIA RES PARVAE CRESCUNT. Dit betekent: door eendracht worden kleine dingen groter. Of (vrij vertaald): Eendracht maakt macht.
De achterzijde van de munt toont een gekroond wapenschild waarop twee, naar elkaar toegewende, klimmende leeuwen te zien zijn. Nog heden ten dage staan deze twee klimmende leeuwen afgebeeld in het wapen van de provincie Gelderland. De kroon boven het wapenschild is gevuld met een hertogsmuts (duidend op de Hertog van Gelre). Links en rechts naast het schild staat de aanduiding 6 S; dat is de waarde-aanduiding van de munt en zij wil zeggen: 6 Schelling.

Het randschrift aan deze achterzijde van de munt luidt: MO*NO*ARG*ORD*GEL*ET*COM*ZUT*. Dat is een afkorting van de latijnse tekst: Moneta Nova Argentea Ordinum Gelriae Et Comitatus Zutphaniae. In het Nederlands vertaald is dat :Nieuwe zilveren munt van de Staten van Gelderland en van het graafschap Zutphen.
Boven de Hertogskroon is nog juist de onderste helft van een jaartal te onderscheiden. Het is moeilijk te ontcijferen. Maar in de literatuur vinden we dat deze munt slechts in drie jaartallen voorkomt, namelijk de jaren 1681, 1682 en 1691. Uit het halve jaartal op de munt wordt duidelijk dat er niet staat 1681 of 1682; het moet dus 1691 zijn. De waarde-aanduiding in schellingen is van zeer oude herkomst. Een schelling was 1/20 pond. En met de aanduiding pond, werd in de Karolingische tijd een gewichtspond zilver bedoeld. Uit dat pond zilver konden 240 penningen geslagen worden.

Het is jammer dat de vindplaats van deze munt geen enkele archeologische aanwijzing toelaat. Cor van Kasteren vond de munt in zijn eigen tuin aan de Mozartstraat, maar de aarde in zijn tuin is van elders aangevoerd. De herkomst van die grond -en dus ook van de munt- is niet meer te achterhalen; dat neemt niet weg dat het vinden van zo'n zilveren munt tamelijk zeldzaam is (maar wie oplet vind iets). En al geeft deze munt geen verdere archeologische informatie over Schijndel, het is toch een mooie Schijndelse vondst.

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Heemkundeblad tweede jaargang nummer 3 bladzijden 5 tot en met 7