U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden. Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel. |
Nieuwegaard: verschil tussen versies
kGeen bewerkingssamenvatting |
|||
| Regel 6: | Regel 6: | ||
Namen die verwijzen naar de brouwerij, de herberg en het daar achter gelegen huis Sint Joris in de jaren 1700 en verder. <br> | Namen die verwijzen naar de brouwerij, de herberg en het daar achter gelegen huis Sint Joris in de jaren 1700 en verder. <br> | ||
Op de genoemde locatie stond een winkeliers- of neringdoende woning genaamd De [[Keulse Kar|Keulsche Kar]], in 1749 geschreven als Ceulse Kar. Van 1907 tot en met 1968 heeft [[Huize Nieuwegaard]] daar gestaan. | Op de genoemde locatie stond een winkeliers- of neringdoende woning genaamd De [[Keulse Kar|Keulsche Kar]], in 1749 geschreven als Ceulse Kar. Van 1907 tot en met 1968 heeft [[Huize Nieuwegaard]] daar gestaan. | ||
=== '''Herbergen aan een handelsroute<ref>Goud in Schijndel, bladzijden 26 en 27</ref>''' === | |||
Op de hoek van de Hoofdstraat en de Groeneweg lagen in het begin van de zeventiende eeuw de herbergen de Keulse Kar, de Roode Leeuw en Sint Joris. Het centrum van Schijndel was tientallen herbergen rijk en zij bepaalden het straatbeeld in de zeventiende en achttiende eeuw.<br> | |||
De Roode Leeuw lag aan de Hoofdstraat en iets meer naar het centrum. De Schijndelse Roode Leeuw zou in de tweede helft van de zeventiende eeuw in bezit zijn geweest van de Van Amstels, de familie van zeeheld Jan van Amstel. Een en ander is af te leiden uit een omschrijving van de Keulse Kar, waarbij als belending Elisabeth van Amstel wordt genoemd (de zuster van Jan). In 1622 wordt melding gemaakt van een brouwerij van de familie Nicolaes Oetrus van Grinsven, secretaris van Schijndel. Deze brouwerij omvatte een huis, schuur, brouwhuis, bakhuis en een hof met aangelegen land. Deze bezittingen zijn in 1633 bij erfenis overgegaan naar Hendrick van Amstel, de vader van Jan van Amstel.<br> | |||
In 1687 wordt de Roode Leeuw omschreven als een huis met brouwhuis, schuur, hof, boomgaard en landerijen, ruim 1.5 hectare groot. In 1792 bestaat de Roode Leeuw uit een huis met daarachter een achterhuis, een schuur, stallingen, een hof en een boomgaard met akkers en houtwassen. Er wordt niets meer vermeld over een brouwerij!<br> | |||
De Keulse Kar en de Roode Leeuw waren beide grote herbergen die ruim gasten konden ontvangen. De Keulse Kar had zeventien slaapplaatsen of bedsteden.<br> | |||
Achter de Keulse Kar aan de Groeneweg lag nog een derde herberg, Sint Joris. Deze bestond in 1805 uit een huis met stalling en schuur en telde acht bedsteden. Samen met de Keulse Kar zorgde Sint Joris voor de gemeenschappelijke perceelscheiding, de put en de afrastering langs het bleekveld. | |||
[[Categorie:Straten/Adressen]] | [[Categorie:Straten/Adressen]] | ||
{{appendix}} | {{appendix}} | ||
Versie van 3 jun 2022 18:19
Nieuwegaard
Besluit burgemeester en wethouders 27 september 2005.[1]
In het kader van de ontwikkelingen op de hoek Hoofdstraat – Groeneweg is toegekend de straatnaam Sint Jorisplein.
Ook de nieuwbouw op die locatie heet in de volksmond De Roode Leeuw.
Namen die verwijzen naar de brouwerij, de herberg en het daar achter gelegen huis Sint Joris in de jaren 1700 en verder.
Op de genoemde locatie stond een winkeliers- of neringdoende woning genaamd De Keulsche Kar, in 1749 geschreven als Ceulse Kar. Van 1907 tot en met 1968 heeft Huize Nieuwegaard daar gestaan.
Herbergen aan een handelsroute[2]
Op de hoek van de Hoofdstraat en de Groeneweg lagen in het begin van de zeventiende eeuw de herbergen de Keulse Kar, de Roode Leeuw en Sint Joris. Het centrum van Schijndel was tientallen herbergen rijk en zij bepaalden het straatbeeld in de zeventiende en achttiende eeuw.
De Roode Leeuw lag aan de Hoofdstraat en iets meer naar het centrum. De Schijndelse Roode Leeuw zou in de tweede helft van de zeventiende eeuw in bezit zijn geweest van de Van Amstels, de familie van zeeheld Jan van Amstel. Een en ander is af te leiden uit een omschrijving van de Keulse Kar, waarbij als belending Elisabeth van Amstel wordt genoemd (de zuster van Jan). In 1622 wordt melding gemaakt van een brouwerij van de familie Nicolaes Oetrus van Grinsven, secretaris van Schijndel. Deze brouwerij omvatte een huis, schuur, brouwhuis, bakhuis en een hof met aangelegen land. Deze bezittingen zijn in 1633 bij erfenis overgegaan naar Hendrick van Amstel, de vader van Jan van Amstel.
In 1687 wordt de Roode Leeuw omschreven als een huis met brouwhuis, schuur, hof, boomgaard en landerijen, ruim 1.5 hectare groot. In 1792 bestaat de Roode Leeuw uit een huis met daarachter een achterhuis, een schuur, stallingen, een hof en een boomgaard met akkers en houtwassen. Er wordt niets meer vermeld over een brouwerij!
De Keulse Kar en de Roode Leeuw waren beide grote herbergen die ruim gasten konden ontvangen. De Keulse Kar had zeventien slaapplaatsen of bedsteden.
Achter de Keulse Kar aan de Groeneweg lag nog een derde herberg, Sint Joris. Deze bestond in 1805 uit een huis met stalling en schuur en telde acht bedsteden. Samen met de Keulse Kar zorgde Sint Joris voor de gemeenschappelijke perceelscheiding, de put en de afrastering langs het bleekveld.
| Bronnen, noten en/of referenties |