Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Mgr. Bekkersstraat

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Mgr. Bekkersstraat[bewerken | brontekst bewerken]

Raadsbesluit 14 maart 1969.[1][bewerken | brontekst bewerken]

Mgr. Bekkersstraat.
Voor meer details klik hier.
Mgr. Bekkersstraat.
Voor meer details klik hier.

In het raadsvoorstel met bijlagen is niet gemotiveerd waarom aan deze straat de naam van Mgr. Bekkers is gegeven.

Wilhelmus Marinus Bekkers, bisschop van ’s-Hertogenbosch, geboren te Sint-Oedenrode op 20 april 1908 en overleden te Tilburg op 9 mei 1966. Zoon van Willem Bekkers, landbouwer en Barbara Krol.
Bekkers volgde van 1921 tot 1927 middelbaar onderwijs in het kleinseminarie Beekvliet te Sint-Michielsgestel en studeerde vervolgens van 1927 tot 1933 filosofie en theologie in het groot-seminarie te Haaren (Noord-Brabant).
Priester gewijd op 10 juni 1933, werd de latere bisschop op 18 augustus 1933 benoemd tot kapelaan van de parochie van de H.H.Antonius en Barbara te ’s-Hertogenbosch. Zes jaar werkte Bekkers in deze snel groeiende arbeidersparochie, gelegen vlak buiten de oude stadsmuren van Den Bosch. Hij kreeg er alle gelegenheid om kennis te nemen van de geestelijke en materiële nood van de sociaal zwakkeren, juist in de periode van algemene werkloosheid en economische malaise.
Op 30 september 1939 werd kapelaan Bekkers rector van pensionaat Eikenburg te Eindhoven en vervolgens vervulde hij nog verschillende rectoraatsfuncties: in het St.Jozefgesticht te Hintham (7-8-1942), bij de zusters Carmelitessen te ’s-Hertogenbosch (8-12-1944) en aan de kweekschool Concordia in dezelfde stad (20-2-1948).
Zijn pastorale werk bewoog zich toen reeds op veel meer dan plaatselijk niveau. Hij was directeur van de diocesane katholieke actie, geestelijk adviseur van de Noordbrabantse Christelijke Boerenbond en van de diocesane Katholieke Arbeiders Beweging en in al deze activiteiten vervulde hij zijn plichten met nauwgezetheid, zonder blijk te geven van enige nieuwe of vernieuwende denkbeelden, daarin overigens niet afwijkend van de algemene houding en instelling der geestelijken van die tijd.
Op 24 februari 1956 benoemde mgr. Mutsaerts de in het Bossche diocees alom bekende en gewaardeerde rector Bekkers tot pastoor van de parochie van de H. Dionysius (’t Heike) te Tilburg. Nauwelijks tien maanden bleef pastoor Bekkers in Tilburg.
Op 19 december 1956 werd hij door paus Pius XII benoemd tot coadjutor met recht van opvolging van mgr. Mutsaerts, bisschop van ’s-Hertogenbosch en tot titulair-bisschop van Tasos.
Op 12 februari 1957 werd hij in de Bossche St.Jans kathedraal door mgr. Mutsaerts, wiens rechterhand en opvolger hij was geworden, tot bisschop gewijd.
Op 27 juni 1960 werd mgr. Bekkers als opvolger van mgr. Mutsaerts, die met emeritaat ging, residerend bisschop van ’s-Hertogenbosch, de 6e bisschop na het herstel van de hiërarchie in 1853. Mgr. Bekkers had vanaf einde 1961 een wijbisschop naast zich in de persoon van mgr. J.W.M. Bluyssen. Ondertussen had hij in zijn eerste bisschoppelijke brief, gedateerd op de dag van zijn ambtsaanvaarding 7 juli 1960, een aantal prioriteiten opgenoemd, waaraan hij zijn aandacht wilde geven: een goed samenspel met zijn priesters, het huwelijk, de jeugd en het gezin en de oecumene. Kort na zijn ambtsaanvaarding belegde mgr. Bekkers een serie bijeenkomsten met alle priesters van zijn bisdom, waarin hij duidelijk de uitzuivering van priesterleven en priesterarbeid aan de orde stelde en waarmee hij bedoelde enerzijds de priesters duidelijk te maken waaruit hun eigenlijke pastorale werk zou dienen te bestaan, anderzijds hun te leren dat dit werk moest worden verricht in een moderne tijd en derhalve met aangepaste werkmethoden. Daarbij wees hij op de noodzakelijkheid van samenwerking, maar ook op de noodzaak van gebed en blijvende studie.
In maart-april 1961 belegde hij een aantal bijeenkomsten met afgevaardigden van de parochies van het bisdom, waarin hij allereerst de sanering van de diocesane financiën door de invoering van de zogenaamde gezinsbijdrage aan de orde stelde, maar spoedig doorstiet naar meer Christen-zijn in deze tijd heette de toespraak, die de bisschop in het najaar van 1961 hield in twaalf plaatsen van zijn bisdom. Zichzelf voorstellende met Augustinus woord Vobis cum episcopus, vobiscum christianus benadrukte hij de verbondenheid van alle gelovigen, priesters en leken, geroepen om hun door het evangelie opgelegde verantwoordelijkheid te dragen in de wereld van nu. In een kort artikeltje in de diocesane Analecta 2 (1962) 31 sprak hij over deze eerste contacten als een Reveille van onze diocesane Kerk, een Kerk, die zich moet laten zien als een Kerk der Liefde. Dit reveille trachtte hij telkenjare levendig te houden door de zogenaamde pastorale gesprekken (gegroeid uit de zogenaamde pastorie-gesprekken, waaraan alleen door de clerus werd deelgenomen), die vanaf 1963 plaatsvonden. Onderwerpen waren de biecht (1963-1964), de eucharistie (1964-1965), de kerk in de wereld (1965-1966), het beroemde schema 13 van het Tweede Vaticaans Concilie. De bisschop hield zelf steeds de inleiding en de samenvattende slot-conferentie. In het najaar van 1965 namen twintigduizend mensen deel aan dit evenement, dat terecht als een diocesaan concilie is betiteld. Ook de oecumene had de warme belangstelling van bisschop Bekkers.
Sinds 1960 hadden er gezamenlijke adventsbijeenkomsten plaats in de St.Jans kathedraal en de bisschop nam het schema van de oecumene van het tweede Vaticaans Concilie door met reformatorische deskundigen. Zijn persoonlijke vriendschap met de praeses van de provinciale kerkvergadering van de Ned. Herv. Kerk in Noord-Brabant en Limburg, ds. N.K. v.d. Akker, stelde hem in staat tot vruchtbare oecumenische contacten en met name heeft hij het pastorale klimaat rond het gemengde huwelijk sterk verbeterd. Landelijke bekendheid verkreeg mgr. Bekkers vooral door de tv-toespraken in de KRO-rubriek Brandpunt, die hij vanaf het najaar van 1960 hield. Vooral zijn toespraken van 21 maart 1963, 17 juni 1964 en 31 juli 1964 maakten grote indruk. Bekkers, zeer goed op de hoogte van de huwelijksproblematiek van vele katholieken, pleitte voor een menselijke beleving van het huwelijk, juist vanuit liefde en verantwoordelijkheid voor elkaar. Zijn pleidooi voor de persoonlijke verantwoordelijkheid van de gehuwden ten aanzien van geboorteregeling en gezinsgrootte maakte diepe indruk en was binnen de Catholica, althans zo openlijk en duidelijk uitgesproken, een nieuw geluid. Zeer veel katholieken herkenden zich in de menselijke benadering, waarmee mgr. Bekkers het probleem behandelde. Een lawine van duizenden brieven was het gevolg van zijn tv-uitspraken. Tegenover de verwijten, dat hij vaagheid en onzekerheid verspreidde, wees Bekkers op de verantwoordelijkheid van het eigen geweten, maar niet minder op de dure plicht van goede gewetensvorming. Bekkers episcopaat viel nagenoeg samen met het Tweede Vaticaans Concilie. Zijn grote betekenis daar is geweest, dat hij in Rome een dialoog van de bisschoppen op gang heeft gebracht en daarmee in deze samenkomst van zovele bisschoppen de mogelijkheid aangreep om aan de bij hem en vele anderen in Nederland gerijpte ideeën een wijdere spreiding te geven. Bekkers vond de in Rome vervaardigde ontwerpteksten wereld- en levensvreemd. Hij nam, daarin geruggesteund door zijn theologisch adviseur prof dr. E.C.F.A. Schillebeeckx o.p., het initiatief om onder de aan het concilie deelnemende bisschoppen animadversiones (aantekeningen) bij de ontwerpschema’s te verspreiden, die ertoe hebben bijgedragen, dat, met onverkorte trouw aan Christus en de Kerk, de noden en bestaansvragen van de moderne mens een plaats kregen in Vaticanum II. Bekkers heeft op deze manier een beslissende bijdrage geleverd aan de doorbraak van het concilie.
Midden 1965 werd de gezondheidstoestand van de bisschop slechter. Van de 4e en de laatste zitting van Vaticanum II heeft hij slechts een gedeelte kunnen bijwonen. In het voorjaar van 1966 openbaarde zich een ernstige ziekte, waaraan hij op 9 mei 1966 overleed. Zijn uitvaart op 14 mei 1966 in de St. Jans kathedraal te ’s-Hertogenbosch werd een nationale gebeurtenis en toonde zeer juist aan, hoezeer hij met de liefde als wapen (caritas pro amis) velen had beïnvloed en enthousiast gemaakt. Het episcopaat van mgr. Bekkers kan met recht betiteld worden als het episcopaat van de persoonlijke pastoraal. De bisschop, die al voor zijn episcopaat door zijn werk op diocesaan niveau velerlei contacten had gelegd, wilde ook als bisschop zielzorger zijn, dicht bij de nood van de mensen. Voor de veranderingen en vernieuwing binnen de rooms katholieke kerk is Bekkers optreden van ongemeen grote betekenis geweest, al zou het onjuist zijn, zoals later wel eens ten onrechte is gepoogd Bekkers als een dogmatische modernist te kenschetsen. Evenals paus Johannes was Bekkers voor alles een man met een pastorale inslag, met grote zorg voor de mensen, maar hij veranderde daardoor in kerkleer of kerkopvattingen allerminst. Bekkers nagelaten bescheiden laten de conclusie toe, dat hij veel moeite zou hebben gehad met wat in Nederland na zijn dood met zijn kerk is gebeurd.

Raadsbesluit 9 januari 1992.[bewerken | brontekst bewerken]

Aansluitend aan bestaande straat.

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Schijndelse straatnamen, Heemkundekring Schijndel, oktober 2011