Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Schijndel in de vroege historie: verschil tussen versies

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
 
Regel 8: Regel 8:


[[Categorie:Historisch feitje]]
[[Categorie:Historisch feitje]]
[[Categorie:Archeologie]]
[[Categorie:Geologie/Geografie]]

Huidige versie van 25 aug 2020 om 10:37

Zo'n 5000 jaren geleden bestond het gebied rond Schijndel meestal uit gesloten broekbossen met bomen als de den en de berk, later geleidelijk gevolgd door bomen als de beuk, de iep, de zwarte els, de es en de linde, met op de drogere gronden de berk, winter- en zomereik en linde.
Vaak hele dichte bossen en historische veldnamen als namen als "’t Woud", "’t Donkerwoud" en "’t Eerderwoud" geven iets van die sfeer weer. Daar tussenin lagen uitgestrekte heidevelden, die later worden aangeduid met de naam “gemeynt”. Prehistorische vondsten o.a. op Smaldonk zijn het bewijs dat onze omgeving al vroeg bewoond is geweest door rondtrekkende bevolkingsgroepen en later de eerste boeren, die voor vastere woonplaatsen kozen. Op dat moment worden wat grootschaliger ontginningen aangepakt door met name bosontginningen. Oude plaats- en veldnamen die naamselementen in zich hebben als bos, hout, rode, laar, lo, raai, woud e.d. getuigen daarvan.

In de tijd van de Romeinen en de latere Middeleeuwen is er sprake van meer permanente bewoning, ook al waren het nog maar zeer kleinschalige woonkernen of gehuchten. In de meeste gevallen een kleine dorpskern rondom de kerk en verder weg gelegen enkele hoeven met omliggende landerijen, met voor de bewoners een gemeenschappelijke akker, bekend als de gehuchtakker zoals bv. de Schootakker op de Schoot.

Waar veel mensen gebruik maken van de grond, moeten goede afspraken gemaakt worden. Zo ontstonden de zogenaamde "dorpskeuren", een serie voorschriften of gemeenschappelijke regelingen, waarbij door het dorpsbestuur ook meteen het boetesysteem werd geregeld om overtreders van die keuren te kunnen beboeten.
Die uitgestrekte heidevelden waren echter in principe eigendom van de hertog van Brabant. De bewoners van de Brabantse dorpen gebruikten die gronden wel, maar van een wettig geregeld gebruiksrecht was eigenlijk nog geen sprake.