Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Villa Rozenburg

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Villa Rozenburg
Villa Rozenburg 1911-01.jpg
Hoofdstraat 190.
Gebruik woning - gemeentelijke instelling.
Gereed 1912.
Sluiting bewoning 1949.
Bouwstijl Elementen Chaletstijl.
Monument status Gemeentemonument GM7263.
Bouwpartners
Eigenaar Antoon Bolsius.

Villa Rozenburg [1][bewerken | brontekst bewerken]

Hoofdstraat 190 (1912 - 1949)[bewerken | brontekst bewerken]

Naast de fabrikantenvilla’s ‘Villa Colorito’ en ‘Huize Nieuwegaard’ werd in 1912 op verzoek van A.E.A.M. (Antoon) Bolsius Villa Rozenburg gebouwd, hij legde zelf op 25 november 1912 de eerste steen. De bouwstijl wordt omschreven als chalet-architectuur met als kenmerkende elementen de veranda’s, balkons, verspringende dakdelen en het houtsnijwerk in het interieur.
Door de bombardementen tijdens de granaatweken was het Oude Raadhuis verwoest en niet meer bruikbaar. Tijdens een raadsvergadering in 1948 werd besloten villa Rozenburg aan te kopen om het tijdelijk in te richten als gemeentehuis. Op 9 januari 1949 is het officieel in gebruik genomen en heeft als zodanig gefunctioneerd tot juni 1960. Daarna zijn er nog gemeentelijke afdelingen in gevestigd geweest en na enkele verbouwingen, kreeg het pand een kantoorfunctie.

Villa Rozenburg aangekocht[bewerken | brontekst bewerken]

Medio januari 1948, toen men hoorde dat de heer A. Bolsius ging verhuizen, nam men contact op over de eventuele aankoop van de villa, te gebruiken als tijdelijk raadhuis. De voordelen waren: de outillage van de secretarie zou aanmerkelijk verbeterd worden, het landbouwonderwijs kon weer in de school worden gegeven in de onmiddellijke nabijheid van de schooltuin, het avond-tekenonderwijs kon weer in de vroegere lokalen worden gegeven bovendien een noodoplossing voor het U.L.O.-onderwijs voor jongens, dat dan naar het restant gedeelte van het oude raadhuis zou kunnen verhuizen.

Op 14 januari 1948 werd de voorlopige koopovereenkomst gesloten. In de vergadering van 23 januari 1948 besloot de raad om de villa van de heer Bolsius met de daarachter gelegen tuin,( 0.79.65 ha.) aan te kopen voor de som van f. 57.000,-- Op 4 februari 1949 verleenden Gedeputeerde Staten hun goedkeuring aan dit raadsbesluit. Aan de achterzijde werd een nieuwe uitbouw gerealiseerd. Men verkreeg daardoor in een der beneden lokalen ruimte voor een loket en een van de grote kamers op de bovenverdieping werd geschikt gemaakt voor raadzaal. De oude vloeren werden vervangen door parketvloeren.

Omdat men in de Landbouwschool nog met tafels werkte, moesten er ook nieuwe bureaus worden aangeschaft, evenals meubilair voor de raadzaal. Steeds werd aangenomen dat het een tijdelijke oplossing was in afwachting van de bouw van een nieuw gemeentehuis.

Tijdelijk gemeentehuis in gebruik[bewerken | brontekst bewerken]

Op 16 december 1948 is het gemeentehuis van de Landbouwschool verhuisd naar Villa Rozenburg. Op 19 januari 1949 werd officieel de ingebruikneming van het raadhuis gevierd. Bij die gelegenheid werden twee smeedijzeren lichtkronen voor de raadzaal door de heer H.P.C. Harry Jansen aangeboden en werden tevens de geschilderde portretten van de burgemeesters, welke Schijndel vanaf 1810 heeft gekend, ten geschenke gegeven.

Al snel bleek dat het nieuwe tijdelijke gemeentehuis niet kon voldoen aan de eisen van de tijd; de administratie nam zodanig toe dat er meer personeel gehuisvest moest worden.

Ook de Dienst van Openbare Werken werd, omdat er veel moest worden gebouwd, uitgebreid.

Al in het najaar 1949 betrok de Dienst van Openbare Werken een houten noodgebouw op de oude Markt, (toen aan de Kloosterstraat). Tot dan was hier “Wederopbouwkantoor Schijndel” gevestigd. In maart 1954 betrok ook de afdeling Sociale Zaken een noodgebouw achter villa Rozenburg. Nog was de ruimte in het tijdelijke raadhuis niet toereikend om de diensten behoorlijk te doen functioneren. Het archief was nog steeds in de niet-brandvrije en niet te verwarmen kelder ondergebracht en het kadaster stond in een vertrek dat ook als keukentje dienstdeed. Soms moest een huwelijk worden voltrokken op de burgemeesterskamer of in de kleine secretariskamer, omdat de commissiekamer, al voor andere doeleinden in gebruik was. Ook de raadzaal werd soms gebruikt voor andere doeleinden.

Monumenten Inventarisatie Project 1990 [2][bewerken | brontekst bewerken]

Fabrikantenvilla - gemeentelijke instelling 1912.

Villa Rozenburg Hoofdstraat 190.
Villa Rozenburg Hoofdstraat 190.

Elementen Chaletstijl
Machinale baksteen, speklagen in verblendsteen, Gootlijst op klosjes. Hardsteen dorpels. Deels nog onderverdelingen in kleine ruitjes. Originele paneeldeur met floraal snijwerk onder afdak.
Samengesteld dak, tuile du Nord en terracotta pironnen.
Aangebouwde serre met balkon.
Rechts van de voorgevel: grote tamme kastanje.
Markant gesitueerd, cultuurhistorisch waardevol pand.
Gedenksteen: eerste steen gelegd door A.E.A.M. Bolsius. 25 november 1912.

Beschrijving uit de gemeentelijke monumentenlijst 1993. [3][bewerken | brontekst bewerken]

Typering, situering en bouwgeschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Deze voormalige fabrikantenvilla - 'Rozenburg' genaamd - staat ca. twintig meter achter de rooilijn van de Hoofdstraat en is aan alle zijden vrij gelegen. Het is een grotendeels tweelaags pand op vierkant grondplan, gebouwd in Chalet stijl.
Op een gedenksteen, die rechts van de hoofdingang is ingemetseld, staat te lezen, dat de eerste steen op 25 november 1912 gelegd is door A.E.A.M. Bolsius en C.E.E.H. Goossens.
In 1948 kocht de gemeente Schijndel het pand van de Heer Bolsius, en nam het in gebruik als gemeentehuis tot 1960. In deze periode verdween de veranda aan de voorzijde van het gebouw. Daarna hebben meerdere diensten en bedrijven van het pand gebruik gemaakt. In 1980 is het pand aan de achterzijde uitgebreid met een aanbouw in twee verdiepingen die niet wordt beschermd.
Van de siertuin is aan de rechterzijde een deel verloren gegaan als gevolg van een naoorlogse verkeersdoorbraak (Mgr. Zwijsenstraat). In de tuin aan de voorzijde staat een tamme kastanje met een stam-omtrek van ca. 2,5 meter.

Beschrijving van het exterieur[bewerken | brontekst bewerken]

De bakstenen gevels van het pand zijn voorzien van speklagen ter hoogte van de hardstenen vensterdorpels (gele verblendstenen) en de rechte strekken van de vensters (rode verblendstenen). De bovenrand van de uitstulpende plint is van rode verblendsteen. Het samengestelde dak met rode tuile du Nord heeft twee terracotta pironnen op de hoogste nok en één schoorsteen op de nok van een topgevel. Klosjes ondersteunen een eenvoudige, rondom lopende houten gootlijst. De kozijnen van het nog resterende, oorspronkelijke raamwerk hebben een kwartrondprofiel. De vensterluiken zijn verwijderd.
Het rechter deel van de voorgevel springt enigszins naar voren en is opgetrokken tot een topgevel. Terrasdeuren op de begane grond gaven eens toegang tot een veranda. Wat hiervan rest is een met rode plavuizen betegeld terras en een trap met rode verblendstenen randen.
Op de verdieping zijn twee smalle schuiframen met bovenlicht aangebracht, en op de zolderverdieping drie schuiframen met kleine roedeverdeling. De topgevel boven de zolderramen is met hout betimmerd.
In het linker deel van de voorgevel bevindt zich de hoofdingang: een hardstenen trap leidt naar een eikenhouten paneeldeur met twee raampjes in de vorm van een trapezium, drie kleine ruitjes daarboven en twee vlakken met gesneden bloemen en bladeren in de bovenhoeken. De kozijnen van de zijlichten en het bovenlicht met roedeverdeling zijn voorzien van kraalprofiel. Een klein houten zadeldak met waterbord en windveer boven de ingang wordt ondersteund door een geprofileerde houten draagconstructie op hardstenen kraagsteentjes. Tussen twee vensters op de verdieping is een polychroom tegeltableau ingemetseld met de naam 'Rozenburg'.
De rechter zijgevel omvat vijf grote vensters met verschillend raamwerk. Op een hardstenen consolelijst is een houten serre met balkon gebouwd. De stijlen hebben verticale groeven. Enkele vensters zijn dicht gezet. De bovenlichten zijn voorzien van glas-in-lood.
De linker zijgevel verspringt drie maal trapsgewijs in hoogte (van topgevel via schilddak naar plat dak) en bovendien wijkt de gevel telkens iets terug. Het merendeel van de vensters heeft vernieuwd raamwerk of is dicht gezet.

Beschrijving van het interieur[bewerken | brontekst bewerken]

In de vestibule achter de hoofdingang geven houten tochtdeuren met glas-in-lood zij- en bovenlichten toegang tot de hal.
De wanden in de hal hebben een marmeren lambrisering. Rijk geprofileerde paneeldeuren geven toegang tot de aangrenzende kantoorruimtes. De hal gaat vrijwel meteen over in het trappenhuis. Een eikenhouten trap met marmeren hoekzuil - voorzien van eenvoudige geometrische decoratie - leidt naar de bovenverdieping.

Motivatie tot plaatsing op de monumentenlijst[bewerken | brontekst bewerken]

Wijzigingen van het exterieur (ramen, veranda, nieuwe aanbouw) en de verbouwing van het interieur tot kantoorruimtes hebben de gaafheid van het pand enigszins aangetast.
Toch is het gebouw van bijzondere betekenis gezien de markante ligging met tuin, de Chalet stijl (houten betimmering, overstekend dak, balkons) en het belang van het pand als enerzijds voormalig woonhuis van een voor Schijndel belangrijke fabrikant, en anderzijds als voormalig onderkomen van het gemeentehuis als gevolg van de verwoesting van het oude gemeentehuis in de oorlog.

Overige afbeeldingen.[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Attentietegels Schijndel.
  2. MIP gemeente Schijndel 1990, bladzijde 48.
  3. Gemeentelijke monumentenlijst 1993.