Mokka Weij straatje

Mokka Weij straatje en de familie Van de Weijenberg

Familie Van de Weijenberg Jan Jacobus van de Weijenberg (geboren 1860 in Dinther), in 1883 gehuwd met zijn vrouw Martina Hegelaars (1859-1930) krijgen in het Wijbosch, Zandkantsestraat 60 (nu Loosbraak) 15 kinderen. Hiervan komen er 10 te overlijden voordat ze 14 jaar zijn. De andere 5 kinderen zijn: 1. Mina (Johanna Maria 1886-1969)
2. Toon (Antonius 1888-1903 dagloner)
3. Willem (Wilhelmus 1889-1970)
4. Piet (Petrus 1895-1975) gehuwd met Maria Beckers, werkte bij Jansen De Wit als breier en portier
5. Hendrika (1901-1983) treedt als zuster Bernardo in klooster Sparrendaal.

Mina (1886-1969) is vrijgezel en een bij iedereen bekend vrouwtje, als zijnde “Mina van ’t gemeentehuis ” ook wel “Mina Weij” genoemd. Ze was van haar 29e tot haar 63e schoonmaakster in het gemeentehuis (1915-1949) Zij was een vreselijk harde werkster en je moest haar daarbij niet in de weg gaan staan. Zij zwaaide als het ware de scepter over het gemeentehuis en het gemeentehuis was dan ook haar huis. Een van haar vaste taken was het stoken van 6 kachels. Na de oorlog liep ze met een kruiwagen door het gebouw (noodgemeentehuis) en dan gooide ze de blokken hout ruwweg op de grond. Eens wilde enkele ambtenaren haar wat helpen door de blokken netjes naast de kachel op te stapelen maar daar moest Mina niets van hebben en gooide ze alle blokken weer door elkaar. Niemand had zich met haar werk te bemoeien! Mina was bij iedereen graag gezien; als ze jarig was kwamen alle ambtenaren en de zoon en de dochter van burgemeester Janssens haar in het Wijbosch feliciteren. Mina had de borreltjes dan al klaar staan. Ze vergaten haar verjaardag nooit. Bij haar afscheid in 1949 ontving zij de eremedaille in brons verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau. Mina bleef tot aan haar dood in het stamhuis (Zandkantsestraat 60, nu Loosbraak) van de familie wonen, maar kwam echter te overlijden in het ziekenhuis in Den Bosch. Mokka Weij straatje.

Willem (1889-1970), is van 1903 tot 1953 dus 50 jaar in dienst bij de gemeente als straatveger. Hij trouwt in 1916 met Adriana van de Sanden. Adriana (roepnaam Jana) is ook een Wijbossche en ze krijgen samen 6 kinderen (1 zoon en 5 dochters) Tijdens hun huwelijk wonen ze volgens het huisnummerboek van januari 1945 op Hoofdstraat 98. Volgens dat boek wordt Hoofdstraat 96 bewoond door Van Heertum en Hoofdstraat 100 door Fr. J. van Roessel. Deze laatste 2 panden liggen beide aan de Hoofdstraat gescheiden door een oprit. Het straatje begon links van bakker Van Roessel (nu bakker Sneijers) en het straatje kwam uit schuin tegenover de kerktoren tussen pand Markt 12A (nu herenkapper) en pand Markt 13. (voorheen boekhandel Van Lier) Het huisje van Willem en Jana stond aan de rechtse kant (gezien vanaf de Hoofdstraat) van dit straatje achter bakker Van Roessel. Het waren de enige bewoners van het straatje. Aangezien Jana een klein/mollig vrouwtje was en waarschijnlijk mollig synoniem stond voor mokka is zo de naam van het Mokka Weij straatje ontstaan. Het straatje is nu alleen nog bereikbaar vanaf de kerk en nu een gezamenlijke achteringang voor de panden aan de Markt. Uit gegevens van het kadaster is op te maken dat er in 1966/1967 een ruiling met de gemeente heeft plaats gevonden waardoor een deel van het straatje eigendom is geworden van Van Roessel, waarna dat gedeelte later ook bebouwd is.

Jana en Willem gingen wekelijks te voet naar het Wijbosch om Mina, de zus van Willem, te bezoeken. Ze bleven dan overnachten in het bed van Mina die dan zelf de bedstee gebruikte. Jana werd tijdens een bezoek onwel, waarna door tussenkomst van huisarts Verstraaten, werd besloten dat ze “bediend” moest te worden. Omdat het die dag geijzeld had trok Willem sokken over zijn schoenen om naar Van Doleweerd te lopen om van daaruit de Wijbossche pastoor te bellen. Deze kwam echter niet om hij zelf erg ziek was. De pastoorsmeid gaf aan dat ze de Schijndelse pastoor maar moesten bellen omdat Jana immers ook uit Schijndel kwam. Deze kwam echter niet in verband met de ijzel. Uiteindelijk kwam de Wijbossche pastoor ondanks dat hij zelf ernstig ziek was. Het bloed liep uit zijn neus terwijl hij Jana de laatste eer bewees op 4 januari 1963. Omdat Jana zo ziek was geworden was ze inmiddels in de bedstee (in de huiskamer) gelegd omdat het daar aanzienlijk warmer was dan in de slaapkamer waar ze normaal gesproken logeerden. Na de ontvangst van de laatste sacramenten kwam ze snel te overlijden. Toen Van Galen (timmerman/grafkistenmaker) de kist kwam brengen was het lichaam van Jana nog niet aan het verstijven. Zo warm was het in het kleine kamertje c.q. bedstee!!

Enkele jaren na het overlijden van Jana ging Willem in de fundatiewoningen wonen in de Vicaris Aertsweg. Tot aan de dood van zijn zus Mina ging hij nog dagelijks vanaf zijn 74e tot zijn 80e te voet bij haar op bezoek in het Wijbosch. In de buurt (Vicaris Aertsweg) kwam er praat van dat hij nooit thuis was en hij zijn woning eigenlijk niet gebruikte. Echter 2 maanden na de dood van Mina kwam ook Willem te overlijden.

Bronnen, noten en/of referenties