Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Schouten, schepenen en dorpsbesturen

Uit Schijndelwiki
Versie door Hvdbrand (overleg | bijdragen) op 21 feb 2020 om 18:53 (Nieuwe pagina aangemaakt met '=== '''Hoog- en laagschout en kwartierschouten''' === De hertogen van Brabant hebben het bestuur van deze regio in handen gegeven aan hun directe plaatsvervangers...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Hoog- en laagschout en kwartierschouten

De hertogen van Brabant hebben het bestuur van deze regio in handen gegeven aan hun directe plaatsvervangers nl. de verschillende schouten. Zo kennen we de hoogschout en de laagschout van ’s-Hertogenbosch aan het hoofd van de Meierij. De hoogschout treedt in hoofdzaak op in criminele en de laagschout in civiele zaken. Het Meierijse grondgebied wordt vervolgens vanwege de bestuurbaarheid ervan in vier kwartieren verdeeld nl. Peelland, Kempenland, Oisterwijk en Maasland. Aan het hoofd van elk kwartier wordt een kwartierschout aangesteld, die ook weer een stadhouder of vervanger onder zich heeft. Die kwartierschout belegt o.a. vergaderingen met afgevaardigden van alle plaatsen in zijn kwartier. Zo zijn er tot op de dag van vandaag van Peelland archiefstukken te raadplegen zoals notulen van de kwartiersvergaderingen, particuliere rekeningen van de kwartierschouten, declaraties van allerlei afgevaardigden vanuit de kwartiersvergadering en tenslotte de kwartierscorrespondentie.

Schijndel onderdeel van kwartier Peelland

Het kwartier Peelland is het grootste van de vier kwartieren. Aanvankelijk is Sint-Oedenrode de hoofdplaats, maar in een latere periode wordt die rol overgenomen door Helmond. Het valt samen met het grootste deel van ZO-Brabant en omvat de volgende plaatsen: Aarle-Rixtel, Asten, Bakel en Milheeze, Beek en Donk, Budel, Deurne en Liessel, Erp, Geldrop, Heeze en Leende, Helmond, Liempde, Lierop, Lieshout, Maarheeze, Mierlo, Nuenen met Gerwen en Nederwetten, Schijndel, Someren, Son en Breugel, Soerendonk, Sterksel, Stiphout, St. Oedenrode, Tongelre, Veghel en Vlierden. De reguliere vergaderplaats is vanaf eind 16e eeuw herberg de Wildeman in Helmond. De structuur van die kwartieren is blijven bestaan tot aan de Franse Tijd. In het wapen van het kwartier Peelland prijken drie molenijzers.

Dorpsbestuur in 1309

Elk dorp binnen het kwartier bekleedt overigens een zelfstandige positie. Als de hertog van Brabant op 6 december 1309, dus 700 jaren geleden, de bekende uitgiftebrief van de gemene gronden uitvaardigt, geeft hij aan de inwoners het gebruiksrecht over de woeste gronden. Men mag aannemen dat toentertijd al een dorpsbestuur actief moet zijn geweest waaraan hij die brief heeft geschreven. De hertog geeft ook de exacte begrenzing aan van het grondgebied. Het is dit schrijven uit 1309 dat door het gemeentebestuur van Schijndel beschouwd wordt als dé basis om in 2009 het 700-jarig bestaan te vieren! Men ziet hierin een vorm van legalisatie van een schepenbankcollege dat het Schijndels grondgebied in eigen beheer krijgt. Schout en schepenen, vormen samen de schepenbank, een college van zeven wijze mannen. Ze worden benoemd door de kwartierschout van Peelland. Dat college bestuurt en regelt tegelijk de lokale rechtspraak. In de praktijk worden deze bestuurders bijgestaan door diverse andere functionarissen. Dat zijn o.a. de dorpssecretaris en zijn vervanger en de aangestelde bode, armmeesters (ook wel H. Geestmeesters genoemd), de kerkmeesters en de ‘borgemeesters’ verantwoordelijk voor de dorpshuishouding en aanverwante zaken. Verder collecteurs van allerhande belastingen, een vorster of schutter verantwoordelijk voor orde en veiligheid op straat samen met de nachtwaker die in de avonduren zijn ronde maakt. Tenslotte de gezworenen als vertegenwoordigers van de verschillende hertgangen of gehuchten.

De Bodem van Elde, een apart gebied

Vrij kort na de uitgifte van 1309 volgt een nieuw hertogelijk schrijven. Dit betreft het gebied dat nu nog bekend is als de Bodem van Elde. Op 13 juni 1314 wordt de westelijke helft van Schijndel met de hertgangen Borne en Elde door de hertogelijke rentmeester in erfpacht gegeven aan vier lokale heren uit resp. Sint Oedenrode, Boxtel, Schijndel en Gemonde. Vier rechtsgebieden ofwel Vier Gemalen, nog herkenbaar in van de straatnamen binnen de Bodem van Elde. Deze heren treden op namens alle inwoners van dit territorium. Ze krijgen de opdracht een deugdelijk reglement te ontwerpen met allerlei verordeningen en maatregelen t.a.v. het gebruik van dat gebied. Dat reglement wordt ter goedkeuring uiteraard voorgelegd aan de hoogschout van ’s-Hertogenbosch. De Bodem van Elde komt onder toezicht te staan van acht schutters, van ieder dorp twee, die een eed van trouw moeten afleggen. Onrechtmatig gebruik van dit grondgebied wordt beboet. Naast het gebruik is ook het onderhoud van de wegen en waterlopen e.d. prima geregeld. In 1802 heeft de bekende landmeter Hendrik Verhees een mooie kaart getekend van de Bodem van Elde. In dat jaar wordt ‘de Bodem’ na een bestaan van bijna vijf eeuwen onder de vier gemeenten verdeeld.

Een eigen zegel en gemeentewapen

Een dorpsbestuur wat zichzelf respecteert hanteert een zegel of een wapen. Van de oude schepenbank Schijndel heeft burgemeester Piet Verhagen in de tweede helft van de 19e eeuw de tot dan toe bekende schependomszegels nagetekend nl. een model uit resp. 1382, 1636 en 1819. In 1815 vraagt het gemeentebestuur bij de Hoge Raad van de Adel een nieuw wapen in azuurblauw aan met de beeltenis van Sint Servatius erin met in zijn rechterhand de kromstaf en in zijn linkerhand een rozenkrans. In 1950 wil het gemeentebestuur graag overgaan tot wijziging van dit wapen. Het zal tot aan het Koninklijk Besluit van 14 april 1958 duren eer de definitieve goedkeuring binnen is en dan krijgt Schijndel een wapen met de volgende kenmerken: het wapenschild is verdeeld met links in goud drie wassenaars van sabel, herinnerend aan het familiewapen van de familie Van der Leck en geplaatst 2 boven en 1 onder, met daaronder in zilver een jonge eikenboom van sinopel; rechts de H. Servatius met in de rechterhand de kromstaf en zijn linkerhand een sleutel, alles van goud; tenslotte boven het schild een gouden kroon van drie bladeren en twee parels. Als toelichting wordt dan nog aangegeven dat de eivormige afbeeldingen in de kroonvoet rood zijn en de ruitvormige groen. De inkijk in de kroonvoet is rood en de parels tussen en op de kroonbladeren behoren in zilver te worden weergegeven.

Van raadkamer naar raadhuis

Een bestuurscollege vraagt natuurlijk om vergaderruimte. Van het oude dorpsbestuur is uit de middeleeuwse periode helemaal niets bekend. In 1663 pas krijgen we in de oude archieven een aanwijzing dat men vergadert in een van de kamers van herberg de Valk, gelegen naast het huidige pand Hoofdstraat 85. Daar zou ook een lindeboom gestaan hebben en een aanplakbord. In de 18e eeuw bouwt men een eenvoudig raadhuis en schooltje op het kerkhof van de Servatiusparochie. Naarmate de gemeente groeit is er behoefte aan een ruimer gebouw en daarom laat men in 1791 een zeer fraai raadhuis bouwen in de Hoofdstraat, naast het huidige pand van slagerij Van Rooij uit 1893. Dat raadhuis is in 1944 tijdens de granaatweken dusdanig verwoest dat het uiteindelijk is gesloopt. Tijdelijk heeft men toen villa Rozenburg in gebruik genomen als gemeentehuis, waarna in 1957 het gebouw aan de Markt is betrokken. In de jaren ’90 van de 20e eeuw is dat weer fors uitgebreid, zodat alle gemeentelijke afdelingen onder één dak konden worden ondergebracht.

Veranderingen in en na de Franse Tijd

Nadat de Fransen ons land zijn binnengevallen in 1794-1795, volgt een periode tot 1813 waarin de invloeden vanuit Frankrijk merkbaar worden. Dat betreft met name de visie van Napoleon op een aantal zaken. Bestuurlijk en qua wetgeving gaat er veel veranderen. De functie van de oude schepenbanken maakt plaats voor een college van een lokale burgemeester met zijn wethouders. Qua rechtspraak in burgerlijke zaken valt Schijndel tot 1838 onder het vredegerecht van Sint-Oedenrode, na 1838 onder kantongerecht Boxtel en vanaf 1877 kantongerecht Veghel. Zwaardere civiele zaken en strafzaken vallen onder de rechtbank van het arrondissement Eindhoven en vanaf 1877 die van ’s-Hertogenbosch. Er verschijnt een wetboek van strafrecht. De Burgerlijke Stand wordt ingevoerd, evenals de dienstplicht. Voorbereidingen worden getroffen voor de uitwerking van nieuwe vormen van grondbelasting waaraan in 1832 de invoering van het kadaster wordt gekoppeld. In deze periode wordt de basis gelegd voor nieuwe maatschappelijke structuren. Nadat het Koninkrijk der Nederlanden een feit is geworden, ziet men de koningen met hun ministers hard werken aan een nieuwe infrastructuur, een uitgebreid wegen- en waterwegennet, kortom, de toestand van vóór 1795 keert niet meer terug. Schijndel krijgt betere verbindingswegen de zgn. grindwegen met de omliggende gemeenten. Ook de aanleg van de Zuid-Willemsvaart zal van invloed zijn op de algemene economische positie. De huidige regelgeving en bestuursstructuur is veelal te herleiden tot deze vernieuwingsgolf op Franse leest geschoeid.