Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Wilhelmus van de Ven (1834 - 1919): verschil tussen versies

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 14: Regel 14:


==== '''Katholieke sociale beweging''' ====  
==== '''Katholieke sociale beweging''' ====  
In zijn eerste vastenbrief van 29 januari 1893 10) toonde bisschop Van de Ven precies wie hij was. Een man, die zich enerzijds best thuis voelde in het nog arcadische (landelijke) Brabant van zijn jeugd, maar die ook zag hoe zijn bisdom ging veranderen. De industrialisatie en daarmee het socialisme (Eindhoven 1885, 's-Hertogenbosch 1882) dienden zich aan. Philips, met een toevlucht van niet-katholieken begon in Eindhoven in 1891 en een katholieke sociale beweging leek de bisschop dan ook noodzakelijk, vooral preventief gericht tegen het socialisme. Van de andere kant was Van de Ven realist genoeg, om te weten dat hij voorzichtig moest manoeuvreren. Hij begreep heel wel, waarom zijn voorganger Godschalk nu juist Serum Ovarium niet onmiddellijk had laten vertalen: in de toen grootste industriestad van het bisdom, Tilburg met 25.000 inwoners, waren goed katholieke fabrikanten, die in elke vakbeweging alleen maar socialistische infiltratie konden zien en meer dan eens een ,,rode" kapelaan bij hun pastoor aanbrachten". Dat zij bij bisschop Van de Ven aan een verkeerd adres waren, toont een episode uit het leven van Lambert Poell, als jong priester van 1904-1915 kapelaan te Tilburg (St. Anna). Toen hij en door medepriesters en door fabrikanten werd aangevallen om een sociale cursus, nam bisschop Van de Ven de gelegenheid van een bezoek aan Tilburg waar, om heel eenvoudig en heel duidelijk te verklaren, dat die cursus onder zijn verantwoordelijkheid werd gegeven en dat hij die kritiek niet op prijs stelde. Causa finita!
In zijn eerste vastenbrief van 29 januari 1893 toonde bisschop Van de Ven precies wie hij was. Een man, die zich enerzijds best thuis voelde in het nog arcadische (landelijke) Brabant van zijn jeugd, maar die ook zag hoe zijn bisdom ging veranderen. De industrialisatie en daarmee het socialisme (Eindhoven 1885, 's-Hertogenbosch 1882) dienden zich aan. Philips, met een toevlucht van niet-katholieken, begon in Eindhoven in 1891 en een katholieke sociale beweging leek de bisschop dan ook noodzakelijk, vooral preventief gericht tegen het socialisme. Van de andere kant was Van de Ven realist genoeg, om te weten dat hij voorzichtig moest manoeuvreren. Hij begreep heel wel, waarom zijn voorganger Godschalk nu juist Serum Ovarium niet onmiddellijk had laten vertalen: in de toen grootste industriestad van het bisdom, Tilburg met 25.000 inwoners, waren goed katholieke fabrikanten, die in elke vakbeweging alleen maar socialistische infiltratie konden zien en meer dan eens een ,,rode" kapelaan bij hun pastoor aanbrachten". Dat zij bij bisschop Van de Ven aan een verkeerd adres waren, toont een episode uit het leven van Lambert Poell, als jong priester van 1904-1915 kapelaan te Tilburg (St. Anna). Toen hij door medepriesters en door fabrikanten werd aangevallen om een sociale cursus, nam bisschop Van de Ven de gelegenheid van een bezoek aan Tilburg waar, om heel eenvoudig en heel duidelijk te verklaren, dat die cursus onder zijn verantwoordelijkheid werd gegeven en dat hij die kritiek niet op prijs stelde. Causa finita!


===='''Overlijden''' ====
===='''Overlijden''' ====

Versie van 24 jan 2020 22:14

W. van de Ven

Mgr. Wilhelmus van de Ven werd te Schijndel in het gehucht Wijbosch geboren op 12 mei 1834, als zoon van landbouwer Hendrikus van de Ven en Johanna Maria van der Aa. Op 2 juni 1860 werd hij priester gewijd en in 1874 werd hij plebaan en kanunnik-penitencier van de St. Jan te ’s-Hertogenbosch. In 1892 werd hij tot de hoge bisschoppelijke waardigheid uitverkoren en bekleedde hij dit ambt tot zijn overlijden op 22 december 1919.

Open oog voor een níeuwe tijd.

Geboren te mogen worden in de negentiende eeuw, gold volgens de vroegtijdige feministe Johanna Naber omstreeks 1865 als het eerste geluk dat een mensenkind in zíjn wieg vond. De negentiende eeuw immers gold in haar (en veler ogen) als een werkelijk nieuwe tijd: stoom en ijzer begonnen het aanschijn van de aarde te veranderen, het lichtgas verdreef alle duisternis en de ,,ijzeren spoorweg" smeedde continenten aaneen. Het was de tijd van het Suezkanaal en de Nieuwe Waterweg, van het Wereldbankwezen, uitgroei van het onderwijs en van de industriële revolutie. Het duurde tot het einde van de eeuw voor genoemd proces ook het Bossche bisdom intensief naderde, maar toen zat daar ook een bisschop met een open oog voor wat hij al in zíjn eerste vastenbrief (29 januari 1893) de ,,sociale quaestie" noemde. Wie was Wilhelmus van de Ven, die door afkomst, opleiding, en loopbaan allerminst gedisponeerd leek tot zulk een episcopaat? Bisschop van de Ven werd geboren in het landelijke Schijndel op 12 mei 1834. Na de opleiding op klein- en grootseminarie werd hij op 2 juni 1860 tot priester gewijd in de St. Janskathedraal door wijbisschop Joannes Dieppen. Zoals in die tijd gebruikelijk, was hij enige tijd assistent in Velddriel en slechts een jaar (1861-1862) kapelaan te Oirschot.

Kapelaan van de Sint Jan

Reeds het volgende jaar riep Mgr. Zwijsen hem opnieuw naar 's-Hertogenbosch: hij werd in 1862 kapelaan aan de St. Jan. In totaal zou hij 57 priesterjaren in de stad ’s-Hertogenbosch doorbrengen. Tijdens de ziekte van plebaan van Amelsfoort (1873-1874) was Van de Ven deservitor van de St. Jansparochie en hij werd in 1874, nog slechts 40 jaar oud en 14 jaar priester, door Mgr. Zwijsen benoemd tot plebaan van de kathedrale kerk. In 1887 voegde bisschop Godschalk er de waardigheid van deken van de bisschopsstad nog aan toe. En al die jaren, om samenvattend Rogier te citeren, die over bisschop Godschalk nauwelijks spreekt, maar veel lofwaardige woorden aan Van de Ven wijdt, hield de plebaan zich nooit opvallend met de sociale kwestie bezig, verscheen (hij) vrijwel nooit op vergaderingen, las hij weinig kranten en beperkte hij zich tot de zielzorg in de engere zin". Hij was een gewaardeerd pastoor, raadsman van velen en zeer gezien in de stad. Toe hij vijfentwintigjaren aan de kathedraal verbonden was (1887) werd hem door parochianen het grote glasraam in het zuidertransept aangeboden, voorstellende dood en verrijzenis van de Heer.

Bisschopsbenoeming door Paus Leo XIII

Was na de dood van bisschop Godschalk op 3 januari 1892 het bisdom voorlopig bestuurd door de vicaris-generaal Antonius van de Laar in de hoedanigheid van kapittelvicaris, op 27 mei 1892 benoemde paus Leo Xlll de toen 58 jarige plebaan Wilhelmus van de Ven tot tiende bisschop van 's-Hertogenbosch, de derde na het herstel van de hiërarchie. De plebaan was een van de kandidaten, die door het kathedraal kapittel in de voordracht waren genoemd. In een eerste brief, gedateerd 20 juni 1892, stelde de nieuwe bisschop zich aan zijn diocesanen voor. Tevens maakte hij daarin de herbenoeming van Antonius van de Laar tot vicaris-generaal bekend. De bisschop verklaarde zich zeer bemoedigd te weten door het medeleven van zijn diocesanen en schreef met opzet het feest van de Zoete Lieve Vrouw, 7 juli te hebben gekozen als datum voor de bisschopswijding. Hij verklaarde het Bisdom heel uitdrukkelijk onder de bescherming van de Bossche Lieve Vrouw te willen stellen. Dat Mgr. Van de Ven als wapenspreuk koos ,, Sub tutela Matris", onder de bescherming van Moeder zal, na het voorgaande, geen verbazing wekken. Inderdaad werd Mgr. Van de Ven in zijn eigen kathedraal op 7 juli 1892 tot bisschop gewijd door aartsbisschop Petrus Snickers van Utrecht, met assistentie van de bisschoppen van Breda en Roermond, resp. Petrus Leyten en Franciscus Boermans.

Katholieke sociale beweging

In zijn eerste vastenbrief van 29 januari 1893 toonde bisschop Van de Ven precies wie hij was. Een man, die zich enerzijds best thuis voelde in het nog arcadische (landelijke) Brabant van zijn jeugd, maar die ook zag hoe zijn bisdom ging veranderen. De industrialisatie en daarmee het socialisme (Eindhoven 1885, 's-Hertogenbosch 1882) dienden zich aan. Philips, met een toevlucht van niet-katholieken, begon in Eindhoven in 1891 en een katholieke sociale beweging leek de bisschop dan ook noodzakelijk, vooral preventief gericht tegen het socialisme. Van de andere kant was Van de Ven realist genoeg, om te weten dat hij voorzichtig moest manoeuvreren. Hij begreep heel wel, waarom zijn voorganger Godschalk nu juist Serum Ovarium niet onmiddellijk had laten vertalen: in de toen grootste industriestad van het bisdom, Tilburg met 25.000 inwoners, waren goed katholieke fabrikanten, die in elke vakbeweging alleen maar socialistische infiltratie konden zien en meer dan eens een ,,rode" kapelaan bij hun pastoor aanbrachten". Dat zij bij bisschop Van de Ven aan een verkeerd adres waren, toont een episode uit het leven van Lambert Poell, als jong priester van 1904-1915 kapelaan te Tilburg (St. Anna). Toen hij door medepriesters en door fabrikanten werd aangevallen om een sociale cursus, nam bisschop Van de Ven de gelegenheid van een bezoek aan Tilburg waar, om heel eenvoudig en heel duidelijk te verklaren, dat die cursus onder zijn verantwoordelijkheid werd gegeven en dat hij die kritiek niet op prijs stelde. Causa finita!

Overlijden

Uit het Noordbrabantsch Dagblad ”Het Huisgezin" van Maandag 22 December 1919:
Z.D.H. Mgr. W. van de Ven + Hedenmorgen omstreeks half acht is zacht en kalm, als 't ware zonder doodstrijd, in den Heer overleden de Bisschop, die 28 jaren bestuurd heeft de diocese van 's-Hertogenbosch. Zijn laatste levensdagen was Monseigneur ter verpleging bij de eerw. Broeders van Johannes de Deo opgenomen. Men hoopte door een bíjzonder nauwlettende behandeling zijn hoge jaren nog te kunnen verlengen. God had het anders besloten en ríep hem om het loon hierboven te ontvangen. Heden voormiddag is het stoffelijk overschot door de eerw. Broeders naar het Bisschoppelíjk paleis overgebracht, waar het, op nader aan te kondigen dag, zal worden tentoongesteld. De plechtige uitvaart in de kathedraal van de St. Jan zal a.s. Vrijdag om half tien plaats hebben, waarna de begrafenis in de crypte op het kerkhof te Orthen. De lijkrede zal worden gehouden door de hoogeerw. Heer plebaan J. H. H. M. Adelmeijer. Heden- en morgenavond om 7 uur Rozenkransgebed in de kathedraal voor de zielerust van den dierbaren overledene. De geloovigen uit geheel de stad zullen aan dit gebed deelnemen en uit elk huisgezin zal minstens een persoon daar komen bidden voor den overleden Bisschop.