Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Misdienaars: verschil tussen versies

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
k (Wijzigingen door Bbvdwiel (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Jan van Weert)
Label: Terugdraaiing
 
(Een tussenliggende versie door een andere gebruiker niet weergegeven)
(geen verschil)

Huidige versie van 1 mrt 2020 om 15:51

Misdienaars[bewerken | brontekst bewerken]

Opleiding tot misdienaar[bewerken | brontekst bewerken]

De opleiding van de misdienaars van de Sint Servatiusparochie centrum was toevertrouwd aan een Zuster van Schijndel. Naast uitgebreide cathechismusles leerde zij de misdienaars onder meer het “Confiteor” en het “Suscipiat”. De jongens moesten de Latijnse gebeden uit hun hoofd op kunnen zeggen. De zuster gebood de misdienaars met lange kousen te komen (lange broeken werden toen niet door kinderen gedragen) opdat het kerkvolk toch maar geen blote benen zou zien. Dat was onzedig! Eens werd een misdienaar naar huis gestuurd omdat hij een gat in zijn kous had en er daardoor een deel van zijn been te zien was. Ondanks het extra leerwerk en de verplichtingen die aan het misdienaarschap verbonden waren, was het geen probleem om genoeg misdienaars te vinden. Enerzijds had het hiermee te maken dat veel ouders er achterheen zaten dat zoonlief, zo hij daarvoor werd gevraagd, misdienaar werd. Anderzijds had het misdienaar zijn voor de schooljongens ook iets extra’s te bieden.

Voordelen voor een misdienaar[bewerken | brontekst bewerken]

Zo was men nogal eens een keer vrij van school vanwege het dienen van een huwelijks- of begrafenismis. Verder was het vanaf de jaren twintig gebruikelijk dat er een jaarlijks uitstapje voor de misdienaars werd georganiseerd. Vele jongens zagen al lang van tevoren naar het reisje uit. Het was een van de weinige keren dat men zo ver van huis ging, voor een heleboel kinderen was het misdienaarsreisje het enige uitstapje. Voor het dienen bij een uitvaartmis kregen de misdienaars omstreeks 1925 een stuiver. Dat geld moest in een potje gedaan worden, wat dan later voor het uitstapje gebruikt werd. Onder verwijzing naar de vergoeding bij een uitvaartmis was er een spot-litanie gemaakt. Die ging aldus:

  • De priester: Het kan me niet schelen waar de ziel heen gaat, als ik het geld maar heb van de uitvaart,
  • De misdienaar: Eij, eij, als ik m’n stuiver maar hei.