Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Schijndel en de Franse bezetting 1793 - 1795

Uit Schijndelwiki
Versie door Jan van Weert (overleg | bijdragen) op 15 feb 2022 om 13:49 (→‎Generaals en legeroversten)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen


Schijndel en de Franse bezetting 1793-1795[bewerken | brontekst bewerken]

Betekenis van de bezetting voor de inwoners.[bewerken | brontekst bewerken]

Reeds in 1793 wordt de plattelandslandsbevolking ingezet bij transporten, levering van hooi en strooi ten behoeve van het paardenvolk, vervoer van oorlogsbagage en kanonnen e.d. met tochten van soms dagenlang en tegen een geringe vergoeding.
De heemkamer Schijndel is in het bezit van een overvloed aan documentatie over deze periode. Er zijn lijsten van Schijndelse voorouders, steeds met naam en toenaam, die hun concrete bijdrage hebben geleverd in de periode 1793-1795 met paard en kar, en betrokken waren bij allerlei oorlogsleveranties aan respectievelijk: Pruisische, Hessische, Hannoveraanse en Franse troepen, waarbij men moet denken aan haver, vlees, bijlen, schoppen, karren en het bakken van broden voor de legereenheden. Het dagelijkse leven van de Schijndelse boerengezinnen moet totaal ontwricht zijn geraakt in die dagen, nog even buiten beschouwing gelaten wat er aan materiële schade is toegebracht aan het landschap door het kapot rijden van allerlei zandwegen, het veelvuldig kappen van bomen en andersoortige vernielingen in de natuur.

In te leveren paarden in 1794[bewerken | brontekst bewerken]

De heemkundekring Schijndel is in het bezit van een lijst bewaard uit december 1794 over al of niet geleverde paarden uit de diverse gehuchten, volgens de aloude gehuchtindeling nl. Wijbosch, Lutteleind, Borne, Elschot en Broekstraat. Men komt dan op een totaal van 153 goedgekeurde en 38 ongeschikt verklaarde paarden om te dienen voor de vreemde legers.

Gecheckt in de onderscheiden gehuchten het volgend aantal landbouwbedrijven:

Op sommige bedrijven had men de beschikking over meerdere paarden. Denk bijvoorbeeld aan de moleneigenaren met hun paardenmolens en bij andere gezinnen ontbrak enige vorm van paardenkracht.

Generaals en legeroversten[bewerken | brontekst bewerken]

Uit 1795 dd. 16 april is een lijst bewaard gebleven waarin men de balans heeft opgemaakt over het jaar 1794. Het interessante van die specificatie is dat er diverse generaals en legeroversten in worden genoemd of oorlogscommissarissen.

  • Zo heeft men aan commissaris Le Vibrie 146 koeien moeten afstaan en aan generaal Daandels die te Sint Oedenrode lag met zijn legereenheid 4 koeien.
  • Aan commissaris Gérard 7 paarden en nog eens drie jonge paarden van boven de 18 maanden oud.
  • Aan de commissaris verantwoordelijk voor allerhande levensmiddelen zijn geleverd aan het magazijn te ’s-Hertogenbosch 1764 vaten haver.
  • Aan commissaris Herbin te Boxtel 200 vaten.
  • Aan generaal Daandels te Sint Oedenrode 168 vaten.
  • Aan een detachement huzaren van Luxtelet te Veghel 40 vaten.
  • 72 vaten roggemeel aan de divisie van generaal Delmar te Roosendaal.

In totaal heeft Schijndel 83.800 ponden hooi moeten aanleveren voornamelijk voor Franse huzaren in de regio. Ter verdediging van de linies worden onder de bevolking zogenaamde pioniers gevorderd in totaal 81 manschappen die in dienst van generaal Daandels onder andere verdedigingswerken rondom het garnizoen van ’s-Hertogenbosch in stand moesten houden namelijk in Empel en Groot Deuteren.
Schijndel was bovendien goed voor 254 schoppen, 78 bijlen en 5 aksen onder andere ten dienste van de Franse officier Valet dienende onder generaal Kleber.
Ten behoeve van de opgeworpen schansen heeft de Schijndelse bevolking op verzoek van officier Rietveldt 9800 schanskorven ter beschikking gesteld.
Commissaris Mortelmans eiste het nodige hout op zodat vanuit Schijndel maar liefst 78 volle karren zijn getransporteerd naar het voorraadmagazijn in ’s-Hertogenbosch.
Tenslotte meldt de specificatie dat er, ondanks zorgvuldige controle, toch duizenden ponden strooi zijn weggehaald evenals hammen, spek, andere levensmiddelen, tonnen bier.

De dagen dat men belast is geweest met transportdiensten levert van alle Schijndelaren de som op van 5922 dagen legerdiensten. Ter herinnering aan de Fransen kent Schijndel nog een interessante veldnaam in de omgeving van de Molenheide met de klinkende naam de Franse Tafel’.