Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Slotje Groenendaal

Uit Schijndelwiki
Versie door RuudH (overleg | bijdragen) op 25 aug 2020 om 11:27
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Meer details over slotje Groenendaal

In het verleden is best veel aandacht besteed aan slotje Groenendaal, gelegen in het gehucht Hermalen schuin achter het gebied dat de Nachtegaal heette, in een oude benaming beter bekend als de Aghaan en later verbasterd.
Op de tiendkaart van 1757 is het destijds omschreven als nr. 33 met de tekst: "Van de Schoot door het Hermalen langs het Slotje over de Keur door het Keursgat tot aan de Schoot". In die publicaties is vermeden om heel gedetailleerd weer te geven wat er vanuit historisch onderzoek allemaal bekend is geworden, niet alleen over de bewoners, maar vooral wat er zoal in het "kasteeltje" te vinden was. Die informatie geeft ons overigens wel een prachtig beeld van wat er in het kasteeltje zoal lag, hing en stond. Voor sommigen allesbehalve boeiend, maar wie een klein beetje historisch besef bezit zal dit anders beoordelen.
De onderhavige beschrijving zal overkomen als een "droge opsomming", maar wie achter de tekst weet te kijken zal iets ervaren van het 17e-eeuwse tijdsbeeld waar het gaat om adellijke families, hun leefstijl en dagelijkse gebruiksvoorwerpen en wordt enig inzicht in de materiële cultuur van die dagen.
Slotje Groenendaal, ook wel ‘Vrou Wijnantsslotje’ genoemd herinnert ons aan de familie van Wijnant van Resande soms ook Rosan.

Een interessante staat en inventaris

In de aanhef op een eerste archiefstuk staat te lezen: "Inventaris der meubile goederen die bevonden sijn opde huijsinge van Vrou Smits genoemt Vrou Wijnants slootie toebehoorende N: Seven, ende door de voornoemde Vrou Smits tot betalinge van hare huijsvrouwe als dorpslasten in arrest genomen als volgt".
Uit die inventarisatie blijkt dat er naast de brandewijnsketel met koelton en drie beslagtonnen, de serie meubelstukken en gebruiksvoorwerpen ook nog drie verzegelde grote koffers en twee kleine koffers zijn aangetroffen en juist die hebben onze aandacht getrokken en zijn boeiend genoeg om er verder op in te gaan.
Om de sfeer van toen exact weer te geven is gekozen voor een letterlijke omschrijving zoals die in dit archiefdocument is opgetekend om een indruk te geven hoe een archiefonderzoeker naast het ontcijferen van het oud schrift ook nog te maken krijgt met oud-Nederlands en termen die tegenwoordig niet meer of nauwelijks nog gangbaar zijn. Bovendien zijn namen soms ook nog eens verbasterd of op het gehoor opgeschreven, waardoor het soms lastig is te achterhalen wat men precies bedoelt.

De aanhef van het tweede archiefstuk luidt als volgt: "Inventaris van soodanige goederen die bevonden sijn in seecker drije geslooten ende gecasseteerde [lees: verzegelde] kofferen toebehoorende Dhr. Arnoldus Seven staende opde wooninge nu van Jo[nker] Munts in eijgendom toebehoorende Juffr: Magdalena Smits ende hare kinderen alhier binnen desen dorp van Schijndel ter plaetse int Hermalen gestaen ende gelegen ende welcke koffers onder meer andere goederen door gemelte Juffr: Smits sijn gearresteert, die alhier uijt crachte van authorisatie van den Ed: Mo: Rade van Brabant in ‘sHage geoptineert bij opgemelte arrestante in date 24 maert deses jaers 1700 ter presentie van meergemelte Juffr: Smits ende meer genoemde Arnoldus Seven ten overstaen van voorn[oemde] Jo[nker] Johan Willem Munts ende Eijmbert Driesen van Kessel schepenen als mede den onderges[chreven] secr[etaris] deses dorps van Schijndel voors[chreven] sijn geopent opget[ekent] ende geinventariseert als volght"

  • eerstelijck in een der drije koffers bevonden een bedde met cleijne smalle streepkens met een hooftkussen waeromme een oirfluwijn met binnen werck was omgedaen
  • item drije sitten kussens waer van de twee met gestripte strijp ende d’ander met stoffe is overtrocken
  • item een linnen gestripte bedkleet
  • item een paer slaeplaeckens met een hooftkusschen overtrocken met bruijn sijde trine
  • een zoutvat en mosterpot een cleijn coper vertient panneken, met een tinne lepel ende twee copere lepels ende een vierdel pont gewichts


In het tweede koffer sijn de volgende goederen bevonden:

  • eerstelijck een viole
  • een testament met een swarte graue coffituren
  • een haverman
  • een ander hoogduijts liederbouck genoemt de Wasserquelle
  • een hoogduijts psalmbouck
  • twe ander hoogduitse boucken met noch een ander geïntituleert Tabula Processe endelyck een latijnse gramatica
  • item drije paer mans mouwen die wit sijn
  • item drije paer vrouwe mouwen met canten
  • een paer met cleijne kantiens
  • vier paer treckmouwen sonder cant
  • drije lanteern met een mans das met cant alle schoon
  • eene treckmuts
  • item een doosken met eenige brieven ende hembtcnopkens van ivoor en ……..[?]
  • item een brieffken ges[chreven] ende ondertekent met de hant van Magdalena de wedue Jan Smits in date 30 meert 1697 waer bij sij schrijft : gij sult het sleutien ofte casteeltjen leech maecken ende wat rijnige met een part vande schuer, want desen Heer Seven heeft het selve gehuert – Eyndhoven den 30 meert 1697 – was ondertekent Magdalena wedue Jan Smits
  • een gout gewicht, een houte cruijdt doos en houte ….met amber cralen ende drije pendanten van cristaleijn ende een ivore naeldekoker
  • een poijerdoos waerinne is een ivore snuifftabaxdoos
  • item twee franien om vrouwe rocken dure bruijn saije ende d’ander van wit linnen gemaeckt
  • een tinne biercan, een mengelen, een beker, een botterpot, vier corven, twee tinne candelaers, een tinne potasielepel, een tinne halff pint, een peperdoos, een tinne decksele, een cleijn bleck rasp
  • een coper vuer coffoir, een coper blaker, twee copere snutters, een cleijn koper ketelken, een coper futsel, een metale slutel uijt de craen stekende in de brandewijnsketel, hoorn bekerkens in een leder sackie, een gelase fles met een tinne schrae….
  • een scheij met lardeer priemen, een ijser karsnutter
  • een slange steenen back off cop
  • een cleijn cofferken boven bedeckt met groen fluweel
  • een camme sack met een moff ende een camme tesse
  • drije schoorsteen cleden van linnen
  • een witten hembtrock, een cant van een pinjool, ses mansslaepmutsen sommige gestickt, andere gestripte ende een van linnen meest met cant
  • noch twee canten van slaepmutsen, een slaepmuts van linnen sonder cant
  • noch een gestickte en twee linne slaepmutsen
  • elff …..sonder cant en een met cant
  • ses mansdassen met cant ende een gestickt
  • vier cleijne oirfluwijnen met binnenwerck
  • twaelff treckmutsen met cant
  • twaelff sackneusdoecken
  • een slaeplaecken
  • vijftien servietten, vijff Pelle hantdoecken
  • item drije vrouwe heembden
  • twee mansheemden, noch een mans linne muts
  • een taffellaken met een paer vrouwe treckmouwen

in het derde :

  • een bouck in folio geintituleert Opera Amicia [?] Wilhelmi Coperi
  • item een hoogduijts psalmbouck met een gebedenbouck met noch eenige cleijne boecxken
  • item 33 gelasspijlen, vier gehenxkens met een grendel slootien met een ijser kettingh blau geverft, die de Heer Seven ende desselfs huijsvrou verclaert aen Juffrou Smits toe te behooren ende buijten ende binnenshuijse gevonden ende tot haren behoeve bewaert heeft
  • noch bevonden in deselve coffer een buijstel off beslagrieck, twee eijser draijers van een hantmeulen, een ijser tricht, een raem van een mont van een ketel met de ijser deure, een hackmesch, een bijl, een blecke scheel, een ijser elle, twee Corte gardijne roijen, twee blecke trechter, een copere dexsel, een lichter [?] met coper beslagh, een coper pan met een ijser draplepel [?], een hantbijl, een blecke pomp, een ijser brantijser, een blecke bus, een cam tessen van goudt leer, een ijser fonthengel, twee deurgehengen, een oog van een hecken met een duijm van een haelboom, een muijseval, twee cleerborstels, een blecke rasp, twee portretten de reuck ende t’gehoor, twee swarte seijde franje aen manshantschoen, ontrent een vat tuckse bonnen met ontrent een sester jenever besien met noch eenigh cleijnigheijt ende eenige ijserwerken niet weerdig om te beschrijven


Aldus de voorss. koffers uijt crachte van opgemelte authorisatie ter presentie vande bovengenoemde persoonen geopent, de goederen daerinne bevonden opgeschreve ende geinventariseert als boven. Ende verclaren wij onder ges[chreven] schepenen en secretaris vermits eenige coffer met de sleutels niet hebben connen geopent werden, soo hebben deselve door Willem van vechel mr. smit doen openen ende weder doen sluijten ende bij ons gecassietteert. Gedaen Schijndel den veerthienden april seventienhondert – J.W.Munts, Eijmert Driessen van Kessel, mij present Gisb. de Jongh secretaris 1700.

Daarna volgt nog een officiële verklaring van de schepenen van Schijndel te weten president-schepen Hendrick Jan Voets, Jan Willem van de Ven, Peter Claes Schevers, Paulus Smits en Hendrick Bevers dat voor hen is verschenen Willem Janssen van Vechel, meester smid, die in opdracht van de Heer Petrus Seven is opgeroepen om in de woning van Jonker Munts een koffer te openen en een tweede verklaring van 17 april 1700 dat Juffrouw Smits geen bezwaar heeft aangetekend tegen de inventarisatie.

verklarende woordenlijst volgens diverse woordenboeken:

amber = een soort barnsteen o.a. gele amber of grijze amber of ambergrijs een soort reukwerk of specerij

beslagriek = riek of vork om het beslag mee om te werken

buister = onbekend in aangehaalde woordenboeken

coffituren = onbekend in aangehaalde woordenboeken

draplepel = onbekend in aangehaalde woordenboeken

gecassitteert = verzegeld vgl. cachetteren – cachet = zegel

haverman = onbekend in aangehaalde woordenboeken

jeneverbessen = groeiende aan de jeneverstruik [junipires communis] welke bessen in de jeneverstokerijen werden gebruikt tot het bereiden van jenever

oirfluwijn = een soort kussen

pendanten = hangers of oorhangers

scheel = oude term voor een deksel

snutter = ook: snuter, snuyter; vermoedelijk ‘snuiter’ bedoeld het instrumentje om kaarsen te doven of de pit van kaarsen af te knijpen, kaarsendover vgl. ‘drie silveren keerssnuyters’

trekmouwen = los stel mouwen ter bescherming van andere kleding

trekmuts = een vrouwenbovenmuts die met banden aangehaald werd in diverse uitvoeringen afhankelijk van de periode in het jaar en vaak streekgebonden

vuercoffoir = vermoedelijk bedoeld ‘vuurcomfort’ een warmtebron in huis gestookt met houtskool of turf

Uit recent historisch onderzoek blijkt nog het volgende: Servaas van Gemert heeft slotje Groenendaal verhuurd aan Hendrik van Abeelen, beiden inwoners te Schijndel, waarin het kasteeltje als volgt wordt omschreven: "huysinge hoff schuer en klein boomgaardje met de brouwerye van ketel kuyp koelbakken est en esthuys en wat verder daar aan is gehoorende onder Lutteleyndt ter plaatse het Hermalen genaamd Groenendaal".
Gereserveerd is het kleine huisje of ‘neerhuysinge’ daar voor staande met de hof waar momenteel Aert Janse Versteegde in woont. Rondom het slotje liggen nog enkele akkers. In de huurcondities is onder andere opgenomen dat wanneer de huurder geconfronteerd zou worden met Franse of andere oorlogscontributies, dat men dan zijn huurpenningen voor 50% zou korten zodat hij niet het volle pond hoeft op te brengen aan huur.
De huurder dient jaarlijks drie vimmen dakstro aan te leveren om daarmee het dak te laten dekken. Binnenshuis wordt hij geacht alles perfect te onderhouden inclusief de brouwerij maar exclusief de brouwketel, want de reparatie daarvan komt ten laste van de verhuurder, tenzij de huurder of de dienstbode nalatig zijn voor wat betreft het toezicht. Voorts worden ook afspraken gemaakt m.b.t. het schaarhout en andere hout dat gereserveerd blijft voor de verhuurder.