Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Verborgen schatten in de heemkamer

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Verborgen schatten in de heemkamer.[1][bewerken | brontekst bewerken]

In de Heemkamer zijn veel schatten verborgen. De kartonnen opbergdozen herbergen formulieren, foto’s, krantenknipsels, historische documenten en allerlei voorwerpen. Historisch waardevol materiaal.
Zo ligt in een doos de tekst van een oud liedje:

Heb je wel gehoord, dat de Kin is vermoord
In Den Bosch in het Kerkstraatje
Daar lag die halve gek, met de tong uit zijn bek
En onder zijn kin, een heel klein gaatje
De Kin, De Kin, geen leven zit er in
Zijn daden waren moord, zijn daden waren moord
Hij is gestorven zoals het hoort
Zingen op de wijs van Piet Hein.

Een zoektocht bracht al snel een interessante geschiedenis aan het licht.
Bewogen door de ideologie of om er materieel beter van te worden ten koste van landgenoten, werden ook in Nederland mensen lid van de NSB. De overgrote meerderheid zette zich volledig in ten gunste van de Duitse bezetter en ze waren tot de meest lage daden jegens de eigen landgenoten in staat.
Een van de beruchtste NSB'ers in deze regio was 'n man die als bijnaam "de Kin" had. Hij was een schrikbeeld voor de hele regio.
De Kin was ook menig keer in Schijndel geweest om verraden onderduikers op te halen of om jonge mannen te arresteren die dan voor de Arbeitseinsatz werden ingezet.
Om te voorkomen dat er onderduikers werden opgehaald had men een alarm­systeem bedacht. De Kin meldde zich steeds bij de plaatselijke politie. Kwam hij om onderduikers op te halen, dan werden er vanuit het politieburo twee mensen gewaarschuwd en werd de Kin enige tijd aan de praat gehouden.
De twee getipte personen waarschuwden dan elk weer twee personen en zo strekte het informatie-web zich steeds verder uit.
Kwam de plaatselijke politie vergezeld van de Kin en zijn mannen op het bewuste adres aan dan waren de gezochte onderduikers inmiddels lang en breed uitgevlogen.
Slechts eenmaal heeft één persoon zijn plicht in het alarmsysteem verzaakt en het gevolg was dat de ter plekke aangetroffen onderduikers werden gearresteerd en op transport gesteld naar Duitsland.
Het Schijndels verzet zou geen goed verzet zijn geweest als zij zich hierbij zouden hebben neergelegd. Op het station in Boxtel hebben zij de gearresteerde onderduikers weer weten weg te toveren waardoor zij behoed bleven voor verder transport met alle gevolgen vandien.
Als de Kin jonge mannen nodig had voor de Arbeitseinsatz dan ging hij op zondagmorgen naar een kerk en probeerde de mannen op te vangen als zij uit de kerk kwamen. Dit probeerde hij ook enkele keren bij de kerken in onze gemeente. Maar als hij met zijn manschappen voor het kerkgebouw stond dan kwam er steeds op een of andere wijze iemand met dit bericht in de kerk. Bij de eerste banken werd het bericht afgegeven en het liep als een lopend vuurtje naar de laatste bank. De jonge mannen konden dan via de sacristie het kerkgebouw aan de achterzijde verlaten en stond de Kin na de kerkdienst voor de kerk tussen oude mensen, vrouwen en kinderen en moest dan steeds met lege handen huiswaarts keren.
Omdat de schade die hij onder de burgers in de regio en het verzet aanrichtte te groot begon te worden werd er een mogelijkheid gezocht om hem onschadelijk te maken. Hij moest geliquideerd worden.
Aanvankelijk had de Bossche knokploeg deze opdracht gekregen. Maar voordat men daar tot de liquidatie had kunnen overgaan waren de vier knokploegleden reeds gearresteerd en gefusilleerd.
Toen werd een beroep gedaan op de Schijndelse knokploeg om deze opdracht over te nemen en uit te voeren. Binnen de Schijndelse ploeg kregen Zwarte Kees en Lange Piet de opdracht.
Voorzien van revolvers en enkele foto's van de Kin trokken zij op pad. Binnen 14 dagen wisten zij hun opdracht tot een goed einde te brengen.
Op een zekere middag zaten beide heren op het terrasje van café Royal in de Visstraat in Den Bosch een pilsje te drinken toen de een tegen de ander zei: "Verrek, daar gaat ie". Hij werd vergezeld door zijn vrouw. Na eerst geld op tafel te hebben gelegd voor de genuttigde consumpties zijn Zwarte Kees en Lange Piet de Kin gaan volgen. Via de Hoge Steenweg en Markt kwam het gezelschap in de Kerkstraat terecht en voor boekhandel Heijnen hebben zij de Kin geliquideerd waarbij ook zijn vrouw -niet levensgevaarlijk- door een kogel werd getroffen. Het bericht over zijn heengaan werd in de hele regio met een verademing ontvangen.

Volgens andere bronnen is er een andere verzetsgroep, met name die uit Nijmegen, bij de liquidatie betrokken en wordt de naam van de Nijmeegse verzetsman Piet Merlijn (de Ley) als vermoedelijke dader genoemd.
Wie de liquidatie ook gedaan heeft, er volgen represailles. De Duitsers zijn woedend over deze moord op klaarlichte dag. De stad wordt afgegrendeld, bioscopen en cafés moeten dicht en de Bossche politie krijgt opdracht om meer dan 200 fietsen te vorderen. Ook wordt een grote groep verzetsmensen in Kamp Vught geëxecuteerd. In totaal zijn op deze elfde augustus 38 personen gefusilleerd waaronder de oud-burgemeester van Sint-Michielsgestel, Adrianus Petrus Scheltus.

Van Bussel wordt op 12 augustus met korpseer op de begraafplaats te Orthen begraven.

Adrianus Scheltus was sinds april 1929 burgemeester van Sint-Michielsgestel. Op 16 juli 1941 wordt Adrianus uit zijn functie gezet. Hij is getrouwd en heeft uit dit huwelijk drie zonen. Tijdens de oorlog heeft Adrianus voor de Duitsers belastende verklaringen in zijn bezit en wordt naar Kamp Vught gebracht. Op 11 augustus 1944 wordt Adrianus daar gefusilleerd.

Maar er is nog een slachtoffer.
Uit een reconstructie door Laurens Ruzius en Monique Brummans:
Op woensdag negen augustus 1944 wordt er door twee mannen aangebeld bij de pastorie van de St. Antoniuskerk in de Muntel op het toenmalige Duhamelplein. Het is de SD, de Duitse Sicherheitsdienst. Een derde sluipt aan de achterkant naar binnen. De dienstbode opent de deur en de mannen vragen naar de 38-jarige kapelaan Koopmans. De dienstbode wil hem halen, maar de mannen gaan direct achter haar mee de trap op. De kapelaan wordt verrast op zijn werkkamer. Een vierde man, die buiten op de uitkijk heeft gestaan, voegt zich bij de drie anderen. De vier Duitsers ondervragen kapelaan Koopmans en zoeken naar brieven en papieren. Even later gebeurt het. De kapelaan komt met grote passen de trap afgerend met de Duitsers achter hem aan. Hij vlucht via de achteruitgang de pastorie uit en rent naar het plein. Dan wordt hij getroffen door de schietende Duitsers en valt dodelijk getroffen neer. Een langskomende pastoor kan hem nog het Heilig Oliesel en de absolutie geven. Dan sterft hij.
De waarschijnlijke reden van de inval is geweest dat de kapelaan betrokken zou zijn bij hulp aan onderduikers.
Mgr. Mutsaerts zendt een telegram naar 'Reichskommissar' Seys-Inquart met het verzoek om het lichaam vrij te geven voor de begrafenis. Dit wordt geweigerd. Het antwoord dat terugkwam van het hoofd van de SD, bevat de volgende redenen: 'De gebeurtenissen in de laatste drie dagen in Brabant (vier moorden op nationaalsocialisten) maken het onmogelijk het stoffelijk overschot vrij te geven. Ook omdat iedere gewilde of ongewilde demonstratie naar aanleiding van deze gebeurtenissen vermeden dient te worden, met het oog op de rust en orde in de provincie Noord-Brabant.'
Het stoffelijk overschot van Kapelaan Koopmans wordt op 11 augustus overgebracht naar kamp Vught en is daar waarschijnlijk gecremeerd.
Op 12 augustus is er nog een mis voor hem in de Antoniuskerk.

Het stoffelijk overschot van Piet van Bussel wordt op 16 november 1949 herbegraven op de Duitse militaire begraafplaats te IJsselstein (Limburg).

De kapelaan heeft geen laatste rustplaats gekregen. Al op 16 juli 1945 wordt het Duhamelplein omgedoopt tot Kapelaan Koopmansplein. In 1956 wordt vervolgens een beeld onthuld ter nagedachtenis aan de kapelaan. Het parochiehuis staat er nog, de kerk is in 1983 gesloopt.”

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Heemblad Rond die Cluse 25e jaargang (2018) nummer 1 bladzijden 10 tot en met 13