Vincentiusvereniging

Sint Vincentiusvereniging

Armenzorg in de periode 1854-1940

Naast het Burgerlijk Armbestuur was er vanaf 1854 in Schijndel de Sint Vincentiusvereniging actief op het gebied van de armenzorg. Men had heel goed in de gaten dat voor het bestrijden van armoede het scheppen van betaald werk uitkomst kon bieden. Verschillende projecten werden daarom door de Sint Vincentiusvereniging opgezet zoals:

• Een koehaarspinnerij ( koehaar werd vroeger gebruikt door stucadoors als onderlaag voor de bepleistering van muren en plafonds, en er werden matten van gemaakt,
  
• Een mandenmakerij,
  
• Een klompenmakerij.
  

Een ander terrein waar de vereniging veel aandacht aan schonk was het bevorderen van deelname van kinderen uit arme gezinnen aan het onderwijs. Naar de toekomst, zo werd geredeneerd, was dat een belangrijk middel om armoede tegen te gaan. Daartoe ging de vereniging tussen de middag op scholen eten uitdelen. Om het schoolbezoek te stimuleren werden ook spaarbonnen uitgereikt voor het trouw naar school gaan. Na de invoering van de wettelijke schoolplicht in 1900 was het een taak van de overheid om op het schoolbezoek toe te zien. Daarnaast werd door de Sint Vincentiusvereniging ook directe hulp geboden, zoals het uitdelen van aardappelen, kleding en beddegoed. Via thuisbezoek werd gecontroleerd of een gezin daadwerkelijk bedeling nodig had.