Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Bewerken van Vicaris van Alphenstraat

Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Waarschuwing: U bent niet aangemeld. Uw IP-adres zal voor iedereen zichtbaar zijn als u wijzigingen op deze pagina maakt. Wanneer u zich aanmeldt of een account aanmaakt, dan worden uw bewerkingen aan uw gebruikersnaam toegeschreven. Daarnaast zijn er andere voordelen.

Deze bewerking kan ongedaan gemaakt worden. Hieronder staat de tekst waarin de wijziging ongedaan is gemaakt. Controleer voor het publiceren of het resultaat gewenst is.

Huidige versie Uw tekst
Regel 1: Regel 1:
== '''Vicaris van Alphenstraat''' ==
== '''Vicaris van Alphenstraat''' ==


=== '''Raadsbesluit 26 augustus 1937.<ref>Schijndelse straatnamen, Heemkundekring Schijndel, oktober 2011</ref>''' ===
=== '''Raadsbesluit 26 augustus 1937.''' ===
[[Bestand:Vicaris van Alphenstraat 01.jpg|400px|thumb|Vicaris van Alphenstraat. <br>
[[Bestand:Vicaris van Alphenstraat 01.jpg|400px|thumb|Vicaris van Alphenstraat. <br>
Voor meer details klik [https://goo.gl/maps/D2kjCm7sgLYmHDh8A/ hier.]]]
Voor meer details klik [https://goo.gl/maps/D2kjCm7sgLYmHDh8A/ hier.]]]
Regel 8: Regel 8:
Ten aanzien van deze Vicaris Apostolicus die vanaf 13 augustus 1790 tot zijn overlijden op 1 mei 1831 het vicariaat bestuurde, leest men in de “Geschiedenis van het Bisdom ’s-Hertogenbosch” (tweede deel, bladzijde 158 e.v.) door L.H.C. Schutjes het volgende:
Ten aanzien van deze Vicaris Apostolicus die vanaf 13 augustus 1790 tot zijn overlijden op 1 mei 1831 het vicariaat bestuurde, leest men in de “Geschiedenis van het Bisdom ’s-Hertogenbosch” (tweede deel, bladzijde 158 e.v.) door L.H.C. Schutjes het volgende:


Antonius van Alphen S.T.L. den 16 mei 1748 te Boxtel geboren, behaalde te Leuven bij de promotie van 18 augustus 1767 onder 140 studenten de achtste plaats, verkreeg den 17 augustus 1774 den graad van licentie in de Godsgeleerdheid (het perkamenten diploma berust in het archief des bisdoms) en trad vervolgens als lector op in het Driutiaansch collegie. <br>
Antonius van Alphen S.T.L. den 16 mei 1748 te Boxtel geboren, behaalde te Leuven bij de promotie van 18 augustus 1767 onder 140 studenten de achtste plaats, verkreeg den 17 augustus 1774 den graad van licentie in de Godsgeleerdheid ( Het perkamenten diploma berust in het archief des bisdoms) en trad vervolgens als lector op in het Driutiaansch collegie. <br>
In 1777 als kapelaan naar Boxtel geroepen, verkreeg van Alphen den 27 september 1782 van Pius VI zijne aanstelling tot coadjutor van het vicariaat met regt van opvolging, in welke betrekking hij ook ’s-lands regering erkend werd, aanvaardde den 9 april 1785 de kapellanie en in 1787 de pastorij van Schijndel en nam al aanstonds groot aandeel in het bestuur des vicariaats, dat hij sedert 13 augustus 1790 alleen op zich moest nemen. De godsdienstvervolging der XVI eeuw had haren tijd gehad en de hatelijke plakkaten van verdrukking waren versleten; de inval der Franschen en de opgevolgde Bataafse republiek ontsloeg de Godsdienst van vroeger slaafsche banden. De uiterst voorzigtige kerkvoogd, niet gansch ontdaan van de vrees voor het oude dwangjuk, waaronder onze voorvaderen hadden gezucht, deinsde voor opspraakwekkende middelen terug, hoe regtvaardig en billijk die ook waren, als het in bezitnemen der oude Roomsche kerken ten jare 1798; doch gold het de eer der Godsdienst of den pligt van zijn geweten, dan was hij een overschrokken held zelfs tegenover den Franschen dwingeland. In de afwisselende regering van ons vaderland wist van Alphen zijn gezag te handhaven en tevens in goede verstandhouding met allerlei regering te leven. Hij maakte van de godsdienstvrijheid gebruik om in 1798 te ’s-Bosch (in 1787 waren reeds pogingen aangewend om een seminarie te ’s-Bosch te openen, dat in 1798 tot stand kwam en weldra uit de stad naar Herlaar te St.Michielsgestel werd verplaatst) een seminarie voor het vicariaat te openen, dat allernoodzakelijkst was geworden sedert de vernietiging der universiteit van Leuven, waar vroeger onze studenten hunne hogere studie konden voltrekken. Tusschen allerlei wisselvalligheden en onder bijna aanhoudend wapengekletter, kreeg de Godsdienst in de Meijerij een jeugdig leven, de meeste oude kerken hernamen hare vroegere bestemming, herrezen met luister, en was het noodig, dan verstrekte daartoe ’s-lands regering de middelen. De aangeboden competentien der geestelijken baarden echter de vicaris groote bezorgdheid, uit vreeze dat het geestelijk gezag daardoor zou komen te lijden; eerst bij het optreden van Henricus den Dubbelden als vicarius zijn die toelagen algemeen aangenomen. <br>
In 1777 als kapelaan naar Boxtel geroepen, verkreeg van Alphen den 27 september 1782 van Pius VI zijne aanstelling tot coadjutor van het vicariaat met regt van opvolging, in welke betrekking hij ook ’s-lands regering erkend werd, aanvaardde den 9 april 1785 de kapellanie en in 1787 de pastorij van Schijndel en nam al aanstonds groot aandeel in het bestuur des vicariaats, dat hij sedert 13 augustus 1790 alleen op zich moest nemen. De godsdienstvervolging der XVI eeuw had haren tijd gehad en de hatelijke plakkaten van verdrukking waren versleten; de inval der Franschen en de opgevolgde Bataafse republiek ontsloeg de Godsdienst van vroeger slaafsche banden. De uiterst voorzigtige kerkvoogd, niet gansch ontdaan van de vrees voor het oude dwangjuk, waaronder onze voorvaderen hadden gezucht, deinsde voor opspraakwekkende middelen terug, hoe regtvaardig en billijk die ook waren, als het in bezitnemen der oude Roomsche kerken ten jare 1798; doch gold het de eer der Godsdienst of den pligt van zijn geweten, dan was hij een overschrokken held zelfs tegenover den Franschen dwingeland. In de afwisselende regering van ons vaderland wist van Alphen zijn gezag te handhaven en tevens in goede verstandhouding met allerlei regering te leven. Hij maakte van de godsdienstvrijheid gebruik om in 1798 te ’s-Bosch (in 1787 waren reeds pogingen aangewend om een seminarie te ’s-Bosch te openen, dat in 1798 tot stand kwam en weldra uit de stad naar Herlaar te St.Michielsgestel werd verplaatst) een seminarie voor het vicariaat te openen, dat allernoodzakelijkst was geworden sedert de vernietiging der universiteit van Leuven, waar vroeger onze studenten hunne hogere studie konden voltrekken. Tusschen allerlei wisselvalligheden en onder bijna aanhoudend wapengekletter, kreeg de Godsdienst in de Meijerij een jeugdig leven, de meeste oude kerken hernamen hare vroegere bestemming, herrezen met luister, en was het noodig, dan verstrekte daartoe ’s-lands regering de middelen. De aangeboden competentien der geestelijken baarden echter de vicaris groote bezorgdheid, uit vreeze dat het geestelijk gezag daardoor zou komen te lijden; eerst bij het optreden van Henricus den Dubbelden als vicarius zijn die toelagen algemeen aangenomen. <br>
Tijdens het vaderlijk bestuur van koning Lodewijk Napoleon genoot het vicariaat de volmaakste rust, die echter weldra door de dwingelandij van keizer Napoleon I ging gestoord worden. Reeds in 1810 beraamde de keizer het noodlottig plan om het vicariaat tot een uitgebreid bisdom te hervormen en ons een bisschop van zijn eigen maaksel op te dringen. Om in geene herhaling te vervallen, stippen wij slechts aan dat de vicarius van Alphen den 14 april 1810, daags voor Palmzondag, in zijne pastorij te Schijndel werd gevangen genomen en weldra naar de gevangenis van Vincennes te Parijs werd vervoerd, om hetzelfde jaar den 21 december naar Mechelen en Antwerpen terug te keeren. Men koesterde de hoop dat van Alphen zijne jurisdictie op den ingedrongen bisschop van Camp zoude overdragen: doch zijne standvastige weigering berokkende hem zijne verdere kerkering tot den 20 december 1813, waarna van Alphen den tweede zondag na Paschen, den 24 april 1814, tot de grootste vreugde der gelovigen, in het vicariaat wederkeerde. <br>
Tijdens het vaderlijk bestuur van koning Lodewijk Napoleon genoot het vicariaat de volmaakste rust, die echter weldra door de dwingelandij van keizer Napoleon I ging gestoord worden. Reeds in 1810 beraamde de keizer het noodlottig plan om het vicariaat tot een uitgebreid bisdom te hervormen en ons een bisschop van zijn eigen maaksel op te dringen. Om in geene herhaling te vervallen, stippen wij slechts aan dat de vicarius van Alphen den 14 april 1810, daags voor Palmzondag, in zijne pastorij te Schijndel werd gevangen genomen en weldra naar de gevangenis van Vincennes te Parijs werd vervoerd, om hetzelfde jaar den 21 december naar Mechelen en Antwerpen terug te keeren. Men koesterde de hoop dat van Alphen zijne jurisdictie op den ingedrongen bisschop van Camp zoude overdragen: doch zijne standvastige weigering berokkende hem zijne verdere kerkering tot den 20 december 1813, waarna van Alphen den tweede zondag na Paschen, den 24 april 1814, tot de grootste vreugde der gelovigen, in het vicariaat wederkeerde. <br>
Regel 173: Regel 173:


[[Categorie:Straten/Adressen]]
[[Categorie:Straten/Adressen]]
{{appendix}}
{{appendix|alles|
* Schijndelse straatnamen, Heemkundekring Schijndel, oktober 2011
}}
Al uw bijdragen aan Schijndelwiki kunnen bewerkt, gewijzigd of verwijderd worden door andere gebruikers. Als u niet wilt dat uw teksten rigoureus aangepast worden door anderen, plaats ze hier dan niet.
U belooft ook dat u de oorspronkelijke auteur bent van dit materiaal of dat u het hebt gekopieerd uit een bron in het publieke domein of een soortgelijke vrije bron (zie Schijndelwiki:Auteursrechten voor details). Gebruik geen materiaal dat beschermd wordt door auteursrecht, tenzij u daarvoor toestemming hebt!

Om de wiki te beschermen tegen geautomatiseerde bewerkingsspam vragen wij u vriendelijk de volgende CAPTCHA op te lossen:

Annuleren Hulp bij bewerken (opent in een nieuw venster)

Op deze pagina gebruikte sjablonen: