Welkom op Schijndelwiki - de encyclopedie voor Schijndel

U kunt ons steunen door lid van de Heemkundekring Schijndel te worden.

Klik HIER om lid te worden

Iedere dinsdagochtend zijn wij tussen 10 en 12 uur in de heemkamer: Cultureel Centrum 't Spectrum, Steeg 9 g, Schijndel.

Mariahoeve

Uit Schijndelwiki
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De Mariahoeve van boerderij tot economisch centrum [1]

Zijgevel van de Mariahoeve.
Voorgevel van de Mariahoeve.
Een kijkje in de veestallen van de Mariahoeve.
Een kijkje in de veestallen van de Mariahoeve.

Om in veel eigen behoeften te kunnen voorzien is het bestaan van een boerderij natuurlijk cruciaal. De boerderij van vóór en na 1873 lag aan de Kloosterstraat. Daar worden de bestaande gebouwen verder omheen gebouwd tot dienstgebouwen en in 1934 gaat men over tot de bouw van een nieuwe boerderij (de 3e) onder leiding van aannemer Van Sambeek.
Deze boerderij bestaat uit een woonhuis met daarachter de veestallen. Er zijn diverse officiële stukken bewaard gebleven die ons nader informeren over de kadastrale toestand ter plaatse. In een transportakte van 31 juli 1835 wordt Andries Verkuijlen genoemd die eigenaar wordt van een huis en erf, tuin en looierij in het gehucht Lutteleind aan de Heikant ter plaatse genaamd de Roskam sectie C 1923, 1924 en 1925. Belendende percelen zijn oostelijk de „Heikantschestraat‟, westelijk het gesticht van Johanna Hugo van Berkel beter bekend als de fundatie van Jenneken Huigen van Berkel, zuidelijk Goijaert van Stralen (ouderlijk huis van Zr. Delphine) en noordelijk de weduwe van Arnoldus Joost Verhagen. Op 24 februari 1864 verkopen de provisoren van de fundatie Van Berkel aan dezelfde leerlooier Andries Verkuijlen het noordelijk gedeelte van de tuin genaamd de Roskam. Uiteindelijk worden alle percelen van de leerlooier omgevormd tot een nieuw perceel sectie C 3776. In het jaar 1917 (de 24e mei) zijn het de kinderen Hendrikus, Hendrika, en Gerardus Verkuijlen die dat perceel doorverkopen aan de congregatie, met een clausule dat het huis gratis bewoond kan worden door een hunner, mits die dat wenst. Goed 10 jaren later (15 maart 1927) koopt de congregatie van Adrianus en Catharina Van Stralen het huis met de bakkerij, stallen, schuur en tuin pal tegenover het klooster kadastraal bekend als C 1921 en 1922. In de koopconditie is door notaris J.F. Baggen wel vastgelegd dat van de zijde van de koopster aan de familie Van Stralen tot aan hun dood kost en inwoning, verpleging en verzorging, „bewassching vuur en licht en geneeskundige behandeling‟ zal worden aangeboden. De woningen van de beide families Verkuijlen en Van Stralen worden in 1929 gesloopt en de oorspronkelijke percelen verenigd in kadasternummer C 3861, het stuk grond waar ten slotte de door architect Chr. van Liempd de „modelboerderij‟ gebouwd zal worden onder de naam Mariahoeve.
In de dagboeken lezen we nog dat op 23 mei 1940 de Duitse soldaten die ingekwartierd waren op de Mariahoeve zijn vertrokken. Tijdens straatgevechten in de Pastoor van Erpstraat krijgt het personeel opdracht de hoeve geheel te ontruimen omdat die ligt op de grens van het „niemandsland‟.
Op 24 november passeert een notariële akte betreffende de twee woningen op Schootsestraat 1 op het terrein van de Mariahoeve. Het gaat om de percelen onder de Roskamp sectie C 2561, 3777 en 3778. In 1962 begint de firma Schellekens met een verbouwing van de hoeve om deze beter in te richten als woonhuis voor de tweede knecht Wim Dortmans, die op het punt staat te gaan trouwen. Bovendien wordt een extra woon- en slaapgelegenheid gemaakt voor de andere knechten.
In 1965 wordt besloten de boerderij op te heffen en alles binnen de agrarische sector onder te brengen bij het Sint Barbaraklooster II onder Wijbosch.

Het voorhuis van de Mariahoeve is vanaf dat moment omgedoopt tot economisch centrum ofwel het administratiebureau, waar diverse zusters het economisch beheer, salariëring van personeel, etc. etc. van de congregatie hebben behartigd. De veestallen worden verbouwd tot schoollokalen voor zowel Mavo als kleuterschool. In 1971 is sprake van een „Bureau Bestuurlijke Zaken‟ onderverdeeld in algemene zaken, economie en onderwijs. De afdeling „algemene zaken‟ wordt geleid door Zr. Norbertini van Rijssel en de in 1959 benoemde drs. C.J.J. Claesen behartigt het zakelijke werk dat voorheen in handen was van Zr. Josephia Havekes. Zr. Angela Marie Boswerger geeft leiding aan de economische afdeling en voor het onderwijs zijn actief Zr. Martinia Huijbers voor de scholen waarvan de congregatie zelf nog het bestuur vormt; voorts heeft ze medewerking verleend aan stichtingsbesturen die congregatiescholen hebben overgenomen. In deze taak zal ze op termijn vervangen worden door Zr. Josephina van Helvoort. Voor de belangenbehartiging der kleuterscholen is verantwoordelijk gesteld Zr. Johanna Vianney van Uden, daarbij geassisteerd door de zusters Wilminetta de Greef en Josephini Vrooijnck. In 1977 komt de gehele Mariahoeve ter beschikking voor de economische dienst.

Lijst van verantwoordelijke generale economen:

Zr. Lamberdine van Dam 1916 - 1928 1e generale econome
Zr. Marie Michaël van Schayk 1928 - 1962
Zr. Johanna Vianney van Uden 1963 - 1964
Zr. Angela Marie Boswerger 1965 - 1972
Team van zusters 1973 - 2000 (in een samenwerkingsverband)
Zr. Clara Gremmen 2001 - heden – generale econome

In 2000 wordt voormalig directeur van de Stichting Verenigde Zorgcentra de heer G. Backus door de Zusters van Liefde als directeur aangesteld van een managementteam, dat verder bestaat uit een hoofd personeelszaken en een hoofd economische en administratieve zaken. Aantrekken van leken op deze posten bleek onvermijdelijk voor de congregatie. Ook het beheer van de gebouwen van de congregatie behoort tot zijn takenpakket. Bij zijn aanstelling telde de congregatie nog 400 leden en kreeg hij te maken met een personeelsbestand van rond de 170 personeelsleden.
Een bijzonder hoekje bij de Mariahoeve is de nis waarin het Mariabeeldje is geplaatst van de Moeder van Goede Bijstand. Bij het eeuwfeest in 1936 is, op initiatief van architect Christianus van Liempd [in de volksmond Janus genoemd], het ontwerp voor dit beeldje in handen gegeven van kunstenaar Herman Walstra.
Een kort stukje historie is hier op z'n plaats. In mei 1935 ontmoet de architect de kunstenaar en zegt op z'n gemoedelijk Brabants: “ Zeg Walstra, ge moet eens 'n ontwerp voor me maken voor een klein beeldeke van Onze Lieve Vrouw voor een boerderij die ik voor de Zusters van Schijndel heb gebouwd, vlak tegenover het moederhuis. Ik heb daar een klein niske gemaakt van 65 cm hoogte en daar moet 'n Lieve Vrouwke in. De zusters vieren het volgend jaar hun eeuwfeest. 't Mot worden een Ons Lief Vrouwke van Goede Bijstand, de patrones van de congregatie”. Ze corresponderen regelmatig over deze opdracht. Walstra gaat op zoek naar een mooi voorbeeld en komt via Mechelen in Brussel terecht in de „Notre Dame de Bon Secours”. Daar zou een miraculeus beeldje staan dat er werd vereerd. Na dat gezien te hebben is Walstra begonnen aan een hele serie schetsen. Er volgen gesprekken met Van Liempd en enkele zusters van het hoofdbestuur. Naast het beeldje is toen ook een schets gemaakt van een prentje met de afbeelding. In 1937 is de opdracht voltooid en van die dag af ziet men in de congregatie overal afgietsels van het beeldje en menige zuster gebruikt het ontworpen prentje ter gelegenheid van haar professie, zilveren of gouden kloosterfeest.

Het Mariabeeldje naar een ontwerp van kunstenaar Herman Walstra in de nis die is uitgespaard aan de zijgevel van de Mariahoeve.
Het bij het Mariabeeldje behorende prentje.

Monumenten Inventarisatie Project 1990 [2]

Mariahoeve
Onderdeel klooster
1936
Delftse School
Machinale baksteen met vlechtingen. Natuursteen aanzetstukken. Getoogde vensters. Semi-klampdeur. Zadeldak, Romaanse dakpannen. Terracotta Mariabeeldje met kind uit 1936, als Moeder van Goede Bijstand. Dit beeldje is speciaal voor de Congregatie gemaakt. Zie ook Pastoor van Erpstraat 6: hierachter bevindt zich een groot parkachtig terrein alsmede boomgaard en moestuin. Cultuurhistorische waarde.

Bronnen, noten en/of referenties
  1. Alles heeft zijn tijd, Henk Beijers, pagina 247
  2. MIP gemeente Schijndel 1990, bladzijde 41.