Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Sint Antonius molen: verschil tussen versies

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 103: Regel 103:
[[Categorie:Maalderij]]
[[Categorie:Maalderij]]
[[Categorie:Molenstraat]]
[[Categorie:Molenstraat]]
{{DEFAULTSORT: Molen Sint Antonius Molen}}
{{DEFAULTSORT:Sint Antonius Molen}}
[[Categorie:Gebouwen]]
[[Categorie:Molens]]
{{appendix}}
{{appendix}}

Versie van 8 aug 2022 10:57

Molen Sint Antonius met het varken
Molen de Molenstraat.jpg
Molenstraat 17b.
Gereed 1837.
Bouwpartners
Eigenaar Egidius van Will
Aannemer C. van Oyen. en J. Schoonwater.


Sint Antonius molen Molenstraat 17b (1845 - 1993) [1]

In tegenstelling tot veel Brabantse dorpen kun je zeggen dat Schijndel een echt molendorp was. Vanaf de 13e eeuw stonden er diverse molens. Een er van was de ronde stenen bergkorenmolen genaamd ‘Sint Antonius met het varken’, gevestigd in de Molenstraat.
Toen de toenmalige Schijndelse molenaar E.J. van Will vernam dat een tweede molen op de Pegstukken werd gebouwd door De Backer uit België besloot hij, uit concurrentiezucht, nog een stenen molen te bouwen op een afstand hemelsbreed ongeveer 260 meter.
In deze molen, opgericht door molenaar Egidius van Will, was ook een olieslagerij ondergebracht.
De eerste molenaar was een zekere Christiaan van Will, geboren te Oirschot in 1828, die omstreeks 1839 bij Egidius, molenaar van de Catharinamolen aan de Hoofdstraat, komt inwonen tot 1863.
Zijn opvolgers waren Peter en Theodorus Bastian, geboren te Heeze (geboren respectievelijk 1835 en 1841).
In 1894 volgden de gebroeders Gerardus en Antonius van Lieshout, geboren in Schijndel respectievelijk 1872 en 1875, Peter Bastian als molenaar op.
Nadat in 1906 de gebroeders van Lieshout naar Boxtel vertrokken, heeft Peter van Lieshout met behulp van een knecht de molen bemalen.
Van 1911 tot omstreeks 1930 heeft de in Berlicum geboren Arnoldus Pijnenburg (geboren 1878) de molen bemalen. Arnoldus nam de molen indertijd over van de familie van Lieshout.
De volgende molenaar was Albertus Antonius Derks geboren in Overasselt. In de periode van Derks als molenaar is de molen in 1944 getroffen door granaatvuur en werd verder malen onmogelijk. 26 juni 1946, meldt Derks dat de molen, gezien de vele mankementen, niet herbouwd zal worden. Dit ondanks een toezegging dat de Hollandse Molen een subsidie zou verlenen. Enige tijd later zijn de wieken en de kap verwijderd, waarna alleen de molenromp resteerde. De bruikbare onderdelen werden in het blad "De Molenaar" van 6 augustus te koop aangeboden.
In 1954 vertrok molenaar Derks met zijn gezin naar Canada en verkocht de molen(romp) aan Wilhelmus E. den Ouden die er nog een machinale maalderij heeft gerund.
Uiteindelijk zou het molencomplex ‘door gebruik te maken van luchthamers’ in 1993 gesloopt worden.

Tijdens de expositie over de Schijndelse molens bij gelegenheid van het 150-jarig bestaan van de “Molen De Pegstukken" op 9 en 10 september 1995, werd meermalen de vraag gesteld wat de toevoeging "met het varken" bij de naam Sint Antonius voor de voormalige molen in de Molenstraat inhield. Het simpelste antwoord wat gegeven kon worden was: ter onderscheiding van de diverse "Sint Antoniussen" die men kende.
En inderdaad, in de Katholieke Kerkgeschiedenis zijn er meerdere heiligen die de naam Sint Antonius dragen: Zo viert de katholieke kerk op 10 mei het feest van de Heilige Antonius, bisschop en belijder. Hij was een monnik van de Orde der Predikheren, die door Paus Eugenius IV werd opgemerkt als zijnde "buitengewoon deugdzaam en geleerd". Deze Antonius leefde in de 15e eeuw en werd benoemd tot Aartsbisschop van Florentië. Hij werd bewonderd om zijn nederigheid, grote liefde en hoge wetenschap. Hij stierf in armoede in 1492.
Op 13 juni viert de Katholieke kerk de dag van de Heilige Antonius van Padua. Deze Antonius was een navolger van Sint Franciscus en blonk vooral uit als leraar in de godgeleerdheid. Door zijn heiligheid en zijn welsprekendheid heeft hij talrijke ketters bekeerd. Dit bezorgde hem de bijnaam "Hamer der Ketters". Hij stierf in 1231.
In Padua bloeide enige eeuwen later nog een Heilige Antonius op, die de officiële naam van Heilige Antonius Maria Zaccaria draagt. Hij was geboren te Cremona (Italië) en behaalde in Padua de titel "doctor in de geneeskunde". Deze Antonius werd echter priester en ook de stichter van de congregatie der Barnabieten. Hij stierf zeer jong, slechts 37 jaren oud in 1539.

Orde de Antoinetten.


Vele malen ouder werd de Heilige Antonius Abt. Deze stierf in 356 als kluizenaar op de leeftijd van 105 jaar. Het is deze Sint Antonius die later de toevoeging kreeg "met het varken".
Waarom deze toevoeging? Aanvankelijk dacht men dat het varken (zwijn) de duivel verbeeldde en dat men hiermede de strijd van Antonius tegen de boze geesten wilde benadrukken. In de elfde eeuw volgt echter de oplossing . Anno 1095 stichtte de Franse edelman Gaston de St. Didier de la Motte de Orde der Antonieten. Hij deed dit uit dankbaarheid omdat zijn zoon, die aan moederkorenvergiftiging leed, genezen was.

Teunisvarkens.

De Orde der Antonieten trok vele gelovigen aan en stichtte maar liefst 369 hospitalen in West-Europa. Speciale zorg besteedden deze ordebroeders aan lijders behept met de moederkorenvergiftiging, een huidziekte die ook heilig vuur werd genoemd en later ook wel Sint Antoniusvuur. De Antonieten hadden bepaalde voorrechten. Een er van was dat zij hun varkens vrij mochten laten rondlopen in de steden waarin zij gevestigd waren. Omdat deze "Teunísvarkens" een klokje of belletje droegen waren zij herkenbaar voor de middeleeuwse lieden. Mogelijk is de aanwezigheid van het varken bij de afbeelding van Sint Antonius Abt om bovengenoemde reden verklaarbaar.

Dronken mannen.

A. van Dort - van Deursen verhaalt in haar artikel dat de boerinnen hun mannen graag dronken zagen thuiskomen van de bedevaart naar Sint-Antonius. Ze zagen daarin een goed teken: de varkens zouden dat jaar dan weer veel drinken van het vloeibaar voer en dus zouden ze zeker goed vet worden.

Moederkoren.

Moederkoren (Claviceps Purpurea Pat.) behoort tot de groep der lagere zwammen. Dikke, harde tot korrels vergroeide zwamdraden nestelen zich onder andere in korenaren en de halmen van raaigras. Vanuit die zwarte korrels kunnen in het voorjaar rode paddenstoeltjes tevoorschijn komen, die de eigenlijke sporendragers zijn. De sporen ontwikkelen zich tot zwamdraden met een suikerafscheidíng. Die suikerafscheiding trekt insecten aan, die dan weer voor de verdere verspreiding van de moederkoren zorgen. Voordat men de schadelijkheid van de zwarte korrels onderkende, werden díe soms met het koren meegemalen, hetgeen de zogenaamde kríebelziekte tot gevolg had. Soms had deze ziekte de dood tot gevolg. Toch werd er van de moederkoren vroeger in de geneeskunde gebruik gemaakt.


Sint Antonius met het varken.
Molenstraat 17b - 02.jpg
Molenstraat 17b.
Gebruik Buiten gebruik.
Gereed 1837.
Bouwpartners
Aannemer C. van Oyen. en J. Schoonwater.

Monumenten Inventarisatie Project 1990 [2]

Sint Antonius met het varken
Bergkorenmolen 1837.

Buiten gebruik.
C. van Oyen. en J. Schoonwater.
Handvorm baksteen. Rondboog ijzeren vensters.
Molenaarshuis onder zadeldak, sterk verbouwd.
Laaddeur in zolderetage nog aanwezig.
Cultuurhistorisch belang.
Kap en wieken zijn weg.

Fotoalbum

Fotoalbum Sint Antonius molen

Bronnen, noten en/of referenties
  1. De Pegstukken 1845 - 1995 en andere Schijndelse molens.
  2. MIP gemeente Schijndel 1990, bladzijde 64